Slachtoffers Bende van Nijvel zetten crowdfundactie op om eigen onderzoek te financieren

Enkele slachtoffers van de Bende van Nijvel starten een crowdfundactie op waarmee ze een eigen onafhankelijk onderzoek willen financieren. Dat meldt Het Laatste Nieuws. “We zijn het vertrouwen in justitie kwijt”, klinkt het bij de slachtoffers.

Diederik en Nathalie Palsterman zetten de actie op. Hun vader Jan werd doodgeschoten bij de laatste Bende van Nijvel-overval in Aalst op 9 november 1985.

De kosten om het dossier van zo’n drie miljoen pagina’s door te lezen, bedragen ongeveer 250.000 euro. “Als nabestaanden kunnen we dit onmogelijk betalen”, verklaren de slachtoffers. Maar daarnaast is ook hun vertrouwen in het gerecht weg. Justitie stelt zich te weinig vragen bij de recente onthullingen rond ‘De Reus’, klinkt het.

De actie steunen kan via ellendevandebende.be

Bron » De Morgen

Nabestaanden willen onafhankelijk onderzoek naar Bende van Nijvel

‘We willen dat er een onafhankelijk onderzoek komt met een doorlichting van het hele dossier van drie miljoen bladzijden. Ons vertrouwen in de cel in Charleroi is volledig weg.’ Dat zeggen nabestaanden Diederik en Nathalie Palsterman.

Deze nabestaanden willen een crowdfunding opstarten om geld te vinden voor een onderzoeksgroep die geen enkele piste in het onderzoek naar de Bende van Nijvel uit de weg zou gaan.

Diederik Palsterman en zijn vader Jan waren op 9 november 1985 in de Delhaize van Aalst tijdens de overval door de Bende van Nijvel. De vader werd neergeschoten en was één van de acht dodelijke slachtoffers die dag.

‘Na meer dan drie decennia van manipulatie en vertragingsmanoeuvres hebben wij ons vertrouwen in het gerecht verloren. Wij hebben nood aan een team van onafhankelijke specialisten zoals analisten, vertalers, professoren, advocaten en relevante experts om de drie miljoen bladzijden van het dossier uit te spitten zoals het hoort’, stellen Diederik en Nathalie Palsterman.

Bron » De Standaard

Onderzoeksteam naar de Bende van Nijvel breidt uit met negen speurders

Het federaal parket versterkt het onderzoek naar de Bende Van Nijvel. Dat heeft minister van Justitie Koen Geens (CD&V) vandaag gezegd in de Kamer. De cel die zich bezighoudt met het onderzoek wordt aangevuld met vijf extra speurders van de gerechtelijke federale politie, alsook vier speurders van het Comité P. Voorts zal er worden samengewerkt met het federaal parket, dat onder meer zal worden ingeschakeld als centraal aanspreekpunt voor de slachtoffers.

Justitieminister Geens bracht in de commissie verslag uit van zijn ontmoeting met het College van procureurs-generaal maandag over het dossier van de Bende van Nijvel. Na dat overleg bevestigt Geens dat het team dat onderzoek doet naar de Bende van Nijvel, wordt uitgebreid. Het onderzoeksteam van vijf speurders krijgt er vijf onderzoekers bij van de federale gerechtelijke politie. Voorts komen er vier speurders bij van het Comité P, het comité dat toezicht houdt op de politiediensten.

Slachtoffers

Ook zal de hulp ingeschakeld worden van het federaal parket. Dat parket heeft sinds zijn oprichting in 2002 een pak ervaring opgebouwd met onder meer onderzoeksstrategieën en bijzondere opsporingstechnieken, maar ook rond slachtofferhulp. Bedoeling is dat het federaal parket in het Bende-dossier zal optreden als centraal aanmeldings- en aansprekingspunt zoals ook gebeurde na de terreuraanslagen van 2016.

Voorts kondigde hij aan dat er op 6 december een nieuwe vergadering komt voor de slachtoffers en nabestaanden van de slachtoffers van de Bende van Nijvel. Ook Geens zelf zal die vergadering bijwonen. De CD&V-minister benadrukt dat er daarbij zal voorzien worden in simultaanvertaling, iets wat in het verleden al eens durfde mis te lopen. Bedoeling is ook dat soort vergaderingen met de slachtoffers “geregeld” te herhalen.

Dossier overhevelen naar Vlaanderen?

Geens herhaalde ook dat de beslissing om het onderzoek naar de Bende van Nijvel te concentreren in Charleroi een “exclusieve bevoegdheid” en beslissing is geweest van de gerechtelijke macht. Het dossier opnieuw overhevelen naar Vlaanderen, bijvoorbeeld naar Dendermonde, lijkt dus niet aan de orde. Geens benadrukt daarbij vooral de beslissing om het huidige onderzoeksteam te versterken.

Doorlichting?

Verder noemt de minister een eventuele doorlichting van de magistratuur en de politie door de Hoge Raad voor de Justitie “niet aan de orde”. “Er zijn geen aanwijzingen dat de magistratuur of de gerechtelijke politie op dit moment niet goed zouden functioneren”, aldus Geens.

Ook het ondervragen van speurders of betrokken magistraten in de commissie Justitie van de Kamer lijkt Geens geen goed idee. “Het ondervragen van speurders en magistraten in de commissie is mijn inziens niet aan de orde en zou het onderzoek, feitelijk, juridisch en tactisch kunnen dwarsbomen”, klonk het. Sp.a-Kamerlid Annick Lambrecht merkte daarbij op dat procureur-generaal De Valkeneer intussen wel om de haverklap verklaringen aflegt in de pers. “Ik kan geen tv of radio aanzetten of ik zie of hoor meneer De Valkeneer. Waarom kan hij dan hier in het parlement geen uitleg komen geven?”, aldus Lambrecht.

Mogelijke manipulaties

Geens kwam ook nog terug op zijn ‘manipulatie’-uitspraak van vorige week. Geens deed toen wat stof opwaaien met zijn uitspraak dat er “mogelijke manipulaties” zijn geweest in het onderzoek. De CD&V-minister verduidelijkte die uitspraken nadien en benadrukte dat het ging om mogelijke “externe manipulatie”. Concreet doelde Geens op mogelijk geknoei met een zak met wapens die na de aanslag op de Delhaize van Aalst zou zijn gedumpt in het kanaal Brussel-Charleroi in Ronquières en er een jaar later werd gevonden.

Geens verwees in de commissie naar uitspraken van procureur-generaal De Valkeneer, die onder meer zegt dat er niet alleen sprake kan zijn van mogelijke manipulatie bij de vondst in het kanaal van Ronquières, maar dat er nog andere “vreemde elementen” zijn die kunnen wijzen op mogelijke manipulatie. Het gaat dan bijvoorbeeld om het achterhouden van bewijsstukken.

Geheim van onderzoek

Wat de recente berichten en verklaringen betreft rond ex-rijkswachter Christiaan B. – de man die op zijn sterfbed aan zijn broer zou bekend hebben dat hij betrokken was bij de Bende van Nijvel – verduidelijkte minister Geens dat het huidige speurdersteam al in 2016, dus nog voor de nieuwe onthullingen in de zaak, de piste van de Diane-brigade onderzocht.

Geens herhaalde ook dat er in 2000 een speekselstaal en een DNA-staal van Christiaan B. zijn afgenomen. Dat gebeurde na de verklaringen van jeugdvriend Marc Van Damme, die in 1998 (na het verspreiden van robotfoto’s) naar de politie was gestapt met de naam van Christiaan B. Opvallend is dat de DNA-staal van Christiaan B. pas in 2016 is vergeleken met het DNA-materiaal in het dossier. Het resultaat bleek toen negatief.

“Christiaan B. is nooit verhoord”, zo moest Geens ook erkennen. “Is dat goed? Neen. Is dat spijtig? Ja”, dixit Geens, die verder niet op de kwestie kon ingaan omwille van “het geheim van het onderzoek”.

Bron » De Morgen

Extra middelen en mankracht voor onderzoek naar Bende van Nijvel

Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) heeft in de Kamer aangekondigd dat er extra mankracht wordt vrijgemaakt voor het onderzoek naar de Bende van Nijvel. Ook het federaal parket zal daar een rol in krijgen.

Concreet deelde minister Geens mee dat er naast de vijf politiemensen die nu al rond het dossier werken nog vijf extra speurders van gerechtelijke federale politie zullen worden ingezet voor het onderzoek naar de Bende. Een van de nieuwe mankrachten is een tweetalige misdaadanalist. Daarnaast komen er ook vier speurders bij van het Comité P omdat de nieuwe sporen naar de Bende van Nijvel naar de voormalige rijkswacht leiden.

Voorts zal het federaal parket de onderzoekers bijstaan voor slachtofferhulp en bijzonder onderzoeksmethoden.

‘Nog dit jaar komt er op 6 december overleg met de slachtoffers’, besloot Geens, die ook zelf op het overleg aanwezig zal zijn. Daar zal onder meer besproken worden hoe de slachtoffers beter kunnen worden vergoed.

Vergoeding

Die vergoeding is tot op heden een pijnpunt, stelde Servais Verherstraeten (CD&V), die minister Geens in de Kamer vroeg om slachtoffers van de Bende te beschouwen als terreurslachtoffers zoals de personen die werden getroffen in Zaventem en Maalbeek op 22 maart 2016. ‘De slachtoffers van de Bende hebben recht op dezelfde rechten en behandeling’, opperde Verherstraeten.

Onder meer Linda Van Huffelen, die conciërge was van textielbedrijf Wittock-Van Landeghem in Temse waar de Bende van Nijvel in 1983 toesloeg, sprak onlangs over de grootorde van de vergoeding. ‘Het was peanuts’, zei ze. ‘Ik heb alleen mijn weduwepensioen, dat is eigenlijk weinig. Ik ben 80 procent invalide. Met twee vingers moet ik het doen, dat gaat niet. Ik hoop toch om nog iets te krijgen, een schadevergoeding.’

Bron » De Standaard

De Staatsveiligheid is geen voetveeg, mijnheer Tobback

Twee medewerkers van de Veiligheid van de Staat reageren op de uithaal van Louis Tobback naar hun dienst. De namen van de auteurs zijn bekend bij de redactie (de Veiligheid van de Staat geeft om veiligheidsredenen geen namen van medewerkers vrij).

Het is makkelijk om een dienst aan te vallen waarvan je op voorhand weet dat die toch niet zal reageren, maar de zaken die Louis Tobback uitkraamt in het interview in De Morgen (DM 28/10) zijn uiteindelijk toch genoeg geweest om als personeelsleden van de Veiligheid van de Staat – want over die dienst gaat het – in de pen te kruipen.

Het complotdenken van de heer Tobback rond alles wat met de Bende van Nijvel te maken heeft, laten we voor zijn rekening. Wanneer hij het echter over de Veiligheid van de Staat heeft, slaat hij de bal mijlenver mis. Hij maakt daarbij handig gebruik van de sfeer van geheimzinnigheid die rond de dienst hangt en die vaak mee in stand wordt gehouden door journalisten die zich hiervoor in de eerste plaats baseren op zaken die zich in de vorige eeuw hebben afgespeeld.

Ondertussen echter zijn we in het jaar 2017 en de wereld, België en de Veiligheid van de Staat zijn niet meer hetzelfde als toen.

Begin jaren 90 werd het Comité I opgericht dat zeer nauw toeziet op de werking van de inlichtingendiensten en dat over de werking van de Veiligheid van de Staat rapporteert aan de opvolgingscommissie in het federale parlement. Controle door politici dus, mensen zoals Louis Tobback, van wie we aannemen dat ze hun job willen doen in volle integriteit. Het Comité I publiceert daarbij elk jaar een jaarverslag dat publiekelijk beschikbaar is. Tot zover de geheimzinnigheid.

Daarnaast werd de werking van de Veiligheid van de Staat vastgelegd via de wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten van 30 november 1998. Daarin staat zwart op wit waarmee de inlichtingendiensten in België zich moeten bezighouden (terrorisme, extremisme, spionage, inmenging,…) en dus ook waarmee ze zich niet mogen bezighouden. Het consequent opvolgen van hooliganisme staat vooralsnog niet ingeschreven in deze wet, in tegenstelling tot de opmerking hierover van Louis Tobback.

In 2010 kreeg onze dienst de mogelijkheid om meer ingrijpende methodes toe te passen om zijn werking te kunnen verdiepen: de bijzondere inlichtingenmethodes. Het gebruik van deze methodes wordt, opnieuw, streng gecontroleerd door een speciaal hiervoor opgerichte commissie van magistraten én door het Comité I (een dubbele controle dus).

De Veiligheid van de Staat werkt bovendien niet in een vacuüm, los van de andere veiligheidspartners. De dienst speelt zijn rol in samenwerking met de andere veiligheidspartners in België, binnen het kader van de Nationale Veiligheidsraadwaar de lijnen van het veiligheidsbeleid worden uitgezet door de Belgische premier samen met zijn vice-premiers. Vergeet dus cavalier seul spelen, want besef bovendien ook dat de dienst wordt aangestuurd door de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken en dat de directie van de Veiligheid van de Staat door beide ministers wordt afgerekend op de resultaten die ze behalen. Zoals het hoort, en daar is niets geheimzinnigs aan.

Een opmerking als ‘de Staatsveiligheid is een staat in de staat en doet wat ze wil’ is dus manifest onjuist. Uitspraken zoals die van Louis Tobback of andere recente uitspraken die het hebben over een ‘zieke’ dienst helpen helemaal niet om de veiligheid in België te verhogen. Misschien moeten we de hand in eigen boezem steken als het gaat over de sfeer van wantrouwen die rond de Veiligheid van de Staat wordt gecreëerd. Discretie is immers een belangrijk goed in de inlichtingenwerking. We reageren dan ook niet op alles wat wordt verteld, maar de waarheid heeft haar rechten en de Veiligheid van de Staat is niet de voetveeg van elkeen die denkt een mening over veiligheid te moeten verkondigen.

Dat de jaren 70 en 80 de loden jaren worden genoemd, is terecht en als medewerkers in de 21ste eeuw willen we ook dat de onderste steen wordt bovengehaald. Ook als uit grondig onderzoek zou blijken, dat de Veiligheid van de Staat van toen hierin een bedenkelijke rol zou hebben gespeeld.

Meer dan 30 jaar later echter willen de huidige medewerkers niet meer worden afgerekend op wat toen al dan niet zou zijn gebeurd. Meer dan 30 jaar later moet duidelijk zijn dat de Veiligheid van de Staat een dienst is die werkt binnen een strak gecontroleerd kader en bestaat uit medewerkers die alles willen doen om samen met de andere veiligheidspartners in België bij te dragen tot de veiligheid van alle burgers.

Een inlichtingendienst blijft relevant en zal in de toekomst mogelijk nog belangrijker worden. Het werk dat van ons wordt verwacht, willen we doen in alle transparantie. Laat ons dus duidelijk zijn: de Veiligheid van de Staat moét gecontroleerd worden. Meer zelfs, controle houdt ons scherp en zet ons aan om de eigen werking te verbeteren. Dat maakt ons tot een moderne inlichtingendienst die ten dienste staat van partners en overheden.

De uitbouw van een performant veiligheidsbeleid in België, dáár ligt de uitdaging van de Veiligheid van de Staat en haar veiligheidspartners. Dat er nog werk aan de winkel is op het vlak van informatieuitwisseling en onderlinge samenwerking, blijkt duidelijk uit de conclusies van de parlementaire onderzoekscommissie naar de aanslagen in Zaventem en Maalbeek. Precies op dat punt moeten alle betrokkenen hun verantwoordelijkheid nemen en er samen constructief aan werken, in plaats van de geloofwaardigheid van de veiligheidspartners te ondergraven. De Veiligheid van de Staat is zeker niet perfect, maar heeft alvast de wil om zichzelf in vraag te stellen, de eigen werking te verbeteren en haar steentje bij te dragen aan dit uiteindelijke doel.

Bron » De Morgen