De duivel die een engel werd

Philippe Lacroix (47) is een van de laatste misdadigers die in dit land tot de doodstraf zijn veroordeeld. Samen met de Kosovaar Basri Bajrami (51) werd hij op 20 januari 1994 door het hof van assisen in Brussel veroordeeld voor een hele reeks gewapende overvallen en voor de ontvoering van oud-premier Paul Vanden Boeynants. Zijn straf werd automatisch omgezet in levenslang. Bendeleider Patrick Haemers had in januari 1994 ook moeten terechtstaan in Brussel, samen met zijn twee trouwe luitenanten Lacroix en Bajrami. Maar ‘Le Grand Blond’ Haemers pleegde in mei 1993 zelfmoord in zijn cel in de gevangenis van Sint-Gillis.

Philippe Lacroix werd geboren op 2 november 1952 in Ukkel, als zoon van Albert Lacroix en Emma Franco. Zijn ouders gingen uit elkaar tijdens zijn puberteit. Philippe groeide op in Italië, Frankrijk en Sint-Lambrechts-Woluwe. Patrick Haemers, ook van Woluwe, was een jeugdvriend. De twee frequenteerden dezelfde café’s, werden boezemvrienden en raakten samen op het slechte pad. Philippe Lacroix genoot nooit dezelfde belangstelling van de pers als de mediagenieke ‘Grand Blond’ Patrick Haemers. Maar politiebronnen zijn het erover eens dat Lacroix het brein van de bende was en dat hij minstens op hetzelfde niveau stond als zijn vriend Patrick Haemers.

Haemers en Lacroix waren buitenbeentjes in het klassieke banditismemilieu. Geen van beiden kwam uit een kansarm milieu. Haemers kwam zelfs uit de gegoede middenklasse. De moeder van Lacroix was kleermaakster, zijn vader kaderlid.

Hun overvallen waren listiger, gewaagder en spectaculairder dan wat België ooit gekend had. Medio jaren tachtig pleegde de bende van Haemers verschillende gewelddadige overvallen op banken en geldtransporten. Bij die overvallen vielen drie doden: twee bij een postoverval in Verviers en één bij een overval op een geldtransport op de E40 in Groot-Bijgaarden. Lacroix werd bij zijn proces in 1994 alleen voor die laatste overval veroordeeld. De geldkoerier Ronny Croes (23) kwam in Groot-Bijgaarden om het leven toen de gangsters de geldtransportwagen opbliezen.

De spectaculaire raids van de bende volgden mekaar op. Op 13 augustus 1987 bevrijdden Lacroix en enkele medeplichtigen de opgepakte Patrick Haemers uit een celwagen die in Heverlee voor het rode licht stond. Haemers vluchtte prompt naar Brazilië. Hij kwam terug telkens als een grote slag geslagen moest worden.

Op 14 januari 1989 ontvoerde de bende-Haemers oud-premier Paul Vanden Boeynants, het misdrijf waar ze de geschiedenis mee in zouden gaan. Ze sloten Vanden Boeynants een maand lang op in een villa in het Franse Le Touquet en streken 63 miljoen Belgische frank losgeld op. Daarna namen ze de vlucht. Een jaar later liep Haemers tegen de lamp in Brazilië. Lacroix vluchtte ook naar Zuid-Amerika. Naar Uruguay, Argentinië, Brazilië en uiteindelijk naar Colombia. Daar werd hij in maart 1991 opgepakt.

Van maart ’91 tot december 2004 zat Lacroix onafgebroken in de cel, met één klein intermezzo. Op 3 mei 1993 ontsnapte hij samen met Basri Bajrami en de ontsnappingskoning Kapllan Murat op een spectaculaire manier uit de gevangenis van Sint-Gillis. De beelden van hun ontsnapping gingen de wereld rond: de drie namen gevangenisdirecteur Harry Van Oers mee, met een cipier als schild op de motorkap van hun wagen. Voor Philippe Lacroix duurde de vrijheid maar vier dagen. Hij werd op straat opgepakt, in Laken. Daarna werd het stil rond hem.

Lacroix legde zich neer bij zijn gevangenschap en wachtte geduldig tot hij vrijkwam. Ondertussen maakte hij in de gevangenis zijn middelbare school af, studeerde hij Spaans en Italiaans en haalde hij een diploma in de Germaanse filologie. Hij legt momenteel de laatste hand aan zijn thesis over de roman Regeneration van de Engelse schrijfster Pat Barker.

Philippe Lacroix is sinds 22 december 2004 voorwaardelijk vrij. Hij kwam sindsdien niet meer in contact met het gerecht.

Bron » De Standaard

Een overzicht van de meest markante ontsnappingen in België

De ontsnapping van 28 gedetineerden, vrijdagnacht uit de gevangenis van Dendermonde, is nooit vertoond in ons land. Het gaat om het hoogste aantal in één keer in de recente geschiedenis. Maar in het verleden waren er nog meer opmerkelijke ontsnappingen die voor deining zorgden. Hieronder volgt een beperkt overzicht.

De ontsnapping van kindermoordenaar Marc Dutroux, staatsvijand nummer één, op 23 april 1998 is ongetwijfeld de meest ophefmakende. Dutroux ontsnapte niet uit de cel. Hij bevond zich die bewuste dag in het justitiepaleis van Neufchateau waar hij het wapen van zijn bewaker ontfutselde en het op een lopen zetten. Dutroux carjackte een wagen en sloeg op de vlucht. Enkele uren later werd hij gevat in een bos aan de Franse grens.

De ontsnapping van Murat Kapllan, Basri Bajrami en Philippe Lacroix – die twee laatste waren lid van de bende van Patrick Haemers – zette vijf jaar eerder het land in rep en roer. Het drietal ontsnapte op 3 mei 1993 op zeer spectaculaire wijze uit de gevangenis van Sint-Gillis. Ze gebruikten pistolen en handgranaten en gijzelden de gevangenisdirecteur Harry Van Oers.

Na hun vlucht uit Brussel werden ook nog twee gezinnen, in Kortenberg en in Tremelo, gegijzeld. Murat Kapllan draagt de titel van ontsnappingskoning. Hij slaagde er een zestal keer in aan zijn bewakers te ontsnappen, onder meer in de strafinstellingen van Brugge en Vorst en uit een cel bij de Brusselse BOB. Ook bij een huiszoeking, hoewel geboeid, kon hij de benen nemen.

Op 16 juli van dit jaar zorgde hij nog eens voor heisa door niet terug te keren uit penitentiair verlof naar de gevangenis van Ittre. Bijna twee weken later werd hij gevat en weer achter de tralies gestopt. Eenzelfde titel van ontsnappingskoning is er voor veroordeelde Niek Bergmans. Die man slaagt er steeds in via acrobatische toeren te ontsnappen. Op 15 juli van dit jaar vluchtte hij uit de zwaar bewaakte gevangenis van Brugge door over meerdere hekken en muren te klauteren.

In 1999 ontsnapte hij al eens in Zweden door een opening van amper 16 centimeter breed. In 2004 was Bergmans de eerste gedetineerde ooit die uit de gevangenis van Tongeren kon ontsnappen. Hij maakte gebruik van een pingpongtafel en een dunne elektriciteitskabel om over een negen meter hoge muur te klauteren.

In 2001 liet een cipier uit de gevangenis van Antwerpen de Nederlandse gangster Willem De Wolf ontsnappen. De man kreeg een cipiersuniform en wandelde gewoon de gevangenis uit. De cipier dacht een gouden zaak te hebben gedaan: hij kreeg een tas met 250.000 euro, maar dat geld bleek vals. Ontsnappingen lijken soms zo uit een actiefilm te komen. Zo sprong overvaller Karim Bouzitoune op 14 december 1999 uit het raam op de derde verdieping van het Brusselse justitiepaleis. Zijn ontsnappingspoging mislukte maar enkele maanden later lukte het tijdens een gevangenistransport in Asse wel.

Roofmoordenaar Maxime Vandenbussche liet zich in 2000 met de vork van een heftruck over de gevangenismuur van Leuven-Centraal hijsen. Ontsnappingen zijn soms spectaculair, soms ook helemaal niet. Een bekende truc is de identiteitswissel waarbij de gedetineerde de identiteit van iemand anders, een bezoeker of collega die op het punt staat vrijgelaten te worden, inneemt. Deze truc werd onder meer toegepast door Nordine Benallal, die in februari 2001 de plaats van zijn broer innam. De beruchte crimineel kon de laatste jaren al vier keer ontsnappen.

Ook Billal Ould Haj kon in juli van dit jaar de gevangenis van Vorst buiten wandelen door zich uit geven voor een celgenoot. Andere klassiekers zijn het doorzagen van tralies, het graven van een tunnel of het aaneenknopen van lakens. Hulp van buitenaf of van binnenuit verhoogt in belangrijke mate de kans op succes. De laatste jaren daalde het aantal gevangenen dat ontsnapte.

In 1995 waren er nog 105 ontsnappingen, vorig jaar waren het er 17 en dat op een veel groter aantal gedetineerden. Door de massale ontsnapping van vrijdagnacht in Dendermonde zal het cijfer voor 2006 wel opnieuw de hoogte in worden gejaagd. Ontsnappen op zich is niet strafbaar. Het gebruik van geweld of vernielen van infrastructuur is dat wel. Ook het verlenen van hulp bij een ontsnapping is strafbaar.

Bron » Het Nieuwsblad

La valse des disparus

Denis Marin, Rocky Ivanovic et Yvan Poels ont eu rendez-vous avec les frères Hilger. Aucun n’est revenu…

Claude et Frédéric Hilger sont deux truands belges connus. C’est chez l’aîné, Frédéric, 42 ans, dit Tic Tac, qu’on a retrouvé dans les années 1990 l’arme du gendarme braqué par Patrick Haemers lors de son évasion d’un cellulaire, en 1987. Son frère Claude Hilger, 39 ans, maintes fois condamné en correctionnelle. Libérés. Plus que présumés innocents: marchant l’un et l’autre vers le non-lieu.

L’affaire est à l’instruction chez la juge Silvania Verstreken après l’avoir été chez Véronique Goblet.

Le 2 mai 1997, un certain Radovan Ivanovic, alors 36 ans, a rendez-vous avec les Hilger à un endroit précis face au 175 chaussée d’Alsemberg à Buizingen. Radovan, qu’on surnomme Rocky, quitte Saint-Josse au volant de la Mercedes 300 D avec laquelle il était rentré, la veille, d’ex-Yougoslavie. Ni Rocky ni sa Mercedes n’ont jamais été retrouvés.

Deux mois et demi plus tard, le 15 juillet 1997, à 9 h du matin, un certain Yvan Poels, 42 ans, mécanicien dans un garage à Etterbeek, se parque près du restoroute de Ruisbroek sur l’autoroute Bruxelles-Mons. Yvan Poels a prévenu son patron qu’il aurait du retard: sa mère est souffrante. C’est bien la première fois que l’ouvrier prévient son patron. Yvan Poels n’a plus jamais été revu. Sa Renault Clio fut retrouvée sur le parking dont une caméra a filmé Yvan Poels, à 9 h 17, … avec les frères Hilger.

Plus tard en 1997 ou 1998, un certain Denis Marin se prépare à déposer les enfants à l’école quand son GSM reçoit un appel: les frères Hilger veulent le voir. Denis Marin prie sa femme de s’occuper des enfants, et la rassure: il n’en a pas pour longtemps. Le Bruxellois, comme les deux précédents, n’a plus été revu et le corps de Denis Marin n’a jamais été retrouvé.

En 2000, un caïd détenu à Ittre prétendait qu’il était mort noyé. A voir. Aucun corps n’ayant jamais été retrouvé, les enquêteurs se sont demandés si ce n’était pas dans un bain d’acide.

La veille de sa disparition, Radovan Ivanovic était rentré par la route d’ex-Yougoslavie alors qu’il aurait pu le faire par avion (d’autant qu’il devait ensuite se rendre à Lyon): il a préféré trois jours de route.

Il est établi que le 1er mai, Ivanovic a échangé quinze coups de fil avec les frères Hilger. Et que le 2, jour de la disparition, les GSM d’Ivanovic, de Frédéric Hilger et de Claude Hilger se sont trouvés aux mêmes moments au lieu du rendez-vous à Buizingen.

Selon nos infos, c’est des armes que Radovan Ivanovic ramenait d’ex-Yougoslavie. De là à penser que Rocky allait à Buizingen pour parler de son voyage! Où était le désaccord?Etait-il convenu qu’Ivanovic livrerait la commande à Bruxelles et pas sur la frontière autrichienne? Et d’où provenaient les 980.000 F que Radovan avait sur lui en se rendant à ce rendez-vous d’où il n’est pas revenu. A-t-il été tué “dès qu’il est arrivé”, comme le dit quelqu’un?

Enfin, Yvan Poels, le mécanicien d’Etterbeek, avait-il devinéla vérité? On sait qu’il est arrivé au rendez-vous à Ruisbroek à 9 h 03 et a pris un petit-déjeuner. A 9 h 17, il est filmé, encadré par Claude et Frédéric Hilger qui le font monter à l’arrière d’une camionnette, un Fiat Ducato.

Si rien n’a été retrouvé de Radovan Ivanovic, les enquêteurs sont en possession d’un polo taché de sang. Le polo avait appartenu à Poels et c’était le sang d’Yvan Poels. Les preuves, néanmoins, manquent. Et la juge s’apprête à communiquer le dossier au parquet de Bruxelles.

Me Didier De Quévy qui défend les familles Poels et Ivanovic craint que le parquet, faute d’élément, faute de cadavre, ne puisse qu’accepter que les Hilger bénéficient d’un non-lieu.

Bron » La Dernière Heure

Het onwaarschijnlijke parcours van Murat Kapllan

Murat Kaplan is van Albanese afkomst. Hij wordt in Italië geboren en emigreert samen met zijn ouders op jonge leeftijd naar België. Hier groeit hij op in Anderlecht in de sociale wijk “Het Rad”.

In oktober 1980 wordt Kapllan een eerste keer opgepakt, na een vechtpartij in Mechelen waarbij een dode valt. Kapllan wordt veroordeeld, maar vlucht al snel een eerste keer uit de gevangenis. Het begin van een jaren durend kat-en-muisspel met de politie.

Er doen geruchten de ronde dat Kapllan lid is van de Bende van Nijvel. Hij geeft zich aan om die verhalen te ontkennen. Kapllan is er fier op dat hij nooit iemand gedood heeft. Kapllan pleegt een hele reeks overvallen en diefstallen van luxewagens.

Hij wordt vaak opgepakt, maar ontsnapt al even vaak. In 1988 wordt Kapllan voorgoed een legende. Hij slaagt erin in een cel bij de Brusselse rijkswacht zijn handboeien en de deur van de cel open te krijgen. Hij ontsnapt in een witte Fiat Panda van de rijkswacht. Een uur later belt hij de politie om te zeggen waar ze de wagen kan vinden.

In mei 1993 ontsnapt Kapllan met Lacroix en Bajrami uit de gevangenis van Sint-Gillis. Na die spectaculaire ontsnappingspoging probeerde Kapllan nog zes keer te ontsnappen op verschillende manieren. Hij zaagt de tralies van zijn cel door, laat explosieven binnen smokkelen. Het lukt nooit meer. In april 2003 komt Kapllan vrij onder voorwaarden.

Hij slaagt er niet in uit de problemen te blijven. Hij wordt neergeschoten bij een inbraak op een houthandel. Hij moet nu ten minste tot 2007 in de cel om zijn resterende straf uit te zitten. Allicht wordt hij voor de feiten van gisteren ook zwaar veroordeeld.

Bron » De Standaard

Histories reconstrueert ontvoering Vanden Boeynants

Zaterdag 14 januari 1989: in de garage van Paul Vanden Boeynants vindt de politie een hoorapparaat, een schoen, een pijp en een injectienaald. De flamboyante en controversiële politicus-zakenman is ontvoerd. Vijftien jaar na de feiten reconstrueert de documentairemaker Dirk Leestmans de geruchtmakende gijzeling in Een premier voor 63 miljoen.

Misdaad loont, ook voor televisiemakers. Vorige week lokte Histories meer dan 400.000 kijkers met de documentaire over de zaak-Jespers. Daarin legde de medebeschuldigde Luc De Cramer nieuwe verklaringen af die een totaal ander licht op de zaak werpen. Het tweede deel van de driedelige serie Schuld en boete bevat geen zulke spectaculaire onthullingen; maar wel een protagonist die tot de verbeelding spreekt.

Over de voormalige premier en minister van Defensie Paul Vanden Boeynants, die in 2001 overleed, deden wilde geruchten de ronde: als hij al niet in verband gebracht werd met seksfuiven en roze balletten, dan werd zijn naam verbonden met corruptieschandalen of plannen voor een rechtse staatsgreep. En ook zijn ontvoering had hij volgens sommigen geënsceneerd om te ontkomen aan een veroordeling voor belastingontduiking.

De persconferentie die VdB – met zonnebril – twee dagen na zijn vrijlating voor de wereldpers hield, blijft in het collectieve geheugen gebrand. Maar het mysterie werd niet of nauwelijks opgelost. Leestmans probeert het verhaal te reconstrueren aan de hand van getuigenissen van politie- en parketmensen die destijds het onderzoek voerden. Hij durft te besluiten dat Vanden Boeynants wel degelijk ontvoerd werd door de bende van Patrick Haemers.

“Bij de realisatie van deze documentaire is gebleken dat VdB een ontzettend sterke persoonlijkheid was. Als slachtoffer heeft hij mee de touwtjes in handen genomen om zijn ontvoering tot een goed einde te brengen”, vertelt Leestmans. De bende Haemers vroeg aanvankelijk 400 miljoen Belgische frank, maar VdB wist dat terug te brengen tot 63 miljoen frank, na twaalf dagen onderhandelen met zijn ontvoerders.

Vanden Boeynants bracht de daders ook in contact met Jean Natan, de raadsman van zijn vriend Charlie De Pauw, om het losgeld te betalen. Op 10 februari 1989 overhandigde Natan in Genève het gevraagde bedrag. Drie dagen later werd VdB vrijgelaten aan het station van Doornik.

Leestmans praatte met Frans Reyniers, die als hoofdcommissaris van de gerechtelijke politie het onderzoek leidde; André Vandooren, toen procureur van Brussel, nu voorzitter van het Comité P; advocaat-generaal Pierre Morlet en Paul Van Thielen, hoofd van de algemene directie van de gerechtelijke politie en destijds een van de rijkswachters die Haemers in Brazilië ging arresteren.

Bron » De Standaard