Blok aan verliezende hand in slag om Franstalige kiezer

Patrick Sessler, gemeenteraadslid in Schaarbeek, verlaat het Vlaams Blok en keert terug naar het Front National (FN). De rechterhand van het Brusselse Blok-boegbeeld Johan Demol zegt genoeg te hebben van het ‘flamingantisme’ van Demol. Het is een aanwijzing dat het Vlaams Blok in Brussel aan de verliezende hand is in de slag om de Franstalige kiezer. Het FN wordt in de hoofdstad steeds meer een geduchte politieke concurrent.

De Franstalige Patrick Sessler was lang de nummer twee van het Front National, na FN-leider Daniel Féret. Sessler staat geboekstaafd als notoir neonazi. Er bestaan foto’s uit 1985, waarop Sessler en drie kompanen de Hitlergroet brengen op het graf van de fascistische Spaanse dictator Franco. Toen het FN in de jaren negentig versplinterde en er conflicten met Féret ontstonden, schaarde Patrick Sessler zich aan de zijde van Johan Demol, de gewezen ‘Robocop’-politiecommissaris van Schaarbeek. Sindsdien zit hij voor het Vlaams Blok in de gemeenteraad van Schaarbeek.

Patrick Sessler paste hoegenaamd niet in de operatie die het Vlaams Blok in Vlaanderen gestart was om de harde kantjes af te vijlen en ‘salonfähig’ te worden, maar achter de schermen was hij in Brussel ‘incontournable’ voor het Blok. Hij was dag en nacht in de weer met de campagne. Bovendien kreeg het Vlaams Blok met Sessler toegang tot het extreem rechtse Franstalige electoraat in Brussel. Dat paste in de strategie van het Blok om met Franstalige stemmen de meerderheid te bereiken in de electoraal relatief kleine Nederlandse taalgroep.

Geen alleenstaand geval

Dat Sessler in Schaarbeek, het bastion van Johan Demol, de deur toeslaat en met zijn Franstalige gevolg terugkeert naar het Front National, is een tegenvaller van formaat. Meer dan ooit mikt het Blok bij de Brusselse verkiezingen van 13 juni op Franstalige stemmen om de meerderheid in de Nederlandse taalgroep te halen. En Sessler is geen alleenstaand geval. In Evere zijn onlangs ook al twee Franstalige gemeenteraadsleden van het Blok, Paul Arku en Christine Pynket, naar het Front National overgestapt. Ook zij waren lokaal de sterkhouders van het Blok.

Zowel Sessler als Arku en Pynket schrijven hun vertrek toe aan het ‘flamingantisme’ van Johan Demol. Dat klinkt ongeloofwaardig, want Demol kan voor het Vlaams Blok in Brussel juist potten breken omdat hij geen Vlaamse ‘ballast’ meedraagt en louter symbool staat voor de strijd tegen de criminaliteit en de vreemdelingen. In zijn tweetalige verkiezingsfolders benadrukt Johan Demol zelfs dat de ‘vervlaamsing’ van Brussel allerminst de bedoeling is. Van Johan Demol moeten we geen passioneel pleidooi voor een onafhankelijk Vlaanderen met Brussel als hoofdstad verwachten.

De discussie in het Vlaams Blok over de vraag of de partij in Brussel duidelijk moet opkomen voor de Vlaamse onafhankelijkheid, lijken de Franstalige Blok’ers als ‘alibi’ te gebruiken om weer aan te sluiten bij het Front National. Bij het Blok konden de Franstaligen achter de schermen wel een rol spelen, maar ze konden niet op de voorgrond treden. Op de Brusselse verkiezingslijsten van het Blok waren er voor hen geen prominente plaatsen weggelegd.

Het FN mag dan al een zootje ongeregeld zijn, bij de parlementsverkiezingen van 18 mei 2003 kon de partij voor het eerst zitjes veroveren in de Kamer en de Senaat. Meteen kan het FN voor het eerst rekenen op een overheidsdotatie van 263.000 euro. En volgens de peilingen zit het FN nog in de lift, zowel in Wallonië als in Brussel. De kans is groot dat er straks bij de extreem rechtse Franstalige partij ‘postjes’ te rapen vallen.

Voor het Vlaams Blok is de opgang van het FN in het zuiden van het land een streep door de rekening. In de hoofdstad wordt het FN steeds meer een rechtstreekse concurrent in de slag om de Franstalige kiezer. Het doet de kansen van het Blok slinken om de meerderheid in de Nederlandse taalgroep te halen en in Brussel ‘incontournable’ te worden.

Bron » De Tijd | Wim Van De Velden

Wie is Michel Delacroix?

De Brusselse advocaat – die in Thionville woont – ontkent niet dat hij extreem-rechtse sympathieën heeft. “Maar er staat geen buste van Hitler op mijn bureau”, zegt de vriend van FN-leider Daniel Fèret.

Zijn relatie met de in 1994 in Spanje overleden Degrelle omschrijft hij als “puur professioneel”. Delacroix was juridisch raadgever van de in 1945 ter dood veroordeelde rexist.

Zijn veroordeling voor illegaal wapenbezit in 1999 – bij Delacroix werden tijdens een huiszoeking oorlogswapens gevonden – doet hij af als een dom misverstand. “Ik ben een verzamelaar van oude wapens en heb, zoals de meeste collega’s, natuurlijk niet alle vereiste vergunningen.”

De revisionistische literatuur die op zijn bureau werd aangetroffen – boeken waarin wordt getwijfeld aan de holocaust – zegt de gewezen ondervoorzitter van de Brailleliga – “nodig te hebben ter verdediging van sommige extremistische cliënten”. Met andere woorden: dat is niet meer dan studiemateriaal.

Wat er ook van zij, de coöptatie van Michel Delacroix (52) is op z’n minst erg omstreden. Alle Franstalige politieke partijen zijn ronduit tegen zijn aanduiding, maar geven tegelijk toe dat ze die niet kunnen tegenhouden. Het Front National heeft recht op die coöptatie en vult die autonoom in. Zo lang zijn kandidaat maar voldoet aan de wettelijke vereisten.

Bron » Gazet van Antwerpen

Onschendbaarheid Daniel Feret opgeheven

De Kamer heeft het Brusselse gerecht zaterdag gemachtigd om voorzitter Daniel Féret van het Front National (FN) te dagvaarden wegens inbreuken op de wet uit ’81 ter bestrijding van racisme en xenofobie. CD&V, N-VA en het Vlaams Blok stemden tegen.

Volgens de procureur des konings gaat het om drukwerk en om met karikaturen geïllustreerde pamfletten. Daarnaast wordt Féret aangewreven dat hij ruchtbaarheid geeft – onder meer via de partijwebstek – aan de xenofobe en discriminerende aspecten van het programma van het Front National.

CD&V-kamerlid en voormalig justitieminister Tony Van Parys vroeg zich af wat nog de ruimte is voor politieke publicaties met betrekking tot de samenlevingsproblemen als de interpretatie van de wet door de procureur wordt gevolgd.

Bron » De Standaard

De as van Léon Degrelle

Extreem-rechts zit in Wallonië, en in Franstalig Brussel, vaak in onverwachte hoekjes, zoals bij de Wallon Boys – dat zijn voetbalfans – en zelfs bij bepaalde migrantengroepen. Maar misschien staat extreem-rechts al helemaal buiten de maatschappij, zoals in Charleroi, waar het geweld op straat blijvende vragen oproept, omdat extreem-rechts begint waar de democratische discussie eindigt, en de macht van fysiek geweld en van wapens primeert.

Naar de aanwezigheid van extreem-rechts moet dus ook buiten het politieke of para-politieke milieu worden gezocht.

Dit betekent niet dat extreem-rechts in politiek Franstalig België geheel afwezig zou zijn. In hun publicatie RésistanceS (nu op de website www.antifa.net/resistances/r0201.html) volgen sinds 1997 vrij nauwgezet de onderzoekers Johan Gulbenkian en Manu Abramowicz de bewegingen van uiterst-rechts in Wallonië en Franstalig Brussel. Daarbij komen telkens dezelfde namen terug: Willy Fréson, Robert Destordeur, Hubert Defourny, Daniël Féret, Marguerite Bastien. De zwaartepunten liggen in Luik, Verviers, Charleroi, Brussel.

Er werd al vaker gemeld dat, in tegenstelling tot het Vlaams Blok, deze Franstaligen vooral elkaar bekampen. Deze permanente neiging tot opdeling in telkens nieuwe cellen kan als het belangrijkste kenmerk van extreem-rechts in Franstalig België worden aangewezen. Zo viel in 1994 in Luik de Waals-nationalistische partij AGIR (opgericht in 1989) in drie fracties uiteen, die mekaar tot vandaag bekampen, in verenigingen, clubs, of min of meer gestructureerde assemblees, die voortdurend van naam veranderen: REF (van Référendum, met het letterwoord REF als een verwijzing naar de beweging en partij REX van Léon Degrelle), Bloc Belge, Front National, Bloc Wallon, BIS (Bruxelles-Identité-Sécurité), Parti des Forces Nouvelles, Assaut, Devenir, Bourguignons, Dernier Carré, Front de la Nation Belge, Front Nouveau de Belgique, Nation, Jeune Nation.

Het politieke resultaat van dit geharrewar is mager. In de Kamer van volksvertegenwoordigers zit nog enkel Daniël Féret (Front National), een plastisch chirurg, die als FN-voorzitter alle stormen overleeft. In het Brussels parlement zit zijn aartsvijand Marguerite Bastien (Front Nouveau de Belgique), een gewezen rechter bij de arbeidsrechtbank in Brussel, die ooit nog militeerde voor uiterst-links aan de ULB (Université Libre de Bruxelles). In Namen telt het Waalse parlement één extreem-rechtse gekozene: Alain Dadaune (FN). Tijdens de vorige zitting waren dat er nog twee, maar deze FN-fractie viel in twee brokstukken uiteen. In Brussel ging het er nog erger aan toe. Het FN had daar tijdens de vorige legislatuur zes gekozenen, waarvan er vier snel de partij verlieten, voor andere vage clubs of formaties, en als onafhankelijke parlementsleden bleven zitten. Extreem-rechts is in Franstalig België geen politieke factor meer.

Maar een aantal extreem-rechtse organisaties dingen niet, of niet meer, naar politieke mandaten. De parlementaire democratie interesseert deze militanten niet, ook niet als een middel om aan de macht te komen. RésistanceS vermeldt in dit verband een paar wel zeer bijzondere groeperingen. Zo bestaat een Association pour la mémoire de Léon Degrelle (AMLD), maar het zal niemand verwonderen dat een Fondation Européenne Léon Degrelle (FELD) werd opgericht, en dat AMLD en FELD elkaar bestrijden. Meer eigentijds is het Bloc Wallon (BW), dat met de steun van het Vlaams Blok – volgens RésistenceS – pogingen onderneemt om het identiteitsgevoelen in Wallonië te versterken. Het Luikse AGIR was al erg Waals gericht, het Bloc Wallon poogt met bijzonder weinig succes het Waalse nationalisme extreem-rechtse paden op te sturen.

Onder de benaming Dernier Carré (voorheen: les Bourguignons) zou nog altijd een Waalse versie van het Sint-Maartensfonds werkzaam zijn, maar dan wel in een erg besloten vorm. Deze laatsten van de Waalse SS-Oostfrontstrijders hebben in april 1998 as van Léon Degrelle op rituele wijze verstrooid bij de zgn. “Tombeau du Géant”, een heuvel bij een meander in de Semois, die in RésistenceS verkeerdelijk bij Dinant wordt gesitueerd: de Tombeau du Géant ligt bij Botassart, niet toevallig in de buurt van Bouillon, de geboorteplaats van Léon Degrelle.

Maar naast het mislukte politieke avontuur van het Front National, en naast de verenigingen van gewezen SS’ers (er zou in Luik ook nog een Stahlhelm-afdeling werkzaam zijn) beschikt uiterst-rechts in Franstalig België nog over andere uitdrukkingsvormen. Zo zijn al veel vragen gesteld over het racistische optreden van de zgn. “Wallon-boys”, een harde kern van supporters van FC-Charleroi, die ook hand- en spandiensten zouden verlenen aan het Bloc Wallon. Bevreemdend is ook dat een Front National Saint-Gillois (naar de Brusselse gemeente Sint-Gillis) vooral uit Italianen en Spanjaarden bestaat, en dat in diezelfde gemeente een afdeling van een Mouvement pour la Nation vooral Portugezen onder haar schaarse leden telt, die geregeld conflicten uitvechten met Marokkanen. Ook in Charleroi en Luik zijn migranten bij uiterst-rechtse clubs of verenigingen actief.

Maar misschien ontstaat momenteel de gevaarlijkste vorm die uiterst-rechts kan aannemen, deze van de georganiseerde misdaad, in de straten van Charleroi. Niemand minder dan de Waalse minister-president, Jean-Claude Van Cauwenberghe, kroop eerder deze maand onder zijn petje van gewoon gemeenteraadslid in zijn stad om er op “de afschrikwekkende toename van de criminaliteit” in Charleroi te wijzen. “Onze stad en streek moeten tot een rampenzone worden verklaard”, zei Van Cau, die erkende dat Charleroi niet meer alleen in staat is om het grote banditisme en de georganiseerde benden te bestrijden.

Het was Van Cau op korte termijn om meer geld voor de lokale politie te doen, maar op lange termijn stelt de minister-president van Wallonië, die burgemeester was in Charleroi, vast dat de grootste stad van Wallonië aan het openbare gezag dreigt te ontsnappen. Mijn collega’s van de Waalse pers in Charleroi spreken hem niet tegen.

Dáár zit uiterst-rechts in Wallonië.

Bron » De Standaard | Guido Fonteyn

Sessler straks parlementair medewerker?

“Patrick Sessler wordt straks de parlementaire medewerker van Johan Demol binnen de fractie van het Vlaams Blok in het Brussels Parlement.” Dat zegt Manuel Abramowicz, auteur van diverse publicaties over extreem-rechts. Hij bracht het opduiken van Sessler bij het Blok als eerste onder de aandacht in het tijdschrift RésistanceS.

“Net als in het geval van Hubert Defourny gaat het hier om oude vrienden die elkaar terugvinden”, zegt hij. “Sessler en Demol kennen elkaar al uit de periode van het Front de la Jeunesse. Daar zaten ze gelijktijdig bij. Officieel wordt ontkend dat Sessler een functie binnen de partij is beloofd. Bij heel wat Vlamingen ligt dat nogal gevoelig. Het idee alleen: een vent die niet eens Nederlands spreekt…”

Officieel wordt het inderdaad ontkend. “Mij is helemaal niets beloofd”, zegt Sessler. “Ik zet mij in uit puur idealisme.”

Binnen de partij zelf klinken andere stemmen, zegt Abramowicz. “Iedereen voelt ook wel aan dat hij zowat de coming man is in het Vlaams Blok van Johan Demol. Die weet beter dan wie ook dat hij Sessler nodig heeft. Hij is een militant pur sang, iemand waar je een huis op kunt bouwen. Ooit is Sessler met zijn hele hebben en houden naar Henegouwen verhuisd omdat het FN hem had opgedragen daar een lokale partijafdeling uit de grond te stampen. Dat typeert hem. Zulke figuren vind je in deze kringen niet zo vaak.”

Maar Sessler mag dan al een trouwe partijslaaf zijn, rancune is hem niet helemaal vreemd. Na de clash binnen het FN, in 1995, hing hij de vuile was van FN-voorzitter Daniel Féret buiten in een interview met het weekblad Télémoustique. Hij stapte ook naar het gerecht met een reeks klachten over financiële malversaties. Op grond daarvan verzocht het Brusselse gerecht onlangs om de opheffing van de parlementaire onschendbaarheid van Féret als lid van het Europees Parlement. Dat laatste is enkele Antwerpse partijbonzen van het Blok niet ontgaan.

“Ja, wie weet wat halen ze allemaal in huis”, zegt Abramowicz. “Je kunt alleen stilletjes hopen dat het Blok er straks niet in slaagt om in de Brusselse raad een Vlaamse meerderheid te halen. Dan zitten ze daar met al die gepatenteerde ruziemakers.”

Bron » De Morgen