Bijna 130.000 wapens vernietigd in België

Sinds de amnestieregeling in het kader van de nieuwe wapenwet, werden in heel België 128.559 wapens ingeleverd en vernietigd. De definitieve resultaten van de meer dan twee jaar durende inzamelactie werden vandaag voorgesteld in Gent. Eind oktober 2008 kwam er een definitief einde aan de verlenging van de amnestieperiode, waarbij mensen hun wapens vrijwillig konden afleveren.

In heel België werden in totaal 128.559 wapens ingeleverd: in Vlaanderen waren dat er 92.739, in Wallonië 28.779 en in Brussel 7.041. De Oost-Vlaming diende met 22.294 stuks het grootste aantal wapens in, gevolgd door Antwerpen met 20.042 en Vlaams-Brabant met 19.920. In Luik werden slechts 2.512 wapens ingeleverd.

Mensen konden hun wapen afleveren bij de lokale politie, waar ze geregistreerd werden en tijdelijk opgeslagen. Vervolgens werden de wapens per arrondissement opgehaald en een tweede keer gecontroleerd. Uiteindelijk gingen alle wapens, behalve voor de provincie Luik, naar Gent, waar ze een laatste keer geregistreerd werden. Alle wapens gingen naar ArcelorMittal Gent, of voor de provincie Luik naar ArcelorMittal Luik, om daar vernietigd te worden in de hoogovens.

In Gent werden 36 vrachtwagens met wapens naar ArcelorMittal gebracht, in Luik waren dat er zes. Naast wapens kon ook munitie worden ingeleverd, wat goed was voor 10.515 kilogram. Die wordt nog steeds gestockeerd in het depot van de NAVO in Bertrix. Enkele honderden kilo’s oorlogsmunitie, zoals obussen, is ter plaatse vernietigd door DOVO, de rest wordt later vernietigd in NAVO-verband, vermoedelijk in Duitsland.

De amnestieperiode voor illegaal wapenbezit ging, samen met de nieuwe wapenwet, in op 9 juni 2006. Ze was geïnspireerd door een eerdere actie in Oost-Vlaanderen rond vrijwillige inzameling, waarbij op korte tijd 2.251 wapens werden ingeleverd.

Volgens Oost-Vlaams provinciegouverneur André Denys is het eindresultaat van de inzameling, ondanks enkele negatieve berichten, zeer positief, “want er zijn nu 130.000 wapens minder in omloop”. Hij wijst er wel op dat elk niet-geregistreerd wapen nu illegaal is, en dat veel mensen dat nog niet voldoende beseffen.

Bron » De Morgen

Daniel Féret (FN) blijft 10 jaar onverkiesbaar wegens racisme

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft met de kleinste meerderheid de veroordeling bevestigd van Daniel Féret, ex-voorzitter van het Front National (FN), tot tien jaar onverkiesbaarheid wegens het verspreiden van racistische vlugschriften.

De rechters in Straatsburg oordeelden, met vier stemmen tegen drie, dat de veroordeling van Féret niet indruist tegen Artikel 10 van de Europese Mensenrechtenconventie, dat de vrijheid van meningsuiting garandeert.

De drie rechters die de minderheid vormden, hebben aan het arrest een “afwijkende opinie” gehecht waarin zij stellen dat de vrijheid van meningsuiting “niet opgeofferd mag worden aan een non-discriminatiebeleid dat methodes aanwendt die de door de Conventie gegarandeerde fundamentele rechten aantast”.

Bron » De Morgen

Opinie: De versleten pijl en boog van de Belgische inlichtingendienst

In de Senaatscommissie voor de Justitie is afgelopen week het wetsvoorstel op de Bijzondere Inlichtingenmethoden – de zogenaamde BIM-wet – gestemd. Advocaat Raf Jespers gewaagde van ‘het zoveelste gevaarlijke product van het post 9/11-tijdperk’ (DM 8/7). Herman Matthijs benadrukt daarentegen de nood aan deze wet.

Er is een aanvullende wettelijke regeling gekomen over de zogenaamde ‘Bijzondere Inlichtingen Methoden’ (BIM) voor de Belgische geheime diensten. Eindelijk. In ieder geval heeft de Senaat hierover enige dagen geleden een ontwerp van wet goedgekeurd. De tekst dient nog goedgekeurd te worden door de Kamer en als men daar evenveel tijd neemt, dan zal het niet meer voor deze regeerperiode zijn.

Maar laat ons optimistisch blijven en de politici blijven aanmanen tot weloverwogen spoed, want de nood aan dergelijke wet is groot. De afwezigheid van bijzondere inlichtingenmethoden betekent dat de staatsveiligheid en de militaire ‘Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid ‘ (ADIV) – in vergelijking met andere politiediensten en buitenlandse geheime diensten – als het ware met pijl en boog op pad zijn in onze hoogtechnologische samenleving.

Dat geldt zeker voor de veiligheid van de staat, want de wet van 3 april 2003 heeft het voor het ADIV tenminste mogelijk gemaakt elke vorm van communicatie, uitgezonden in het buitenland, te onderscheppen, af te luisteren, er kennis van te nemen of op te nemen, zowel om redenen van militaire aard als ter bescherming van de Belgische en de geallieerde militairen alsook onderdanen in het buitenland.

In de basiswet van 30 november 1998 houdende de regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst zijn er al ‘gewone’ methoden voorzien voor het verzamelen van gegevens. Ingevolge de terreuraanslagen in de VS, het Verenigd Koninkrijk en Spanje alsook de binnenlandse dossiers woedt hier al jaren een politieke discussie over deze BIM-wet.

Opvallend was dat de federale regering lang verdeeld is geweest over diverse aspecten van dit wetsontwerp. Maar ook de senatoren waren niet laaiend enthousiast. We moeten toegeven dat het thema van ‘Intelligence’ electoraal niet bepaald lonend is. De dames en heren senatoren waren dan ook met weinigen om aan de kar te trekken van deze toch niet onbelangrijke wetttekst.

Het aantal senatoren dat in het domein van de geheime dienst beslagen op het ijs komt is bijzonder gering.Daarom misschien toch een korte situatieschets. Het werk van de reguliere politie en het gerecht is grotendeels gericht op het zoeken naar bewijzen die betrekking hebben op een strafbaar feit.

Inlichtingendiensten hebben daarentegen de taak om inzicht te verwerven in de structuren en de netwerken die een gevaar voor de maatschappij kunnen betekenen. De prioritaire taak van deze geheime diensten is om in een vroeg stadium de gevaren op te sporen die een democratische maatschappij kunnen bedreigen. Daar heb je middelen voor nodig, zij het met inachtneming van de Belgische grondwet en de mensenrechten.

Evenwicht vinden

De BIM-wet moest een evenwicht vinden tussen de bescherming van de rechten der burgers en de bijzondere methoden voor de inlichtingsdiensten. Dat is een heikele evenwichtsoefening. In feite draait het in deze wet rond de zogenaamde ‘uitzonderlijke methoden’, zoals het binnendringen in informaticasystemen, het openen van poststukken, telefoontap, doorzoeking van private plaatsen en woningen, het gebruiken van agenten van de dienst onder dekmantel van een fictieve identiteit enzomeer.

Het weze duidelijk dat dergelijke technieken enkel kunnen gebeuren onder strikte voorwaarden en dienen onderworpen te zijn aan een degelijke controle. Grote vraag is nu of deze BIM-regeling niet te veel controle-instanties voorziet, men spreekt van een op te richten ‘commissie’ en ‘college’ die op den duur naast en tegen elkaar gaan werken.

Een concentratie van alle controle bij het vast Comité I lijkt mij een betere waarborg voor een homogene controle. Bovendien is dit Comité I gerelateerd aan de begeleidingscommissie van de Senaat, waardoor de politiek een globaal beeld krijgt op het gebruik van de bewuste methoden. Het Comité I heeft als dotatiegerechtigde instelling ook een onafhankelijke positie in ‘Intelligence community’, zeg maar de parallelwereld van de geheime diensten.

Gebrek aan transparantie

Dit wetsvoorstel over de Bijzondere Inlichtenmethoden is om een nog andere reden belangrijk: men zal zich niet langer kunnen verschuilen achter het geheim van het gerechtelijk onderzoek. Bij gebrek aan wettelijke kader, en dus transparantie, blijven er blijven te veel dossiers verborgen voor het Comité I – herinner u het terreuralarm tijdens de kerst van 2007, de zaak-Belliraj of de affaire rond Fehriye Erdal. Dat maakt politieke controle onmogelijk.

Nogmaals: in een parlementaire democratie kunnen uitzonderlijke methoden enkel plaatsvinden als er een meer dan degelijke controle daarop plaatsvindt. De langdurige behandeling van deze BIM-regels bewijst nog eens dat dit koninkrijk geen pionier is in het omkaderen van inlichtingsdiensten met moderne middelen. Dat is bizar te noemen in een land met zeehavens van wereldniveau en een hoofdstad als Brussel, een van de belangrijkste diplomatieke zenuwcentra ter wereld, en een plek waar inlichtingsdiensten thuis zijn.

Bron » De Morgen

Opinie: De nieuwe BIM-wet, met de B van Bedreigend

In de Senaatscommissie voor de Justitie wordt vandaag het wetsvoorstel op de bijzondere inlichtingenmethoden – de zogenaamde BIM-wet – besproken. Volgens Raf Jespers geeft het de geheime diensten vrije baan zich verregaand te mengen in het privéleven van de burgers. ‘De BIM-wet dreigt het zoveelste gevaarlijke product te worden van het post 9/11-tijdperk op een ogenblik dat er weer meer respect wordt gevraagd voor de rechtsstaat en grondrechten.’

Deze week behandelt de Senaat het wetsvoorstel dat aan de inlichtingendiensten (Staatsveiligheid, Inlichtingendienst van het leger) bijzondere inlichtingenmethoden (BIM) wil toekennen. De kans is reëel dat dit controversiële voorstel – dat al drie jaar suddert – nog voor het parlementair reces wordt doorgedrukt. Het gaat om een historisch wetsvoorstel.

Voor het eerst in de Belgische geschiedenis zullen de inlichtingen- en veiligheidsdiensten bij wet gemachtigd worden om alomvattende spionagemethoden te gebruiken. Die diensten mogen nu al gebruik maken van ‘gewone methoden’, dit is het verzamelen van gegevens bij openbare diensten, gerecht, privébedrijven of bij ‘menselijke bronnen’.

Het wetsvoorstel wil hen hier bovenop nog specifieke en uitzonderlijke methoden geven: computers hacken, telefoons aftappen, brieven openmaken, afluisterapparatuur of camera’s installeren in privéwoningen, ongemerkt binnendringen in woningen en lokalen, personen en lokalen observeren, bankverrichtingen inkijken, internetgebruikers en elektronische communicaties identificeren, nepfirma’s oprichten, …

De Liga’s voor Mensenrechten en de Orde van Vlaamse Balies (OVB) leverden ernstige kritiek op eerdere BIM-voorstellen. Het huidige voorstel negeert grotendeels deze kritiek. Er stellen zich diverse problemen.

1

Het BIM-voorstel laat de geheime diensten toe zich verregaand te mengen in het privéleven van de burgers. Fundamentele rechten zoals de onschendbaarheid van de woning en het briefgeheim staan op de helling. En dit op een permanente wijze.

Dit gaat in tegen de internationale rechtsregel dat een beperking van fundamentele rechten en vrijheden slechts uitzonderlijk en tijdelijk en enkel in noodsituaties mag gebeuren. De BIM-wet dreigt het zoveelste gevaarlijke product te worden van het post 9/11-tijdperk op een moment dat de tijdgeest toch ietwat lijkt te kantelen in de richting van meer respect voor de rechtsstaat en de grondrechten.

2

De wet maakt de Staatsveiligheid ook bevoegd om ‘extremisme’ en ‘radicalisme’ in het oog te houden. Deze beide begrippen zijn zo breed en rekbaar dat het gevaar bestaat dat bonafide ngo’s, strijdbare vakbondsafdelingen of organisaties als Greenpeace in het oog van de Staatsveiligheid komen en dus ook geconfronteerd worden met telefoontap, hacken van hun computers enzovoort. Dat dit geen paranoia is bleek uit de Antwerpse lijst van ‘extremistische en terroristische organisaties’ die in 2005 onthuld werd. Op die lijst meer dan 100 organisaties, van Gaia tot Geneeskunde voor het Volk.

3

Het verwondert niet dat vooral advocatenorganisaties bezorgd zijn om het binnenbrengen in het strafproces van inlichtingen afkomstig van geheime diensten. Dit was al het geval – met inlichtingen van buitenlandse geheime diensten – in de ‘terrorismeprocessen’ tegen de GICM en de DHKP-C. De bijzondere inlichtingenmethoden die nu worden voorgesteld maken het zeer reëel dat de geheime agenten tijdens hun speurwerk niet alleen botsen op inlichtingen over staatsveiligheid, maar ook op aanwijzingen van criminele feiten.

En dan komen de inlichtingendiensten op het terrein van het strafonderzoek dat normaal voorbehouden is aan politie, parket en onderzoeksrechters. De advocaten vrezen dat het inlichtingenwerk van de geheime diensten als een ‘voorbereidende schakel’ van het strafonderzoek zal gezien worden en op die manier strafonderzoek en inlichtingenwerk met mekaar verweven geraken. Zo komt het recht op eerlijk proces in het gedrang.

4

Eén van de meest betwiste onderdelen van het wetsvoorstel is de controle op de gebruikte methoden. Wat de gewone methoden betreft kan ik kort zijn: er is geen controle; de inlichtingendiensten doen ongeveer wat zij willen. De specifieke en uitzonderlijke methoden zouden volgens het wetsvoorstel gecontroleerd worden door een nieuw orgaan, de bestuurlijke commissie. Dit orgaan bestaat uit drie onafhankelijke magistraten. De controle die zij uitoefenen is beperkt en complex.

Het Comité I (comité in de schoot van de Senaat dat de inlichtingendiensten controleert) kan in de regel enkel a posteriori controle uitoefenen, dus als de methoden al aangewend zijn.“In een democratische samenleving, het etiket rechtsstaat waardig, opereren inlichtingen- en veiligheidsdiensten onder het rechtstreeks gezag van het Federale parlement en onderwerpen deze diensten zich aan de werking van de rechterlijke orde”, zegt de Orde van Vlaamse Balies in navolging van de Raad van Europa.

De controle die in het wetsvoorstel is uitgewerkt, beantwoordt hieraan in geen enkele mate. Controle op veiligheidsdiensten is cruciaal in een democratische samenleving om te vermijden dat deze een staat in de staat worden, en zelf het beleid gaan bepalen of manipuleren.

Er zijn nog een resem andere kritieken. Agenten van de veiligheid krijgen het recht om – onder bepaalde omstandigheden – misdrijven te plegen. Ze mogen ook nepfirma’s of fake vzw’s oprichten. Wie zal straks nog zicht hebben op dit wespennest?

En last but not least. De nieuwe methoden mogen ook gebruikt worden tegenover advocaten, journalisten en medici ‘wanneer er serieuze aanwijzingen zijn dat die deelnemen aan het ontstaan of de ontwikkeling van een mogelijke bedreiging voor de staatsveiligheid’. Een dermate ruim criterium verbant het beroepsgeheim per direct naar het museum.

Waar zit het bronnengeheim van een journalist die morgen een artikel schrijft over een ‘radicale’ beweging? Is dat deelname aan een mogelijke bedreiging? Of van de advocaat die in een ‘terrorismeproces’ optreedt? Laat ons echt niet naïef zijn. Eens de inlichtingendiensten over deze draconische methoden beschikken is het hek van de dam. Dit wetsvoorstel dat de fundamenten van de rechtsstaat raakt, verdient een zeer breed maatschappelijk debat.

Bron » De Morgen | Raf Jespers

Nihoul lanceert vzw voor bijstand aan rechtszoekenden

Michel Nihoul heeft een vzw opgericht die bijstand moet geven aan rechtszoekenden. In de statuten van die vzw, gepubliceerd in het staatsblad, staat dat het de bedoeling is om “mensen te verdedigen voor justitie en voor de autoriteiten” en “in de eerste plaats de meest zwakken en armen te helpen”. Dat schrijft de krant Le Soir.

Enkele tientallen leden, gerekruteerd via mond-aan-mond-reclame, konden al dienst doen op de vzw. Die biedt raad, bemiddeling en “echte juridische bijstand” aan, voor bijdragen van 15 of 25 euro per maand. Leden kunnen bij een rechtszaak dienst doen op de advocaten en experten van hun voorkeur, waarbij de kosten tot 100.000 euro worden gedekt. Voor wie aangesloten is, worden ook de kosten gedekt voor de opsporing van vermiste kinderen, tot een bedrag van 20.000 euro.

Volgens Nihoul sloot de vzw ADHEH (“Association de défense de l’honneur des êtres humains”) al akkoorden af met verzekeringsmaatschappijen. Die akkoorden maken het voor leden mogelijk om een maandelijkse bijdrage te storten, en zo te vermijden dat ze franchises moeten betalen, in het bijzonder bij waterschade.

Nihoul haalde ook enkele voorbeelden aan waarbij de vzw tussenkwam: een conflict met een garagist, burengeschillen, onderhandelingen met een verzekeraar. Ook zou hij bij verzekeringsmaatschappijen de status van vastgoed-expert hebben teruggekregen. Nihoul wil het daar niet bij laten en zou vakanties aan zee willen aanbieden voor weeskinderen. Hij wordt niet gesubsidieerd, maar zegt dat hij de middelen zal vinden: “Ik denk erover om de bontmantel te veilen die ik lange tijd droeg tijdens de affaire”.

Bron » De Morgen