De Bende van Nijvel: vallen de maskers eindelijk af?

De Bende van Nijvel is het grootste misdaaddossier uit de naoorlogse Belgische geschiedenis. Het onderzoek ernaar zat dertig jaar muurvast. Tot afgelopen week met ex-rijkswachter Chris B. wellicht voor het eerst de naam van een Bendelid bekend werd. Een mogelijke doorbraak, maar de moeilijkste vragen zijn nog lang niet beantwoord.

De bloedige raids van de Bende van Nijvel liggen dertig jaar achter ons. De jongere generatie heeft weinig besef van de impact die ze hebben gehad. Die laat zich samenvatten in één woord: angst. De Bende zorgde vele jaren voor een algemeen klimaat van onbehagen en wantrouwen in de instellingen. Daarom is de Bende van Nijvel ook een van meest besproken affaires uit de Belgische geschiedenis, net zo geheimzinnig als de moorden op Julien Lahaut (1950) en Patrice Lumumba (1961). Het zijn de ‘grands mystères du royaume de Belgique’ die dit land bij de eigen bevolking de reputatie gaven van failed state, niet alleen in de klassieke anti-Belgische kringen maar ook bij de brede linkerzijde.

De eerste misdaad die aan de Bende van Nijvel wordt toegeschreven, is een diefstal op 13 maart 1982 bij wapenhandel Cattaï in Dinant. Getuigen zagen een reus van een meter negentig met een wapen de winkel verlaten: een zogenoemd ‘eendenroer’, een tweeloop van buitenmaats kaliber die gangsters nooit gebruiken wegens te lomp en te zwaar. Het is het bizarre begin van een brutale reeks moorden en overvallen. In de nacht van 13 op 14 augustus vloeide voor het eerst bloed. De politie van het Noord-Franse Maubeuge kreeg melding van een inbraak bij kruidenier Piot. De dieven onthaalden de politiepatrouille op een spervuur van kogels, één agent werd zwaar gewond in de buik. De boeven namen een paar flessen wijn, champagne en thee mee. Speurders stelden zich niet voor het laatst de vraag: waarom zulk buitensporig geweld voor zo’n kleine buit?

Op 30 september viel bij wapenhandel Dekaise in Waver de eerste dode. Drie overvallers bedreigden de winkelier en graaiden een dertigtal wapens mee. Bij het verlaten van de winkel botsten ze op een toevallig passerende agent, Claude Haulotte. Die had geen kans tegen twee gangsters die hem in kruisvuur te grazen namen, één links van zijn auto, de ander rechts. Bij de daaropvolgende klopjacht kogelden de gangsters nog eens twee rijkswachters neer. Omdat de dolle rit over en langs de taalgrens door Brabant was gelopen, werd het onderzoek volgens de regels van die tijd versnipperd over de rijkswacht van Waver, de politie van Waver, de Bijzondere Opsporingsbrigade (BOB) van Waver, de adjunct-politiecommissaris van Overijse en de BOB van Leuven.

Op 11 februari 1983 begon de Bende met overvallen op grootwarenhuizen, wat al snel haar waarmerk zou worden. In de Delhaize van Genval droegen de overvallers carnavalsmaskers. Ze bedreigden caissières en klanten en schoten met riotguns op iedereen die in de weg stond. In de Colruyt van Halle, een paar dagen later, gaf gerant Walter Verstappen iets meer dan een miljoen frank (25.000 euro) aan de gangsters, die hem vervolgens met een nekschot afmaakten. Colruyt loofde een beloning uit van 5 miljoen frank voor elke tip die tot de arrestatie van de moordenaars zou leiden. Later dat jaar zou Groep Delhaize De Leeuw een beloning van 10 miljoen frank uitschrijven, telkens zonder resultaat.

Op 9 en 10 september voerden de gangsters een moordende raid uit op de firma Wittock-Van Landeghem in Temse. Ze stalen er zeven kogelvrije vesten. Ze hadden duidelijk een tip gekregen uit de politie- of beveiligingswereld, want het ging om prototypes waarvan de commerciële versie nog niet op de markt was. Daarna ging het crescendo. In de nacht van 17 september 1983 braken ze in de Colruyt in Nijvel in. Een koppel dat hun Mercedes voltankte aan de benzinepomp van het warenhuis, werd doodgeschoten. De lijken werden onder winkelkarretjes geduwd. De gangsters namen daarna bij herhaling gealarmeerde rijkswachters onder vuur – de ordediensten hadden geen schijn van kans. De boevenbende kreeg haar gevreesde bijnaam: vanaf nu sprak men van ‘Les Tueurs de Brabant’ of ‘De Bende van Nijvel’.

In 1984 werd het plots stil rond de Bende van Nijvel. Alle aandacht ging nu naar de bomaanslagen van de Cellules Communistes Combattantes (CCC). Aan de Bende besteedde het Centraal Bestuur van Opsporingen van de rijkswacht nog één ‘niet-dringend bericht van opsporingen’. Het onderzoek zat volledig geblokkeerd. Het strekte zich uit over zes gerechtelijke arrondissementen en viel dus onder de bevoegdheid van zes onderzoeksrechters, evenveel procureurs des Konings, gerechtelijke politiediensten en BOB-districten, vier procureurs- generaal en, last but not least, twéé taalgemeenschappen. Een rijkswachtsignalement kon niet zomaar voorbij de taalgrens, maar moest eerst naar de generale staf in Brussel om daar vertaald en dan pas doorgezonden te worden.

Het duurde tot 27 september 1985, voor de Bende nog iets van zich liet horen. Op één dag overviel ze eerst de Delhaize van Eigenbrakel en dan die van Overijse, net over de taalgrens. Er vielen in totaal acht doden. Zes – zés – dagen na de dubbele overval verspreidde de rijkswacht het eerste opsporingsbericht, nog altijd met de medeling: ‘Niet-dringend bericht van opsporing.’ Acht doden, dat was ook de trieste balans van de allerlaatste overval van de Bende, op de Delhaize van Aalst. Op de parking vond de politie achteraf speciale munitie die in België enkel gebruikt werd door de Groep Diane. Vandaar de veelgeciteerde woorden van kolonel Arsène Pint, medeoprichter van de Groep Diane: ‘Het zal toch niet een van ons zijn?’ De overvallers waren achterwaarts de parking afgereden, vanuit de koffer zonder ophouden vurend op toegesnelde agenten. De Golf GTI van de Bende bleek te snel voor de auto’s van de rijkswacht, die na zeven kilometer de achtervolging staakten. Op die 9 november 1985 verdwenen de daders van de aardbodem.

Militair getrainde commando’s

Wat dreef de Bende van Nijvel? Drie dagen na de dubbele overval in Eigenbrakel en Overijse stelde onderzoeksjournalist Walter De Bock in De Morgen vast dat de daders beschikten over ‘inside information die alleen vanuit rijkswacht of leger kan komen’. De acties konden alleen ‘door militair getrainde commando’s foutloos worden uitgevoerd’. En waarom? ‘Hun terreur’, zo schreef De Bock, ‘lijkt waanzinnig maar is te doelgericht om niet weloverwogen te zijn. Het doelwit vormen zowel de politiediensten en justitie als de publieke opinie zelf.’

Het waren de anni di piombo of ‘jaren van lood’: in België, maar ook in Italië, Frankrijk of Duitsland. In volle Koude Oorlog wapende het Westen zich niet alleen tegen het communistische Oostblok, maar kreeg het ook te maken met organisaties die geweld pleegden om (meestal) linkse groepen en politici te discrediteren, de democratische vrijheden terug te schroeven en de parlementaire democratie te destabiliseren. In de plaats daarvan hoopten ze een autoritair law and order-bewind te installeren. Het was ‘de tactiek van de spanning’, en spanning wás er, zeker in jaren van economische recessie en massale werkloosheid. Niet alleen in het militaire apparaat, ook in de politiek en de financieel-economische cenakels klonken stemmen op om het politieke bestel, dat blijkbaar niet in staat was om de terreur het hoofd te bieden, (tijdelijk) in te ruilen voor een extraparlementaire regering van ‘sterke mannen’. Het is er nooit van gekomen.

Desondanks zouden de gangsters nog één teken van leven geven. In 1986 haalden duikers in het kanaal Brussel-Charleroi, vlak bij het Hellend Vlak van Ronquières, een vondst op die bij het gerecht de haren ten berge deed rijzen. In twee zakken zaten onder meer het eendenroer van bij Cattaï, wapenonderdelen van bij Dekaise, een kogelvrij vest van bij Wittock-Van Landeghem, buit uit Aalst en wapens die gebruikt waren bij diverse andere overvallen. Door die vondst kon het gerecht alle overvallen van 1982, 1983 en 1985 onweerlegbaar aan elkaar linken. Alsof de Bende van Nijvel haar handtekening had gezet onder haar eigen werk, als slotakkoord: gelezen, gezien en goedgekeurd.

Werd er naar hen gezocht? Natuurlijk wel. Met man en macht zelfs, maar wel zoals dat in dit land wel vaker gebeurt: chaotisch, zonder plan, terwijl politiediensten, justitie, academici, journalisten en politici hun eigen zeg en inbreng willen, en de eeuwige naijver tussen Walen en Vlamingen funest blijkt voor de samenwerking. Getuige hiervan de onfortuinlijke transfer van het Bendedossier van Dendermonde naar Charleroi. In 1988 werd in Bergen zelfs een eerste ‘Bendeproces’ gevoerd, tegen ‘de Borains’, marginale boeven uit de Borinage. Het liep af met een sisser, want bekentenissen waren afgedwongen en feiten niet bewezen. In 1986 werd gangster Philippe De Staerke in beschuldiging gesteld van lidmaatschap van de Bende. ‘Johnny’ De Staerke, zoals hij werd genoemd, hééft mogelijk hand-en-spandiensten verleend – speurders ontdekten dat hij op die fatale 9 november 1985 aanwezig was in de Delhaize van Aalst (mogelijk als uitkijk?). De Staerke leidde ook een eigen, gewelddadige bende, met zware jongens als Léopold Van Esbroeck. Daarvoor werd hij ook veroordeeld, maar níét voor lidmaatschap van de Bende van Nijvel.

De banaliteit van het kwaad

Wie was er dan wél bij? David Van de Steen verloor in Aalst als kind zijn ouders en zus, en raakte zelf zwaargewond. Sindsdien kent hij het Bendedossier als geen ander. Hij was het die met Chris B. op de proppen kwam. ‘Hij was de Reus’, zegt men nu. Toch blijft Van de Steen zelf erbij dat hij neergeschoten werd door Patrick Haemers, de mooie, blauwogige maar zo verdorven Blonde God van het Belgische banditisme – Haemers verhing zich in 1993 in zijn cel in Vorst. Ook hij werd genoemd als de Reus.

Het is geen sinecure, de identificatie van de Bendeleden. Uiteindelijk werd in 1997 de alom bekende robotfoto verspreid van vermoedelijke leden van de Bende van Nijvel. Het blijft een van de iconische beelden van dit land: veertien hoofden, in zwarte pen getekend, tegen een gele achtergrond. Ook Chris B. staat er wellicht op, weten we nu: als een magere man met een hoedje, zoals hij herkend werd in Eigenbrakel en Overijse.

Eén hoofd werd al veel eerder herkend: dat van BOB’er Madani Bouhouche. De speurtocht naar hem als mogelijk Bendelid begon tijdens een proces waarin hij beschuldigd werd van de moord op FN-directeur Juan Mendez. In een doos ingevroren bolognesesaus hadden speurders een pistool gevonden, en de rechter vroeg zich af of dat wapen niet gebruikt was door de Bende. Een echte link werd nooit gevonden – tot nu. De broer van Chris B. heeft verklaard dat Bouhouche en zijn vaste kompaan Bob Beijer bij hem ‘kind aan huis’ waren.

Het was natuurlijk al eerder opgevallen dat Bouhouche aanwezig was in het stevig bewaakte hoofdkwartier van de Groep Diane in Etterbeek toen daar, in de nacht van 31 december 1981 op 1 januari 1982, een merkwaardige wapenroof plaatsvond. De daders droegen rijkswachtersuniformen en reden in een dienstvoertuig netjes voorbij de wacht. Eén wapen (een Heckler & Koch-mitrailleur) zou mogelijk bij de overval in Aalst zijn gebruikt. Maar andere pistes, zoals de onvermijdelijke Roze Balletten, een verzamelnaam voor orgieën met hooggeplaatsten in de jaren zeventig en tachtig, waren tot dusver van minder nut om klaarheid te scheppen over een bende die 28 doden en 40 gewonden op haar geweten heeft.

In Beetgenomen. Zestien manieren om de Bende van Nijvel nooit te vinden uit 2013, een van de beste Bende-boeken, vat journaliste Hilde Geens de ‘onmogelijke opdracht’ samen waarvoor talloze Bendeonderzoekers zich geplaatst zagen. Het hele dossier lezen kost vier tot zes jaar, en dat in een onrealistisch tempo van vijftig pagina’s per uur. De ene Bendespeurder na de andere is gekraakt. Onderzoeksrechter Jean-Michel Schlicker werd depressief na dreigtelefoons. Substituut Willy Acke pleegde zelfmoord. Commissaris Eddy Vos diende een klacht in wegens doodsbedreigingen. Enzovoort.

‘Sommigen van deze mensen maakten fouten, en gelukkig maar. Alleen wie niets doet maakt er geen’, schrijft Geens. ‘Maar je hebt fouten en fouten. Je hebt er die het gevolg zijn van overbelasting, haast, verstrooidheid, vergetelheid, een verkeerde inschatting, of zelfs gedrevenheid en engagement. En er zijn fouten van een ander kaliber, doelbewust, doortrapt en smerig. De fouten van de tweede soort zijn zelfs erger dan gevaarlijk: ze zijn fataal als ze niet worden blootgelegd. Als dat niet gebeurt, houden speurders en verdachten elkaar in een wurggreep. De kans is groot dat aldoor nieuwe fouten worden gemaakt om oude toe te dekken.’

Er kwamen twee parlementaire onderzoekscommissies, zogenoemde Bendecommissies. De eerste, actief in 1988-1989, heeft volgens Hilde Geens ‘de mysteries en mythes aangedikt’. Dat kan kloppen, want de belangrijkste conclusie was dat er in dit koninkrijk ‘duistere machten’ werkzaam zijn. De tweede Bendecommissie, in 1997, verwees verhalen als die over de Roze Balletten naar het rijk der fabelen. Maar waarom het onderzoek nooit tot resultaten had geleid, bleef onduidelijk. De commissie hield het bij de vaststelling dat er wel degelijk was gezocht in kringen van rijkswachters, geheime diensten en extreemrechtse militanten, maar dat er nooit concrete aanwijzingen werden gevonden.

Intussen was er nog altijd geen spoor van de echte Bende. Van tijd tot tijd werd er nog gegraven naar lijken (in 2009, bijvoorbeeld, bij een schroothandelaar in Dour) of een nieuwe naam gedropt. De Bendecel kon ondertussen alleen actief blijven omdat justitieminister Koen Geens in 2015 de wettelijke verjaring van het dossier met tien jaar had uitgesteld. Gelukkig maar: als de betrokkenheid van Chris B., een rijkswachter van de Groep Diane dan nog, echt vaststaat, is de spreekwoordelijke naald in de hooiberg gevonden. Tegelijk blijft de figuur Chris B. hoogst opmerkelijk. Een Bendelid, zeker, en tegelijk een rijkswachter: dat is hemeltergend. Hij eindigde zijn loopbaan als politieagent in Aalst. Hoe vaak zou hij voorbij de Delhaize gefietst zijn, nu als vertegenwoordiger van de sterke arm der wet, de kepie op het hoofd en zijn dienstwapen veilig in de holster? Die ‘lange van de politie in Aalst’, is hij geen schrijnend geval van wat filosofe Hannah Arendt de banaliteit van het kwaad heeft genoemd?

Misschien maakt juist dat ogenschijnlijk triviale element dat het Bendedossier zo op die twee andere historische dossiers lijkt: de moord op het communistische Kamerlid Julien Lahaut (1950) en die op de Congolese premier Patrice Lumumba (1961). In augustus 1950 werd Lahaut in het deurgat van zijn huis in Seraing door twee onbekende mannen met kogels doorzeefd. Zijn vrouw stond erbij, de buren keken toe. De daders werden opgewacht door twee kompanen in een auto. Ze verdwenen met de noorderzon. Het gerecht vond hen nooit, het dossier werd geklasseerd. Pas in 2015 legden historici de puzzel. De daders waren koningsgezinde mannen uit de streek van Halle, met een verleden bij het gewapend verzet. Zij vochten tegen het communisme en meenden het recht in eigen handen te mogen nemen.

Handelden ze op zichzelf? Nee, ze werden aangestuurd door André Moyen, een schimmige figuur met uitgesproken rechtse sympathieën die hand-en-spandiensten leverde aan wie daarvoor betaalde. Hij voorzag zijn cliënten ook van informatie van wisselend allooi. Moyen had goede contacten bij politie en gerecht: toeval of niet, maar bij het onderzoek naar de moord op Lahaut keken opvallend veel betrokken speurders op het juiste moment de foute kant uit. De moord op Lahaut was, samengevat, het operationele werk van kleine garnalen, ingedekt door een tussenpersoon die maar kon doen wat hij deed omdat hij zich op zijn beurt ingedekt voelde door een handjevol echt machtige mannen: een vooraanstaand minister, de topman van een van de belangrijkste industriële conglomeraten van het land, misschien een premier.

In de zaak-Lumumba (1961) was de betrokkenheid van de hoogste kringen een stuk duidelijker. De Congolese sterke man Mobutu, de Katangese president Tshombe, de Belgische koning Boudewijn, de Amerikaanse president Eisenhower: allemaal lieten ze vrij expliciet weten dat ze de fysieke liquidatie van Lumumba wensten. De alomtegenwoordige majoor Guy Weber, een Belg met uitstekende contacten aan het hof, coördineerde het gebeuren ter plaatse. Maar ook hij hield afstand. Het Katangese vuurpeloton dat ’s nachts in de rimboe de trekker overhaalde, werd geleid door Belgen van modale rang.

Politiecommissaris Frans Verscheure begeleidde Lumumba naar zijn executieplaats, politiefunctionaris Julien Gat gaf het bevel om te vuren. Toen een paar dagen later de lijken van Lumumba en zijn vermoorde medestanders werden opgegraven om honderden kilometers verder in stukken te worden gezaagd en gehakt en in zoutzuur opgelost, klaarden rijkswachter Gerard Soete en zijn broer die klus. Later, en tot zijn pensioen, werkte Soete als leraar aan het Sint-Leocollege in Brugge. Toen eerst auteur Ludo De Witte en nadien de zogenoemde Lumumbacommissie tussen 1999 en 2002 de waarheid aan het licht brachten, zei kleine garnaal Soete dat hij in volle overtuiging juist had gehandeld: Lumumba was, als communist, een bedreiging voor het vrije Westen. Soete wist zich ingedekt door de powersthatbe in Brussel en Washington, die liefst niet met eigen ogen aanschouwden welke gruwel zich in de rimboe voltrok.

De slachtoffers van de Bende van Nijvel zijn geen politici, maar de gelijkenis tussen de drie zaken intrigeert. Rijkswachters, ex-verzetslui, politieagenten van lage rang en stand: telkens waren dat de mannen van de actie, de killers. Alvast in 1950 en 1961 waren er tussenpersonen op twee niveaus: een schimmige agent als André Moyen, een gerespecteerde majoor als Guy Weber. Zij waren tegelijk coördinator en een soort liaisonofficiermet, welja, een bepaalde macht. Speelde iemand een soortgelijke rol in de Bende van Nijvel? Wisten er rijkswachtofficieren van de Bende? En zo ja: hielpen ze, dekten ze toe, of keken ze weg? Handelden ze op eigen initiatief, of werden zij op hun beurt ingedekt door wie we – voorlopig toch – ‘mannen achter de schermen’ kunnen noemen?

Met de onthulling over Chris B. staat het Bendeonderzoek in zijn echte beginfase, zo lijkt het. En dat meer dan dertig jaar na de feiten. We weten niet waar het eindigt, op welk niveau het stopt, en speculeren heeft geen zin. Maar inmiddels hebben we zo te zien wél zicht op een concreet vertrekpunt, een basis voor actie. Het werd tijd.

Bron » Knack | Walter Pauli

Bende van Nijvel en rijkswacht: PVDA vraagt onderzoekscommissie

Na 32 jaar van fouten en mogelijk gemanipuleerd onderzoek naar een van de grootste politieke misdaden uit de geschiedenis van België moeten we nu tot op het bot doorgaan. “De slachtoffers willen eindelijk de waarheid kennen. De bevolking heeft het recht te weten of de politie, die ons moet beschermen, terreur heeft gezaaid. En met welk doel? De bevolking heeft het recht te weten hoe ze er al die jaren mee weg zijn gekomen. De bevolking heeft het recht te weten hoe dezelfde figuren die verdacht waren, deel uitmaakten van de onderzoekers en dus geacht werden hun eigen misdaden te onderzoeken.” Dat stelt PVDA-Kamerlid Marco Van Hees.

Al 32 jaar opperen journalisten, politieagenten, magistraten … dat achter de Bende van Nijvel mogelijk een of meerdere extreemrechtse cellen schuilgingen, die vooral actief waren bij de groep Diane, het elitekorps van de toenmalige rijkswacht. Allemaal vinden ze dat spoor het meest plausibele. Heel wat elementen, ook materiële, komen die stelling nu bevestigen. Maar Jean Gol, de liberale minister van Justitie van die tijd en Jean Deprêtre, de procureur van Nijvel, die met dit dossier belast was, deden dat spoor af als “fictie uit een politieroman”.

“Pas sinds een van de leden van de Bende op zijn doodsbed bekentenissen aflegde, wordt dit spoor opnieuw ernstig genomen”, zegt Marco Van Hees. Nochtans kwam de naam van de “Reus”, over wie vandaag zoveel te doen is, al in 1999 in het onderzoek voor. We hebben dus alle reden om ons af te vragen hoe het mogelijk is dat het onderzoek systematisch afgeleid werd van het enige geloofwaardige spoor en wie daarvoor verantwoordelijk is.

“Wie gaf de bevelen?”, vraagt Marco Van Hees zich ook af. “De bevolking en de families van de slachtoffers hebben het recht te weten wie de instructies gaf. En ook waarom gewone politieagenten vervolgens van het onderzoek werden weggehaald als ze te veel ijver aan de dag legden.”

De PVDA vindt het voorts belangrijk dat er een grondig onderzoek komt naar de band tussen de Bende van Nijvel en de strategie van de spanning die in die periode in Europa in praktijk werd gebracht. “Dat politiediensten in een democratische staat wetens en willens terroristische aanslagen plegen en tientallen onschuldige mensen vermoorden om politici beslissingen te doen nemen die gaan in de richting van een politiestaat, is amper te bevatten.”

“En toch gebeurt het. Het is bewezen dat deze strategie van de spanning in de jaren 1970 en 1980 in Italië werd toegepast door extreemrechts, in samenwerking met Italiaanse en Amerikaanse geheime diensten. Ook in Duitsland: volgens Andreas von Bülow, die toen minister van Defensie was “hadden Amerikaanse geheime diensten de hand in al het Europese terrorisme, als ze het al niet geheel of gedeeltelijk hebben geleid”. Italië, Duitsland, waarom niet ook in België”, zegt PVDA-Kamerlid Van Hees.

Als de onderzoeken resultaat opleveren, zullen we met heel andere ogen terugkijken op de beslissingen om de rijkswacht na de aanslagen van de Bende van Nijvel een grote plaats te geven in het politielandschap. We zullen moeten nagaan of de democratische controle op de politie wel voldoet, of zo’n ontsporingen nog mogelijk zijn en hoe we die kunnen voorkomen.

De PVDA vraagt dat er een onderzoekscommissie komt. Tegelijk waarschuwt Marco Van Hees: “We willen garanties dat het een echte ‘waarheidscommissie’ wordt en geen ‘doofpotcommissie’ zoals in de jaren 1990 en 1997.”

Ter herinnering, de tweede onderzoekscommissie kwam tot het besluit dat de aanslagen van de Bende van Nijvel niet politiek waren, dat ze niet het werk waren van een extreemrechtse organisatie en dat er zo goed als geen aanwijzingen voor waren dat rijkswacht of NAVO erbij betrokken waren. “We moeten voorkomen dat de partijen die toen aan de macht waren en die helemaal verantwoordelijk zijn voor het rampzalige beheer van het onderzoek, in de nieuwe commissie opnieuw een dominante rol gaan spelen.”

“De samenstelling van de onderzoekscommissie moet zodanig zijn dat ze garandeert dat ze niet op voorhand een onderzoek uitsluit naar sommige zwarte bladzijden uit onze geschiedenis, in naam van een zogenaamd hoger staatsbelang of van een respect voor onze bondgenoten in de NAVO, zoals dat in vorige commissies het geval was. Dat zou een slag in het gezicht zijn van de slachtoffers, van de verdedigers van een democratische politie en van de bevolking in het algemeen”, besluit Marco Van Hees.

Bron » PVDA Persdienst

Tueries du Brabant: Christian Bonkoffsky victime d’un coup monté?

Le gendarme accusé d’avoir été membre des tueurs du Brabant avait, semble-t-il une raison d’en vouloir à la gendarmerie. Christian Bonkoffsky avait été écarté du groupe Diane à la suite d’un incident de tirs. Tout cela aurait créé chez lui de la rancœur.

Cette version des faits, c’est le frère du gendarme en question qui l’apporte par l’intermédiaire de son avocat. Il est question d’un incident intervenu à Zaventem dans le cadre d’un exercice. Il fallait charger et décharger une arme selon une procédure très précise. En principe, si tout est correctement effectué, l’arme est ensuite inoffensive. Sauf qu’ici une balle est restée dans la culasse.

“Le coup est parti dans une armoire, sans blesser personne”, rapporte Geert Lenssens, l’avocat du frère de Christian Bonkoffsky, interrogé par la VRT. Si l’incident n’a fait aucun blessé, il aurait pu avoir de graves conséquences.

Christian Bonkoffsky a été écarté de l’unité spéciale de la gendarmerie. Il en aurait gardé une profonde rancune. Pour lui, l’arme avait été trafiquée précisément pour l’écarter de l’unité. Pour son frère, cet incident de tirs et ses conséquences pourraient donc expliquer la suite des événements. L’homme était devenu une proie facile pour des recruteurs, ce qui expliquerait son basculement dans un projet criminel.

“Mon client et toute la famille pensent – c’est leur avis, pas un fait – que c’était un coup monté. Qu’on a volontairement muté Christian pour ensuite pouvoir le recruter ailleurs”, ajoute Geert Lenssens.

Bron » RTBF

Een ex-gevangenisdirecteur, een bodybuilder, een ingenieur,… Een overzicht van de namen die gelinkt worden aan de Bende van Nijvel

Was er één Reus? Of waren er meerdere Reuzen? En was rijkswachter Chris B., wiens speekseltest, vingerafdrukken en genetische analyse negatief blijken, één van hen? En wie zat mogelijk mee in het web achter de Bende van Nijvel? Een overzicht, met wat we vandaag weten.

1. De Reus

We schrijven 2015 en Christiaan B. (roepnaam Chris), Aalsterse rijkswachter en gewezen lid van Groep Diane, bekent in de laatste weken van zijn leven aan zijn broer dat hij de befaamde Reus was van de Bende van Nijvel. “Ik was betrokken bij de feiten in Waals-Brabant”, zegt hij. Het gerecht gaat voorzichtig uit van die piste. Ook jeugdvriend Marc Van Damme en twee exen, Denise Vandyck (57) en Nicole (56), komen met de onthulling dat ze de robotfoto van vermoedelijke Reus “honderd procent zeker” aan Chris B. linken.

Los eindje: Er zijn binnen het speurdersteam ook non-believers. Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) zei gisteren dat een speekseltest en DNA-match van Chris B. met feiten in Waals-Brabant negatief bleken. Hij is al twee jaar geleden overleden, dus heeft geen kans op wederwoord.

2. De Ouwe

Speurders denken dat de Bende uit een vaste kern van drie bestond. Maar: de bezetting was wisselend. Naast de Reus (of Reuzen, ndvr.) was er ‘de Ouwe’. Hij was vermoedelijk een stuk ouder dan de rest. Aangenomen wordt dat hij als chauffeur fungeerde.

Los eindje: we weten niet wie achter ‘de Ouwe’ schuilgaat en ook niet of Chris B. dus goed bevriend met hem was.

3. De Killer

Een meedogenloze doder, van wie speurders vermoeden dat hij zelf ook dood is. Zou neergeschoten zijn door een agent na de overval op de Aalsterse Delhaize. Zou begraven zijn in het bos van Houssière in Henegouwen.

Los eindje: Er plakt geen naam op de Killer. Of Chris B. dus de Killer kende? Onduidelijk.

4. Robert Beijer

De broer van rijkswachter Chris B. beweert dat ex-rijkswachter Beijer tot diens vriendenkring behoorde. Gewezen BOB’er en latere privédetective Beijer wordt al decennia aan de Bende gelinkt en onderhield goede contacten met leden van Groep Diane. Net als met leden van de Staatsveiligheid, dat andere overheidsapparaat dat aan de Bende wordt gelinkt. Ooit veroordeeld tot veertien jaar cel voor de moord op een Libanese diamantair. Ooit ook gelinkt aan moord op wapenhandelaar Juan Mendez-Blaya.

Los eindje: De naar Thailand uitgeweken Beijer ontkent formeel aan onze redactie dat hij de vermoedelijke Reus ooit heeft gekend. Speurders betwijfelen dat.

5. Madani Bouhouche

Partner in crime van Beijer en zo mogelijk nog extreemrechtser. Ook zijn naam valt al decennia. Werkten samen op de BOB en kwamen daar samen in opspraak. Ook veroordeeld voor de moord op Libanees. Hij loste het fatale schot. Volgens de broer van Chris B. ook een vriend met wie de Aalsterse rijkswachter af en toe afsprak. Had een vergunning om wapens te maken. Ooit gelinkt aan diefstal grote partij wapens.

Los eindje: Heeft zijn betrokkenheid altijd staalhard ontkend en kan het onderzoek nu niets meer bijbrengen. Kwam in 2000 vrij en trok zich terug in de Franse Pyreneeën, waar hij stierf na een bizar ongeval met een kettingzaag tijdens het kappen van hout. De speurders vonden een riot gun en legden een link met de Bende van Nijvel. Ballistisch onderzoek sluit die piste uit.

6. Andere leden Groep Diane

Zo was er een zekere Python, codenaam van een gewezen lid van Groep Diane en, ook op voorspraak van broer van Chris B., iemand uit de kennissenkring van de Reus. Zou ook Beijer en Bouhouche gekend hebben.

Los eindje: Destijds is Python, zoals veel leden van de elitegroep, uitgebreid verhoord. Zegt “in de verste verte” niets met de Bende te maken te hebben. Speurders traceren alle ex-leden uit die eerste lichting van vijftien elitetroepen.

7. Jean Bultot

Brusselse ex-gevangenisdirecteur die diep verstrikt geraakte in het misdaadmilieu. Kende Beijer en Bouhouche. Was een militant van de extreemrechtse groepering Forces Nouvelles. Daags voor de laatste overval van de Bende, op zaterdag 9 november 1985 in de Delhaize van Aalst, belde hij een informant van de Staatsveiligheid met de vraag of die hem dringend een machinegeweer kon bezorgen. Vluchtte naar Paraguay en Zuid-Afrika. Ging graag om met gangsters, onder wie Philippe De Staerke. Verklaarde vanuit het buitenland ooit dat sommige leden van de Bende tot de Staatsveiligheid behoorden.

8. Paul Latinus

Oprichter van Westland New Post, uiterst rechtse organisatie, volgens de speurders verwezen met de toenmalige Staatsveiligheid. In ‘84 werd de technisch ingenieur, die beweerde te infiltreren in communistische milieus, in verdachte omstandigheden dood teruggevonden.

9. Michel Libert

Een van de kaderleden van Westland New Post. Een van de laatste echte verdachten in het onderzoek. Sommige speurders zagen in de 1,91 meter grote Libert “De Reus”. Uitgebreid verhoord en jarenlang verdacht, maar uiteindelijk nooit vervolgd.

10. Christian Amory

Gewezen lid van de eerste lichting van Groep Diane en BOB’er in Bergen en later Brussel waar hij Beijer en Bouhouche leerde kennen. Vermoedde dat zijn twee ex-collega’s logistieke steun verleenden aan de Bende. Destijds een bodybuilder met imposant figuur. Schopte het ook tot de nationale judoselectie. Werd vanwege zijn specifiek tred ooit gelinkt aan de Bende, maar heeft elke betrokkenheid altijd ontkend.

11. Martial Lekeu

Kende Beijer en Bouhouche van bij de drugsbrigade van de Brusselse BOB. Door collega’s van toen als halve nazi omschreven. Was met veel louche zaken bezig, bleek al snel, waarna het gerecht van Dendermonde hem probeerde te linken aan de Bende. Vluchtte met vals paspoort naar de VS waar hij een privédetectivebureau runde. Stierf in ‘97.

12. Philippe De Staerke

Leider van de beruchte Bende van Baasrode, gespecialiseerd in gewapende overvallen. De enige die ooit bekende lid te zijn van de Bende van Nijvel. Werd dan ook – als enige – in verdenking gesteld, maar slikte zijn bekentenissen weer in. Kende Jean Bultot goed. Was de ochtend van de overval in Aalst “aan het winkelen” met zijn vrouw in de Delhaize. Allicht moest hij voor de Bende klussen als verkenner. Intussen een vrij man.

Bron » Het Nieuwsblad

’Nog twee leden Bende van Nijvel bekend’

Na ‘De Reus’ zal de identiteit van nog zeker twee leden van de Bende van Nijvel bekend worden gemaakt. Dat zegt de goed ingevoerde advocaat Jef Vermassen. “Die namen zijn bekend bij het gerecht.”

Vorige week gaf Vermassen al aan dat de autoriteiten meer weten, dan naar buiten wordt gebracht. Sindsdien is het hard gegaan. Christiaan B. heeft twee jaar geleden op zijn sterfbed gezegd dat hij ‘De Reus’ is, zo blijkt. De vermaarde overvaller – en voormalig rijkswachter – liep bij de laatste overvallen mank.

Daarna is er spoedoverleg gekomen bij justitie. Wellicht komt er een beerput open die zijn weerga niet kent. “Mijn broer is altijd van hogerhand beschermd geweest bij de rijkswacht”, zei de broer van Christiaan B. tegen VTM. “Er zijn mensen die liever niet bekend worden. Als alles uitkomt, zal België te klein zijn.”

Volgens advocaat Vermassen komt er snel meer. De namen van andere bendeleden staan op dezelfde pagina van het strafdossier. “Als je niet blind bent en je kijkt ernaar, dan zie je het. Dit is een pure uitvlucht omdat men goed weet dat men eigenlijk niet wilde zoeken.”

Procureur-generaal Christian De Valkeneer reageert, en hoopt zelf ook dat de ‘grote vissen’ worden gepakt. “Wij moeten hoger in de hiërarchie op zoek gaan naar mogelijke opdrachtgevers. Christiaan B. was een gewone rijkswachter. Hij was niet de man die de lakens uitdeelde.”

Bron » De Telegraaf