Wapenhandelaars eisen miljoenen euro schadevergoeding – Hof van beroep spreekt zaakvoerders vrij

Wapenhandelaars Leon en Ludwig Ivens uit Sint-Niklaas eisen van de overheid een schadevergoeding van maar liefst 2,5 miljoen Euro. Zes jaar geleden werden ze beticht van illegale wapensmokkel en het leveren van 8.500 FAL-geweren aan het Belgische en Nederlandse misdaadmilieu. Het Brusselse gerecht nam die geweren in beslag en de Oost-Vlaamse provinciegouverneur Balthazar sloot meteen de wapenwinkel. De vergunning van de wapenhandelaars werd onmiddellijk ingetrokken. Maar het hof van beroep in Brussel sprak de zaakvoerders nu vrij.

Er zijn geen bewijzen gevonden van wapensmokkel en banden met de georganiseerde misdaad. Het gerecht moet na zes jaar de in beslag genomen geweren teruggeven en de wapenhandelaars claimen een schadevergoeding van vele miljoenen euro. Ze willen ook de Brusselse speurders die destijds het onderzoek leidden voor de rechter dagen wegens laster en eerroof. In mei 1997 viel de toenmalige BOB uit Brussel binnen in de wapenwinkel The Chapel aan Vijfstraten in Sint-Niklaas. De zaakvoerders Leon en Ludwig Ivens werden uren op de rooster gelegd en in een loods vonden de speurders een enorme hoeveelheid oorlogswapens. In totaal werden 8.674 FAL-geweren in beslag genomen.

Georganiseerde misdaad

De BOB riep de hulp in van het leger en met militaire vrachtwagens werden de wapens weggevoerd naar de legerbasis in Bertrix. De actie was een uitloper van een gigantisch onderzoek naar wapenzwendel. Al in juni 1996 namen de speurders bij wapenhandelaar Francis Vanhee uit Luik een grote hoeveelheid wapens in beslag. Die zouden volgens het onderzoek gebruikt zijn bij overvallen op geldtransporten. Vanhee zou ook duizenden oorlogswapens met valse uitvoervergunningen illegaal verkocht hebben aan spookfirma’s op Gibraltar. Hij werd daarvoor veroordeeld tot drie jaar cel. Een groot aantal van Vanhees wapens leidde de speurders uiteindelijk ook naar Ludwig Ivens uit Sint-Niklaas.

Het Brusselse gerecht vermoedde dat Ivens de FAL-geweren aanvankelijk wou verkopen aan Servische milities. Hij zou ook 1.500 geweren clandestien hebben geleverd aan het Belgische misdaadmilieu. ,,Toen de speurders in 1997 binnenvielen waren ze er zeker van dat ik 1.500 geweren had laten verdwijnen. Maar toch telden ze bij de huiszoeking de lading niet na. Dat gebeurde na lang aandringen wel in Bertrix. Toen bleek al dat het Brusselse gerecht zich vergiste. De lading was compleet, maar de betichtingen werden nooit ingetrokken, zegt Ludwig Ivens.

Ivens zou ook verscheidene jaren oorlogswapens hebben geleverd aan de georganiseerde misdaad in Nederland. Dat bewijs zouden de speurders gevonden hebben tijdens een rogatoire opdracht in Amsterdam. Met als dekmantel bestemming Gibraltar en valse vergunningen van een Amsterdamse wapenhandelaar zouden de geweren verkocht zijn aan het Nederlandse misdaadmilieu. In het Amsterdamse atelier zouden de FAL-geweren vooraf voorzien zijn van geluidsdempers en valse fabricatienummers. Voor de wapens zou ook in Nederland een vals certificaat zijn ingediend van de republiek Jemen.

Bedoeld voor uitvoer

“Onzin”, zegt Leon Ivens. “De wapens kwamen uit Engeland en we kregen van de nationale proefbank in Luik een certificaat. Ze waren bedoeld voor uitvoer. De uitvoervergunning kwam rechtstreeks van de republiek Jemen. Maar de speurders trokken ook dat niet na. Zes jaar hebben we moeten wachten om gelijk te halen. Het hof van beroep in Brussel heeft ons uiteindelijk vrijgesproken. Maar het kwaad is geschied. Toen we beticht werden van illegale wapenhandel trok de provinciegouverneur onze vergunning in en moest de zaak dicht. We hebben zes jaar geen wapens kunnen verkopen en eisen nu van de Staat een schadevergoeding van 2,5 miljoen euro.

Volgens Ivens advocaat Luc Brees uit Antwerpen moeten alle in beslag genomen wapens zo snel mogelijk worden teruggeven aan de wapenhandelaars. Brees diende daarvoor al een verzoekschrift in bij de Brusselse procureur-generaal. “Wellicht zullen ze in december van het legerdepot in Bertrix terug naar Sint-Niklaas worden gevoerd”, zegt Brees.

De wapenhandelaars hopen dat de FAL-geweren nog in goede staat zijn. “De totale lading weegt zo’n veertig ton en is naar schatting een miljoen euro waard. Samen met de zes jaar dat we onze zaak moesten sluiten is een schadevergoeding van 2,5 miljoen euro wellicht niet te veel gevraagd”, aldus nog de twee Sint-Niklase wapenhandelaars.

Bron » Het Nieuwsblad

Nieuw spoor in moord van bedenker Saddams superkanon

Het Belgische gerecht heeft een nieuw spoor naar de moordenaar van de Canadese ingenieur Gerald Bull. Volgens een tip bevindt de doder van Bull, de in 1990 vermoorde ontwerper van het beruchte superkanon waarmee Saddam Hoessein ooit Israël van de kaart zou vegen, zich in Centraal-Amerika. De man is volgens de inlichting een scherpschutter van de Israëlische geheime dienst Mossad.

Enkele weken geleden vernamen de Belgische speurders uit joodse kringen in Centraal-Amerika dat de moordenaar van Gerald Bull zich daar zou bevinden. Als bewijs voegde de tipgever eraan toe dat de man een scherpschutter is van de Mossad en in het bezit is van een persoonlijk juweel van Bull.

Dat juweel sterkt de Belgische speurders in hun overtuiging dat de verdachte dringend moet worden opgezocht. Toen de Brusselse politie op 22 maart 1990 het lichaam van de pas vermoorde Gerald Bull onderzocht, werd dat juweel niet op hem teruggevonden. Zijn geld – 20.000 dollar – had hij nog wel bij zich.

De naasten van de doodgeschoten ingenieur zijn het erover eens dat Gerald Bull altijd en overal in het bezit was van het verdwenen juweel. Dus is het na de executie waarschijnlijk meegenomen door de doder of een lid van het moordcommando.

Het is niet de eerste keer dat de Israëlische geheime dienst Mossad als mogelijke opdrachtgever voor de moord wordt genoemd. Bull werkte eind de jaren ’80 voor Irak aan een project voor een superkanon, het Project Babylon. Saddam Hoessein droomde ervan vanuit de tientallen meters lange loop van “de dag des oordeels”, zoals het kanon uiteindelijk zou heten, raketbommen op Israël te kunnen afschieten en de joodse staat van de kaart te vegen.

Om dat snode plan te verijdelen zou de Mossad volgens de meest verspreide theorie leden van zijn moordcommando kidon (bajonet in het Hebreeuws) naar Ukkel hebben uitgestuurd om er Gerald Bull uit de weg te ruimen. Volgens Bulls zoon Michael wist zijn vader dat de Mossad achter hem aan zat.

Op donderdag 22 maart 1990 reed Monique Janine, de secretaresse van Bull, haar baas omstreeks 19.30 uur naar zijn woning in Ukkel. Bull, die pas 62 was geworden, woonde in een flat op de zesde verdieping van de residentie Minerva. Toen hij de sleutel in de deur stopte, doken twee mannen achter hem op. Ze vermoordden Bull met twee schoten in de nek en drie in de rug.

Meer dan twaalf jaar later is de moord nog altijd niet opgelost. De Brusselse speurders hopen op een doorbraak, nu voor het eerst een mogelijke dader bij naam is genoemd.

Bron » Het Nieuwsblad

Wapens via Justitie naar gangsters

Wapens die de Justitie in beslag laat nemen, komen nu soms opnieuw bij misdadigers terecht. Dat blijkt uit het ontwerp van nieuwe wapenwet. Daarmee maakt de minister van Justitie, Marc Verwilghen, een eind aan het doorverkopen van wapens die bij een misdrijf werden gebruikt.

“Het is de hoogste tijd dat we aan die praktijk paal en perk stellen”, zegt Verwilghens kabinetsadviseur, Alain Lescrenier. Als eerste substituut bij het parket van Charleroi kent hij het misdaadmilieu goed. Dit misdaadmilieu geraakte soms via het ministerie van Justitie aan wapens, erkende Lescrenier gisteren tegenover de redactie.

Dat gaat zo: wapens die politiemensen bij misdadigers in beslag nemen en die na een veroordeling door het gerecht worden verbeurdverklaard, komen opnieuw op de markt. Ze worden geregistreerd en via de Dienst Registratie en Domeinen openbaar verkocht, doorgaans aan wapenhandelaren – die er een lage prijs voor betaalden. Via die handelaren belandden de wapens soms opnieuw bij mensen met misdadige bedoelingen.

Kabinetsadviseur Alain Lescrenier: “Zo is er het geval bekend van een handelaar die 1.500 wapens kocht; 800 daarvan doken later weer op tijdens gerechtelijke onderzoeken.” Lees: zijn gebruikt bij een misdrijf.

De doorverkoop van inbeslaggenomen wapens dateert, volgens Lescrenier, uit de periode dat Melchior Wathelet minister van Justitie (1988-1994) was. Hij sloot hierover destijds een akkoord met de minister van Financiën. Het knelpunt is dat dit systeem geld opbrengt, zodat het zichzelf instandhoudt. Kabinetsadviseur Lescrenier: “Het is zelfs zo absurd dat Justitie moet betalen voor die (openbare) verkoop: ongeveer 1,4 miljoen frank per jaar.”

Justitie trekt nu zelf een toelage uit, om inbeslaggenomen wapens te laten vernietigen. Aan de doorverkoop van inbeslaggenomen wapens wordt met de nieuwe wapenwet een einde gemaakt, als het parlement met het ontwerp instemt. Lescrenier: “Ik heb liever dat we betalen om de wapens te vernietigen, dan dat we betalen om ze te laten verkopen, waarbij ze soms in de clandestiniteit terechtkomen.”

Het federale parlement bespreekt begin volgend jaar de nieuwe wapenwet. Het kabinet Justitie heeft naar eigen zeggen van geen enkele politieke partij negatieve reacties op het wetsontwerp ontvangen. Het ontwerp is op 14 december definitief door de kabinetsraad goedgekeurd.

Bron » De Standaard

Operatie ‘Wapens voor Kabila’ voor de rechtbank

Niet één maar vijf verdachten zullen zich in september voor de Brusselse rechtbank moeten verantwoorden voor een illegale wapenhandel ten gunste van wijlen Laurent-Désiré Kabila in 1997. Aanvankelijk werd enkel wapenhandelaar Marcel Sanders gedagvaard. Tegen het standpunt van het parket in, volgden echter nog meer dagvaardingen.

Op 13 mei 1997 werd op het nippertje een illegale wapenhandel opgerold in het Waasland. Het ging om 8.500 Fal-geweren uit Groot-Brittannië die bestemd waren om de Kongolese rebellenleider Kabila aan de macht te brengen (DM 14/05/97). De wapendeal ging niet door, maar er volgde wel een gerechtelijk onderzoek. En daarin moest Marcel Sanders in mei als enige betichte in Brussel voor een rechtbank verschijnen. Hij pleit onschuldig. Onlangs vroeg – en bekwam – zijn advocaat van de voorzitter de steun om ook alle andere vermeende daders, die in het dossier trouwens als zodanig vermeld staan, te dagvaarden.

Het gebeurt zelden dat een zetelende rechter ermee instemt om tegen de zin van het parket andere betichten aan een zaak toe te voegen. In september hervatten de debatten, dit keer met naast Sanders nog vijf medebetichten. Het verhaal van de mislukte poging om vanuit België in 1997 al Kabila in Kongo aan de macht te brengen zal dan ook grondiger aan bod komen.

Uit het dossier kan alvast worden opgemaakt dat alles tot in de puntjes geregeld was. Wapenhandelaar Leon Ivens uit Sint-Niklaas (inmiddels naar riantere oorden vertrokken) kocht eerst uit Britse stocks 8.500 Fal-geweren die hij opsloeg in een depot in het Waasland. Ivens weet van wanten. Hij is al vele jaren een bekende en beschermde internationale wapenhandelaar. Het wettelijk verplicht certificaat van de eindbestemming werd tijdens een bijeenkomst op de ambassade van Israël in Brussel geleverd door een Israëliër, na een contact met de financier van de operatie. Dat was volgens verklaringen in het strafdossier de Antwerpse diamanthandelaar Jozef De Roeck. Hij zou de wapens leveren aan de rebellen van Kabila. Ze dienden om de diamantmijnen onder de controle van Kabila te brengen, een noodzakelijke stap op weg naar Kinshasa.

Kabila zou, volgens het plan, de wapens met diamanten betalen. Als kandidaat-koper van de wapens bij Ivens in België dook Marcel Sanders uit Lokeren op, een man die al sedert jaren van alle markten thuis is en vijftien jaar geleden in de VS in de nor vloog in verband met wapenleveringen aan Iran in het kader van de beruchte Irangate-affaire. Sanders zegt dat hij in België ook ooit als getuige werd verhoord in de marge van de Agusta- en Dassault-smeergeldaffaires.

Sanders neemt al sedert enkele jaren geen blad voor de mond. Tegenover onze redactie verklaart hij zonder omwegen dat hij bij de plannen voor een wapenlevering aan Kabila “slechts in opdracht handelde” van De Roeck. Sanders beweert ook dat hij tijdens de bijeenkomst in de Israëlische ambassade een kopie kreeg van het certificaat van eindbestemming voor de 8.500 Fal-geweren.

In verband met de voorbereiding van de wapendeal werd er volgens Sanders wel twee keer vergaderd op de Israëlische ambassade in Brussel. Sanders zegt dat hij daar niet alleen De Rouck ontmoette, maar ook notoire wapenhandelaars als Jean Baugniet uit Brussel en André Braet van de Antwerpse firma Transamo namen daaraan deel. Transamo was destijds eveneens actief in de Irangate-affaire. Ook de patroon van het transportbedrijf Ziegler was volgens Sanders van de partij.

Hij spreekt verder van “een tweede ambassade in Brussel” en vermeldt een zekere Dimitri Orlof die zich uitgaf als militair attaché bij de Russische ambassade. Orlof zou de wapenlevering naar Kisangani organiseren. De wapens zouden dan vervoerd worden vanuit Rusland (via Cyprus en Marokko) door de firma Roma International Airfreight. De coördinatie van dat onderdeel werd toevertrouwd aan Baugniet, die voor de troepen van Kabila zelf ook nog grote laarzen leverde. De redactie slaagde er tijdens dit weekend niet in om De Roeck te bereiken.

Bron » De Morgen | Walter De Bock

Elk wapen in België moet ingeschreven zijn

De federale ministerraad keurde vrijdag een voorontwerp van nieuwe wapenwet goed. Die tekst vertrekt van het principe dat vuurwapens verboden zijn. Enkel de provinciegouverneur kan nog toestemming geven om daarvan af te wijken.

De nieuwe wapenwet, die de oude van 1933 moet vervangen, vormde het hoofdbestanddeel van een voor het overige nieuwsarme kabinetsraad. De minister van Justitie, Marc Verwilghen, kondigde aan dat “daarmee punt 26 van het veiligheidsplan van de regering wordt uitgevoerd, een essentieel punt in de strijd tegen de georganiseerde misdaad.”

De bedoeling van het voorontwerp, dat nog naar de Raad van State moet, is “de oude wet te verstrengen, te vereenvoudigen en efficiënter te maken”. Premier Guy Verhofstadt voegde daaraan toe: “zoals in al onze buurlanden al is gebeurd.”

De toestemming om een vuurwapen te bezitten wordt voortaan door de provinciegouverneur gegeven, in plaats van door de lokale politiecommissarissen. De toekenning is aan strenge voorwaarden verbonden:

  • de eigenaar moet meerderjarig zijn.
  • hij mag geen misdrijven op zijn kerfstok hebben.
  • hij moet een medisch attest kunnen voorleggen waaruit blijkt dat hij met wapens kan omgaan.
  • hij moet slagen in een proef.
  • er mag geen verzet zijn van mensen die met hem samenwonen.
  • hij moet een wettelijke reden opgeven.

Tot de redenen blijft de jachtvergunning behoren. Verwilghen benadrukte nog dat het oude onderscheid tussen oorlogswapens en wapens voor persoonlijk verweer verdwijnt. Ook een jachtgeweer wordt een vuurwapen als een ander.

Verkopers en leveranciers van wapens worden onderworpen aan voorwaarden van beroepsbekwaamheid, aan een strengere financiële controle en aan een deontologische code. Er komt ook een federale wapendienst bij Justitie, waarin afgevaardigden van Arbeid, Binnenlandse Zaken en Economische Zaken mee adviseren over het overleg met de sector en de belangengroepen, de invulling van de bekwaamheidsproeven, en de administratieve richtlijnen voor de gouverneurs.

Elk wapen in België moet voortaan geregistreerd zijn. Sommige wapens zijn voorbehouden aan de openbare macht. Wie zich schuldig maakt aan verkoop aan minderjarigen of aan illegale wapenhandel, riskeert voortaan straffen van minstens één jaar gevangenis.

Voor de bestaande wapens komt er een overgangsmaatregel. Zodra de wet over een half jaar of wat het Staatsblad gehaald heeft, krijgen de eigenaars zes maanden om zich in orde te stellen.

Bron » De Standaard