Bevoorrechte getuigen over Madani bouhouche, spin in het web van de loden jaren tachtig

Spannend, gevaarlijk, verwarrend en angstaanjagend. Zo typeren bevoorrechte getuigen de ‘jaren van lood’, toen het blinde geweld van de Bende van Nijvel het land terroriseerde. De eind vorige maand overleden Madani Bouhouche, ex-BOB’er en vermoedelijke spilfiguur van de Bende van Nijvel (DM 2/1), was maar een van de vele pionnen in een grote macabere dans, waarvan de ware omvang nog steeds niet bekend is en misschien ook nooit volledig aan het licht zal komen. ‘Het waren de laatste stuiptrekkingen van de Koude Oorlog’, herinnert journalist Walter De Bock zich.

Het waren de jaren van bloed, zweet en tranen. Speurders en journalisten die zich op het schemergebied tussen politiek en misdaad toelegden wisten niet welk schandaal ze eerst moesten aanpakken. De aanvallen op supermarkten van de Bende van Nijvel wisselden elkaar af met de bomaanslagen van de ‘linkse’ CCC. De rijkswacht, dat boven elke verdenking staande elitekorps, bleek vergeven te zijn van rotte, extreem rechtse flikken.

Plots dook vanuit het niets een clandestiene neonazigroep op, Westland New Post, die speciaal leek opgericht om de Staatsveiligheid en de militaire inlichtingendienst in hun hemd te zetten. Albert Raes, de chef van de Staatsveiligheid, moest na een gevecht op leven en dood met Benoît de Bonvoisin, alias de zwarte baron, en diens politieke mentor zakenman Paul Vanden Boeynants, in het zand bijten.

Pas later ontdekte een verblufte publieke opinie het bestaan van Gladio, door de NAVO georganiseerde stay behind-groepen in alle Europese landen, die alles wat als subversief en ‘communistisch’ werd beschouwd, bevochten met ongekende illegale methodes, tot het met false flag-operaties waarbij ‘men’ zich voordeed als links om des te doeltreffender het progressieve kamp te verzwakken, te compromitteren en uit te schakelen.

“Je voelde op je klompen dat er ergens een leiding aan het werk was”, zegt Walter De Bock, toenmalig onderzoeksjournalist van De Morgen. “Mensen zoals Bouhouche speelden elk hun rol, maar hadden zelf ook geen overzicht over het geheel van de operaties. Maar het ging hier zeker niet om geïsoleerde zotten.” De Bock wijst op de “niet te onderschatten invloed” uit het buitenland, vooral uit de VS.

Volgens hem moeten fenomenen als de Bende van Nijvel gesitueerd worden in de laatste stuiptrekkingen van de Koude Oorlog. “België was het laboratorium en het vliegwiel van de strategie van de spanning”, zegt hij. “Dezelfde destabiliseringstechnieken werden later op nog grotere schaal toegepast in Italië en ook in andere West-Europese landen waren er aanzetten in dezelfde richting. Natuurlijk was er een soort samenhang tussen al die verschillende affaires en tussen de zaken die we nog niet eens kennen. En natuurlijk zit je met zo’n analyse al snel in het hoekje van de complottheorie. Het was een stelling die men destijds ook voortdurend belachelijk heeft proberen te maken.”

Jan Willems, vroeger onderzoeksjournalist bij Panorama, ziet het anders. “Journalistiek is er te weinig veldwerk gebeurd op die dossiers”, meent hij. “Intellectueel gezien kon je allerlei interessante hypotheses verzinnen, ook ik heb daarmee geflirt, maar het komt er op aan de hypothese hard te maken. Journalisten waren te veel afhankelijk van hun bronnen bij de politie, die onderling vetes uitvochten en dossiers manipuleerden. Zo zijn er allerlei cowboyverhalen ontstaan. Er waren bovendien veel stoorzenders aan het werk, onder anderen Bouhouche zelf. En er waren bepaalde magistraten die er alles aan hebben gedaan om het onderzoek in de soep te laten draaien.”

Ook senator Hugo Coveliers kijkt met gemengde gevoelens terug. “Ik heb Bouhouche één keer ontmoet, in een rijkswachtkazerne, als ik me goed herinner. Bouhouche wist zeer veel, dat kan niet anders.” Coveliers noemt het angstaanjagend dat de waarheid over de Bende van Nijvel en aanverwante affaires nog steeds niet boven water is gekomen.

“Toen we indertijd bezig waren met de parlementaire onderzoekscommissies naar de misdaden van de Bende, dacht ik: we weten het nu nog niet, maar ooit zullen we het wel weten. Toen president Kennedy in 1963 werd vermoord, had ik hetzelfde gevoel. Het is bijzonder pijnlijk voor de rechtsstaat dat een zaak die zoveel mensen heeft beroerd en zo’n grote impact had nooit werd opgelost. In tegenstelling tot de zaak-Dutroux is er officieel zelfs geen enkele dader bekend.”

Aan de basis van vele probleemdossiers, zo meent Coveliers, lag het feit dat de politie destijds bijzondere opsporingsmethodes gebruikte, zoals provocatie en infiltratie, zonder dat er daarvoor een wettelijke basis bestond. “Onder druk van de Amerikanen tolereerden sommige magistraten de inzet van illegale methodes”, vult De Bock aan. “Niet toevallig was Bouhouche een adept van practical shooting, een zeer omstreden techniek bedoeld om mensen te doden, iets wat normaal alleen in oorlogsomstandigheden kan. Dat model werd uitgewerkt in de VS en in ons land voor het eerst op grote schaal toegepast, volledig buiten het Belgische wettelijke kader. In enkele jaren tijd werden minstens tachtig personen, vaak uit extreem rechtse milieus, ingelijfd en ingeschakeld in destabiliseringsoperaties.”

Coveliers herinnert zich gesprekken met een CIA-man. “Hij opperde de mogelijkheid dat er in België zogenaamde degenerated agents aan het werk waren geweest”, vertelt de senator. “Er werd me verzekerd dat de officiële Amerikaanse geheime diensten zich nooit hebben ingelaten met misdaden zoals die van de Bende van Nijvel. Maar ja, je kunt ook niet zeggen dat dé rijkswacht bij de Bende betrokken was, maar toch staat het onomstotelijk vast dat een reeks rijkswachters, vaak van extreem rechtse signatuur, er wel bij betrokken waren. Ook de mogelijkheid van parallelle Amerikaanse organisaties kan niet uitgesloten worden. De Amerikaanse diensten hebben een ingeburgerde traditie om bepaalde opdrachten in onderaanneming te laten uitvoeren, soms door privéfirma’s.”

Toen Marc Verwilghen (VLD) minister van Justitie werd, hoopte Coveliers even op een doorbraak in de mysterieuze dossiers uit de jaren tachtig. “Maar blijkbaar is men zelfs op dat niveau niet machtig genoeg”, constateert hij. “Dagen en nachten ben ik met die dossiers bezig geweest. Uiteindelijk houden we er een grote kater aan over.” Is er nog een kans dat de waarheid ooit aan het licht komt? “Er zal onvermijdelijk nog informatie boven water komen”, weet De Bock, “al kan het natuurlijk nog lang duren.”

Bron » De Morgen

Ex-rijkswachter Bouhouche werd genoemd in dossier Bende van Nijvel

Madani Bouhouche is eind november vorig jaar gestorven in zijn afgelegen boerderij in de Franse Pyreneeën vlakbij Foix. Een buurvrouw die een dorpje verderop woont, vond daar op 22 november bij toeval zijn lichaam onder een boom. Met de dood van Bouhouche lijkt tot nader order niets verdachts aan de hand.

“Hij stierf toen hij bezig was een boom om te zagen met een kettingzaag. Toen een groot stuk hout plotseling met grote kracht van de boom afsprong, werd Bouhouche letterlijk onthoofd”, zegt Eddy Vos van de Cel Waals Brabant, de speurderscel die nog altijd de misdaden van de Bende van Nijvel onderzoekt.

Bouhouche werd ondertussen in alle stilte gecremeerd in het bijzijn van een paar familieleden. Zijn asse werd verstrooid in de Pyreneeën. Het duurde tot vlak voor kerstmis voor het Belgische gerecht te weten kwam dat Bouhouche dood was. Per toeval, bij het doorpluizen van het rijksregister.

De eenzame dood van Madani Bouhouche staat in schril contrast met de belangstelling die hij kreeg toen hij nog leefde. Samen met zijn onafscheidelijke kompaan en ook ex-rijkswachter Robert ‘Bob’ Beijer, werd hij verdacht in een aantal van de meest spraakmakende misdaaddossiers uit de jaren tachtig.

Politiemensen die Madani Bouhouche gekend hebben als collega in de jaren tachtig of die hem ondervroegen tijdens een van de vele onderzoeken tegen hem, noemen hem “een man zonder geweten. Hard als marmer. Een kei die nooit al zijn geheimen prijsgaf”. Bouhouche en Beijer, de twee B’s, stonden in 1994 terecht voor een lange reeks misdaden gepleegd tussen 1981 en 1989. Maar ook op zijn proces liet Bouhouche het achterste van zijn tong niet of nauwelijks zien.

Toch bevond de jury hem schuldig aan heling van enkele wapens die in 1982 gestolen werden bij het toenmalige Special Interventie Eskadron (SIE) van de rijkswacht. Hij werd ook veroordeeld wegens doodslag op de Libanese diamantair Ali Suleiman in Antwerpen op 2 september 1989. De diamantair kwam om het leven bij een uit de hand gelopen discussie op zijn kantoor met het duo Bouhouche-Beijer, toen amateur privé-detectives. Over het waarom van hun expeditie naar Antwerpen hielden de twee B’s de kiezen altijd op elkaar.

Ze bleven ook altijd ontkennen dat zij iets te maken hadden met de verdwijning van Francis Zwarts, de bewakingsagent bij Sabena die in 1982 verdween met de lading goud en waardepapieren die hij vervoerde. Het lichaam is altijd spoorloos gebleven, tot grote wanhoop van de moeder van Francis Zwarts. Voor al die misdrijven werd Bouhouche in januari 1995 door het hof van assisen in Brussel veroordeeld tot twintig jaar. Beijer kwam er met veertien jaar cel vanaf.

Van een aantal andere veelbesproken misdrijven werd Bouhouche vrijgesproken. Zo ging hij vrijuit voor de moord op Juan Mendez, ingenieur bij wapenfabrikant FN in Herstal, op 7 januari 1986. Hij werd ook vrijgesproken van de aanslag op rijkswachtmajoor Herman Vernaillen en op een voertuig van de BOB, in oktober 1981.

De naam Bouhouche zal echter vooral verbonden blijven met de misdrijven waar hij niet voor terechtstond. Het regende tijdens de jaren tachtig en negentig geruchten dat Bouhouche en zijn kompaan Robert Beijer meer wisten over de misdaden van de Bende van Nijvel. Bij die aanslagen vielen 28 doden.

In die theorie zou de extreem-rechtse ex-rijkswachter Madani Bouhouche – en extreem-rechts was hij – er met blind geweld in de Belgische warenhuizen vooral op uit zijn geweest de Belgische staat te destabiliseren. Bewijzen over de betrokkenheid van de twee B’s bij de misdaden van de Bende zijn er echter nooit gekomen. Integendeel. Bouhouche raakte door een test met de leugendetector. Ook een vergelijking met DNA leverde niets op.

Eind september 2000 kwam Bouhouche vrij onder voorwaarden nadat hij, voorhechtenis inbegrepen, 11 jaar van zijn straf had uitgezeten. Bouhouche sloot zich af van de wereld en ging een kluizenaarsbestaan leiden hoog in de bergen. Hij verhuisde haast meteen na zijn vrijlating met zijn toenmalige vriendin naar de Franse Pyreneeën. Ze woonden er in een afgelegen, eenvoudige boerderij in de buurt van het stadje Foix. Bouhouche kweekte er geiten, honden en maakte kaas. De laatste jaren leefde er hij alleen.

Speurders en magistraten van de Cel Waals Brabant die nog altijd de misdaden van de Bende van Nijvel onderzoeken, reisden zondag af naar Frankrijk. Ze willen er de komende dagen de boerderij van Bouhouche doorzoeken. “Op zoek naar alles wat ook maar bruikbaar zou kunnen zijn voor het Bende-onderzoek”, zegt speurder Eddy Vos.

“Wapens, documenten noem maar op. En we zullen heel grondig te werk gaan, want Bouhouche had de naam dat hij alles heel goed kon verbergen.” Zo vragen de Belgische speurders aan de brandweer om de waterput grondig te doorzoeken. De Bende-speurders geven grif toe dat ook zij nooit harde elementen gevonden hebben die Bouhouche aan de misdrijven van de Bende linkten.

Bron » De Standaard

Bouhouche had nog contact met oude kompanen

Speurders van de onderzoekscel-Bende van Nijvel hebben dinsdagnamiddag in de woning van gangster Madani Bouhouche in de buurt van Foix in Zuid- Frankrijk onder meer een riot-gun zonder munitie gevonden. Ze lieten er ook diverse documenten in beslag nemen waaruit blijkt dat de man nog steeds contact had met zijn kompanen uit de jaren tachtig. Dat vernam Belga van Eddy Vos, één van de speurders ter plaatse.

Bij de huiszoeking, in bijzonder onherbergzaam gebied, waren talrijke hulp- en ordediensten betrokken. Er werden bijzondere middelen ingezet. Zo opende de ontmijningsdienst van het Franse ministerie van Binnenlandse Zaken de twee toegangsdeuren van de bijzonder rudimentaire woning van Bouhouche met explosieven, omdat de man bekend stond als een wapenfreak.

Volgens een eerste onderzoek zou het wapen, dat verstopt zat in een berging achter een bibliotheekkast, niet overeenstemmen met één van de wapens die gebruikt werden bij de aanslagen van de Bende van Nijvel in de jaren tachtig. Voor de speurders was de huiszoeking echter wel positief te noemen. De twee Belgische speurders werden in Zuid-Frankrijk bijgestaan door een 25-tal mensen van diverse hulpdiensten zoals de brandweer en de ontmijningsdienst van het ministerie van Binnenlandse Zaken.

De woning van Bouhouche bevindt zich in een bijzonder onherbergzaam gebied op zo’n 650 meter hoogte in de Pyreneeën nabij de stad Foix. De laatste tientallen meter moesten de speurders te voet afleggen. Bij de huiszoekingen, in heel onherbergzaam gebied, waren talrijke hulp- en ordediensten betrokken.

Er werden bijzondere middelen ingezet. Zo opende de ontmijningsdienst van het Franse ministerie van Binnenlandse Zaken de twee toegangsdeuren van de bijzonder rudimentaire woning van Bouhouche met explosieven, omdat de man bekend stond als een wapenfreak. Volgens een eerste onderzoek zou het wapen, dat verstopt zat in een berging achter een bibliotheekkast, niet overeenstemmen met één van de wapens die gebruikt werden bij de aanslagen van de Bende van Nijvel in de jaren tachtig. Voor de speurders was de huiszoeking echter wel positief te noemen.

De twee Belgische speurders werden in Zuid-Frankrijk bijgestaan door een 25-tal mensen van diverse hulpdiensten zoals de brandweer en de ontmijningsdienst van het ministerie van Binnenlandse Zaken. De woning van Bouhouche bevindt zich in een bijzonder onherbergzaam gebied op zo’n 650 meter hoogte in de Pyreneeën nabij de stad Foix. De laatste tientallen meter moesten de speurders te voet afleggen.

Bouhouche bleek er in bijzonder rudimentaire omstandigheden te leven, in het gezelschap van een tiental aanvalshonden, die intussen reeds waren weggehaald. “Wij wisten dat hij daar zat, maar een huiszoeking was tot hiertoe niet opportuun”, zegt speurder Eddy Vos. Binnen vond men geen explosieven maar een riot-gun van voor 1987, een oude computer met talrijke diskettes, documenten van begin jaren tachtig waarin personen genoemd worden die ook in het onderzoeksdossier Bende van Nijvel voorkomen en ook talrijke recente documenten waaruit blijkt dat Bouhouche in een recent verleden nog contact had met zijn kompanen van weleer.

De speurders vonden ook een drietal gsm’s en rekeninguittreksels. Verder werd ook nog het voertuig van Bouhouche doorzocht en een vakantiehuisje, een gîte, die eigendom is van een persoon die eveneens vermeld wordt in het bendedossier. Daar werd niets bijzonders gevonden.

De huiszoekingen werden geconcentreerd op één dag. Woensdag en donderdag gaan de Belgische speurders in Frankrijk nog het telefoonverkeer en de bankverrichtingen van Bouhouche onderzoeken. Later zullen de inbeslaggenomen documenten nog nader onderzocht worden. Eddy Vos is alleszins bijzonder tevreden over de samenwerking met het Franse gerecht.

De speurders zijn ook geïnteresseerd in de manier waarop Bouhouche erin slaagde om in de bergen te overleven. De woning zelf werd aangekocht op naam van zijn ex-vriendin. Maar het is onduidelijk met welk geld Bouhouche overleefde sinds zijn voorwaardelijke invrijheidstelling.

Madani Bouhouche was een ex-BOB’er, ex-gangster en ex-verdachte in het onderzoek naar de Bende van Nijvel, die in de jaren tachtig talrijke bloedige aanslagen pleegde met talrijke dodelijke slachtoffers tot gevolg. Hij werd in 2000 in voorlopige vrijheid gesteld. Sindsdien leefde hij in de Franse Pyreneeën.

Eind november is hij er gestorven toen hij bomen aan het hakken was in het bos. Zijn lichaam werd pas dagen later gevonden. Onderzoekrechter Lacroix en de procureur des koning van Bergen, Claude Michaux, die belast zijn met het onderzoek naar de Bende van Nijvel, houden morgen een persconferentie.

Bron » Gazet van Antwerpen

Speuders onderzoeken woning Bouhouche

Speurders van de onderzoekscel Waals-Brabant hebben in de woning van wijlen ex-rijkswachter en gangster Madani Bouhouche in het zuiden van Frankrijk een riotgun gevonden dat dateert van voor 1987. Het wapen zat verstopt in een geheime bergplaats achter een bibliotheekkast. In de woning zijn ook documenten in beslag genomen. Daaruit blijkt dat de eind november overleden Bouhouche nog in contact stond met zijn entourage uit de jaren tachtig. “Die contacten zijn zeer recent”, zegt speurder Eddy Vos, die verder geen namen wenst te noemen.

“Ik wil ook benadrukken dat we niets hebben gevonden met betrekking tot het onderzoek dat wij met de cel Waals-Brabant voeren. Maar de in beslag genomen spullen kunnen ons misschien op een spoor zetten.” Het gaat om bankuittreksels, een gedateerde computer met diskettes, brieven, drie gsm’s en een riotgun dat verstopt zat achter een bibliotheekkast in de slaapkamer van Bouhouche.

Het geweer werd gefabriceerd voor 1987. Munitie is niet gevonden. In de tuin werd wel een schietbaan aangetroffen. Bij de huiszoeking in Foix, in een erg onherbergzaam gebied in de Franse Pyreneeën, waren verschillende hulp- en ordediensten betrokken en werden bijzondere middelen ingezet.

Zo werden de twee toegangsdeuren van het krot waarin Bouhouche woonde uit voorzorg met explosieven geopend. Bouhouche leefde teruggetrokken op een berg, op 650 meter hoogte. Hij had er zich omringd met tien aanvalshonden. Het was geen gemakkelijke klus om bij de woning te komen. “Niet met een 4×4 te bereiken”, zegt onderzoeksleider Eddy Vos. “Na de laatste berijdbare weg moet je nog 2 kilometer te voet om bij de woning te geraken. Hij woonde er wel fantastisch: van op zijn berg had hij een uitzicht op het kasteel van de Katharen.”

“Zijn ‘domein’ strekte zich uit over 11 hectare. Dat is niet niks.” Het is nog niet duidelijk met welk geld Bouhouche zijn domein heeft gekocht. De woning stond op naam van zijn ex-vriendin. De speurders doorzochten ook nog de auto van Bouhouche en een vakantiehuisje dat eigendom is van een persoon die eveneens vermeld wordt in het Bendedossier. Daar werd niets bijzonders gevonden.