Na de nieuwe Bende-verhalen: “Ik vind de daders geen monsters”

De loden jaren tachtig werden niet alleen getekend door de drieste terreur die de Bende van Nijvel zaaide, maar ook door het extreem gewelddadige banditisme van de bende van Patrick Haemers en de politieke terreur van de CCC. Knack sprak met slachtoffers en nabestaanden van toen. Katapulteren de nieuwe feiten van nu hen terug in de tijd? “Als je je broer zo verliest, laat je je door niets nog uit het lood slaan.”

Franky Croes

De tweelingbroer van de door de bende Haemers vermoorde geldkoerier Ronny Croes

“Ik ben leerkracht geschiedenis. Deze week heb ik tijdens mijn les actualiteit nog de vergelijking gemaakt tussen de loden jaren tachtig en de aanslagen door de IS nu. Ik heb alle organisaties opgesomd die destijds met terreur te maken hadden. Het was veel erger dan nu. De jaren tachtig waren héél donkere jaren.”

“Mijn tweelingbroer is omgekomen bij een zeer gewelddadige overval van de bende-Haemers op een geldtransport in Groot-Bijgaarden op 31 januari 1989. Ik had het bericht op het nieuws gehoord, maar ik wist niet dat mijn broer het slachtoffer was. Normaal zat zijn dienst er al op, maar hij is die dag gebeld met de vraag of hij nóg een rit kon maken.”

“Mensen van het koerierbedrijf GMIC hebben me toen opgehaald en ingelicht. De politie hebben wij niet gezien of gehoord. Als er nu iets gebeurt, word je meteen omringd door psychologen, en dat is goed. Wij hebben destijds geen psychologische of juridische bijstand gekregen. Ik heb dat aangeklaagd bij politici. Dat heeft er mee voor gezorgd dat er een fonds voor slachtofferhulp is gekomen.”

“De nieuwe berichten over de Bende van Nijvel rakelen dat niet opnieuw op: ik leef al dertig jaar met dat verdriet. Na zoiets slaat niets je nog uit het lood. Ook al heeft Haemers zelfmoord gepleegd en hebben de andere daders achter de tralies gezeten, er blijven veel vragen onbeantwoord. Er is van alles wat niet klopt. Hoe is het mogelijk dat Haemers zonder enig probleem naar Brazilië kon reizen en weer terug naar ons land kon keren om wat overvallen te plegen? Hoe kán het dat een van de meest gezochte misdadigers zomaar het land in en uit kon als hij dat wilde? Sommige speurders wilden hem zeker pakken, maar ik heb altijd de indruk gehad dat er ook obstructie was van binnenuit.”

“Ik heb destijds ook allerlei aanwijzingen gegeven waar weinig mee is gebeurd. Ooit heeft een vroegere collega van me getuigd dat de familie Vanden Boeynants en de familie Haemers elkaar kenden. Mijn collega was opgegroeid in de buurt van de Louisalaan. Volgens haar kwam de familie Vanden Boeynants in de bar van de vader van Haemers. Zulke elementen zijn nooit ernstig genomen.”

“Na al die jaren heb ik er afstand van genomen. Mededader Philippe Lacroix is intussen vrij. Op zich heb ik daar geen probleem mee, al klopt het niet dat wij daar enige inspraak in hadden. Ik vind die daders geen monsters, voor mij zijn ze veeleer het product van de maatschappij van toen.”

Peter Bultynck

Kreeg kogels in het been bij de overval op het GMIC-geldtransport in 1989

“Door al dit nieuws zie ik de beelden van de overval weer voor me – ze tonen het slechtste waartoe de mens in staat is -, maar ze halen me niet meer onderuit. Volgens mijn vrouw ben ik een harde. Ik heb het er twee jaar heel moeilijk mee gehad, ik kon niet meer slapen. Daarna heb ik geprobeerd om er niet meer aan te denken, zodat ik verder kon met mijn leven. Het is bijna dertig jaar geleden, het is voorbij. Het helpt niet om eraan te blijven denken. Het brengt Ronny (Croes, nvdr.) ook niet terug.”

“Ik heb Ronny één rit gekend, een heel fijne kerel. Hij was nieuw in het vak. Hij reed, ik zat in een aparte kooi naast hem. Ik zag niet wat er gebeurde tot de wagen heen en weer begon te slingeren. Toen zag ik hoe twee mensen ons vanuit een auto onder vuur namen. Ik herkende het merk meteen: een BMW 525.”

“Ze bleven maar vuren, het leek wel oorlog op de snelweg. Ronny is naar achteren gekropen. Ik kon niet weg en bleef zitten. Enkele gangsters zijn naar de achterdeur gelopen, eentje kwam naast mijn deur staan. Ik bloedde hevig uit mijn been. Ik hield me voor dood. Dat is mijn geluk geweest.”

“Toen ze de achterdeur niet open kregen, hebben ze dynamiet geplaatst. De ravage was enorm. Ronny heeft het niet overleefd. Ik heb een paar weken in het ziekenhuis gelegen, zijn begrafenis heb ik niet kunnen bijwonen. Zodra ik weer kon stappen, heb ik Ronny’s graf bezocht. Dat heb ik jarenlang gedaan.”

“Na mijn herstel wilde ik eerst gewoon weer aan de slag als geldkoerier, om het een volgende keer beter aan te pakken. Maar mijn moeder heeft me gevraagd om een andere job te zoeken. Waarom zou ik mijn leven riskeren voor geld dat toch verzekerd is?

“Mijn werkgever heeft me destijds goed opgevangen, de politie en de BOB hebben mij uitgebreid verhoord. Er kwam zelfs een psycholoog langs. Ik wilde dat niet, ze moeten niet met mijn hoofd rommelen. Maar van enige tegemoetkoming aan de slachtoffers was toen geen sprake. Hopelijk is dat vandaag beter.”

“Ik had het gevoel dat ik er als slachtoffer alleen voor stond. Toen ik werd opgeroepen om de daders in het Justitiepaleis aan te wijzen, was er niemand om me te begeleiden. Toen flitste door mijn hoofd: wat als ze vrijkomen en mij komen zoeken?”

“Toen Philippe Lacroix vrijkwam, ben ik wel op de hoogte gebracht. Ik heb mij er niet mee verzoend, maar ik leid mijn leven en hij het zijne. Iedereen kan stommiteiten begaan, hem blijven opsluiten helpt niet. Ik kan ermee om dat hij vrij is, zolang hij maar niet te veel in de belangstelling staat.”

Hugo Van Gompel

Was de overste van de twee brandweerlui die omkwamen bij de CCC-autobom aan het VBO-gebouw in 1985.

“De Bende van Nijvel was toch van een zwaarder kaliber dan de CCC. Ik heb altijd geloofd dat de Bende van Nijvel terreur zaaide om de roep naar een autoritaire leider te versterken. De CCC had het gemunt op banken en wilde een linkser beleid, maar ik had toch de indruk dat het niet de bedoeling was om menselijke slachtoffers te maken. Ze waarschuwden de mensen doorgaans voor ze een aanslag pleegden. Al kon dat dramatisch fout lopen. Het heeft het leven gekost aan twee van mijn beste brandweermannen.”

“Op 1 mei 1985 werden wij opgeroepen voor een defect voertuig in de Stuiverstraat in Brussel. Vijf brandweerlui hebben de rokende auto gecontroleerd. Er lag een gasfles in. Toen de brandweerchef dat aan de radio wilde melden, zag hij vlak voor het voertuig pamfletten liggen: een waarschuwing van de CCC dat het een autobom was. Hij riep meteen alle manschappen op om dekking te zoeken.”

“Net op dat ogenblik kwam een politiepatrouille de straat ingereden. Met gevaar voor eigen leven is één brandweerman naar hen toegesneld om hen te waarschuwen. Toen hij ter hoogte van de auto kwam, is die ontploft. Voor hem kwam alle hulp te laat.”

“Een andere collega kreeg een kleine schrapnel in zijn bil. Een ambulance die in de buurt was hoorde de melding op de radio en maakte rechtsomkeer. Met de juiste verzorging zou mijn collega het zeker redden, maar om een onverklaarbare reden hebben ze in het ziekenhuis lang getalmd. Hij verloor veel bloed, en het was te laat. Daardoor hebben we iemand verloren die perfect gered had kunnen worden. Sindsdien weiger ik om daar een voet binnen te zetten.”

“Die dag heeft de CCC ook een waarschuwing verstuurd, maar door een misverstand bij de politie heeft die ons niet bereikt. Later heeft Pierre Carette, de leider van de CCC, de schuld voor de doden op de werking van de politiediensten afgeschoven. Maar híj blijft verantwoordelijk, hè. Híj heeft die bom geplaatst.”

“Psychische bijstand bestond toen nog niet. Wij zorgden ervoor dat onze manschappen er met elkaar over konden praten. We hebben lange tijd ook elk jaar de slachtoffers herdacht. Tot enkele jaren geleden gingen we samen met de familie bloemen neerleggen in de Stuiverstraat.”

Bron » Knack

In zuur gedrenkte resten verdwenen gangsterbroers Hilger geïdentificeerd in Seneffe

Op 10 maart is uit het kanaal van Seneffe in Henegouwen een bestelwagen gevist waarin resten van menselijke beenderen gevonden werden die waarschijnlijk in zuur waren gedrenkt. Uit DNA-analyse is gebleken dat het gaat om Claude en Frédéric Hilger, twee broers met een zwaar gerechtelijk verleden. Dat meldt La Dernière Heure op basis van een gerechtelijk bron.

De twee broers waren sinds 8 maart vermist nadat ze thuis in Wilrijk vertrokken om in de regio Brussel/Zaventem op restaurant te gaan.

De twee vijftigers zijn geen onbekenden voor het gerecht: ze pleegden in de jaren 1990 verschillende overvallen in de regio Charleroi, ontsnapten na hun arrestatie zelfs eens uit de gevangenis van Jamioulx en werden voor hun misdaden destijds tot 8 en 10 jaar gevangenis veroordeeld.

In een huis van Frédéric Hilger werd in 1987 ook het wapen gevonden van een politieman die gegijzeld was door de bekende gangster Patrick Haemers.

Bron » Het Laatste Nieuws

Vijf keer ontsnapt, maar kompaan van Haemers nu weer opgepakt

Terug in het land en even snel terug in de gevangenis. Djurica Djordjevic (61), ooit de rechterhand van topgangster Patrick Haemers, is opgepakt in Molenbeek. De Serviër werd in 2005 vrijgelaten uit een Belgische cel, op voorwaarde dat hij geen voet meer in ons land zou zetten. Speurders vermoeden dat hij en zijn stiefzoon plannen hadden voor een nieuwe overval.

Het was tot hun eigen verbazing dat speurders afgelopen dinsdag de oude bekende aantroffen. In het kader van een gerechtelijk onderzoek rond groot banditisme hielden ze een huiszoeking in een flat in de Mettewielaan in Molenbeek. Daar troffen ze een man aan die beweerde Alaxander Abramovic te zijn. Maar dat was gelogen, zo leerden zijn vingerafdrukken.

“We hadden meteen een match. Het ging om niemand minder dan Djurica Djordjevic”, klinkt het verrast bij de speurders. De Serviër werd in zijn vroegere jaren niet zelden in één adem genoemd met topgangster Patrick Haemers. Een man met een palmares, dus.

Directeur op voorruit

Zo werd Djordjevic in ons land veroordeeld voor verschillende overvallen op geldtransporten en postkantoren. En altijd gingen die gepaard met veel vuurwapengeweld. Maar zijn meest legendarische slag was wel de bevrijding van Murat Kapllan, Philippe Lacroix en Basri Bajrami uit de gevangenis van Sint-Gillis. Iedereen herinnert zich de beelden met de gegijzelde gevangenisdirecteur Harry Van Oers, die vooraan op de vluchtauto lag.

In 2005 werd Djordjevic uiteindelijk vervroegd vrijgelaten, met als dwingende voorwaarde het absolute verbod ons land nog te betreden, ten minste tot en met 2018. Maar dat verbod heeft hij vorige week dus aan zijn laars gelapt. Vandaar dat het gerecht hem opnieuw opsloot en de strafuitvoeringsrechtbank straks beslist of Djordjevic toch de rest van zijn opgespaarde gevangenisjaren zal moeten uitzitten.

Bron » Het Nieuwsblad

Beruchte gangster opgepakt in Sint-Jans-Molenbeek

Djurica Djordjeciv, een 61-jarige Serviër die in de jaren 80 betrokken was bij verschillende overvallen op geldtransporten en postkantoren, is vorige week dinsdag opnieuw opgepakt in Sint-Jans-Molenbeek. De man was in 2005 vrijgelaten op voorwaarde dat hij geen voet meer in België zou zetten maar zou nu mogelijks betrokken zijn bij nieuwe overvalplannen. Dat melden de kranten La Dernière Heure en Het Nieuwsblad en wordt bevestigd door het Brusselse parket.

Djordjevic is in ons land veroordeeld voor verschillende overvallen op geldtransporten en postkantoren, waarbij vaak gebruik werd gemaakt van zware vuurwapens. Er werd ook vermoed dat hij een hand had in de ontsnapping van Murat Kapllan, Philippe Lacroix en Basri Bajrami uit de gevangenis van Sint-Gillis, in mei 1993, maar daarvoor werd Djordjevic vrijgesproken. Zijn andere veroordelingen leverden de man wel een celstraf van 25 jaar op.

Djordjevic ontsnapte tot vijfmaal toe uit de gevangenis en werd in 2005 vervroegd vrijgelaten, met als dwingende voorwaarde het absolute verbod ons land nog te betreden, ten minste tot en met 2018. In 2006 werd hij al een eerste maal opgepakt omdat hij toch in België werd aangetroffen maar in 2007 kwam hij opnieuw voorwaardelijk vrij en werd hij uitgewezen naar Servië.

De politie kreeg er enige tijd geleden echter lucht van dat hij opnieuw in België was en begon hem te schaduwen. Op 20 oktober vielen de speurders dan binnen in een flat op de Mettewielaan en pakten de zestiger op. Die gaf nog een andere naam op maar werd op basis van zijn vingerafdrukken geïdentificeerd. Volgens de speurders bereidde hij met zijn stiefzoon nieuwe overvallen voor maar zelf zou Djordjevic beweren dat hij enkel een schuld kwam innen.

De strafuitvoeringsrechtbank moet nu beslissen of de man terug naar de cel moet.

Bron » Het Laatste Nieuws

Claude Silverans, de ‘luitenant’ van Haemers

Claude Silverans is geen kleine garnaal: hij zegt van zichzelf dat hij ooit deel heeft uitgemaakt van de bende-Haemers. De man belandde al op zijn zestiende voor het eerst in de cel. Hij zit er nu opnieuw, voor de zoveelste keer in zijn lange criminele carrière.

Silverans, een professioneel overvaller, werd half juni opgepakt door het Fugitive Active Search Team (FAST) van de federale politie toen hij op bezoek wilde gaan bij zijn ouders in Anderlecht. Op het moment van zijn arrestatie was de man al zes maanden voortvluchtig. Het was de Brusselse krant La Dernière Heure die het nieuws gisteren uitbracht.

Claude Silverans hoorde samen zijn broer Pascal en met de broers Hilger tot de grote namen van het Belgische banditisme in de jaren 90. Silverans en Hilger werden gezien als opvolgers van de bende-Haemers uit de jaren 80. Maar dan (nog) gewelddadiger en met een pak minder uitstraling. En er waren nog verschillen.

Silverans kwam uit het arme Anderlecht, Haemers hoorde bij de ‘jeunesse dorée’ uit het rijke Woluwe. Glenn Audenaert, de vroegere baas van de Brusselse federale politie, zei over Silverans steevast dat hij de gevaarlijkste gangster was die hij in zijn carrière ooit tegen het lijf was gelopen.

Eind december vorig jaar werd Silverans veroordeeld tot drie jaar cel wegens afpersing en poging tot brandstichting in een café aan het De Lindeplein in Anderlecht, waar de harde supporterskern van RSC Anderlecht bijeenkomt. Maar Silverans bleef spoorloos. Tot hij een paar weken geleden werd gepakt. Silverans zal nu zijn straf moeten uitzitten én wat hem nog rest van een eerdere veroordeling tot tien jaar cel uit 2005.

Het criminele curriculum vitae van Silverans is eindeloos. Van diefstallen over bankovervallen tot het kraken van geldtransporten. Zijn laatste zware overvallen pleegde hij in 2003 op de Delhaize Basilix in Koekelberg en op de Delhaize in Ukkel. Voor die feiten werd hij in 2005 tot tien jaar cel veroordeeld.

Claude Silverans vertelde ook graag over Patrick Haemers, de man die hij zijn voorbeeld en mentor noemde. In een interview dat de voormalige VRT-journalist Guy Bouten in zijn boek over de bende van Nijvel deed met Silverans, vertelde die laatste hoe hij in 1986 betrokken was bij de ontsnapping van Haemers tijdens een gevangenentransport vanuit Leuven-Centraal.

Maar volgens politiemensen en ex-criminelen die de bende-Haemers wel goed kennen, heeft Silverans nooit met de bende-Haemers gewerkt en is zijn verhaal over zijn betrokkenheid bij de ontsnapping van Haemers niks meer dan grootspraak. “Silverans en Haemers zullen elkaar ooit wel ooit gekruist hebben in de gevangenis”, luidt het. “Maar samengewerkt hebben ze nooit. Het klinkt nu eenmaal cool onder gangsters om te kunnen zeggen dat je met Haemers hebt gewerkt.”

Toen Silverans in 2010 vrijkwam, zwoer hij in La Dernière Heure een dure eed. “Mijn carrière als overvaller is voorbij. Ik heb een zoon en die wil ik zien opgroeien.”

Bron » De Standaard