Burgerinfiltranten: kunnen u en ik nu ook in het misdaadmilieu infiltreren?

Vandaag heeft de ministerraad het wetsontwerp rond burgerinfiltranten goedgekeurd. Daarmee kunnen nu ook gewone burgers infiltreren in het criminele milieu. Maar kan iedereen dat zomaar en wie controleert die mensen? 5 vragen en antwoorden.

Tot nu toe bestond er al een regeling voor burgerinformanten, die enkel informatie verschaffen vanuit een crimineel milieu. De wetgeving rond burgerinfiltranten gaat een pak verder, want zij mogen ook bepaalde criminele feiten plegen in het kader van hun opdracht.

1. Wat zijn burgerinfiltranten?

Door de nieuwe regeling kunnen nu ook gewone burgers infiltreren in de georganiseerde misdaad. Ze bezorgen politie en gerecht dan informatie die ze hebben vergaard binnen het criminele milieu. Daarvoor mogen ze ook in beperkte mate criminele feiten plegen, zoals bijvoorbeeld een wapen ophalen, witgewassen gelden vervoeren of verdovende middelen bewaren. Sommigen worden betaald, anderen niet.

2. Waarom was dat nodig?

Het was de procureur-generaal van Brussel Johan Delmulle die de kat de bel aanbond. Bij de opening van het gerechtelijk jaar in september vorig jaar riep hij op om in terreurzaken burgerinfiltranten in te zetten. Tot nu kon enkel de politie dat. “Maar politiemensen laten infiltreren in het zeer gesloten en achterdochtige terroristische milieu is zeer moeilijk en tijdrovend”, klonk het toen.

Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) zei dat hij bereid was om erover na te denken. “Het is nodig, want de politie kan simpelweg niet in alle milieus infiltreren”, zei hij. “En er zijn bijvoorbeeld ook te weinig politieambtenaren van specifieke origine om in bepaalde criminele milieus in te zetten”, klinkt het, “mensen dus die een bepaalde taal vloeiend machtig zijn of een dialect beheersen, en een cultuur door en door kennen”.

3. Waarvoor zullen ze ingezet worden?

Vooral in terroristische milieus is er nood aan burgerinfiltranten. Dat gaf de Brusselse procureur-generaal al aan. Het zijn vaak heel moeilijke milieus om binnen te raken. Ook in de omgeving van teruggekeerde Syriëstrijders kunnen burgerinfiltranten nuttig zijn, door bijvoorbeeld informatie te vergaren over of en wanneer iemand gaat terugkeren. Daarnaast spreekt Geens ook over verschillende soorten van georganiseerde misdaad, zoals de Albanese of Chinese maffia, om mogelijk burgerinfiltranten in te zetten.

4. Wie houdt ze in het oog?

Een burgerinfiltrant staat permanent onder controle van politie en het gerecht. De burgerinfiltrant ondertekent op voorhand ook een eenzijdige verklaring waarin hij belooft om alle verplichtingen na te komen. Controleambtenaren van de speciale eenheden zien ook nauw toe op de operatie. Ze zien er onder meer op toe dat alles veilig verloopt.

Een burgerinfiltrant mag in sommige gevallen dus een misdrijf plegen, maar dat kan enkel als daarvoor op voorhand een machtiging is gegeven. En provocatie is verboden. Er is ook een onafhankelijke rechterlijke controle op de burgerinfiltratie. De kamer van inbeschuldigingstelling zal soms verplicht, soms facultatief, kunnen toezien op eventuele onregelmatigheden.

5. Met z’n allen burgerinfiltrant?

Burgerinfiltrant word je natuurlijk niet zomaar. Meestal gaat het om mensen die al banden hebben met een bepaald crimineel milieu. Het kan bijvoorbeeld gaan om familieleden van terreurverdachten. De federale politie gaat voor elke mogelijke kandidaat een risicoanalyse voeren, om te beoordelen of die wel geschikt is. Een burgerinfiltrant moet in ieder geval meerderjarig, betrouwbaar en geloofwaardig zijn. Het is ook niet zomaar in elke criminele zaak mogelijk. Het moet gaan om georganiseerde misdaad door een criminele organisatie.

Bron » VRT Nieuws

Zware criminelen langer in de cel

Al jaren klinkt de roep om ‘niet-samendrukbare straffen’ naar Frans model, wat betekent dat de feitenrechter kan bepalen welk gedeelte van de door hem uitgesproken straf minstens moet worden uitgezeten. Vandaag kan een gedetineerde vrijkomen nadat hij een derde van zijn straf heeft uitgezeten, voor recidivisten is dat twee derde.

Na de vrijlating van Michelle Martin in 2012 werd de Wet-Lejeune (die de voorwaardelijke invrijheidstelling regelt, red.) al gevoelig verstrengd, maar het duurde tot de socialisten uit de federale regering waren voor de invoering van de ‘beveiligingsperiode’ het regeerakkoord haalde.

Als alles volgens plan verloopt, stemt de commissie Justitie dinsdag over het lang aangekondigde wetsontwerp van minister Koen Geens (CD&V) . Voor de zwaarste misdrijven – denk aan terrorisme, misdrijven tegen de veiligheid van de staat, moord op politieambtenaren, ontvoering en opsluiting van minderjarigen enzovoort – kan de rechter een minimumduur van opsluiting bepalen. Als hij een straf uitspreekt tussen drie en dertig jaar cel, mag de beveiligingsperiode maximum twee derde bedragen, vanaf dertig jaar cel is het maximum 25 jaar.

Geens wil dat de nieuwe wet onmiddellijk toepasbaar is op nieuwe veroordelingen, ook als de feiten vandaag al gepleegd zijn.

‘Contraproductief’

De oppositie heeft ernstige bedenkingen bij de tekst, onder meer omdat de beveiligingsperiode geen rekening houdt met goed gedrag van de gevangene. Stefaan Van Hecke (Groen) noemt het systeem contraproductief. ‘Meer gedetineerden zullen hun straf volledig uitzitten, al dan niet vrijwillig om aan voorwaarden te ontsnappen. Daarna kunnen we hen niet meer opvolgen. Is de maatschappij dan beter af?’

Bovendien is de drempel – vanaf 3 jaar cel – wel heel laag, aldus Van Hecke, en is het ‘niet duidelijk’ waarom moord op politieambtenaren in de lijst staat en moord op militairen of magistraten niet. Ook de Raad van State merkte dat op in zijn advies.

De Leuvense professor Frank Verbruggen is evenmin mals voor de beveiligingsperiode – een ‘opgestoken middelvinger naar de strafuitvoeringsrechtbanken’. Hij acht de kans groot dat de wet aangevochten wordt. ‘Bij de selectie van de misdrijven kunnen ernstige vragen worden gesteld, net als bij de toepassing in de tijd. Alvast het Europees Mensenrechtenhof heeft in 2013 geoordeeld dat de strafuitvoering achteraf niet zomaar de facto verzwaard kan worden. In mijn ogen is deze wet een politiek statement van een centrumrechtse regering, dat niet spoort met de rest van Geens’ beleid.’

Het kabinet-Geens benadrukt dat de beveiligingsperiode facultatief is en alleen voor de allerzwaarste misdrijven geldt. De toepassing in de tijd is conform het strafprocesrecht, luidt het. Bovendien wordt in hetzelfde ontwerp de drempel voor de onmiddellijke aanhouding verhoogd. ‘We voeren het regeerakkoord uit zoals het moet.’

Bron » De Standaard

Ook speurders en magistraten kunnen voortaan onderduiken

Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) maakt het mogelijk dat speurders en magistraten van naam veranderen of voor lange tijd onderduiken. ‘Misdaadbendes gaan immers ver om ons tegen te werken.’

‘Er zat een groot hiaat in onze wet. Het was wel mogelijk om de getuigen in zware misdaaddossiers goed te beschermen. Maar we konden de politiemensen en magistraten die de dossiers tot een goed einde moesten brengen, niet diezelfde bescherming bieden.

Onbegrijpelijk, want onder meer undercoveragenten lopen soms grote risico’s.’ Marco Van Laere, directeur Operaties van de federale politie, is opgelucht nu het mogelijk wordt zijn speurders betere bescherming te bieden.

Hij was al lang vragende partij, en nu heeft minister van Justitie Koen Geens (CD&V) gehoor gegeven aan de oproep. ‘Het is belangrijk dat onze politiemensen, maar ook onze magistraten en leden van inspectiediensten hun strijd tegen de georganiseerde criminaliteit in alle veiligheid kunnen voeren’, zegt Geens. Daarom krijgen de ambtenaren de mogelijkheid om in geval van nood hun naam te veranderen. Of ze kunnen voor langere tijd naar een ander adres verhuizen. Onderduiken zeg maar, om te ontkomen aan mogelijke wraakacties.

Afrekeningen

Hoognodig, vindt Van Laere. ‘We zien die wraakpogingen overwaaien uit Nederland en Groot-Brittannië, zoals we ook de afrekeningen zien overwaaien. Zo proberen criminele bendes onderzoeken te bemoeilijken door politiemensen en magistraten te bedreigen.’

Sociale media geven de misdaadbendes een sterk wapen in handen. ‘We laten bijna allemaal sporen na op het internet. Criminelen gebruiken die in hun strijd tegen ons door informatie te zoeken over bepaalde speurders. Binnenkort krijgen ze nog een groter wapen in handen als ook de gezichtsherkenning beschikbaar wordt. Dus moeten wij ons ook voorbereiden.’

De initiatieven komen boven op de beschermingsmaatregelen die het federale crisiscentrum nu al kan nemen. Volgens woordvoerder Peter Mertens worden hiermee jaarlijks tientallen politici, politiemensen en magistraten beschermd. Een aantal dat de jongste jaren licht gestegen is. De maatregelen kunnen variëren van camera’s om een huis te bewaken, over extra patrouilles tot bodyguards. Aangepast aan de concrete dreiging. ‘Het was nodig om verder te kunnen gaan’, zegt Marco Van Laere. ‘De nieuwe maatregelen zijn voor ons een belangrijke stap vooruit.’

Bron » De Standaard

Louis Tobback over de Bende van Nijvel: “Iemand heeft hier de doofpot gehanteerd”

“Als er tien man meegedaan heeft met die Bende, dan hou je dat niet stil zonder hulp van hogerhand.” Een complot tegen België wil Louis Tobback (79) nog altijd niet vermoeden achter de Bende van Nijvel. “Maar er hing wel een autoritair sfeertje, waarin sommige extremisten op slechte gedachten konden worden gebracht.”

Geen betere gids voor de trip down memory lane naar ’s lands loden jaren 80 dan Louis Tobback. Toen hij in 1988 minister van Binnenlandse Zaken werd, was de uitvoering van de aanbevelingen van de eerste onderzoekscommissie over de Bende van Nijvel een van zijn hoofdopdrachten. Van een mogelijke doorbraak in het onderzoek schrikt hij bijna dertig jaar later niet meer op.

“Mijn eerste reactie was: ach, we hebben al zoveel doorbraken gehad”, vertelt Louis Tobback in zijn burgemeesterskabinet aan het Leuvense station. “Tot ik de gelijkenis zag tussen de robotfoto en de foto van de man die nu wordt aangewezen als Bende-lid. Toen leek het plots toch allemaal wat ernstiger.

“En nu zitten we met Koen Geens, de zittende minister van Justitie (CD&V), die in de Kamer verklaart dat er tijdens het onderzoek gemanipuleerd is. Zelfs als er geen doorbraak is, lijkt me dat voldoende reden om te onderzoeken waarom de minister dat zegt.”

Bent u verbaasd over die verklaring? Berichten over manipulatie zijn zo oud als het onderzoek zelf.

“Nu zegt een minister het, en dat is toch wat anders. Ik behoud me het voorrecht om me te verbazen over zo’n uitspraak zonder concrete bewijzen. Het is niet omdat iedereen wat roept, dat het daarom per se waar is. Ik moet u niet herinneren aan de afloop van de zaak Notaris-X? (zaak van vermeend kindermisbruik, red.) Daar bleek uiteindelijk ook niet veel van aan. Als de minister het woord ‘manipulatie’ in de mond neemt, hoop ik dat hij op steviger ijs staat.”

Hoe herinnert u zich die zogenoemde loden jaren, waarin de Bende-aanvallen plaatsvonden?

“Het waren op z’n minst speciale tijden. Denk aan Gladio, het stay-behindnetwerk dat hier samen met de CIA de guerrilla zou organiseren, in het geval de Russen zouden binnenvallen. Er is ons lang gezegd dat dat een verzinsel was, maar het heeft dus wel degelijk echt bestaan. Dat netwerk werd bemand met mensen die mentale verzorging behoefden. Die waren zich in alle ernst aan het voorbereiden op het verzet in het geval de Russen op 24 uur aan de Rijn zouden staan.

“U moet zich dat even voorstellen: daar zaten types tussen die hier in het Meerdaalwoud gingen trainen in radiocommunicatie. Die dachten dus echt dat Brezjnev van de ene dag op de andere de chef kon worden in Brussel. Rare tijden, hoor. NAVO-mensen gingen naar Taiwan om daar, als de wind goed stond, ballonnen op te laten richting China met anticommunistische boodschappen. Ze hingen aan die ballonnen dan pakjes nylonkousen opdat de vrouwen op het Chinese vasteland de boodschappen zouden meenemen naar huis.

“Een zekere paranoia was toen de norm. Een sfeertje waarin mensen die – hoe zal ik het beleefd zeggen – mentaal uitgedaagd worden, goed konden gedijen. In Lier heeft men in het grootste geheim een heuse atoomschuilkelder gebouwd onder de Grote Markt. In die bunker stond een fiets waarop je moest trappen om elektriciteit te krijgen. Duurzame energie avant la lettre.”

Nu kunt u ermee lachen, maar dacht u nooit: opletten of het loopt echt fout met de rechtsstaat?

“Het was zeker niet alleen om te lachen. Het was ook de periode van de plaatsing van de kernraketten in België (1985, red.) en de betogingen daartegen, of van de CCC. Voor sommigen was elke socialist per definitie verdacht. Daarvoor heeft Martens toen generaal Robert Close nog van zijn kabinet laten verwijderen. Die had samen met een aantal anderen gesuggereerd dat Karel Van Miert een spion van de Stasi was omdat hij getrouwd was met een Oost-Duitse. Hij noemde Van Miert een landverrader. Dat is de context waarin zo’n Bende van Nijvel kon ontstaan. Van overal doken extreemrechtse nare mannetjes op zoals zo’n Madani Bouhouche of Robert Beijer.”

Maar de politiek nam die signalen niet au sérieux?

“Het was de periode van het zogenoemde malgoverno. Dit soort maatschappelijke kwesties kwam niet op de radar van de regering omdat die volledig benomen werd door de ontsporende begroting en communautaire miserie. Door de mislukking van het Egmontpact in oktober 1978 kwamen we terecht in een lange periode van politieke stuurloosheid. Leg me nu alstublieft niet in de mond dat Leo Tindemans verantwoordelijk was voor de aanslagen van de Bende van Nijvel (lacht). Maar door die stunt van Tindemans, waardoor alle partijen buiten de zijne zich bedrogen voelden, kreeg je jaren van instabiliteit.

“Die eerste regeringen-Martens hielden amper een jaar stand, met tussendoor ook nog een half jaartje Eyskens… Toen doken er mensen op die zeiden: ‘Dit land is naar de vaantjes, we gaan hier eens orde op zaken zetten. We plegen een staatsgreep en alles wordt beter.’ Dat was de context waarin ik in 1988 zelf als minister terechtkwam op Binnenlandse Zaken, of wat er nog van overbleef. Dat was toen een moment van regimecrisis.”

U trof een puinhoop aan?

“Geen puinhoop, maar een lege doos. In de vorige regering had Jean Gol (Franstalig liberaal justitieminister, red.) het volledige veiligheidsbeleid naar zich toegetrokken. De uitrusting van de Groep Diane, de snelle Golf GTI’s… Dat was de signatuur van Gol. Mijn voorganger, Charles-Ferdinand Nothomb (PSC, christendemocraat, red.) , was daar allemaal niet bezig. Het enige wat hem interesseerde, was dat hij elke ochtend de vlaggen van de toen nog negen Belgische provincies aan de masten kon laten hijsen.

“Als minister bestond mijn hoofdopdracht er in de conclusies van twee onderzoekscommissies uit te voeren: een over de Bende, een ander over het Heizeldrama. In de twee dossiers stond falen van politie en justitie centraal.”

Ook Justitie?

“Om hooligans te kunnen bestraffen met een tijdelijk stadionverbod, had je snelle, administratieve sancties nodig. Voor de magistratuur was dat over hun dood lijk. Zij en zij alleen mochten vervolgen en veroordelen. Dat heeft tot 1998 geduurd vooraleer die GAS-boetes er door kwamen. En nu zitten we in het andere uiterste. Straks moeten burgemeesters nog moordenaars berechten. Dan is de rechtsstaat voorbij. En let op: er zijn burgemeesters die daar blij mee zijn, hè.

“Hetzelfde zag je ook na de Bende-onderzoekscommissie. Wij konden de aanbevelingen zo goed als volledig uitvoeren, zolang we niet op het terrein van Justitie kwamen. Justitie heeft nog anderhalve aardschok extra nodig gehad voor het wilde hervormen. Zelfs de affaire-Dutroux was onvoldoende. Pas na de carnavaleske ontsnapping van Marc Dutroux uit de rechtbank in Neufchâteau zag Justitie in dat het zo niet langer kon.”

Waarom wil of wilde Justitie niet hervormen?

“Territoriumdrift. De procureur-generaal beschouwde zichzelf als autoritaire monarch in zijn eigen rechtsgebiedje. Niemand had zich daarmee te moeien, ook geen federaal procureur. Er mocht geen parkeerboete passeren, zonder dat hun diensten ze gekeurd hadden.”

“Na 1988 zijn de politiediensten volledig hervormd, bij Justitie was dat altijd met de rem op. Het controlecomité op de politie – het Comité P – kregen we direct ingevoerd, maar het Comité I voor de inlichtingendiensten: o la la. Zelfs de CIA legt verantwoording af in het Congres, maar de Staatsveiligheid, die was te belangrijk om zich door het parlement te laten controleren. Omdat de Staatsveiligheid dus bij ons onder Justitie valt, en niet onder Binnenlandse Zaken. Een anomalie, uniek in de beschaafde wereld.”

Waarom is dat zo’n probleem?

“Omdat het een tang op een varken is. Justitie heeft geen uitstaans met de Staatsveiligheid, en vice versa. De Staatsveiligheid heeft geen justitiële of politionele opdracht. Ze wint inlichtingen in om de openbare orde van het land te waarborgen. Als ze te horen krijgen dat er hooligans uit Amsterdam op komst zijn naar Brugge om te vechten tegen die van den Antwerp, dan moet ze dat aan de bevoegde politiediensten melden.

“De Staatsveiligheid vindt het natuurlijk best zo. Ze horen bij Binnenlandse Zaken, maar die hebben niks te zeggen aan hen, en Justitie is niet met ze bezig. Dus kunnen ze doen wat ze willen.”

Heeft dat enige rol gespeeld in het Bende-dossier?

“Minstens onrechtstreeks, omdat dat hele dossier aan elkaar hangt van de guerres des flics: BOB tegen gerechtelijke politie tegen staatsveiligheid… Tja, dat komt ervan. Toen ik minister was, had je een bijna open oorlog tussen de BOB van de rijkswacht en de Staatsveiligheid onder Albert Raes. Die bespioneerden elkaar, in plaats van de Bende of de CCC! Elke sturing ontbrak. Misschien is de rijkswacht ooit een staat in de staat geweest, maar de Staatsveiligheid is het vandaag nog altijd.”

“Niemand neemt verantwoordelijkheid. Het Heizeldrama was geen ongeluk. Het is kunnen gebeuren door een gebrek aan vooruitzicht. Dat is een zware verantwoordelijkheid. Die avond zat de burgemeester van Brussel in de hoofdtribune, net als de commandant van de rijkswacht en wellicht wat magistraten. Alleen minister Nothomb (PSC) zat er niet, want die wist wellicht niet dat voetbal met elf tegen elf gespeeld wordt. Wie heeft het gelag mogen betalen? De majoor van de rijkswacht op het terrein en nog wat ondergeschikten. De rest mocht blijven zitten.”

“Hetzelfde zag je in de zaak-Dutroux en hetzelfde lees ik nu al dertig jaar over de Bende: de speurders doen dit verkeerd of ze verknoeien dat… Neen, hè. In ons rechtssysteem mag zo’n speurder geen blad papier verleggen zonder dat de procureur of onderzoeksrechter het weet. Hebben er al veel procureurs of onderzoeksrechters hun verantwoordelijkheid opgenomen over wat daar misgegaan is? Ik geloof het niet. Het is altijd iedereen zijn schuld, behalve die van Justitie.”

Voor welke fout zou Justitie dan verantwoordelijkheid moeten opnemen?

“Ik ben geen kenner van het onderzoek, maar het is toch een beetje raar dat het publiek nu om zo te zeggen tegelijk met de procureur de gelijkenis ontdekt tussen een robotfoto en een ernstige verdachte. Was ik procureur geweest, dan had ik het mogelijke nieuws over die robotfoto’s van nabij gevolgd. Wat is er sinds 1998 gebeurd met die robotfoto’s?”

“Die guerre des flics ging erover welke dienst wat mocht onderzoeken. De magistratuur had daar de lijn moeten trekken. Dus dragen zij de verantwoordelijkheid voor wat er met het onderzoek naar de Bende van Nijvel is misgelopen.”

Is dat falen te wijten aan onkunde of aan kwade wil?

“Goldfinger bestaat niet. Ik ga niet mee in het James Bond-verhaal waarbij de Bende van Nijvel werd aangestuurd door een schurk die ergens in een geheime, onderzeese schuilplaats met een Siamese kat op zijn schoot dit allemaal bekok­stoofd heeft, teneinde werelddominantie te verwerven. Ik geloof niet in zulke complotten. Maar er hing wel een autoritair sfeertje, waarin sommige extremisten op slechte gedachten konden worden gebracht. Er was op z’n minst wel een bepaald begrip voor zulke attitude binnen bepaalde kringen.”

Zit er een netwerk achter de Bende van Nijvel?

“Als er tien man meegedaan heeft met die Bende, dan hou je dat niet stil zonder hulp van hogerhand. Kijk naar de moorden op de communist Julien Lahaut en de Congolese leider Patrice Lumumba. Zoiets valt niet volledig geheim te houden.”

“Het gaat hier om vijftien aaneengeregen feiten met in totaal bijna dertig doden. Ik geloof niet in complotten, maar iemand heeft hier de doofpot gehanteerd. Als je zo vaak het risico loopt om gepakt te worden, met zoveel daders: dan moet je vroeg of laat tegen de lamp lopen. Tenzij degenen die je moeten zoeken, je niet willen vinden. Als de Bende geen hulp kreeg, dan is hun voortdurende ontsnapping een ongelooflijke krachttoer.”

Blijft de vraag: wie heeft wat in de doofpot gestoken?

“Dat is zoals met lekken uit een politieke partij. De dader is de man die je het minst verwacht. Het lijkt mij dat je moet zoeken in het Brusselse wereldje. En niet alleen bij de rijkswacht, maar ook in het gerechtelijke milieu en dat van de Staatsveiligheid.”

Nu moet de naam Paul Vanden Boeynants vallen.

“Allee, we gaan het wel serieus houden, hè. Dat is nu echt een dooddoener: als we niet meer weten wie het gedaan heeft, kun je het nog altijd op VDB steken. Er wordt dan gezegd dat Vanden Boeynants meedeed aan orgieën. Ik heb hem nooit anders gekend dan als geheelonthouder. Die dronk geen druppel alcohol. (grijnst) Om aan een orgie mee te doen is dat toch een handicap, neen?”

Had de Bende van Nijvel in haar opzet kunnen slagen?

“De voedingsbodem creëren voor een staatsgreep? Welke staat zou je hier moeten grijpen? Begin er maar eens aan in België. (grijnst)”

De demilitarisering van de rijkswacht was uw werk. Omdat het een rechtse, staatsgevaarlijke club dreigde te worden?

(verstoord) “Met die termen kan ik niks. Voor sommige extreemlinksen ben ik ook rechts. Ben je rechts omdat je gesteld bent op openbare orde en omdat je die wilt handhaven? Het interesseert mij niet op welke partij soldaten of agenten stemmen, zolang ze de democratische rechtsstaat maar respecteren. Was het leger van de Spaanse republiek maar wat ‘rechtser’ geweest, dan waren ze niet in totale anarchie onder de voet gelopen door de buitengewoon gedisciplineerde troepen van de fascist Franco.”

Was de rijkswacht betrokken bij de Bende van Nijvel?

“Dé rijkswacht? Dat geloof ik niet. Dat er leden van de rijkswacht betrokken waren bij de Bende, dat lijkt nu stilaan vast te gaan staan. Maar is die ‘rekrutering’ van bendeleden dan via de rijkswacht gelopen? Dat is weer wat anders. Het onderlinge verband kan elders liggen. In schietclubs, in extreemrechtse kringen. De Bende heeft een overval gepleegd op een rijkswachtkazerne om aan wapens te raken voor hun raids. Dus wie zegt dat dé rijkswacht dit allemaal heeft uitgedacht en opgezet, vliegt zeer kort door de bocht.”

Wilfried Martens schreef in zijn memoires: ‘Een normvervaging tastte de veiligheidsdiensten aan in de jaren tachtig.’

“Dat hangt af van de normen van Wilfried Martens. De rijkswacht die ik aantrof, leefde volgens de regels die aangeleerd werden op de rijkswachtschool. Natuurlijk zaten er een aantal extreemrechtse sujetten binnen de rijkswacht. Alle pijlen worden nu plots op de elitegroep Diane gericht. Maar Bouhouche en Beijer zaten bij de BOB van Brussel. Vandaar dat ik zeg: niet te gauw meeroepen met het koor.”

Er was geen probleem met de werking van de politie?

“Toch wel. Juist daarom hebben we bij de rijkswacht en de gemeentelijke politie een nieuwe cultuur en een opleiding binnengebracht. In die periode werd je in Leuven nog agent omdat er een plaats open was en iemand in het schepencollege je naam op tafel legde. Als je door het medisch onderzoek kwam en groot genoeg – je moest 1,70 m meten – kon je beginnen. ’s Anderendaags kreeg je een armband en mocht je een week met een oude flik mee door de stad lopen. In die week bestelde men dan een uniform. En de week daarna liep je zelf door de stad, in uniform en met een wapen. Meestal waren die agenten daar zelf nog bang voor.”

U blijft mild voor de rijkswacht. Toch moest u in 1998 zelf opstappen op Binnenlandse Zaken na de dood van Sémira Adamu, omdat de rijkswacht-top geen vin verroerde. Ook daar: geen verantwoordelijkheid.

“Daar vergist u zich. Ik had uiteraard rechtstreeks niets te maken met de dood van dat meisje, maar ik was de politiek verantwoordelijke. Voor mij was het vanzelfsprekend dat ik zelf zou opstappen. En dat ontslag maakte het mogelijk dat er ook verderop in de ketting sancties genomen konden worden. Dat is gebeurd.”

Vindt u het een goed idee om militairen permanent op straat te zetten in de grote steden en zo de facto een nieuwe rijkswacht te creëren?

“Absoluut niet. Als je vindt dat de bevolking beter beschermd moet worden, werf dan meer politie aan. Met die soldaten op straat creëer je wel een sfeertje: ‘’t Is erg hè mensen, terreur! We worden bedreigd!’ Je houdt daarmee de angst in stand. Wat sommigen waarschijnlijk goed uitkomt. En langs de andere kant toon je: kijk eens wat voor dikke bicepsen ik heb.”

“Iedere minister van Binnenlandse Zaken zou het vandaag waarschijnlijk heel interessant vinden om militairen op straat te zetten. Maar de moed bestaat er niet in om een stad propvol gewapende soldaten te zetten. De moed bestaat erin die soldaten daar weg te halen als ze niet meer nodig zijn.”

Volgens de regering hebben ze hun nut al bewezen.

“Electoraal is dat natuurlijk lonend. Je jaagt de mensen eerst angst aan, en dan zeg je: ‘Ik bewaak jullie, want je bent bang.’ Terwijl goed bestuur betekent dat je de mensen die angst uit hun hoofd praat en in plaats daarvan meer geld uittrekt voor de aanleg van bijvoorbeeld fietspaden. In een aantal steden vallen daar meer doden mee dan door terrorisme.”

Kan er morgen een nieuwe Bende van Nijvel opduiken? En zal die weer vrijuit gaan?

“Zet vijf fantasten samen en die kunnen opnieuw veel miserie veroorzaken. Wat dat betreft verschilt de nieuwe terreur niet zo veel van de oude.”

“België is niet hocus pocus een perfect land geworden. Een kalasjnikov koop je naar het schijnt zo op de zwarte markt. Als een bende daarmee dood en verderf wil zaaien, kan dat ook nu nog. Of ze vrijuit gaan of niet hangt af van de wil om ze te vangen. Dat is niet veranderd sinds de jaren 80.”

Bron » De Morgen

Bende van Nijvel: CD&V wil voorstel spijtoptanten opnieuw op tafel

Nu het parket zich volop richt op de rol van de Rijkswacht en Groep Diane in het dossier van de Bende van Nijvel, wil CD&V het voorstel voor spijtoptanten opnieuw op tafel leggen. Ook SP.A vindt de tijd gekomen om een regeling voor spijtoptanten uit te werken. ‘Op die manier kan de waarheid in de toekomst gemakkelijker aan het licht komen’, zegt CD&V-kamerlid Servais Verherstraeten.

Het onderzoek naar de Bende van Nijvel zit opnieuw in een stroomversnelling nu de puzzelstukken over Christaan Bonkoffsky, de zogenaamde ‘Reus’ van de Bende van Nijvel, in elkaar lijken te vallen. Bonkoffsky was tevens lid van de rijkswacht en Groep Diane, de elite-eenheid van de rijkswacht die na de aanslag tijdens de Olympische Spelen van 1972 werd opgericht. Het parket richt nu haar pijlen op de eventuele betrokkenheid van andere leden van de rijkswacht of groep Diane.

Volgens criminoloog Paul Bonsaers is het nu vooral van cruciaal belang om hen aan het praten te krijgen. ‘Hoewel alles erop wijst dat Bonkoffsky inderdaad de “Reus” is, weten we maar amper iets over de relatie die hij met de andere rijkswachters of leden van de voormalige Groep Diane onderhield. Waren zij bij de overvallen betrokken of knepen ze een oogje toe? Men moet hen er in ieder geval proberen te overtuigen dat praten met de onderzoekers niet gelijkstaat aan verraad plegen. Meewerken aan een onderzoek hoeft niet noodzakelijk een schaduw te werpen op de organisatie waar ze deel van hebben uitgemaakt’, aldus Bonsaers.

Om onder meer het omerta binnen de Rijkswacht en Groep Diane te doorbreken acht Servais Verherstraeten (CD&V) de tijd gekomen voor een regeling voor spijtoptanten. ‘Zowel de publieke opinie als de slachtoffers hebben recht op de waarheid. Met een nieuwe regeling voor spijtoptanten kunnen we de weg naar de waarheid plaveien. Dat geldt overigens niet enkel voor dit dossier’, aldus het kamerlid. De onderzoeksrechters proberen intussen alle voormalige collega’s van Bonkoffsky in Groep Diane te contacteren.

Het is niet de eerste keer dat de partij met een gelijkaardig idee op de proppen komt. Vorig jaar in maart stelde kamerlid Raf Terwingen (CD&V) al een regeling voor die spijtoptanten moest aanzetten om bruikbare informatie aan het gerecht te geven. ‘Sommige criminelen willen wel met bruikbare informatie naar buiten treden, maar durven dat uiteindelijk niet omdat ze dan zelf vervolging riskeren’, zei hij toen. De timing van het voorstel kwam echter ongelukkig, aangezien twee weken later de terroristische aanslagen in Zaventem en Maalbeek plaatsvonden.

Het voorstel is echter geen gratuite vrijgeleide voor spijtoptanten. ‘De regeling blijft een uitzonderlijke gunst, een laatste redmiddel. Informatie die de verdachte in kwestie verschaft moet natuurlijk in verhouding staan met het misdrijf dat hij pleegde’, zei Terwingen.

Verherstraeten, die zelf ook in de laatste onderzoekscommissie naar de Bende van Nijvel zetelde, ziet in de recentelijke onthullingen over de ‘Reus’ een nieuwe kans om te onderzoeken wat er meer dan dertig jaar geleden écht is gebeurd. ‘We moeten nu bekijken op welke manier en hoeveel manschappen er nodig zijn om deze nieuwe piste grondig te onderzoeken. De procureurs-generaal moeten bepalen op welke manier dat moet gebeuren’, zegt Verherstraeten.

Ook SP.A is alvast voorstander voor een regeling voor spijtoptanten. ‘Al in november 2016 stelden onderzoekers de vraag om een regeling voor spijtoptanten uit te werken”, zegt Kamerlid en lid van de commissie Justitie Annick Lambrecht. ‘Er is geen reden om nog langer te wachten nu er nieuwe ontwikkelingen zijn in het dossier van de Bende van Nijvel. De huidige omstandigheden nopen dat het parlement zijn volledige medewerking verleent om zich de volgende dagen grondig te buigen over het wetsontwerp dat het wettelijk kader invoert voor de spijtoptanten’, klinkt het.

‘Er leven wellicht nog mensen die nog belangrijke informatie hebben en zij kunnen nuttige tips voor het onderzoek leveren. Enkel mensen die op een of andere manier betrokken waren bij de feiten, kunnen nuttige tips geven’, aldus Lambrecht.

Bron » Knack