“Wat is dat hier in dit land?”

Paracommando’s in de straten, onrust onder bevolking. Nee, we spreken niet over de recente terreurdreiging. Tijdens de jaren ’80 waren bomaanslagen en schietpartijen schering en inslag. De CCC blies deze week exact 30 jaar geleden de bank op het Ladeuzeplein op.

De Cellules Communistes Combattantes. Voor de meeste studenten iets waar ze nooit van gehoord hebben. Voor de vorige generatie bittere ernst. De werkwijze van de CCC: bomaanslagen op kapitalistische en politieke doelwitten. Tussen ’84 en ’85 voerden ze meer dan tien aanvallen uit met 28 gewonden en 2 dode brandweerlieden als gevolg. Bij het opblazen van de toenmalige Kredietbank vielen geen doden, maar de materiële schade was groot. Terreur in het pre-9/11-tijdperk.

Dirk Van Daele, Hoogleraar aan het Instituut voor Strafrecht, was toen nog een puber. “Ik was 15 en zat in het middelbaar. Ik heb nog vage herinneringen aan die periode. Ik weet nog dat de broer van een kameraad een opeisingspamflet had gevonden.”

Voor Emmanuel Gerard, professor hedendaagse geschiedenis aan de faculteit Sociale Wetenschappen, was het een bewogen periode. “Ik was in Brussel op een besloten vergadering met syndicale leiders en er werd daarover gesproken met grote bezorgdheid. Ik heb ook de verwoesting op het Ladeuzeplein gezien natuurlijk.”

De CCC was niet de enige groepering die een spoor van vernieling achter zich liet. Ook de Bende van Nijvel pleegde verschillende bloedige overvallen. Van Daele: “In die periode zijn een aantal zaken gebeurd in ons land waardoor men het gevoel kreeg dat er bij de politie vanalles misliep. De maatschappelijke onrust steeg in ons land, de mensen durfden amper nog naar het warenhuis te gaan. Dat ging tot en met paracommando’s met het wapen in aanslag, op wacht bij warenhuizen. De bevolking vroeg zich af of ons systeem wel uitgerust was om zo’n groepen tijdig op te sporen en te arresteren.”

“De eerste helft van de jaren 80 waren als gevolg van de aanslagen van de CCC en de Bende van Nijvel toch wel spannende jaren. Dat zorgde voor ongerustheid bij de bevolking. Toen had men toch het gevoel: Wat is dat hier in dit land?”, aldus Gerard.

Concurrerende politiediensten

De toenmalige politiediensten werkten niet altijd even goed samen, wat ten koste ging van het onderzoek. Zo liep de rivaliteit tussen de toenmalige Rijkswacht en de gemeentepolitie hoog op, legt Van Daele uit.

“Tijdens die periode in de jaren ’80 was het al duidelijk dat er een politieoorlog was. Een ware concurrentiestrijd was losgebarsten. Enerzijds was er concurrentie tussen de toenmalige Rijkswacht en de Gerechtelijke Politie op vlak van onderzoek van misdrijven. Het ging zo ver dat men voor elkaar informatie achterhield. Anderzijds was er concurrentie tussen de Rijkswacht en de gemeentepolitie op vlak van ordehandhaving, zeker in de grotere steden. Dat leidde tot een systeem waar de drie diensten elkaar beconcurreerden.”

De politiediensten werden in die periode nog niet gestuurd vanuit het centrale niveau. “Er was amper beleid vanuit Justitie en Binnenlandse zaken. Het eerste politioneel beleidsplan is er pas in de jaren 90 gekomen.” Ook de Dienst voor de Veiligheid van de Staat was niet wettelijk geregeld. “De Staatsveiligheid is ouder dan ons land zelf. Die dienst was niet wettelijk geregeld. Er waren wel interne beleidsdocumenten en het heeft geduurd tot eind jaren 90 vooraleer er een wet werd gestemd,” aldus Van Daele.

Stadsterrorisme

De aanvallen van de CCC waren geen geïsoleerde feiten. In heel West-Europa laaide de terreur op. Gerard: “Men moet de CCC kaderen in een bredere beweging die West-Europa trof in de tweede helft van de jaren 70. Ik noem dat stadsterrorisme. Dat is een verlengstuk van een onvervulde realisatie van de linkerzijde. De linkse eisen van 1968 waren nog niet vervuld. Het regime zou zich hervormen. Dat mondde uit in een aantal terroristische groeperingen. Er zit een patroon in dat heel West-Europa heeft gekenmerkt.”

Vandaag siddert en beeft heel het land als politici beslissen om het dreigingsniveau van 2 naar 3 te verhogen. In vergelijking met de terreur van vandaag, waren de verschillende rode terroristische groeperingen veel actiever.

“Geweld in West-Europa was toen breed aanwezig, zeker als je dat vergelijkt met vandaag. We hebben nu heel specifieke terreuracties met grote reikwijdte, maar niet met de frequentie van de jaren ’70 en ’80.” Al merkt Gerard ook gelijkenissen op tussen de terreur van toen en nu.

“Terreur vandaag is ook onbestemd. Hetgeen we de afgelopen 15 jaar gekend hebben, van de Twin Towers tot de aanslagen in Frankrijk, het zijn telkens onverwachte aanslagen. In die zin verschilt terreur vandaag niet zoveel met die van toen. Maar bij de CCC, en de Bende van Nijvel ging het om de eigen mensen die daarbij betrokken waren.”

Rote Armee Fraktion

De wortels van de CCC liggen dan ook in het buitenland. Al tijdens de jaren ’70 waren groepen zoals de Rode Brigades en Rote Armee Fraktion actief. “De terreur van de Rode Brigades in Italië, de Rote Armee Fraktion in Duitsland en de CCC in België heeft ook te maken met de specifieke context van de tweede helft van de jaren 70 en de eerste helft van de jaren 80. Toen voelde men de effecten van de diepe economische crisis die in de jaren 70 was uitgebroken. Dat zorgde dan voor extreme reacties,” besluit Gerard.

Of er een link zou zijn tussen de Bende van Nijvel en de CCC? Gerard denkt van niet. “Je zou kunnen denken dat de CCC het linkse antwoord is en de bende van Nijvel het rechtse antwoord. Maar zo heeft men dat in de tijd niet gepercipieerd. Dat zijn gewoon twee zaken die in de tijd samenvallen.”

Toch had terrorisme België nog niet volledig in zijn greep volgens Van Daele. “Terrorisme was toen een probleem in heel West-Europa. In België hadden we dat nog niet tot op het moment dat de CCC opdook. Toen had men in België wel schrik dat wij ook in de greep zouden geraken van een terroristische groepering. Maar de CCC bleek achteraf een vrij kleine groepering, die men snel heeft kunnen opsporen.”

“Dat waren radicalen, die mee beïnvloed waren door wat er in de rest van Europa gebeurde. De CCC was ook al langer actief in extreem gedachtegoed. Na een tijdje is dat dan geëvolueerd naar geweld,” vervolgt Van Daele.

Nochtans had België hetzelfde lot kunnen delen als Duitsland, waar de Rote Armee Fraktion procureur-generaal Siegfried Buback in 1977 in zijn wagen doodschoot. “De CCC heeft dat nooit gedaan, of men heeft ze althans snel genoeg gevat. Zij pleegden aanslagen op kapitalistische doelwitten. De CCC heeft nooit de bedoeling gehad om te doden maar hebben wel onbedoeld slachtoffers gemaakt,” vertelt Van Daele.

De Bende

In diezelfde periode was ook de Bende van Nijvel actief, die veel bloediger te werk ging. De Bende van Nijvel pleegde meer dan 16 gewapende overvallen tijdens de periode ’82-’85 met 28 doden tot gevolg. In vergelijking met het dodentol was de buit opvallend mager. Het dossier van de Bende van Nijvel is ongetwijfeld de bekendste cold case in België.

Omtrent de Bende van Nijvel circuleren meerdere complottheoriën, de meeste raken kant noch wal volgens Van Daele. “Het probleem met het dossier van de Bende is dat daar een bepaalde soort pers is opgesprongen. Bij De Morgen en Humo zaten een aantal journalisten die de gekste complottheorieën verzonnen. Gaande van een staatsgreep van de Rijkswacht tot afpersing van Delhaize. Ik ben van geen enkel van die theorieën fan.”

De overheid reageerde met een onderzoek naar het onderzoek. Van Daele: “Er zijn twee parlementaire commissies geweest over de Bende. Die hebben in kaart gebracht wat er allemaal gezegd en beweerd werd over het gerechtelijk onderzoek. De overgrote meerderheid waren leugens of misverstanden. Er is toen vastgesteld dat er inderdaad een extreemrechtse groep was binnen de Rijkswacht. Zeer klein, maar er was er wel een. Justitie heeft dat onderzocht en is er tegen opgetreden. Het is dus niet zo dat dat toen in de doofpot is gestopt.”

Al heeft zelfs Van Daele twijfels bij het gevoerde onderzoek. “Er zijn wel een aantal pistes minder of niet onderzocht. Zoals bijvoorbeeld de link met de zogenaamde practical shooting clubs. Het is niet zo makkelijk vanuit een rijdende wagen goed te schieten, daarvoor moet je een geoefend schutter zijn. Ook een warenhuis binnengaan met zware wapens en koelbloedig beginnen rond te schieten, ik denk niet dat iedereen dat in zich heeft. Dan blijft de vraag: waren dat geen getrainde mensen? Daar heeft de commissie ook gezegd dat die piste te weinig onderzocht is. Het onderzoek loopt nog, men heeft ook de verjaringstermijn weer verlengd zodat de zaak niet verjaart. Gaan we het ooit weten?”

Gerard kadert de Bende in de sfeer van de Koude Oorlog. “In die periode is er een nieuwe fase in de Koude Oorlog. Denk aan de kruisraketten, de vredesbetogingen. Bepaalde geheime diensten zouden bepaalde groepen hebben gestuurd en dat zou dan uit de hand zijn gelopen. Maar het blijven speculaties.”

Niet voor herhaling vatbaar

Na de bewogen jaren 80 en 90 werd de politie grondig hervormd. De Rijkswacht, gemeentepolitie en Gerechtelijke politie zijn niet meer. Van Daele: “Op dit moment is de staatsveiligheid veel transparanter en helderder. Zij hebben verregaande bevoegdheden, maar die zijn nu wel wettelijk geregeld. Ook de concurrentie tussen de politiediensten is sterk verminderd.”

“De vraag blijft wel in hoeverre de federale politie genoeg middelen en personeel heeft op dit moment. Er is een betere samenwerking tussen zowel de inlichtingendiensten als de politiediensten. We staan er beter voor,” vindt Van Daele.

Het dossier van de Bende is veel complexer dan dat van de CCC, zo vindt Gerard. “Tot op vandaag weet men niet wie de mensen achter de Bende Van Nijvel waren en waarom zij die daden hebben gepleegd.Voor de CCC weten we dat wel, die mensen zijn opgepakt en veroordeeld. Zij hebben gevangenisstraffen gekregen en zijn ondertussen ook opnieuw vrijgekomen.”

“Pierre Carette, de leider van de groep, heeft bij zijn vrijlating in 2003 nog een debat gevoerd met toenmalig premier Martens. Dat was een heel merkwaardig debat, omdat Carette niet afgestapt was van zijn gewelddadige extreemlinkse ideeën van de jaren ’80. Het was alsof zijn ideeën bevroren waren.”

Bron » Veto | Karel Peeters

“Brandweermannen zijn mannen van het volk, de CCC wou hen niet doden”

“De analyse en de methodes van de CCC waren niet de mijne, maar een keer in de gevangenis vond ik wel dat de leden van de CCC als politieke gevangenen moesten erkend worden.” Flor Dewit (65), uitbater van de marxistische boekhandel Aurore, is al heel zijn leven communist en dat wil hij zo houden. Dewit: “Maak van de jaren 1980, van de CCC en de Bende van Nijvel, geen amalgaam.”

Vorige week vrijdag moest Dewit naar de begrafenis van Michel Graindorge, de geëngageerde, linkse advocaat gedurende de laatste decennia van de twintigste eeuw. Graindorge verdedigde de slachtoffers van de Bende van Nijvel, vakbondsman Roberto d’Orazio, CCC’er Pierre Carette en de families van de vermoorde para’s in Rwanda. In het crematorium van Ukkel waren zo’n 500 personen aanwezig, schat Dewit. “Het was een aangrijpende gebeurtenis, de laatste carré van de bolsjewieken, het was een beetje mijn eigen begrafenis.”

“Ik heb er Rwandezen ontmoet en syndicalisten van de Forges de Clabecq. Ik was er niet goed van tot ik gisteren (zondag, DV) oude mannetjes zag wenen bij de promotie van de voetbalploeg Union Saint-Gilles en jonge gasten hoorde zingen “unioniste pour la vie, anti-fasciste pour la vie.” Met Graindorge is hij maar een eind meegegaan: “Ik hoorde Michel voor het eerst spreken toen ik vijftien jaar oud was, hij was een sociaal bewogen redenaar. Een tijd zijn we kameraden geweest, maar hij had zijn goede en kwade momenten, dat ging op en neer. Maar ik laat mensen met wie ik een eind weegs ben gegaan nooit vallen.”

Flor Dewit komt uit een rood nest. Zijn grootvader heeft tegen Franco gevochten, zijn vader was de jongste erkende weerstander. “Mijn grootmoeder leerde me Le chant des partisans zingen. Toen de rijkswachters op 31 januari 1966 op de stakende mijnwerkers schoten (er vielen twee doden, DV) heb ik gezworen heel mijn leven aan de kant van de onderdrukten te staan. Ik bevond me op 30 meter van een van de slachtoffers.”

De jaren 1980 waren bizarre jaren, vertelt Flor Dewit, tot aan de oliecrisis hadden we les années glorieuses meegemaakt: “Eind jaren 1960, begin jaren 1970 maakte ik ’s ochtends ruzie met mijn baas bij Citroën, ’s avonds was ik alweer aan het werk bij TMT in Vorst. In de jaren 1980 was er de massale jeugdwerkloosheid, ik was één van de organisatoren van de jongerenmarsen voor werk met bijwijlen een grimmige sfeer. Er was iets aan het kristalliseren. In Frankrijk had Mitterand de communisten meegenomen in de regering, in Amerika nekte Reagan de vakbond van de verkeersleiders en in Groot-Brittannië vielen er doden bij mijnstakingen. Vele tienduizenden arbeidersgezinnen werden door Thatcher in de armoede gestort.”

De jaren 1970 en 1980 waren ook de jaren van zwaar extremistisch geweld, ter rechter- en ter linkerzijde. De Bende van Nijvel was, zo zegt Flor Dewit, een splintergroep van Gladio. Flor Dewit ziet een rode draad van de moord op Julien Lahaut tijdens de Koningskwestie tot de terreurgroep van de Bende van Nijvel.

De CCC pleegde tal van gewelddadige aanslagen, bij die van 1 mei 1985 vielen er dodelijke slachtoffers, twee brandweermannen. Dewit: “Dat de rijkswacht die gewaarschuwd was niet ingreep, was misdadiger dan de aanslag zelf. De CCC had nooit de bedoeling om hen te doden. Maar ik ben het nooit eens geweest met de analyse en de methoden van de CCC, ik heb nooit geloofd dat je met een minuscule gewelddadige groep de maatschappij kon veranderen. Als revolutionair ben ik altijd solidair geweest met revolutionairen die achter de tralies zaten om ze als politieke gevangenen te erkennen. Maar ik heb het recht om hun methodes en de lijn die ze volgen te bekritiseren.”

Bron » Brussel Nieuws

De grauwe jaren 1980: De CCC: Bomaanslagen ‘voor de werkman’

Dag op dag 30 jaar geleden ontplofte bij het Verbond van Belgische ondernemingen (VBO) in de Stuiverstraat een auto van de CCC, de Cellules Communistes Combattantes. Daarbij kwamen twee brandweerlui om het leven. Een half jaar later werden de leden van de CCC aangehouden. Toch kan niet ontkend worden dat ons land en zijn hoofdstad in die jaren in de ban waren van spanning. “De CCC waren mislukte idealisten, de Bende van Nijvel was andere koek,” zegt brandweerkolonel-op-rust Hugo Van Gompel. BDW duikt in de donkere jaren 1980.

Men zegt wel eens dat de jaren 1980 donker waren, maar eigenlijk staan ze bekend als ‘de jaren van lood’, naar analogie met de anni di piombio, de Italiaanse jaren van terreur in de jaren 1960 tot 1980. Het zware geweld in Italië was het werk van verschillend extreemlinkse en extreemrechtse groeperingen. Die strijd paste volgens hypotheses – en ook volgens een linkse Italiaanse parlementaire commissie – binnen een ‘strategie van de spanning’, waarbij de Verenigde Staten terroristisch geweld in Europa zouden gesteund hebben (of er vooraf van op de hoogte zijn geweest) om autoritaire regimes mogelijk te maken, en/of om het communisme in te dijken.

Begin jaren 1990 werd het bestaan aangetoond van het zogenaamde Gladio-netwerk, een netwerk van door Amerika gesteunde individuen en groepen die na de Tweede Wereldoorlog in West-Europa achterbleven om anticommunistisch sabotage- en inlichtingenwerk te verrichten. In België is er nooit enige officieel bewezen link gevonden tussen terreur en dit netwerk, maar over de CCC en in meerdere mate de Bende van Nijvel wordt wel eens geopperd dat ze binnen eenzelfde Gladio-strategie van de spanning opereerden, en dat ze zelfs in zekere zin samenwerkten met of gemanipuleerd werden door dit netwerk.

Dertig jaar na datum lijkt de waarheid over de echte CCC opgehelderd. Het brein achter de aanslagen, Pierre Carette, werd in 1988 tot levenslang veroordeeld, in hoofdzaak voor de dood van twee Brusselse brandweerlui. Carette kwam in 2003 vrij, en is nog altijd trouw aan zijn idealen. Ook al gebruikt hij (voorlopig) geen geweld meer.

De Bende van Nijvel zullen we in dit artikel nog terloops vermelden. Tot op de dag van vandaag is er over daders of motieven geen zekerheid. Alleen weet men dat ze 28 gruwelijke doden op hun geweten hebben. Het kan ook zijn dat dat geweld van de Bende een afrekening was tussen wapenhandelaren, of uiterst gewelddadig banditisme.

Maar wat gebeurde er precies op die noodlottige 1 mei 1985? Hugo Van Gompel, nu 81, was toen kolonel van de Brusselse brandweer. Hij vertelt: “We kregen die nacht een oproep binnen voor een defecte auto die op het trottoir geparkeerd stond. Toen we aan het kantoor van het VBO aankwamen, zagen we rook in de auto, en we wilden dan ook beginnen te blussen. Toen zag een collega pamfletten van de CCC liggen die opriepen om ons uit de voeten te maken. Dat hebben we direct gemeld in onze radio. Mijn collega’s hebben zich toen achter de brandweerwagen verscholen.”

“Op een bepaald moment kwam er echter een politiepatrouille de straat in gereden. Een van de brandweerlui – Marcel Bergen – is toen van achter de wagen vandaan gekomen om die patrouille te waarschuwen. Op hetzelfde moment ging de bom af. Hij moet op slag dood geweest zijn.”

De tweede brandweerman, Jacques Van Marcke, was er niet zo erg aan toe, zegt Van Gompel. “Hij had zich achter de ladder gezet en werd in het been getroffen door een scherf. Hij vloekte zelfs nog voor hij naar het Sint-Pietersziekenhuis werd gebracht. In dat ziekenhuis heeft men echter getalmd om hem te verzorgen. Toen ik vier uur later in het ziekenhuis aankwam, zag ik Van Marcke stuiptrekken, waarschijnlijk door een gebrek aan bloed. Ik heb die dokter toen bijna een pak rammel gegeven. Voor Van Marcke kwam alle hulp te laat.”

Van Gompel vertelt het verhaal over het ziekenhuis voor het eerst. “Ik houd hen eigenlijk het meest verantwoordelijk voor de dood van Van Marcke.” Er is die bewuste avond ook heel wat misgelopen wat betreft communicatie. De rijkswacht zou toentertijd niet hebben gecommuniceerd over de bomauto. Carette gebruikt dit feit nog altijd als argument om alle schuld van zich af te wassen.

“Carette is schuldig, geen twijfel aan,” zegt Van Gompel. “Hij had zijn politieke idealen politiek kunnen vertalen, en niet met geweld.” Toch vertelt Van Gompel dat hij bij een evacuatie wegens brand in de gevangenis van Sint-Gillis, waar Carette opgesloten zat, zijn ‘mannen’ heeft tegengehouden om Carette aan te pakken.

Van Gompel maakt een onderscheid tussen het geweld van de CCC en de Bende van Nijvel. “De CCC, dat waren idealisten die autonoom dachten dat ze met hun ‘gewaarschuwde’ acties het regime konden omverwerpen. Die twee slachtoffers, dat was uit onwetendheid. De Bende, dat was anders. Er was in die periode een bepaalde atmosfeer binnen politie en gerecht die paranoïde maakte. Ik had een vriend – de man heeft nu een hoge functie in een veiligheidsorgaan – die ’s avonds bij thuiskomst altijd een ommetje extra reed. Want er leefde in die periode veel angst voor de rijkswacht. Die had zich al bezondigd aan drugshandel, bijvoorbeeld, en deinsde er niet voor terug om mensen die in de weg liepen te ‘pakken’.”

Ter illustratie van die atmosfeer haalt Van Gompel zich een tipgever van de CCC – een veearts – voor de geest die in die periode bijna wekelijks op zijn bureau langskwam. “Die man had vreemde verhalen over hooggeplaatsten en hun verwevenheid met de onderwereld. Ik ben toen eens heel erg bang geworden van een van die verhalen. Ik heb dat gemeld aan mijn oversten, waarop die met hem zijn gaan praten.”

“De dochter van die veearts is in die periode ook in verdachte omstandigheden dood aangetroffen. Ik ben toen te weten gekomen dat er iets niet klopte in het officiële verslag, want mijn mannen waren ambulancier geweest in die zaak. Toen ik dat echter aan de procureur ging melden kreeg ik de raad mee om ‘me er niet meer mee te moeien’.” De CCC-bron waarover Van Gompel spreekt was zelf wel niet onbesproken, geeft hij zelf nog mee.

Pierre Carette liet zich in 1985 vrij eenvoudig klissen, in een hamburgerrestaurant in Namen. In het jaar van zijn vrijlating ging hij in debat met Wilfried Martens, in 1985 premier. Daarin noemde Carette Martens en de marxistische filosoof Ludo Abicht ‘bourgeois’. “Daar zag ik goed hoe onoprecht Carette was in zijn geloof. Hij was immers een kind van toch niet onbemiddelde ouders,” besluit Van Gompel.

Bron » Brussel Nieuws

CCC-kopstuk naar correctionele rechtbank verwezen

De Brusselse kamer van inbeschuldigingstelling heeft donderdag beslist dat oud-CCC-kopstuk Bertrand Sassoye en drie anderen moeten terechtstaan voor terrorisme. De vier worden verdacht van deelname aan de activiteiten van een terroristische groep, de Italiaanse Partito Comunista Politico-Militare (PCPM).

Sassoye, RTBF-journaliste Wahoub Fayoumi, ex-gangster Constant Hormans en de Libanees Abdallah Ibrahim Abdallah worden ervan verdacht te hebben deelgenomen aan de activiteiten van de PCPM.

Bij huiszoekingen in Italië werden bij leden van die organisatie namelijk pasfoto’s van het viertal en post-its met het handschrift van Sassoye aangetroffen. De vier werden daardoor in 2008 al eens kortstondig aangehouden.

In april vorig jaar had de raadkamer in Brussel nog geoordeeld dat er onvoldoende aanwijzingen zijn om het viertal voor terrorisme voor de correctionele rechtbank te brengen. Ze werden toen enkel doorverwezen voor poging tot valsheid in geschrifte. Maar het federaal parket was tegen die beslissing in beroep gegaan.

Meester Alexis Deswaef, de advocaat van één van de vier verdachten, is verrast door deze beslissing van de KI. “De antiterrorismewetgeving was helemaal niet bedoeld voor dergelijke zaken”, zegt de strafpleiter in een reactie aan Belga.

Volgens meester Deswaef is er nog cassatieberoep mogelijk. “Anderzijds geeft dit ons nu wel de kans op een publiek debat, waarbij we de absurditeit van de situatie in het openbaar kunnen blootleggen.”

Bron » De Standaard

Brusselse KI beslist op 28 februari over terrorismedossier oud-CCC-kopstuk Sassoye

De Brusselse kamer van inbeschuldigingstelling zal op 28 februari beslissen of oud-CCC-kopstuk Bertrand Sassoye en drie andere personen moeten terechtstaan voor terrorisme.

Het federaal parket wil de vier vervolgen wegens deelname aan de activiteiten van een terroristische groep, de Italiaanse Partito Comunista Politico-Militare (PCPM), maar de Brusselse raadkamer zag daar geen aanwijzingen voor en verwees de vier enkel door voor poging tot valsheid in geschrifte.

Sassoye, RTBF-journaliste Wahoub Fayoumi, ex-gangster Constant Hormans en de Libanees Abdallah Ibrahim Abdallah zouden volgens het federaal parket hebben deelgenomen aan de activiteiten van de Italiaanse Partito Comunista Politico-Militare (PCPM).

Bij huiszoekingen in Italië bij leden van die organisatie, werden pasfoto’s van het viertal aangetroffen met post-its met het handschrift van Sassoye. Die vondst gaf de aanleiding voor een onderzoek door het federaal parket en een kortstondige aanhouding van de vier in 2008.

Twaalf leden van de PCPM werden door het Italiaanse gerecht veroordeeld tot celstraffen tussen 10 dagen en 15 jaar voor terrorisme, maar het Italiaanse hof van cassatie verbrak die veroordeling op 22 februari 2012. Reden daarvoor was net dat de PCPM-leden vervolgd waren voor terrorisme terwijl de beschuldiging volgens het Italiaanse hof banditisme had moeten zijn.

Het federaal parket heeft voor de KI aangedrongen op een verwijzing van het viertal voor terrorisme. Hun advocaten hebben nogmaals gepleit dat het dossier daarvoor absoluut te licht weegt. De KI doet nu uitspraak op 28 februari.

Bron » Belga