Zoek de familie, vind de dader: minister Van Quickenborne wil cold cases sneller kraken met nieuwe DNA-wet

Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) werkt aan een forse uitbreiding van de DNA-wetgeving. Hij wil het mogelijk maken dat justitie via grootschalig DNA-onderzoek op zoek gaat naar verre en dichte familieleden van onbekende daders. Inspiratie vond hij in het werk van een jonge DNA-onderzoekster.

Stel: een moordenaar heeft na zijn gruweldaad een DNA-spoor achtergelaten. Het wordt vergeleken met de stalen in de DNA-databank voor veroordeelden. Maar er zijn geen hits. Het staal wordt vergeleken met de verdachten in de zaak. Maar weer geen hits. In België stoot het DNA-onderzoek dan op zijn wettelijke grenzen. Maar in de toekomst zou het mogelijk worden een grote groep mensen in een stad of gemeente te vragen vrijwillig hun DNA af te staan. Vergelijking met het achtergelaten staal kan dan leiden naar verre of dichte familieleden van de dader, en zo een nieuw spoor naar de dader zelf worden

‘Verwantschapsonderzoek’ heet de onderzoeksmethode. Het is een techniek die in Duitsland en Nederland al verschillende keren met succes is toegepast. Maar de Belgische DNA-wetgeving laat zo’n onderzoek niet toe. Justitieminister Vincent Van Quickenborne werkt nu aan een wetsontwerp dat zegt onder welke voorwaarden het Belgische gerecht zo’n verwantschapsonderzoek wél kan uitvoeren in strafzaken. Hij wil het nog voor het einde van het jaar voorleggen aan de ministerraad en het dan begin volgend jaar naar het parlement brengen.

Doorbraak in cold cases

De grote hoop is dat die techniek een doorbraak kan forceren in enkele cold cases. Experts zijn er immers van overtuigd dat er dossiers bestaan waarin alle huidige onderzoeksmethodes uitgeput zijn, maar waarin een uitgebreid DNA-onderzoek wel tot een oplossing kan leiden.

Inspiratie haalde Van Quickenborne bij moleculair biologe Sofie Claerhout van de KU Leuven. Die pleit al enkele jaren voor verwantschapsonderzoek, vanuit haar onderzoek naar het Y-chromosoom. Dat stuk erfelijk materiaal wordt van vader op zoon doorgegeven. De rest van ons erfelijk materiaal vervaagt snel, omdat kinderen telkens een mix zijn van het erfelijk materiaal van hun ouders.

Maar dat Y-chromosoom wordt bijna onveranderd doorgegeven, waardoor het zelfs door verre neven wordt gedeeld. Daardoor wordt de kans op een beloftevolle match veel groter bij verwantschapsonderzoek. Met haar onderzoek won ze in 2021 de Vlaamse PhD-cup, een prestigieuze wedstrijd voor jonge wetenschappers. Haar geloof in de kracht van het Y-chromosoom om cold cases op te lossen, heeft ze ook neergeschreven in het boek Dader Onbekend, dat deze week verschijnt.

Niet als verdachte, maar vrijwillig

De Belgische justitie heeft nog maar weinig ervaring met grootschalige DNA-zoekacties. Vorig jaar gebeurde het wel in de zoektocht naar de moordenaar van “juf Mieke” Verlinden (59) uit Noorderwijk. De speurders vroegen toen aan een 150-tal vaders om DNA af te staan. Om dat juridisch mogelijk te maken, kregen die allemaal te horen dat ze “als mogelijke verdachte in aanmerking” kwamen. Een formulering die voor nogal wat commotie zorgde.

De nieuwe wet zou het voor justitie veel makkelijker maken, omdat mannen in een bepaalde gemeente of een bepaalde doelgroep kan worden gevraagd vrijwillig een DNA-staal af te staan. Niet omdat ze zelf verdacht worden. Maar om de onderzoekers te helpen.

Bron » Het Nieuwsblad

Chemie verraadt ouderdom van vingerafdrukken

Uit vingerafdrukken valt ook af te leiden wanneer een dader ze heeft achtergelaten. Met een voldoende precieze datering kunnen onder meer alibi’s van verdachten worden geverifieerd.

Behalve de identiteit van een dader kunnen de lijnenpatronen ­gevormd door onze vingertoppen ook helpen achterhalen wanneer een misdaad werd gepleegd. Zo kan de plaats delict worden verbonden met het tijdstip ervan. Een ouderdomsbepaling kan ook helpen om vingerafdrukken van verschillende mensen in de tijd te onder­scheiden. Een explosief kan bijvoorbeeld zowel sporen dragen van de bommenlegger als van de verkoper van de bomonderdelen. De ­afdrukken van de eerste zullen jonger zijn dan die van de laatste.

Migratie van moleculen

In 2015 kwamen scheikundigen van het Amerikaanse National ­Institute of Standards and Technology met een methode op de proppen om vingerafdrukken te dateren. Ze was gebaseerd op de migratie van de moleculen die de afdruk vormen, voornamelijk componenten van huidzweet, zoals vetzuren. Naarmate de tijd vordert, tuimelen die moleculen naar beneden, van de ‘bergkammen’ van het lijnen­patroon naar de ‘dalen’.

Het voordeel van de methode is dat ze onafhankelijk is van de chemische ­samenstelling van de vinger­afdrukken, want die is gevoelig voor de omgevingsomstandig­heden (temperatuur, luchtvochtigheid) en voor de eigenschappen van het oppervlak waarop ze zitten. Op basis van een analyse met een massaspectrometer en de gekende ­migratiesnelheden van verschillende biomoleculen – zware deeltjes zijn sneller beneden dan lichte – konden de vorsers terugrekenen naar het moment waarop de ­vingerafdrukken moesten zijn ­gemaakt.

Hoewel ze zich in een ­demonstratie beperkten tot een ouderdom van vier dagen, claimden ze een onderscheid te kunnen maken tussen een dag en een week, een week en een maand, en een maand en meerdere maanden.

Maximum een week

De tijdsresolutie van de ouderdomsbepaling kon echter beter. Nieuw onderzoek van andere Amerikaanse scheikundigen brengt daar nu verbetering in. Opvallend is dat zij wél focussen op de ­chemische samenstelling van ­vingerafdrukken. Meer bepaald op de reactie van een resem organische moleculen in de afdrukken met ozon uit de lucht. Hierdoor ontstaat een breed scala aan reactieproducten, een complexe mix waarvan de ­precieze moleculaire samen­stelling verraadt hoe oud een ­vingerafdruk is.

Het voordeel van die ‘chemische’ dateringsmethode is haar precisie op het niveau van dagen, tot een maximum van een week. Het nieuwe onderzoek verscheen deze week in het vakblad ACS ­Central Science.

Nog niet inzetbaar op de plaats delict zelf

Een nadeel van beide methodes is wel dat de vingerafdrukken met massaspectrometers moeten ­worden onderzocht, allesbehalve mobiele laboratoriumapparatuur die voor­lopig niet ter plekke kan worden ingezet op een plaats ­delict. Bovendien werden in beide studies ‘ideale’ afdrukken ­gebruikt: volgens de regels van de kunst aangebracht op een zuiver en glad oppervlak.

‘Dit is zeker een belangrijke stap in de ontwikkeling van dateringsmethodes voor sporen in de ­criminalistiek’, zegt Marcel de Puit, chemicus bij het Nederlands Forensisch Instituut. ‘Ik denk ook niet dat dit ­onderzoek beperkt zal blijven tot vingerafdrukken.’

Maar verdere ontwikkeling is nodig, waarbij vooral de brede ­toepasbaarheid een uitdaging vormt, gelet op de uiteenlopende omgevings­omstandigheden op plaatsen ­delict en de veelheid aan materialen waarop vinger­afdrukken voorkomen. ‘Er is nog te weinig onderzoek gedaan naar de invloed van temperatuur, licht en wind op de chemische samen­stelling van afdrukken.’

Op café

Kennis van de ouderdom van een vingerafdruk kan een belangrijke bijdrage leveren aan een ­forensisch onderzoek. ‘Het kan een afdruk bijvoorbeeld volledig ­irrelevant maken’, zegt De Puit. ­De Nederlandse forensisch ­expert staaft dit met een voorbeeld. ‘Stel dat mijn vingerafdrukken worden gevonden op een plaats ­delict, neem in dit geval een café. Dat zou heel belastend kunnen ­zijn voor mij. Tot blijkt dat de ­vingerafdruk twee dagen oud is, wat spoort met mijn uitleg dat ik ­eergisteren in het café wat ­gedronken heb. Het zou de vingerafdruk quasi irrelevant ­maken.’

Bron » De Standaard

Jean-Jacques Cassiman (79) overleden: dankzij zijn DNA-onderzoek werden tal van cold cases opgelost

Jean-Jacques Cassiman heeft op 79-jarige leeftijd de strijd tegen kanker verloren. De charismatische geneticus was een van de grondleggers van het forensisch DNA-onderzoek in ons land.

Na een studie Medische Wetenschappen aan de KU Leuven behaalt Cassiman in 1967 zijn diploma. Meteen daarna trekt hij naar Stanford University waar hij vijf jaar bijkomende onderzoek doet naar de menselijke genetica, iets wat toen nog in de kinderschoenen stond. Terug in België start Cassiman zijn carrière bij het Centrum Menselijke Erfelijkheid van de KU Leuven.

Zelf zei Cassiman daarover tegenover wetenschapsblad EOS: “Toen ik op het Centrum begon, had erfelijkheidsonderzoek niet veel meer om het lijf dan een stamboom maken van ouders die een kind hadden met een afwijking.” DNA-tests zoals we die vandaag kennen en slechts een druppeltje speeksel of een haarlok nodig hebben om iemand te identificeren bestonden destijds nog niet. Pas in 2003 ontrafelden wetenschappers voor het eerst het volledige menselijke genoom.

Bende van Nijvel

De grote doorbraak komt er in 1985, in hetzelfde jaar dat de Bende van Nijvel voor het laatst toeslaat. Britse wetenschapper Alec Jeffreys slaagt er voor het eerst in om een DNA-profiel te extraheren uit menselijk cellen. Meteen gaat Cassiman bij hem in de leer. Cassiman ziet groot potentieel in de technologie en richt in 1988 het eerste forensische DNA-labo van ons land op aan de KU Leuven. Op die manier is Cassiman (on)rechtstreeks verantwoordelijk voor het oplossen van tal van moordzaken.

Professor Ronny Decorte is momenteel hoofd van het labo en heeft 20 jaar lang nauw samengewerkt met Cassiman. “Wij waren de pioniers in België, het forensisch onderzoek in ons land heeft alles aan Jean-Jacques te denken”, zegt hij. “De uitvinding van PCR-toestellen in 1985 was baanbrekend. Vandaag kennen we deze technologie van de coronatest. PCR-tests worden ook ingezet om met slechts een heel kleine hoeveelheid DNA, bijvoorbeeld van een bloedspoor, een dader te identificeren”, voegt Sofie Claerhout, onderzoekster in het labo van Decorte, eraan toe.

In 1998 worden alle tot dan toe bekende verdachten van de Bende van Nijvel opgeroepen voor een DNA-onderzoek. Cassiman slaagde er in DNA terug te vinden op een sigarettenpeuk uit de auto van een door de Bende vermoorde taxichauffeur. Tot een doorbraak kwam het echter nooit. In tal van andere cold cases slaagde Cassiman er wél in om het verschil te maken. De zaak-Pándy is één van de meest spraakmakende voorbeelden.

Cold Case opgelost: Hongaarse seriemoordenaar en Kortrijkse roofmoord

De Hongaarse dominee András Pándy verhuisde in 1985 naar België. Pándy vermoordde begin jaren ‘90 zijn twee ex-vrouwen en vier kinderen en stiefkinderen. Bovendien verkrachtte hij drie van zijn dochters. Seriemoordenaar Pándy loste hun lijken op in een bad met ontstoppingsmiddel. Op enkele beenderen na, zoals vingerkootjes en een dijbeen, waren de lichamen opgelost. Het was dankzij DNA-onderzoek van Cassiman dat werd aangetoond dat Pándy effectief een kind had verwekt bij één van zijn dochters, wat de doorbraak was voor zijn veroordeling in 2002.

Wetenschapper van het volk

Cassiman drukte niet alleen zijn stempel op het forensisch onderzoek, maar “leerde zijn volk DNA kennen”, klinkt het bij geneticus Maarten Larmuseau. “Hij was een voorbeeld voor me en opeens mocht ik als jonge onderzoeker nauw met hem samenwerken”, zegt Larmuseau.

“Hij stapte bewust uit zijn ivoren toren en legde op zeer toegankelijke manier feilloos de complexiteit van DNA uit aan een breed publiek. Zijn impact reikt heel wat verder dan de wetenschap, hij mengde zich in het publieke debat op een manier waar veel academici vandaag nog veel van kunnen leren.”

Bron » De morgen

Geneticus Jean-Jacques Cassiman (79) overleden

Geneticus Jean-Jacques Cassiman is vrijdag op 79-jarige leeftijd overleden aan longkanker. Dat zegt Kom op tegen Kanker (KOTK), de organisatie waarvan hij voorzitter was. KOTK omschrijft hem als “briljant”, vanwege zijn “baanbrekend werk op vlak van DNA-onderzoek” en “inspirerend” omdat hij de organisatie deed uitgroeien tot een van de sterkste socialprofitorganisaties in Vlaanderen.

Met zijn DNA-onderzoek kreeg hij wereldfaam, maar daarnaast woog hij ook op het Belgische gezondheidsbeleid. Veel ministers, overheden en andere onderzoekers kwamen, tot voor kort, nog zijn advies vragen.

Cassiman was een goede twaalf jaar de voorzitter van KOTK. “Dankzij hem groeide de organisatie financieel, wetenschappelijk en inhoudelijk verder uit tot een van de sterkste en meest gewaardeerde socialprofitorganisaties in België”, aldus het persbericht. “Hij was een wetenschapper die ver uitsteeg boven zijn vakgebied, een ongelooflijke meerwaarde.” Algemeen directeur Marc Michils voegt daaraan toe dat “Jean-Jacques altijd minzaam was, geen capsones had, zeer sociaal was ingesteld en wanneer nodig een doortastend beslisser. Ook zijn fijn gevoel voor humor was zo typisch voor hem.”

KU Leuven-rector Luc Sels wijst erop dat Cassiman zoveel in zich had. “De warmte en de rust die je vindt bij een goede vriend. De passie om grenzen te verleggen in het DNA-onderzoek. De kunst om complexe wetenschap op bevattelijke wijze te communiceren. De bezieling om vele generaties studenten en eigenlijk ons allemaal in te wijden in de geheimen van de menselijke genetica. De zorg voor patiënt, collega en medemens.”

Tot maart 2023 blijft Jacques De Grève interimvoorzitter, een functie die hij al enkele maanden bekleedde. Michils neemt het voorzitterschap volgend jaar over.

Bron » Gazet van Antwerpen

Forensische genetica kan ‘cold cases’ helpen oplossen

Wordt de 30 jaar oude moord op Ingrid Caeckaert alsnog opgelost? Als onze overheid zou toelaten dat speurders gebruikmaken van de modernste inzichten in de forensische genetica, is dat mogelijk. Dat zegt Sofie Claerhout, de winnares van de PhD Cup.

Sofie Claerhout, doctor in de forensische genetica (KU Leuven), is de winnaar van de PhD Cup. Dat is een wedstrijd waarbij wetenschappers in drie minuten tijd aan leken het onderwerp van hun specialisatie moeten uitleggen. Claerhouts onderzoeksdomein is het Y-chromosoom, dat mannen van vrouwen onderscheidt. Sofie Claerhout bestudeert de minieme verandering die dat chromosoom ondergaat in eenzelfde familie. ‘Ik heb een tool ontwikkeld waarmee ik via onderzoek van het Y-chromosoom kan zeggen: die en die mannen zijn familie van elkaar. Ik kan zelf zeggen hoe nauw de verwantschap is: vader en zoon, of broers, of neven. Ik kan tot tien generaties terug mannelijke familiebanden zien.’

Tijdens haar onderzoek bedacht Claerhout dat de techniek bruikbaar zou kunnen zijn voor onopgeloste moordzaken. ‘Ik ben gaan zoeken naar Vlaamse cold cases en vond de zaak van Ingrid Caeckaert. Ik was meteen geboeid en ook gepakt. Zelfs al gebeurde de moord twee jaar voor mijn geboorte. Maar ik heb een groot rechtvaardigheidsgevoel en zou graag hebben dat de ouders rust vinden en dat de moordenaar van hun dochter alsnog wordt gearresteerd.’

Ingrid Caeckaert werd op 16 maart 1991 met messteken om het leven gebracht. Haar lichaam werd teruggevonden in de trappenhal van haar appartement in Knokke. De onderzoekers hadden de beschikking over het DNA van de dader, maar de moordenaar werd nooit gevonden.

Nicky Verstappen

Dat de techniek van Claerhout werkt, is enkele jaren geleden al bewezen. Toen riep het Nederlandse gerecht de expertise in van Claerhout en haar promotor, professor Ronny Decorte, om de moord op Nicky Verstappen – een jongen van 11 jaar die in 1998 vermoord werd – op te lossen. Vijftienduizend mannen stonden vrijwillig hun DNA af. Uiteindelijk werd de dader gevonden via DNA van zijn familie.

‘Dat zou nu ook kunnen in de zaak van Ingrid Caeckaert, of in andere zaken waarbij de speurders het DNA van de dader hebben’, zegt Claerhout. ‘Helaas mogen Belgische speurders geen bijna-identiek DNA-onderzoek doen. Er mag alleen gezocht worden naar een exacte match, niet naar een link tussen een bijna-match en de dader. Nochtans is de zaak-Nicky Verstappen via zo’n bijna-match opgelost.’

Bron » De Standaard