Vondst van lichaam Bende ‘zou logisch zijn

Het speurwerk in het ’Bois de la Houssière’ in ’s Gravenbrakel, waar wordt gezocht naar het lichaam van de vermeende ’killer’ van de Bende van Nijvel, wordt sinds donderdagnamiddag geconcentreerd op de plaats waar donderdagmorgen twee kogels en kogelhulzen werden opgegraven. Onderzoeksrechter Lacroix zou het “logisch” vinden om in die buurt binnenkort een lichaam te vinden.

“Het zou logisch zijn dat daar een lichaam wordt gevonden gezien de aanwijzingen die totnogtoe zijn verzameld. Deze stroken met dossierelementen zoals de vondst van de kogels nabij de plaats waar twee getuigen een lichaam zagen voor de Golf die door de bende werd gebruikt de avond van de overval op het Delhaize-warenhuis in Aalst op 9 november 1985”, aldus onderzoeksrechter Lacroix.

Onder coördinatie van het slachtofferidentificatieam is de civiele bescherming donderdagnamiddag begonnen met het laag per laag afgraven en verplaatsen van de grond op het stuk waar de kogels werden gevonden, ’Chapelle au Foya’ genaamd. De aarde wordt ter plaatse gezeefd om zo eventueel stukjes textiel op te sporen die niet door een metaaldetector kunnen worden gevonden.

Op de kogels en hulzen wordt intussen DNA-onderzoek verricht. Indien de stukken DNA-sporen vertonen, kunnen deze worden vergeleken met onder meer de genetische informatie die werd gevonden op de sigarettenpeuken die gevonden werden in de asbak van de auto van taximan Angelou. Hij had in januari 1983 in Brussel een klant opgepikt en werd dood in zijn auto teruggevonden voor het consulaat van Frankrijk in Bergen. Verwacht wordt dat de graafwerken nog minstens tot 6 oktober zullen voortduren.

Bron » Het Nieuwsblad

Speurders graven naar schutter van bende van Nijvel

De onderzoekscel naar de Bende van Nijvel is gisteren gestart met graafwerken in het bos van la Houssière, tussen ’s Gravenbrakel en Hennuyères. Daar hopen zij het graf te vinden van de schutter van de Bende, de man die 23 van de 28 doden van de bende op zijn geweten heeft. De graafwerken duren vermoedelijk de hele week.

De speurders zijn ervan overtuigd dat de ‘killer’, net als zijn twee trawanten, de ‘Oude’ en de ‘Reus’, verantwoordelijk was voor de bendeovervallen, zowel die in 1982-83 als in 1985.

In de loop van de jaren hebben de speurders een vrij nauwkeurig portret van de ‘killer’ kunnen opstellen. Hij was ongeveer 1,80 meter groot, breedgeschouderd en gespierd. Wat opviel is dat hij professioneel tewerk ging bij het uitschakelen van getuigen en het neutraliseren van achtervolgers. ‘Het leek wel iemand van bij ons’, zei een toenmalige rijkswachtofficier.

Ondanks alle informatie zijn de speurders er niet in geslaagd de identiteit van de man te achterhalen. Ze hopen in het bos van la Houssière een antwoord te vinden op enkele openstaande vragen.

Drie magistraten, voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg van Charleroi Lacroix, procureur des konings Claude Michaux en onderzoeksrechter Jean-Pol Raynal gaven gisteren uitleg bij de graafwerken. Het gerecht baseert onder meer op enkele getuigenissen die slechts enkele maanden geleden onder hypnose werden afgelegd.

Op 9 november 1985 richtte de ‘killer’ een bloedbad aan in een Delhaize-warenhuis in Aalst. Het was de laatste en bloedigste overval van de bende, acht mensen kwamen om het leven. Er zijn aanwijzingen dat de ‘killer’ tijdens de vlucht met een VW Golf geraakt werd. Eddy Nevens, een politieman uit Aalst, beweert dat hij raak schoot. Drie uur later zagen getuigen een VW Golf op een bosweg in La Houssière. Twee mannen pleegden druk overleg bij het lichaam van een derde. De beschrijvingen kloppen met die van de overvallers in Aalst.

Uit dit alles leiden de speurders af dat het bos een plaats van samenkomst was voor de bendeleden. ‘Zelfs indien er slechts tien procent kans is om in het bos iets te vinden, mogen we deze mogelijkheid niet links laten liggen’, zei procureur Michaux. Het gerecht beschikt over DNA-materiaal waar een lijk mee kan vergeleken worden. Het gaat om sigarettenpeuken die gevonden werden in een taxi.

Bron » De Tijd

Killer convicted thanks to relative’s DNA

The first criminal conviction based on a new DNA technique which uses relatives’ DNA to track a suspect was made in the UK on Monday. Craig Harman of Frimley, Surrey was convicted of manslaughter and jailed for six years on the basis of “familial DNA searching”, which linked him to the crime scene via a close relative’s DNA profile.

Harman threw a brick from a bridge over a motorway which crashed through the windscreen of Michael Little’s lorry in March 2003. As the brick hit his chest, 53-year-old Little suffered a heart attack, though he still managed to steer his vehicle out of harm’s way before dying.

Police obtained a DNA profile of the assailant from blood on the brick but could not match it to anything on the UK’s national DNA database because Harman had no criminal convictions. The database holds about 2.5 million profiles of charged criminals and, since 4 April 2004, suspects who are arrested but not charged.

“It is another tool for police officers,” says Jonathan Whitaker, of the UK’s Forensic Science Service (FSS), which developed the technique. “It’s really reserved for those cases where you have got a DNA profile and no match on the database. The whole idea is to keep the momentum going and identify the offender before he does anything else. This case illustrates that really, really well.”

“There is no doubt in my mind that without this groundbreaking technique this crime would have remained undetected,” says Detective Chief Inspector Graham Hill of Surrey police.

The FSS and police used familial searching to uncover a close relative of Harman’s, who had a criminal conviction and was on the DNA database. The relative’s profile matched the DNA on the brick by 16 out of 20 points. This lead police to Harman, whose DNA gave a perfect match, and he eventually confessed to the drunken act of violence.

Familial searching comprises of two tests, Whitaker, told New Scientist. The first matches parents to children. Standard DNA profiles examine 10 markers in the DNA. Each marker has two sequences – one inherited from the mother, and one from the father. The database can be trawled to match potential parents which gives the police “a manageable list” to investigate.

Potential siblings can also be matched via the database by comparing markers. “On average, two people would probably have six or seven DNA markers in common out of 20, simply by chance,” explains Whitaker, but “with over 12 bands in common, you very, very rarely see unrelated people with that degree of similarity”.

The system was only launched for police investigations in September 2003, so data on the probability of a correct match is not yet available. Alec Jeffreys at the University of Leicester, who pioneered DNA profiling techniques, told New Scientist that the high point score in the Harman case “suggests quite a high level of matching”.

But he cautions that close relations could show a 10 out of 20 point match or lower – particularly if their markers are common in the population. “Even unrelated people start to show these sorts of matches,” he says. “If you are lucky it could give you a very strong lead straight away. If you are unlucky, you could wind up with lots of false matches.”

Jeffreys believes that if familial searching is to be used more in such criminal investigations “this would be a compelling argument to increase the number of DNA markers used”.

He says using familial searching to track people who have never been involved with the law raises “potentially rather thorny” civil liberty issues. For a serious crime such as Harman’s, the benefits are clear, he says, but for lesser crimes the balance between an individual’s civil rights and the need to identify a perpetrator may be less obvious.

However, Whitaker says the new technique is compliant with the UK’s Human Rights, Police and Criminal Evidence and Data Protection Acts. It can only be used for serious offences like murder or serious sexual assault with high level police authorisation.

Bron » New Scientist

Dna-wet verhindert identificatie Bende-kopstuk

Justitie is in het bezit van een volledig dna-profiel van de ‘hoofddader’ van de Bende van Nijvel, maar de Belgische wetgeving laat niet toe om dit genetische visitekaartje verder te onderzoeken. Dat kregen de nabestaanden van de 28 Bende-slachtoffers gisteren te horen op een vergadering met de speurders in Jumet. Er was ook goed nieuws. Een nieuwe getuige hielp het onderzoeksteam zeventien jaar na dato aan een nieuwe en naar verluidt ‘ontzettend scherpe’ robotfoto.

‘Volgens mij klopt het niet helemaal”, zei een verbaasde Hein Diependaele, advocaat van een van de acht dodelijke slachtoffers van de Bende-raid in Aalst (9 november 1985) na afloop van het jaarlijkse onderonsje tussen speurders en families. Het dna-spoor zit op een sigarettenpeuk die werd teruggevonden na de executie van taxichauffeur Constantin Angelou, op 12 januari 1983 in Bergen – een van de eerste Bende-feiten.

Dat de speurders een volledig dna-profiel terugvonden op de peuk, was al jaren bekend. Het spoor is ook al vergeleken met het dna van nagenoeg alle ‘bekende’ verdachten in het Bende-dossier, maar telkens met negatief resultaat. “Nu vertelt men ons dat men het dna in theorie verder zou kunnen analyseren”, aldus Diependaele, “zodat men kan uitmaken hoe oud die dader was, hoe groot en wat zijn afkomst was. Dat zou een hele stap vooruit kunnen zijn, maar men zegt ons nu dat de Belgische wet niet toelaat om dat dna volledig te exploiteren. Ik stel me daar vragen bij.”

Nochtans is er niks aan te doen, verzuchtte de Bergense advocaat-generaal Claude Michaux. “De strafwet laat ons niet toe om gecodeerde informatie van het dna-spoor te ontleden, hoe graag we dat ook zouden willen. We kunnen dat dna wel vergelijken met dat van andere daders, maar we kunnen niet aan de gecodeerde informatie, wat wel erg jammer is.” Michaux hoopt op een “wetgevend initiatief terzake”, maar benadrukt dat de volledige analyse van het dna niet noodzakelijk zal leiden naar een “identificatie” van het kopstuk van de Bende van Nijvel. “We zouden heel veel over hem te weten kunnen komen”, verduidelijkte een speurder, “tot de kleur van zijn haar en zijn ogen toe, maar zijn naam natuurlijk niet”.

De zogeheten Cel-Waals-Brabant (CWB), die al sinds 1997 het Bende-onderzoek voert, kon de families gisteren wel een organogram voorleggen van de Bende van Nijvel. Het gaat om twee groepen van drie mensen: drie killers die bij haast alle feiten opdoken en drie anderen die zich enkel bij de eerste golf van Bende-overvallen (1982-’83) lieten zien. Binnen de groep van drie hoofddaders ontwaart de CWB de “maniak”, een man die er kennelijk plezier in schiep om zoveel mogelijk mensen te doden. Het is van deze man dat vorige maand een robotfoto werd verspreid. Ook het dna op de peuk is van hem. Nummer 2 is de legendarische “reus”, en nummer 3 een man die, zoals dat heet, “alleen mensen neerschoot als die voor hem een bedreiging vormden”.

Omtrent de “minder agressieve” nummer 3 zal de CWB in januari een nieuwe robotfoto verspreiden. De media-aandacht rond de laatste oproep van de speurders, vorige maand, resulteerde in 132 tips, waaronder één van een man die nu bij de CWB in Jumet zonder meer het predikaat “zeer belangrijke getuige” krijgt opgekleefd. De getuige toerde in de vooravond van 27 september 1985 met zijn auto rond in de buurt van Overijse, enkele minuten voor daar de hel losbarstte.

De Bende pleegde die avond, kort na elkaar, twee raids: een op de Delhaize in Eigenbrakel, en een op de Delhaize in Overijse. Er vielen telkens drie doden. “De getuige reed met hoge snelheid achter de groene Golf van de daders aan, wat zij blijkbaar hinderlijk vonden”, legt advocaat-generaal Michaux uit. “De getuige herinnert zich zeer scherp het gezicht van een van de mannen (nummer 3, ddc) op de achterbank. Wij hebben hem onder hypnose gebracht en hem een nieuw robotfoto laten maken. Die is ontzettend scherp, en we verwachten er veel van. De vraag rijst natuurlijk wat die man heeft bezield om zeventien jaar lang te zwijgen, maar het feit dat hij nu opduikt, versterkt bij ons het gevoel dat je nooit mag wanhopen. Wij zijn inmiddels zeker dat die man de waarheid spreekt. Hij was daar, hij heeft dat Bende-lid gezien.”

Het enthousiasme van de speurders bleek gisteren echter niet te worden gedeeld door alle families, zeker toen zij vernamen dat de speurders al vijf maanden geen toegang meer hebben tot de scanner waarmee het hele dossier op computer is gezet. De scanner is stuk. De vergadering was gisterennamiddag nog volop aan de gang toen een verbolgen moeder van een van de slachtoffers in Eigenbrakel de zaal verliet: “Dit was écht de laatste keer, ik kom nooit meer naar zo’n vergadering.”

Bron » De Morgen | Douglas De Coninck

Nieuwe robotfoto en DNA-spoor geven Bende-slachtoffers hoop

“Er is een nieuw spoor in het onderzoek naar de misdaden van de Bende van Nijvel”. Dat is de boodschap die de Bende-speurders gisteren brachten op hun jaarlijkse bijeenkomst met de nabestaanden van de 28 slachtoffers die aan de Bende worden toegeschreven. De speurders hebben hun hoop vooral gesteld in een nieuwe robotfoto.

Na verspreiding van de jongste robotfoto een maand geleden is een nieuwe getuige opgedoken. Die man werd onder hypnose gehoord en zijn getuigenis heeft geleid tot het opmaken van een nieuwe robotfoto. De getuige meent belangrijke informatie te hebben over de aanslagen van september 1985 in Eigenbrakel en Overijse.”

Op 27 september 1985, dag van het dubbele bloedbad in de Delhaize-warenhuizen van Eigenbrakel en Overijse die aan acht mensen het leven gekost heeft, reed deze getuige tussen Eigenbrakel en Overijse achter de vermoedelijke auto die de daders gebruikten: een groene VW Golf. In de auto zaten drie mannen. Een van hen, de passagier op de achterbank, deed de getuige verwoed teken dat hij niet zo dicht tegen ze aan mocht rijden.

De getuige heeft de speurders een bijna fotografische beschrijving van het gezicht van de passagier kunnen geven. Bovendien heeft hij onder hypnose een deel van de nummerplaat van de wagen kunnen reconstrueren. Volgens de speurders maakt deze verdachte deel uit van de kern van de Bende van Nijvel. Die bestaat volgens de speurders uit twee of drie mannen rond een psychopathische seriemoordenaar.

“De robotfoto’s, de gegevens van de wapendeskundigen en de overeenkomsten in de manier van handelen van de Bende die door de profilers zijn geanalyseerd, hebben ons tot dit besluit gebracht”, klinkt het bij de speurder Eddy Vos. “Rond deze kern van drie draaiden waarschijnlijk nog een paar individuen, die echter niet aan alle Bende-feiten hebben deelgenomen. Het centrale personage, de seriemoordenaar, was er wel telkens bij, van in 1982 tot in 1985. Hij hanteerde dezelfde wapens en was omringd door twee of drie mindere brutale medeplichtigen. Een van die medeplichtigen heeft nu dank zij de nieuwe getuige een gezicht gekregen”.

De speurders stoten bij hun onderzoek ook op praktische en wettelijke problemen. Zij beschikken al een hele tijd over zeven sigarettenpeuken en een stuk verband waarop DNA-gegevens van een van de Bendemoordenaars is teruggevonden. “Wij hebben door vergelijkende analyse helaas niet kunnen vaststellen wiens DNA het is. We zouden echter dolgraag een gespecialiseerde techniek gebruiken die ons zou toelaten om ons aantal potentiële verdachten te verkleinen.”

Bron » De Standaard