Boekvoorstelling ‘De Laatste Leugen’: “Ik was geheim agent voor de Sovjets”

Wie een boek schrijft over zichzelf is de held van zijn eigen verhaal. Robert ‘Bob’ Beijer is een van die legendarische figuren uit de jaren tachtig, de Belgische jaren van lood. De ex-rijkswachter en ex-topgangster geeft in zijn memoires een overzicht van zijn carrière en levert meteen een verklaring voor zijn criminele daden. Hij moest naar eigen zeggen de rijkswacht ondermijnen en belachelijk maken in opdracht van zijn meesters: de geheime dienst van de Sovjet-Unie.

Wat is waarheid en wat is verzinsel? Met Beijer, een grootmeester in manipulatie en desinformatie, weet je het nooit. Ook al doet hij nu een boekje open, zelfs dan is de kans groot dat hij alweer iedereen bij de neus neemt. Beijer beschrijft gedetailleerd een aantal operaties waaraan hij zelf heeft deelgenomen, zoals de fameuze wapendiefstal bij de groep Diane of de aanslag op majoor Vernaillen, maar echte onthullingen blijven achterwege.

Namen van andere daders noemt hij niet, tenzij die van zijn kompaan Madani Bouhouche. Die is dood en zal hem niet meer tegenspreken. Andere operaties die nog niet bekend zijn, blijven onbekend. Het motto dat Beijer het boek heeft meegegeven stemt tot nadenken: “De waarheid is niet meer dan de laatste leugen die nog niet ontmaskerd is.”

Ontmoeting met Russische schaakspelers

Het begint al met zijn naam. Beijer is de naam van zijn pleegvader, een vishandelaar-traiteur in Schaarbeek. Tijdens een spelletje schaak in het Brusselse café Greenwich vertellen twee onbekende Russen de op dat moment 18-jarige scholier dat zijn vader niet zijn echte vader is.

Van zijn moeder verneemt Beijer vervolgens dat zijn biologische vader een Duitstalige man uit Luxemburg was, die in het begin van de jaren vijftig in Brussel aan de ULB journalistiek studeerde en overleed aan een maagzweer. Een jaar later verneemt Beijer van dezelfde Russische schaakspelers, die zich nu voorstellen als geheim agenten van de Sovjets, dat zijn biologische vader eigenlijk een officier was van de GRU, de militaire inlichtingendienst van de Sovjet-Unie.

Door wie en voor wie Beijer werd gerekruteerd, laat hij in het midden: de KGB, de GRU of nog een andere dienst? Voortaan spreekt hij over zijn Meesters. Die willen dat hij voor de Staatsveiligheid of de rijkswacht gaat werken. “Ik ga me anders voelen dan de anderen, die ik observeer, met wie ik dagelijks omga, met wie ik praat. Ik zal me zachtjesaan bewust worden van het extreme genot van het weten – ik weet dingen waarvan al deze imbecielen zelfs geen weet hebben – en de macht die daaruit voortvloeit.”

Beijer vertelt in vage termen over korte opleidingsreizen naar de Sovjet-Unie, via Joegoslavië: “Vanaf mijn eerste verblijf werden me woorden ingehamerd en voor altijd in de hersens gegrift, woorden die ik me eigen moest maken in alle omstandigheden, zelfs en ook in mijn slaap: discretie, onzichtbaarheid, nooit opvallen, versmelten in de massa, geen afgunst noch medelijden opwekken. Grijs worden, reukloos, smaakloos, onopgemerkt voorbijgaan maar toch overal aanwezig zijn. Eén enkel doel, één enkel ordewoord: op discrete wijze het systeem van binnenuit ondermijnen.”

Boekentas vol geheimen

Als rijkswachter komt Beijer terecht op de sectie Info van de BOB, de recherche in burger. “Van mijn verblijf op deze sectie profiteer ik ook om bij me thuis een klein fotolaboratorium te installeren, waar een groot aantal dossiers zullen passeren. Op het einde van de dag, terwijl mijn collega’s uitvoerig hun keel smeren in de kantine, maak ik op mijn gemak een selectie van de meest interessante dossiers. Er gaat geen avond voorbij of ik ga naar huis met een boekentas vol met kleine geheimen.”

Soms leent Beijer bepaalde dossiers uit aan collega-BOB’er Bouhouche. Die dossiers komen, zoals later blijkt, terecht bij het neonazistische Westland New Post. “Had Bouhouche misschien een of andere missie?”, vraagt Beijer zich af. “Werkte hij voor rekening van andere Meesters?” De samenwerking met Bouhouche gaat nog verder. Ze beginnen samen wapens en auto’s te verzamelen en onderduikadressen en garageboxen. Kortom, ze leggen de logistieke basis voor een clandestiene organisatie. Ze hebben ook een “oorlogskas” nodig. Met de hulp van een handlanger, die zich verkleedt als rijkswachter, stelen ze 50.000 euro uit de griffie van de Brusselse rechtbank.

Ze plegen ook een aantal kleine bankovervallen en stelen pistolen in de fabriek van FN. Met welk doel ? Beijer: “In het kader van mijn bredere opdracht is het mijn bedoeling om de geesten wakker te schudden en verwarring te scheppen binnen een instelling die een arrogantie tentoonspreidt die niet in verhouding staat tot haar middelmatige resultaten. Mijn objectief is duidelijk: de Rijkswacht, die zo bezorgd is om haar kwaliteitsimago, destabiliseren en in diskrediet brengen.”

Bom in auto BOB

Hun eerste actie is een bom plaatsen in een auto van de BOB. De nodige explosieven stelen ze in een steengroeve. Daarna wordt “met de hulp van vrienden die elkaar niet kenden en van wie sommigen niet wisten waarvoor ze moest dienen” een bom gefabriceerd. Het tuig wordt in een Peugeot 404 van de BOB geplaatst, in de kazerne aan de Leuvenseweg in Brussel. De aanslag mislukt gedeeltelijk. Enkel het ontstekingsmechanisme ontploft, niet de lading zelf.

“Hoe dan ook zelfs al is de bom niet ontploft met zoveel gedruis als we hadden voorzien, het objectief is toch bereikt. De BOB staat in rep en roer en de Rijkswacht staat op zijn kop. Uiteindelijk ontstaat er geleidelijk een klimaat van wantrouwen en psychose in de rangen van de Rijkswacht. Iedereen begint zijn buurman te wantrouwen. De verwarring is des te groter omdat België in die periode ten prooi is aan tragische gebeurtenissen. De Rijkswacht lijkt de enige instelling die nog min of meer correct functioneert. In die periode ziet de Rijkswacht zichzelf als almachtig en droomt het korps ervan om de Staatsveiligheid te overvleugelen op het gebied van het politieke inlichtingenwerk.”

Operaties van ‘zijn’ groep

In de volgende hoofdstukken beschrijft Beijer gedetailleerd de volgende operaties van ‘zijn’ groep. Een paar weken na de bom volgt de aanslag op rijkswachtmajoor Herman Vernaillen, die in zijn woning in Affligem onder vuur genomen wordt door een commando van vier man, onder wie Beijer, Bouhouche en iemand die de ‘Kongolees’ wordt genoemd.

Het plan bestond erin om naar de woning van de majoor te gaan, te wachten tot hij de deur zou opendoen, hem neer te schieten en te vertrekken. Niets meer, niets minder. En zonder zichtbaar motief. Zonder enig motief, om eerlijk te zijn. Vernaillen en zijn echtgenote raken zwaargewond. De volgende dag gaat Beijer doodleuk naar zijn werk op de sectie Info.

Overval op luchthaven Zaventem

“Mijn objectief is duidelijk: de Rijkswacht, die zo bezorgd is om haar kwaliteitsimago, destabiliseren en in diskrediet brengen.”

Dan volgt de al even spectaculaire wapendiefstal bij het Speciaal Interventie Eskadron, de prestigieuze antiterreureenheid van de rijkswacht. Ook die operatie wordt uitgevoerd door vier man: Beijer, Bouhouche en twee onbekenden. De buit is een indrukwekkende hoeveelheid gesofistikeerde wapens. En ten slotte is er de overval op de luchthaven van Zaventem. Volgens Beijer was het echte doel van die operatie het onderscheppen van een Belgische diplomatieke valies, die afkomstig was uit Moskou en die nadien “werd bezorgd aan de rechtmatige eigenaar”.

De diefstal van een lading kostbaarheden, zoals goudstaven, muntstukken, industriële diamant en twaalf genummerde Cartierhorloges, diende volgens hem enkel “als wisselgeld” om de uitvoerders te betalen. Beijer geeft een uitvoerige beschrijving van de voorbereiding van de operatie, maar beweert zelf niet te hebben deelgenomen aan de actie. Bouhouche had volgens Beijer de leiding op het terrein over een commando van vier niet bij naam genoemde mannen. De daders waren als rijkswachters verkleed en gebruikten een als rijkswachtvoertuig vermomde Ford Taunus.

Francis Zwarts

Bij die operatie valt een dode: Sabena-veiligheidsagent Francis Zwarts. “Zonder rekening te houden met wat was afgesproken nam Bouhouche nochtans het initiatief om hem uit te schakelen, om redenen die ik niet ken. Toen ik later vernam wat er was gebeurd, zou dat een heftige ruzie tussen ons veroorzaken. Ik vond het een nutteloze daad,” aldus Beijer.

Volgens Beijer zou Bouhouche de veiligheidsagent in de autokoffer van de Taunus hebben gelegd, geboeid maar levend. In de koffer zou hij geslagen zijn met zijn eigen dienstwapen. De Taunus werd verstopt en het lichaam van Zwarts zou gedurende twee of drie dagen in de auto hebben gelegen. Bouhouche en ten minste een van zijn acolieten zouden dan de begeleider hebben neergeschoten en begraven in de buurt van een verlaten fabriek langs het kanaal van Willebroek.

Staatsveiligheid op feestje Beijer

Met die acties op zijn palmares neemt Beijer begin jaren tachtig ontslag uit de rijkswacht. Hij “zoekt naar een manier waarop ik opnieuw nuttig kan zijn voor mijn Meesters” en begint samen met Bouhouche het privédetectivebureau en/of de privé-inlichtingendienst Agence de Recherches et d’Informations. Eén van de specialiteiten van het kantoor is het illegaal aftappen van telefoongesprekken. Volgens Beijer duiken op het opstartfeestje van ARI twee topmannen van de Staatsveiligheid op: Albert Raes, de toenmalige grote baas, en zijn medewerker Christian Smets.

“Ze doen ons een voorstel. Ze willen voortaan een beroep doen op professionelen, die in ‘onderaanneming’ bepaalde operaties voor hen kunnen doen. In ruil zijn ze bereid alles te leveren wat we nodig hebben voor onze activiteiten.” Beijer geeft ook enkele voorbeelden van dergelijke opdrachten, die volgens hem in opdracht van de Staatsveiligheid plaatsvonden. Raadselachtig voegt hij eraan toe: “Sommige van mijn min of meer geheime activiteiten worden op deze bladzijden beschreven, andere zaken kunnen nog niet worden verteld. Ze vervolledigden het ‘oeuvre’ dat ik als rijkswachter had opgebouwd. Wij (en dan vooral Bouhouche) kregen soms het gevoel dat we behoorden tot een superieure kaste, die bijna ongestraft van België zijn speeltuin kon maken.”

In het nauw gedreven

Eind jaren tachtig raakt Beijer voor het eerst in het nauw. Bouhouche is inmiddels aangehouden wegens mogelijke betrokkenheid bij de moord op FN-wapenhandelaar Juan Mendez en zit drie jaar in voorlopige hechtenis. Beijer wordt aangepakt voor zijn illegale telefoontaps. Het duo wordt bovendien meer en meer in verband gebracht met de Bende van Nijvel, het gerecht zit hen op de hielen. Ook Beijer moet acht maanden voorlopige hechtenis uitzitten.

Maar nadat ze allebei weer op vrije voeten zijn, slaan ze opnieuw een slag. Deze keer overvallen ze een Libanese diamantair in Antwerpen, volgens Beijer in opdracht van twee leden van de ambassade van de Sovjet-Unie in Parijs. De operatie verloopt catastrofaal: diamantair Ali Suleiman is niet alleen thuis en verweert zich. Het komt tot een gevecht in regel, waarbij een dode en gewonden vallen.

Op de vlucht

Vanaf dat moment is de rol van Beijer uitgespeeld. Hij slaat op de vlucht, eerst naar Spanje, dan naar Paraguay en Brazilië, en ten slotte naar Thailand en Vietnam. Zowel in Rio de Janeiro als in Parijs gaat Beijer naar eigen zeggen hulp zoeken op de Sovjetambassade, maar telkens komt hij van een kale reis thuis. “Ik stuit op een muur van onbegrip. Het is heel simpel: niemand kent me, ik besta niet. Nochtans heb ik in hun opdracht gewerkt in de Antwerpse zaak. Of niemand kent me niet meer. Ik ben onzichtbaar geworden.”

Bron » Apache

Wet voor bijzondere methoden inlichtingendiensten goedgekeurd

De Senaat heeft de BIM-wet definitief goedgekeurd. Dat is het wetsontwerp over de methoden voor het verzamelen van gegevens door de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. De Senaat stemde daarmee in met de wijzigingen die de Kamer aanbracht aan de tekst die eerder in de Senaat was goedgekeurd. Dat gebeurde met 46 stemmen voor – meerderheid, Vlaams Belang en FN – elf tegen – groenen, sp.a en N-VA – en één onthouding van LDD.

Hugo Vandenberghe, hoofdindiener van het wetsvoorstel, wees erop dat België weliswaar als laatste land van de Europese Unie een wettelijke regeling heeft om de bestaande gevaren te bestrijden, “maar we beschikken wel over beste rechtsbescherming voor de burger”.

De wet biedt volgens hem vier waarborgen voor de individuele rechten en vrijheden. In de eerste plaats gaat het over de wettelijkheid: enkel de middelen in de wet vermeld kunnen worden toegepast. Advocaten en journalisten krijgen extra bescherming.

De wet voorziet voorts een procedure die door de inlichtingen- en veiligheidsdiensten gevolgd moeten worden, afhankelijk van het feit of men beroep doet op gewone, speciale of uitzonderlijke middelen. De twee laatste middelen staan onder toezicht van een bijzondere commissie.

De wet voorziet ook een bijkomend toezicht door het comité I, belast met het toezicht op de inlichtingendiensten. Tijdens de commissiewerkzaamheden had de minister van Justitie, Stefaan De Clerck, benadrukt dat het ministerieel comité voor inlichtingen en veiligheid moet motiveren waarom het bepaalde stukken (tijdelijk) niet meedeelt. Tenslotte zijn ook waarborgen ingebouwd voor informatie die door de inlichtingendiensten aan het parket wordt overgemaakt.

Bron » De Morgen

Kamer zet licht op groen voor bijzondere methoden inlichtingendiensten

De Kamer heeft de zogenaamde BIM-wet goedgekeurd. Het wetsontwerp regelt de gewone en bijzondere methoden die de inlichtingendiensten – de Staatsveiligheid en de militaire inlichtingendienst ADIV – mogen hanteren om gegevens te verzamelen. De stemming verliep meerderheid tegen oppositie. De sp.a onthield zich.

Het gaat onder meer over telefoontap, het doorbreken van het briefgeheim of het hacken van computers. De politie kan dat vandaag onder bepaalde voorwaarden al doen.

De oorspronkelijke tekst is een wetsvoorstel van CD&V-senator Hugo Vandenberghe. Hoewel de Kamer niet raakte aan de grote lijnen van de tekst, amendeerde ze het ontwerp wel op een aantal plaatsen. Daardoor verhuist het nu opnieuw naar de Senaat.

Bron » De Morgen

Gerecht kan fictieve spionnen en zieke baron niet veroordelen

Als een beschuldigde ziek is, wordt zijn proces tijdelijk opgeschort. En de 69-jarige Benoît baron de Bonvoisin (BdB) is zwaar ziek ten gevolge van een hersenbloeding, zo heeft een wetsdokter in april vastgesteld. Hij zal later voor een rechter moeten verschijnen. Zijn ‘partners in crime’ zijn echter wel al veroordeeld. De Werktitel kon het vonnis inkijken en moest onwillekeurig aan het oeuvre van misdaadauteur John Le Carré denken.

Onderzoeksrechter Pierre Lambeau verslikte zich in zijn ochtendkoffie toen hij op 19 mei 1981 hoorde dat De Morgen die dag een ‘nota van de Staatsveiligheid’ had afgedrukt. Daarin werd BdB aangeduid als de financier van een extreem rechtse knokploeg en een dito maandblad. Op verzoek van het Zwitserse gerecht voerde Lambeau al enige tijd een onderzoek naar een obscuur Brussels bedrijfje waarachter BdB schuilging.

De onthulling maakte ophef. De baron gold als een man van eer. Hij was een telg uit een steenrijke familie met belangen in de Société Générale, ’s lands grootste holding. BdB bewoog zich in een francofoon milieu van mensen met fikse hoeveelheden geld, vaak frauduleus beheerd, en gespierde opvattingen over politiek. Ook Jean-Claude Leys vertoefde destijds geregeld in die biotoop. Hij ruilde het zakenleven voor de magistratuur en beheerde er als onderzoeksrechter het KB Lux-dossier.

De baron was schatbewaarder-fondsenwerver van het Centre Politique des Indépendants et des Cadres Chrétiens (CEPIC), de rechtervleugel van de Parti Social Chrétien (PSC, het huidige cdH). Boegbeeld Paul Vanden Boeynants (VdB), gewezen premier en minister van Defensie, had zich als een vader ontfermd over de jongere baron. VdB was tegelijk de handelaar in vleesproducten naar wie diezelfde Lambeau een onderzoek had gevoerd wegens fiscale fraude, met een veroordeling als sluitstuk.

De baron stapte naar de rechter. Die kwam tot de vaststelling dat de nota die De Morgen had onthuld, en die eigenlijk bedoeld was voor het parlement, op het kabinet van toenmalig minister van Justitie Philippe Moureaux (PS) was samengesteld. Weliswaar op basis van gegevens van de Staatsveiligheid, maar die werden niet altijd correct overgenomen. De nota stoelde ook op inlichtingen van de Brusselse politie. De baron heeft evenwel nooit klacht ingediend tegen de verantwoordelijken van dat korps.

In de lente van het jaar 1995 lag de baron nog altijd in de clinch met het gerecht wegens financieel geknoei. Ter verdediging schreef zijn advocaat een brief naar de Brusselse procureur des Konings. Daaraan was de uitgeschreven tekst gehecht van een telefoongesprek tussen Albert Raes, voormalig baas van de Staatsveiligheid, en Christian Amory. Die ex-rijkswachter was in de problemen gekomen door zijn relatie met twee ex-collega’s bij de Brusselse Bewakings- en Opsporingsbrigade (BOB): Madani Bouhouche en Robert Beijer. Het tweetal verscheen voor de rechter wegens moord, afpersing en ander fraais. Hun namen zijn ook herhaaldelijk genoemd in het dossier van de Bende van Nijvel.

Amory werd vrijgesproken. Na het uitzitten van een zware straf verhuisde Bouhouche naar de Franse Pyreneeën, waar hij eind 2005 om het leven kwam door een dwaas ongeval. Beijer publiceert binnenkort zijn memoires. Ondervraagd door het gerecht bekende Amory dat het voor Raes bezwarende telefoongesprek nooit had plaatsgevonden. Hij had het uit zijn duim gezogen. De uitgetikte tekst was dus een vervalsing. Bovendien zei Amory dat hij dat had gedaan op verzoek van BdB, die hem in ruil een job als bodyguard van Mobutu had voorgespiegeld.

De advocaten van BdB overhandigden in 1995 nog andere documenten aan het gerecht. Die moesten aantonen dat de baron het slachtoffer was van een complot van magistraten, onder wie de substituut die zijn financiële geknoei behandelde, en “KGB-agent Albert Raes”. Auteurs van de documenten waren onder andere de agenten Hoffer van de CIA-antenne in Brussel en Coorey van het Amerikaanse National Security Agency (NSA). De advocaten boden ook een rapport, daterend van 12 april 1989, aan van de Britse geheim agent David Mullican.

Die identificeerde zich als de verantwoordelijke voor de debriefing van Alexander Vialavitch van de afdeling K van de KGB. Vialavitch werkte op de Sovjet-Russische ambassade in Londen, maar liep over naar het andere kamp. Volgens Vialavitch zou Raes 1.100.000 dollar (766.000 euro) hebben gekregen van de KGB. Dat bedrag zou gestort zijn op rekeningnummer 34598 bij de Banque International in Luxemburg op naam van Marc Rothiert.

Het onderzoek toonde evenwel aan dat de genoemde spionnen niet bestaan en dat hun rapporten fake zijn, zoals de telefoontranscriptie van Amory. BdB weigerde de herkomst van de documenten te onthullen. Zijn broer Pierre, die kopies ervan in bewaring had, werd wegens medeplichtigheid in verdenking gesteld. Omdat hij vreesde het slachtoffer te worden van de strapatsen van zijn broer Benoît vertelde hij dat de documenten geleverd waren door Eric Van de Weghe, een politie-informant. Gewéést, want onbetrouwbaar. In het verleden pakte hij graag uit met zijn ‘goede’ relatie met onderzoeksrechter Leys, maar dat doet nu niks ter zake. Zijn strafblad is niet vlekkeloos.

Zo is hij in januari van dit jaar nog veroordeeld wegens oplichting. Om zijn geloofwaardigheid tegenover de baron te bewijzen bracht Van de Weghe zelfs per helikopter, en vergezeld van zogezegde Amerikaanse agenten, een bezoek aan BdB in het familiekasteel in het Waalse Maizeret. De baron verklaarde aan het gerecht dat hij voor de documenten van Van de Weghe méér dan 1,5 miljoen Belgische frank (37.500 euro) had betaald, maar kon daar geen enkel bewijs van voorleggen.

Het onderzoek in deze zaak is gestart in 1995. Tijdens de zitting van de correctionele rechtbank van 23 september 2009 verklaarde de openbare aanklager dat de baron enkel de bedoeling had om de reputatie te besmeuren van magistraten en hoge functionarissen zoals voormalig chef van de Staatsveiligheid Albert Raes. Vorige maand, op 10 november, zijn Amory en Van de Weghe, de handlangers van de baron, veroordeeld tot respectievelijktwee en zes maanden effectieve celstraf. Bovendien moeten ze elk 4.000 euro morele schadevergoeding betalen aan Raes. Beiden zijn in beroep gedaan.

Meermaals heeft baron de Bonvoisin, zoals in andere zaken, geprobeerd dit proces op de lange baan te schuiven om zo de verjaring af te dwingen. De rechtbank heeft dat afgeblokt omdat de baron in de zomer van 2007 nog zelf naar de nepdocumenten verwees. Maar het blijft dus wachten tot de baron genezen is voor er een uitspraak komt.

Bron » Apache

Staatsveiligheid mag woningen binnendringen

De Kamercommissie Justitie keurde dinsdagavond de BIM-wet goed. Daardoor krijgen de “spooks” van de staatsveiligheid en de militaire veiligheid hun bijzondere inlichtingenmethoden.

De nieuwe wet maakt het mogelijk dat de “spooks” ongemerkt binnendringen in woningen, nepbedrijven oprichten om informatie over terrorisme of economische spionage in te zamelen, telefoons afluisteren, computersites hacken en post openen.

Dit alles onder strikte controle van een commissie van rechters én het Comité I. De Kamercommissie Justitie keurde de wet dinsdagavond goed. Ze werd al eerder door de Senaat gestemd.

Bron » Gazet van Antwerpen