Kernkabinet keurt hervormingsplan Justitie goed

Er komen minder maar wel grotere gerechtelijke arrondissementen. Premier Di Rupo en zijn topministers hebben een voorstel van minister Turtelboom hierover goedgekeurd. Nu zijn er 27 gerechtelijke arrondissementen in ons land. Op termijn worden dat er twaalf. Dat moet de werking van het gerecht in ons land vlotter en efficiënter maken.

Van 27 naar 12 arrondissementen: dat was het hervormingsplan dat minister van Justitie Annemie Turtelboom (Open Vld) vandaag op het kernkabinet verdedigde. Met dat plan duikt minister Turtelboom juist onder de vooropgestelde halvering van de arrondissementen die was opgenomen in het regeerakkoord. Het kernkabinet heeft het hervormingsplan nu dus aangenomen.

Er komt één arrondissement per provincie. Het Brusselse Gewest en het Duitstalige Eupen krijgen ook nog eens een eigen arrondissement. De teller komt daarmee op twaalf. In Henegouwen komt er een subarrondissement. Door de hervorming zou het nieuwe arrondissement immers samenvallen met het rechtsgebied, waardoor er slechts een procureur-generaal en een procureur des konings zouden zijn. In het nieuwe landschap krijgt ook Charleroi een procureur des konings.

Met de nieuwe herverdeling zullen magistraten beter kunnen samenwerken en zich beter kunnen specialiseren. Voor de burgers verandert er weinig. De bestaande gerechtsgebouwen blijven waar ze zijn. Toch vindt men in de verschillende provincies dat de spanwijdte nu al te groot wordt.

Voor de burger zal er volgens de nota-Turtelboom weinig veranderen. De zittingsplaatsen van vrede- en politierechters, rechtbanken van eerste aanleg of koophandel blijven ongewijzigd. Wie in de toekomst een huurgeschil wil aanvechten, moet dus niet plots een dagtocht naar de provinciehoofdstad ondernemen.

Het personeel van de rechtbanken zullen de hervorming dan weer wel duidelijk voelen. In plaats van vier parketten, rechtbanken van eerste aanleg, arbeidsrechtbanken enzovoort, zal de provincie West-Vlaanderen er straks nog maar één tellen.

Idem voor Oost-Vlaanderen, waar de ‘manager’ of voorzitter liefst 151 magistraten onder zijn hoede krijgt, die momenteel nog verdeeld zitten over Gent, Dendermonde en Oudenaarde. De korpsoverste zal hoe dan ook zijn hele provincie moeten doorkruisen, van Hasselt tot Tongeren of van Turnhout tot Mechelen.

Rechters die niet in één welbepaalde plaats benoemd zijn, zullen inzetbaar moeten zijn in de hele provincie. Een Henegouwse vrederechter die van de ene dag op de andere anderhalf uur lang van Chimay naar Doornik moet rijden, zal dat niet altijd met de glimlach doen.

Bron » De Standaard

Bruno Bulthé: “Kleine criminaliteit bestaat niet”

Hij zoekt zelden de openbaarheid, maar na de doodslag op MIVB-inspecteur Iliaz Tahiraj moest het er uit. “Spuugzat” is Bruno Bulthé het gratuite geweld in de hoofdstad. “Ik beleef het als een falen dat we onze dienstverleners niet kunnen beschermen. En falen, daar kan ik niet mee om.” Een portretgesprek.

Het is niet omdat hij publieke optredens schuwt dat hij als magistraat niet op straat komt. Integendeel. U kunt hem over de middag wel eens treffen in een volkscafé in de Marollen. Hij mag er graag zijn boterhammetjes in een kom soep soppen. En het ‘afstappen’, zoals hij vorig weekend deed op de plek die Iliaz Tahiraj fataal werd, is hij ook nog niet helemaal verleerd, hoewel hij al vijf jaar onderzoeksrechter af is.

Ik heb ze altijd willen begrijpen, zowel de daders als de slachtoffers.” Enkele jaren geleden deed hij op eigen houtje de postronde over van een man die zich na pesterijen op het werk van het leven had beroofd. Postbodes, agenten, brandweerlui, buschauffeurs, ambulanciers: ze verdienen respect, geen beschimpingen, vuistslagen of kogels. “Ik kan daar slecht tegen”, zegt hij.

In de jaren negentig bouwde Bruno Bulthé zich een reputatie op met het verontrusten van hoge ambtenaren, ministers en partijvoorzitters. En een kardinaal, want Bulthé ging in 1997 Wim De Troy al voor met een huiszoeking in Mechelen. Ook hij was op zoek naar sporen van schuldig verzuim in de zaak van een pedofiele pastoor. Hij boog zich over dossiers van partijfinanciering en miljoenenfraude. De 400.000 pagina’s van het dossier-Beaulieu zijn zijn werk. Of dan toch van ‘zijn’ speurdersteam Cel 427. En hij nam er ook nog eens de Roze Balletten tussen. Ja, u herkende hem al van ver: Bulthé is de boertige onderzoeksrechter Willy De Decker in de trilogie Het Goddelijke Monster van Tom Lanoye.

“Ik heb het niet gezien, ik kijk geen televisie. Maar ik boertig? Ik ben een beleefd man, meneer. Alleen als het moet, kan ik vrij ruw te werk gaan. Er werd mij ooit eens de toegang tot een voornaam bedrijf ontzegd. Ik zeg tegen het madammeke aan de balie: ‘Ge gaat met mij mee naar boven, naar het kantoor van uw directeur-generaal. En als meneer mij niet wil spreken, laat ik hem ophalen.’ Ik ben daar boven netjes blijven wachten. Ik heb dat altijd zonder veel cinema gedaan. It’s part of the job.”

“Och, die reputatie.” Zwierig opent hij de kamerbrede wandkast in zijn kantoor en toont ons een collectie schaalmodellen van auto’s en tanks. “Die tanks kreeg ik van een collega die mij Pantzer Bruno noemde.” Er staan ook doodsprentjes in de kast, onder meer van agente Kitty Van Nieuwenhuysen. En een kaars uit Rome met de beeltenis van paus Benedictus XVI. “Cadeautje van een collega die de wijding bijwoonde”, zegt hij zonder enige zweem van spot. Hij, de notoir vrijzinnige. Verder: twee petjes. Eentje met insigne ‘Cel 427’, het ander met een Sovjetster. “Dat laatste is een souvenir van een rogatoire commissie naar Rusland in de zaak-Beaulieu.”

Maar het trotst is hij op de foto’s van zijn twee jonge kinderen. “Af en toe komt de oudste hier langs en dan grist hij een van mijn modelautootjes mee”, zegt Bulthé. Hij werd enkele maanden geleden, op zijn 63ste, nog eens vader. Moeder is de ruim een kwarteeuw jongere Peggy Coppens. Ze is de griffier waarvoor Wim De Troy zijn ontslag veil had omdat hij van zijn overste niet meer met haar mocht samenwerken. Dat ‘oude’ vaderschap? Ouders kunnen lang mee, weet hij. Zijn vader werd 88, zijn moeder 91. De vader van de kinderen Tahiraj blijft voorgoed 56. Misschien speelt het mee in de pikorde der dingen van de ouder wordende magistraat. Bij fraude verdwijnt er heel veel geld, maar geen mensenleven.

“Dat is heel juist! Ik heb het allemaal gedaan, al die grote dossiers”, wuift hij ze denkbeeldig weg over het Brusselse Poelaertplein. “Maar ik ben ook altijd beroerd geweest door het publiek belang. Ik mag wel zeggen dat ik een groot inlevingsvermogen heb. En ik vergeet nooit: alles kan elkeen van ons ten allen tijde overkomen.” Bulthé is een oude vos. Vraag hem naar de Bende van Nijvel en hij begint over de treinramp in Buizingen. Wilt u van hem weten hoe het zit met het oprukkende salafisme, hij rakelt de val van het IJzeren Gordijn op. En als ik het over Boer Clerck heb, begint hij over Felix.

Felix? “Een zeventiger uit het Pajottenland. Takelde zijn vrouw toe met wat hij dacht een pijpje van marmer te zijn, maar het was van kalk. Zij overleefde het, hij moest naar de cel. Ik ging hem daar bezoeken. ‘Ze gaat met mijn kasbons lopen’, jammerde hij. En dat hij zich van kant zou maken. Ik zeg: ‘Felix jong, ge verstaat, ge hebt uw vrouw de kop willen inkloppen, ik kan u niet naar huis laten gaan. Zeker niet in zo’n dorp gelijk het uwe, ge weet hoe de mensen zijn’.”

“Ik rekende erop dat er snel alternatieve opvang voor Felix zou worden gevonden. Want zo’n cel, dat is niets voor zo’n oude man. Kort daarna krijg ik telefoon. Felix had zich van het leven beroofd. Ik zie hem na al die jaren nog altijd voor mij staan, jammerend over zijn kasbonnekes. Niet dat ik mij schuldig voel hé, meneer. Wel betrokken.”

Beroert het u meer dan het gekapseisde Beaulieu-dossier?

“(Pruttelt zachtjes) Ik zeg: dat het afloopt zoals het afloopt. Elk zijn verantwoordelijkheid. Ik ga u iets anders vertellen. Op een dag vraagt een medewerker van het parket of er geen belet is want hij is ongerust over zijn zoon die al twee dagen niets meer van zich heeft laten horen. En of ik iets meer weet? En gelijk hij daar tegenover mij zit, zoals u nu, gaat de telefoon en verneem ik dat zijn zoon dood is. Zelfmoord. Ik leg de hoorn neer, kijk de man aan en vertel het hem. Hij heeft mij bedankt. Tot de dag van zijn pensioen stonden we af en toe samen in de lift. We knikten dan beleefd en dachten aan hetzelfde. Kijk, de haartjes op mijn arm gaan er wéér rechtop van staan. Ja, dat was een moeilijk moment.”

Moeilijker dan het echtpaar De Clerck in de boeien slaan in 1997?

“Voor mij zijn dat verdachten als een ander. Ik zie liefst zo weinig mogelijk mensen voor de rechter. Hoe meer zaken opgelost kunnen worden via herstelbemiddeling, hoe beter. Een aanhouding is ingrijpend. Ik arresteerde er zo’n 100 à 110 per jaar. Je treft daarmee ook hele families, ouders en kinderen, mensen die er niets mee te maken hebben. Maar om het met Edith Piaf te zeggen: Je ne regrette rien. Ik heb relatief weinig vrijspraken gekend. Ik ga er dus van uit dat ik er dan toch niet zo veel naast heb gezeten.”

In de zaak-Beaulieu …

“Men spreekt altijd over de zaak-Beaulieu, maar in veel andere belangrijke financiële dossiers zijn er minnelijke schikkingen. Daarmee geef je ook een juridische oplossing aan een probleem, het is zoals strafbemiddeling ook een manier om een dossier af te ronden.”

Het is geen échec?

“Ik ervaar dat nooit als een échec. Misschien had het anders kunnen lopen, maar er is in dat dossier veel werk verzet. Grondig, misschien te grondig naar de zin van sommigen. Mais les états d’âme des autres ne me regardent pas.”

Vorige maand gloorde er weer even hoop in het dossier van de Bende van Nijvel.

“Ik spreek niet graag over dossiers die de mijne niet zijn. Ik weet wel dat niets zo prangend is als de onzekerheid. Mensen willen weten. We zijn er om inbreuken en misdrijven op te sporen en te vervolgen. Maar los van de juridische afhandeling zijn we het slachtoffer vooral de waarheid verschuldigd. Ik beschouw dat ook als een sociale opdracht. Het is tasten en zoeken. Wij lopen ook dikwijls de werkelijkheid achterna.”

De dood van Iliaz Tahiraj of Kitty Van Nieuwenhuysen ervaart u zonder meer als een mislukking?

“Ja. Het is onze verdomde plicht om mensen die ten dienste staan van de maatschappij extra te beschermen. Als we daar niet in slagen, beleef ik dat persoonlijk als een falen. En falen, daar kan ik niet mee om. Vandaar dat ik zo emotioneel reageerde wellicht. Ik ben van nature nogal impulsief. Ik heb in mijn jonge jaren niet voor niets judo gedaan en rugby gespeeld. Intussen probeer ik zoveel mogelijk rationeel te zijn. Maar nu was ik het toch spuugzat. Hier werd een grens overschreden. Ik ben tegen elk geweld, zowel ten aanzien van personen als goederen.”

Het was een zwaar geval van verkeersagressie. U zou ook kunnen zeggen: dat gebeurt in een grootstad. Zoals burgemeester Philippe Moureaux en Freddy Thielemans het vorig jaar over ‘faits divers’ hadden.

“”(Gestoken) Er bestaan geen faits divers. Kleine criminaliteit? Ken ik niet. De bobonne die 5.000 euro aan kasbons kwijt is, voor haar is dat een zaak van levensbelang. Zij heeft er geen boodschap aan dat ik bezig ben met een grote zaak. Wat is er banaal aan een sacochendief? De dame die het slachtoffer wordt, houdt er behalve een ontwrichte schouder ook angst om buiten te komen aan over. Het vermindert de levenskwaliteit en zelfs de levensduur van mensen. Ik duld dat niet.”

“Iedereen moet met een gerust hart door Brussel kunnen lopen”, zei u twee jaar geleden al. Maar het blijft de spuigaten uitlopen. Van de meer dan 200 agenten die na opeenvolgende incidenten de voorbije jaren werden beloofd, zijn er maar enkele tientallen gekomen.

“Dat ieder voor zijn deur veegt. Wij zijn maar een deel van de keten. Ik zou blij zijn mocht ik er hier voor mijn afscheid (zijn mandaat als procureur loopt af in 2014, red) nog kunnen voor zorgen dat we eindelijk eens op volle kracht zijn. Op papier beschik ik over 128 magistraten. In werkelijkheid zijn er 26 plaatsen permanent onbemand. Nog eens twaalf mensen werken halftijds of zijn met zwangerschapsverlof. Maar we doen wat we kunnen en ik zie zelfs beterschap.”

“Ik heb de voorbije jaren vaak rond de tafel gezeten met burgemeesters, politiekorpsen en beroepsverenigingen. Die relaties waren niet altijd de beste, maar we zijn er toch in geslaagd alle neuzen in dezelfde richting te krijgen. Onze hoofdbekommernis is de stadscriminaliteit. We werken nu beter samen, er is permanentie. Recent hebben we zowaar felicitaties gekregen van een burgemeester. Het is ooit anders geweest. Voordien kregen we altijd op onze kop.”

Houdt u van deze stad?

“Enorm! Ik zeg het vaak tegen mijn collega’s van andere steden: in Brussel beleef je elke dag iets anders. Steek ik de straat over, dan zit ik in Congo. Ga ik de andere kant op, kom ik in de Marollen. Ik heb er maar een paar jaar gewoond, en dan nog in Ukkel. Maar ik kwam er graag op bezoek. Alleen de bedelaars hebben mij altijd een beetje gestoord. Pas op, ik weet wel dat er armoede bestaat. U wilt niet weten in welke miserabele wijken ik als onderzoeksrechter ooit ben afgestapt. Beter is het er niet op geworden. De golden sixties van mijn tienerjaren zijn lang vervlogen.”

De souvenirkast gaat weer open. “Mijn vader was officier op de lange omvaart, mijn moeder was van de Franstalige bourgeoisie uit Kortrijk. Ik ben enig kind, grootgebracht in de kolonie Congo, door boys en mama’s. Toen we in de jaren zestig met vakantie gingen naar Frankrijk, staken we in het plaatsje Bray-Dunes de grens over. De kinderen liepen er op blote voeten en niet omdat het zomer was! Bij ons in Oostende werden de bunkers van de Duitsers opgeblazen, daar dienden ze nog altijd als woonst. Ik zeg het: je moet nooit vergeten dat het ons allemaal kan overkomen. Dat is met misdaad net zo.”

U kunt niet om met falen, zei u al. Wel dan met tergend open vragen, zoals die over de Roze Balletten of de Bende van Nijvel?

“Weet u, in al mijn dossiers heb ik gedaan wat ik meende te moeten doen. Ik ben niet voor niets voor een vijftal parlementaire onderzoekscommissies verschenen. Ik heb vastgesteld dat er stukken verdwenen waren uit het dossier van de Roze Balletten. Ik heb dat laten onderzoeken. Sommige zaken zijn weer opgedoken, andere niet. Ik kan niemand met de vinger wijzen. We moeten soms leren leven met wat er is, meneer.”

De volksmond zegt dat wie niet vindt, niet hard genoeg heeft gezocht.

“U kent ongetwijfeld Georges Marchais, de vroegere baas van de Franse Communistische Partij. Hij zei: ‘Le bilan est globalement positif’. Ik kan het niet beter zeggen.”

Bron » De Standaard

België heeft nu al grootste politiekorps van de Benelux

Een verhoging van het aantal politieagenten zal de criminaliteit in ons land niet doen dalen. België heeft nu al 3,7 agenten per 1.000 inwoners, meer dan de meeste andere Europese landen. “Een sterk politiekorps is geen kwestie van aantallen, maar van organisatie, efficiëntie en opleiding”, zegt criminoloog Cyrille Fijnaut.

De dood van een supervisor van de Brusselse vervoersmaatschappij MIVB, die het slachtoffer werd van agressie, weekt heel wat emoties los. De discussie wordt meteen ook teruggevoerd op het zogenaamd nijpende tekort aan agenten in ons land. In Vlaanderen noteerden de politievakbonden vorig jaar een tekort van 1.923 agenten bij de lokale politie. Bij de federale politie schatten experts dat tekort op 1.200 agenten. Dat betekent een tekort van minstens 3.000 agenten.

Minister van Binnenlandse Zaken Joëlle Milquet (cdH) beloofde meteen 400 extra politieagenten. “Maar dat is niet meer dan een pleister op een houten been”, zegt Cyrille Fijnaut, emiritus hoogleraar criminologie in Leuven, Rotterdam en Tilburg. Fijnaut was nauw betrokken bij de doorlichting en reorganiatie van het Gentse politiekorps. “Een sterk politiekorps is geen kwestie van aantallen, maar van efficiëntie, organisatie en opleiding”, oordeelt Fijnaut.

Dat meer agenten niet per definitie tot een veiligere samenleving leiden, blijkt uit de cijfers van Eurostat, het bureau voor statistiek van de Europese Unie. Het onderzoeksbureau telde in 2009 39.861 agenten in ons land. Dat zijn er 3,7 per 1.000 inwoners. Daarmee is ons korps beduidend groter dan dat van Duitsland (3 per 1.000 inwoners), Luxemburg (3,2) en Nederland (2,2). Toch ligt in België de criminaliteit in België, 97 feiten op 1.000 inwoners, beduidend hoger dan in die landen.

Dat politievakbonden toch om meer personeel roepen, vindt Fijnaut normaal. “Een politietaak is oneindig: het kan altijd meer en beter.” Zelf ziet hij weinig heil in een grootschalige rekruteringscampagne. “België kan beter investeren een efficiënte politiestructuur. België telt bijna 200 politiezones. Hoewel de overheid in 2001 heeft beslist om naar een geïntegreerde politie te gaan, is daar in praktijk bitter weinig van te merken. Iedere zone werkt afzonderlijk, onder de eigen kerktoren.”

Vooral tegenover onze buurlanden lopen we achter. Fijnaut: “Nederland heeft één landelijke politie, Frankrijk twee, Duitsland één per deelstaat. Hun politieagenten zijn dan ook flexibeler. Dat Milquet geen capaciteit kan vrijmaken voor het openbaar vervoer, is een teken van onmacht. Als ze agenten naar Brussel haalt, krijgt ze gegarandeerd boze brieven van de burgemeesters van de betrokken gemeenten.” Ook de politieopleiding wacht nog altijd op hervorming. “Het heeft geen zin om agenten aan te werven, als ze geen proces verbaal kunnen opstellen.”

De specialist pleit voor een grondige doorlichting van de politie. Een gelijkaardige doorlichting draaide in 2001 uit op een sisser. “Het resultaat was een wereldvreemde analyse, waarin geen rekening werd gehouden met de problemen op het terrein. Onder meer door die mislukking wordt België nu geconfronteerd met allerlei problemen waarop men beter had kunnen inspelen, zoals de rondtrekkende bendes en de criminaliteit op het openbaar vervoer.”

Volgens Milquet is een tekort van 3.000 agenten overdreven. De minister maakt naar eigen zeggen werk van een aantal maatregelen om de administratieve last van politieagenten te verminderen. Daarnaast werkt ze aan een ‘optimalisatie’ van de federale politie. Die zou op basis van een snelle audit meer capaciteit moeten creëren.

Bron » De Morgen

Meer dan 3.000 agenten gezocht

Amper 44 van de 195 Belgische politiezones hebben genoeg agenten om de minimale behoeften te garanderen. Vlaanderen scoort ‘het best’. Minister van Binnenlandse Zaken Joëlle Milquet (CDH) beloofde meteen na de dood van een MIVB-controleur vierhonderd extra agenten in Brussel. “Louter een gat opvullen waardoor elders nieuwe gaten ontstaan”, klonk het bij de vakbonden meteen in koor. “Nagenoeg overal in het land zijn er al grote tekorten in de politiekorpsen. Er zijn heel weinig korpsen die manschappen kunnen missen.”

Een telling, gebaseerd op cijfers uit het repertorium van de lokale politie 2011, geeft de bonden overschot van gelijk. Na de politiehervorming in 2001 werd op basis van een tiental parameters een zogenaamde KUL-norm opgesteld: die bepaalt hoeveel aspiranten, inspecteurs, hoofdinspecteurs, commissarissen en hoofdcommissarissen er nodig zijn om de werking van een korps te garanderen. Een minimale bezetting, met andere woorden. Uit die cijfers blijkt dat de 195 politiekorpsen in ons land samen 30.556 lokale agenten zouden moeten tellen. In de praktijk zijn er 28.633 manschappen. Een tekort dus van bijna 2.000 personen.

Verschillende vakbonden schatten dat er bovendien op het federale niveau een tekort is van 1.200 politiemensen op een totaal van 12.000. Samengeteld zijn er over heel België dus meer dan 3.000 agenten te weinig. De toestand in de hoofdstad is – zelfs als de aangekondigde maatregelen van Milquet doorgaan – desastreus. Om een volwaardig uitgebouwd korps te vormen, hebben de zes Brusselse zones minstens 543 extra agenten nodig.

In het zuiden van het land is er verspreid over de 72 zones een tekort van liefst 803 agenten. In amper 9 van de 72 zones wordt de minimaal vereiste politiezorg gehaald. In Vlaanderen is de bezetting iets beter, met 35 van de 117 zones die aan de minimale berekening voldoen.

Het minst verontrustend is de situatie in Limburg, met 11 van de 17 zones die aan de normen voldoen. In de andere provincies zijn de cijfers ronduit bedroevend. Vooral in de (groot)steden Gent (-82), Antwerpen (-73), Brugge (-19), Leuven (-19) en Kortrijk (-16) is de nood aan extra krachten groot.

“Wij vragen al jaren tevergeefs versterking. Het plan van Milquet om vierhonderd extra agenten naar Brussel te halen, klinkt goed, maar lijkt mij gezien de situatie overal elders in het land volstrekt onhaalbaar”, zei de Gentse burgemeester Daniël Termont eerder. De cijfers geven hem gelijk. De vakbonden klagen al jaren over de steeds grotere tekorten bij de bevoegde minister.

“Telkens weer stuiten we op dat budgettaire plafond, waardoor er de voorbije jaren maximaal 1.000 aspiranten konden beginnen. Hoewel er gemiddeld zo’n 1.500 agenten met pensioen gaan. Hoog tijd dus dat er op het hoogste niveau fundamenteel andere keuzes worden gemaakt”, zegt Gert Cockx, voorzitter van de politievakbond NSPV. Bij de federale politie wilde men niet uitwijden over de cijfers. Ook bij de Vaste Commissie van de Lokale Politie was niemand bereid tot commentaar.

Bron » De Standaard

Parketten weten niet hoeveel ze uitgeven

De parketten in ons land spenderen ruim honderd miljoen euro per jaar aan tolken, deurwaarders, telefoontaps, … maar ze weten zelf amper hoeveel ze uitgeven. “Iedereen doet eigenlijk zijn zin”, zegt de Commissie voor Modernisering van de Rechterlijke Orde (CMRO). Minister van Justitie Annemie Turtelboom (Open VLD) laat weten dat er een nieuwe rondzendbrief over de gerechtskosten zit aan te komen.

Geen enkel parket weet hoe hoog de gezamenlijke factuur van Justitie oploopt, negen op de tien weten niet dat het budget eigenlijk is opgesoupeerd en een absolute minderheid houdt bij welke betalingen hun griffie of de overkoepelende FOD (federale overheidsdienst) Justitie voor hen uitvoert. Van een structurele boekhouding is geen sprake.

Vorig jaar stuurde de CMRO naar alle parketten en griffies een vragenlijst over de gerechtskosten. Daaruit blijkt dat een kwart de factuur niet controleert en rechtstreeks doorstuurt naar de griffie of de Federale Overheidsdienst. Ook van kwaliteitscontrole is geen sprake. Doordat driekwart van de griffies en een derde van de parketten geen aparte “gerechtskosten” aan het dossier toevoegen, is het ook voor een rechter moeilijk om in te schatten hoeveel die precies bedragen bij een veroordeling.

Minister Turtelboom kondigt een nieuwe rondzendbrief aan. “Daarin zal uitdrukkelijk worden gevraagd om zo veel mogelijk briefwisseling elektronisch te laten verlopen”, zegt haar woordvoerster in de krant De Standaard. Deskundigen zullen ook maar één verslag en één memorie kunnen indienen om dubbels ter vermijden.” Daarnaast loopt er een proefproject met dagprestaties voor vertalers en tolken.

Bron » De Morgen