“De meeste nabestaanden of slachtoffers van de Bende van Nijvel zijn tevreden over de slachtoffervergoeding die ze van de staat krijgen”, zegt advocaat Peter Callebaut. “Maar we zijn niet tevreden over het gevoerde onderzoek. Dat zit vol procedurefouten. We gaan het dossier uitzuiveren, desnoods gaan we tot in Cassatie.” De laatste nabestaanden en Bende-slachtoffers aan Vlaamse kant hebben eindelijk een vergoeding gekregen. In totaal werden 61 dossiers ingediend en betaalde Justitie anderhalf miljoen euro (60 miljoen frank) uit. De vergoedingen variëren van 1.859 euro tot 62.500 euro.
“Natuurlijk is 62.500 euro maar een magere troost als je kind of je man wordt doodgeschoten. Maar ik vind het billijke vergoedingen”, zegt Peter Callebaut, advocaat van vijftien slachtoffers en nabestaanden. “Een aantal mensen heeft de maximumvergoeding gekregen. Eén van hen is voor 80 procent invalide verklaard en heeft maanden in een coma gelegen. Zij krijgt twee keer 62.500 euro. Eén keer als slachtoffer, één keer omdat haar man is doodgeschoten.”
Er zijn ook mensen die het met 1.859 euro moeten stellen. “Maar dat zijn kleinkinderen die 3 of 5 jaar waren toen hun grootvader werd vermoord. Het gerecht kent zeker geen hogere schadevergoedingen toe. Na een verkeersongeval met dodelijke afloop krijg je als kleinkind evenveel. Twaalf van de vijftien mensen die ik als advocaat vertegenwoordig, zijn tevreden.” Slachtoffers van opzettelijke gewelddaden hebben sinds 1985 recht op financiële hulp van de overheid. Als de dader niet gevonden wordt, of als de dader veroordeeld is tot het betalen van een schadevergoeding, maar onvermogend blijkt te zijn. De wet telde voor alle slachtoffers van ná augustus 1985.
Maar de meeste aanslagen van de Bende van Nijvel dateren van daarvoor. Alleen de slachtoffers van de overval in Aalst konden een beroep doen op het Fonds voor hulp aan slachtoffers. “Dat hebben we tijdens de Tweede Bendecommissie aangeklaagd”, zei Callebaut. “Daarom is de wet in juni 1998 uitgebreid. Er werd aan toegevoegd dat de slachtoffers van gewelddaden die zich voordeden vóór augustus 1985, maar gelinkt zijn aan feiten van ná augustus 1985, toch een beroep kunnen doen op het Fonds.” Jaarlijks doen zo’n 700 mensen een beroep op het Fonds. “Het is een goede regeling, maar veel advocaten weten niet dat hun cliënt er recht op heeft”, zegt Callebaut.
De advocaat vindt dat de commissie die de aanvragen onderzoekt, vrij behoorlijk werkt. “Dat het tot 2002 heeft geduurd is normaal.” Slachtoffers kunnen pas een aanvraag indienen als er een definitieve uitspraak is, of als de dader een jaar na de burgerlijke partijstelling nog altijd niet bekend is. De slachtoffers hebben hun vordering dus pas in 1999 kunnen indienen. Dan volgt er een onderzoek door de commissie: of je wel slachtoffer bent, welke feiten precies zijn gebeurd en wat je financiële draagkracht is? “Men gaat na of je het geld nodig hebt. Aan iemand als Bill Gates gaat men geen 62.500 euro uitbetalen”, zegt Callebaut.
Callebaut is dus tevreden over de vergoedingen, maar ontevreden over het verloop van het onderzoek naar de Bende van Nijvel. Dat dreigde tot voor kort binnen twee jaar te verjaren. Minister van Justitie Marc Verwilghen bereidt een wetswijziging voor om de verjaringstermijnen voor alle misdrijven die voor assisen komen te verlengen. Nu is de termijn tien jaar, verlengbaar met nog eens tien jaar. Na de wetswijziging wordt het twee keer vijftien jaar. Toch is dat voor Callebaut geen troost.
“Het onderzoek leidt toch tot niets. De zaak is verknoeid toen men het overhevelde van Dendermonde naar Charleroi. En als in het kader van de spijtoptanten toch iemand zou praten, zitten er zoveel procedurefouten in het onderzoek dat men de zaak nooit voor een assisenhof zal brengen.” Daarom wil Callebaut dat het dossier eerst wordt uitgezuiverd. “Daar zijn we nu mee bezig, tegen de zin van het gerecht want die geeft niet graag zijn fouten toe. We hebben beroep aangetekend tegen de buiten vervolging stellen van Philippe De Staerke, de enige verdachte in het Bende-dossier. En desnoods gaan we tot in Cassatie.’
Bron » De Standaard