De Bende van Nijvel, het litteken van de loden jaren

Met de Bende van Nijvel zijn de sombere jaren 80 plots weer springlevend, een tijdperk waarin rechtse en linkse terreur gepaard ging met een zware economische malaise. 30 jaar later zijn onze economie en veiligheidscultuur in betere doen. Maar de onzekerheid over de toekomst is zeker niet kleiner.

Terwijl in de Verenigde Staten bijna alle geheime documenten over de moord op John F. Kennedy in 1963 zijn vrijgegeven, hebben de onthullingen van de ‘Reus’ op zijn sterfbed in ons land het litteken dat de Bende van Nijvel heeft nagelaten weer opengereten. Dat de bloedigste misdaadgolf van de 20ste eeuw onopgelost is gebleven, heeft een trauma veroorzaakt dat nooit helemaal is verwerkt. Door het oprakelen ervan, zoals afgelopen week is gebeurd, is dat verdriet van België opnieuw in het collectieve geheugen geprent, ook bij een jongere generatie.

De Bende van Nijvel is altijd in een waas van mysterie gehuld gebleven. Wat dreef de daders? Wie waren de opdrachtgevers? Zelfs na 35 jaar onderzoek is daarover geen opheldering gekomen. Het is een schandvlek, die nu ook minister van Justitie Koen Geens (CD&V) achtervolgt. Vrouwe justitia blijkt anno 2017 nog altijd niet in blakende gezondheid te verkeren.

Omdat er nooit duidelijkheid is gekomen, zijn de complottheorieën welig blijven tieren. De meest plausibele uitleg is dat een groep extreemrechtse rijkswachters uit de speciale Diane-eenheid achter de aanslagen zat. Het was een tijd waarin de rijkswacht nog een militaire eenheid was, een staat binnen de staat.

En het was de tijd van de destabilisatie, waarbij sprake was van de ‘strategie van de spanning’. Op het hoogtepunt van de Koude Oorlog wilden de VS volgens sommige waarnemers een sfeer van angst creëren, zodat in het Westen de roep om sterke leiders luid zou klinken. Het was het tijdsgewricht van de ‘Iron Lady’ Margaret Thatcher en Ronald Reagan. In eigen land waren het de woelige jaren van de rakettenkwestie.
Klimaat van angst

De aanslagen van de Bende van Nijvel creëerden een klimaat van angst, met het oog op een staatsgreep van extreemrechts, zoals een van de pistes was en is in het onderzoek.

Er hing een grimmig sfeertje. Mensen hadden schrik om naar de Delhaize te gaan. Er lagen scherpschutters op de daken van de grootwarenhuizen. In het straatbeeld verschenen zwaarbewapende rijkswachters. En in tegenstelling tot de militairen die anno 2017 ook in de straten te zien zijn, boezemden de gewapende rijkswachters geen vertrouwen in.

Het waren turbulente tijden, want in 1985 eindigden de aanslagen van de Bende van Nijvel wel, maar in datzelfde jaar vond het Heizeldrama plaats. Daarop volgden de aanslagen van de extreemlinkse CCC. België was een ‘failed state’ die de controle kwijt leek te zijn.

Na de recente terroristische aanslagen in Parijs en Brussel werd vanuit het buitenland België ook weer afgedaan als een ‘failed state’, of zoals Donald Trump het formuleerde: ‘een hellegat’. Maar die kritiek was overtrokken, en ebde ook weer weg.

Als de Bende van Nijvel en nadien zeker de affaire-Dutroux tot iets hebben geleid, dan is het wel dat sindsdien de rijkswacht als staat binnen de staat is ontmanteld en de politiediensten veel meer zijn gaan samenwerken.

De grote verdienste van de regering-Michel en van minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) is dat centrumrechts echt werk gemaakt heeft van een veiligheidscultuur, die er voordien niet was. De parlementaire onderzoekscommissie naar de aanslagen van 22 maart legde afgelopen week, bij de bespreking van het eindverslag, ook geen pijnpunten meer bloot over disfuncties bij de veiligheidsdiensten, zoals bij voorgaande parlementaire onderzoekscommissies wel vaak nog het geval bleek te zijn.

Uitzichtloosheid

De ‘loden jaren’ sloegen niet alleen op de terreur en een dreigende politiestaat. Sociaal-economisch oogde de wereld al even somber. Door de economische crisis, in de nasleep van de tweede olieschok van 1979 die volgde op de Iraanse revolutie van ayatollah Khomeini, heerste er begin jaren tachtig een uitzichtloosheid die als een loden mantel om de samenleving hing.

Het waren de jaren dat de regeringen in België vielen als bladeren, dat er hoogoplopende communautaire spanningen waren rond José Happart, en dat er weinig of niets werd gedaan aan de ‘double digit’-overheidstekorten en de snel stijgende Belgische schuld. Nadat Wilfried Martens de socialisten eruit had gegooid en met de liberalen aan een herstelbeleid was begonnen – met volmachten, indexsprongen en devaluaties – deed dat de man in de straat nog meer pijn.

Maar de ommekeer werd ingezet, zo beschrijft Martens het ook in zijn memoires. ‘Van mijn twaalf jaar durende premierschap ligt mijn eerste regering met de liberalen, van eind 1981 tot 1985, mij het meest aan het hart. Weliswaar had deze regering met heel wat crisismomenten af te rekenen: van de devaluatie naar de staalcrisis, en van Happart naar de heisa rond de stationering van de kruisraketten. De waarheid is echter dat we ondanks die stormen nooit uit koers raakten. Al die jaren timmerden we vlijtig voort aan het herstelbeleid.’

In de tweede helft van de jaren tachtig, met de omgekeerde olieschok als de olieprijzen plots gaan dalen, is er wereldwijd sprake van een economische relance en worden de loden jaren afgesloten.

Herstelregering

Toen Charles Michel (MR) eind 2014 zijn regering boven het doopvont hield, noemde hij die ook een ‘herstelregering’. Na de linkse jaren van Di Rupo, wilde Michel samen met N-VA-voorzitter Bart De Wever het Belgische huis weer op orde krijgen. De verstikkende belastingen moesten omlaag, de jobcreatie zou worden aangezwengeld, en de overheidstekorten zouden worden weggewerkt.

In tegenstelling tot begin de jaren tachtig is er nu geen sprake van een zware economische crisis. De bankencrisis van 2008 is grotendeels verwerkt en de terroristische golf van Islamitische Staat heeft economisch nauwelijks impact. Al bij al hebben de mensen het goed, maar ze maken zich wel zorgen over de toekomst, want die is onzeker.

Alles verandert razendsnel in digitale en disruptieve tijden en niet iedereen kan volgen. Die onzekerheid weegt, zeker omdat ze gekoppeld is aan een identiteitscrisis, als gevolg van de migratie- en vluchtelingenstromen waarop de politieke wereld geen pasklare antwoorden heeft.

Die onzekerheid veroorzaakt opnieuw schokgolven, zoals is gebleken bij de onverwachte keuze van de Britten voor een brexit en de ondenkbare verkiezing van de Amerikaanse president Donald Trump. Populisme en protectionisme zijn de demonen van de onzekere tijden van de 21ste eeuw.

Bron » De Tijd

Bende-aanvallen waren altijd bloedig, soms ook zeer bizar

Dat er zoveel hypotheses over de Bende van Nijvel circuleren, heeft onder andere te maken met het feit dat de aanslagen sterk van elkaar verschillen. Ook de uiteenlopende profielen van de slachtoffers verklaren waarom onderzoekers en journalisten zoveel pistes bewandelen.

De Bende van Nijvel is vooral bekend van de bloedige aanvallen op een aantal Delhaize-supermarkten. Zo was er op 27 september 1985 de dubbele aanslag op warenhuizen in Eigenbrakel en Overijse, waarbij respectievelijk drie en vijf doden vielen en waarbij in totaal 27.000 euro werd buitgemaakt. Ruim een maand later was er de moordpartij bij de Delhaize in Aalst; de daders schoten toen acht mensen dood.

Twee jaar daarvoor voerde de bende een gelijkaardige serie van zes raids uit op supermarkten. Daarbij vielen vijf doden.

Het zijn vooral deze aanslagen die voeding geven aan de hypothese dat de Bende van Nijvel een groep misdadigers was waarvan de leden vooral geïnteresseerd waren in geld. Hoewel de gezamenlijke buit van 150.000 à 175.000 euro relatief laag was, gaat het volgens bepaalde experts wel degelijk om een bedrag waarvoor criminelen bereid zijn om aanzienlijke risico’s te nemen, zeker als het over weinig bemiddelde daders zou gaan.

Groep Diane

Maar wie ook de minder bekende aanslagen van de Bende bekijkt, komt tot een veel ingewikkelder daderbeeld en zal onvermijdelijk ook een aantal andere hypotheses tegen het licht moeten houden. Zo was er op 31 december 1981 de allereerste aan de Bende gelinkte inbraak in de rijkswachtkazerne van Etterbeek. Daarbij gingen de daders met de modernste vuurwapens aan de haal die behoorden tot het arsenaal van de Groep Diane, de speciale interventie-eenheid van de rijkswacht. Nu bekend raakte dat de zogenaamde ‘reus’ van de Bende tot de Groep Diane behoorde, is het zo goed als zeker dat deze inbraak een inside job was en werd uitgevoerd door daders die de gebouwen en de strenge beveiligingsmaatregelen van de rijkswachtkazerne goed kenden.

Op basis van die allereerste aanslag werd ook de theorie geopperd dat de Bende vooral uit extreemrechtse rijkswachters bestond die een angstklimaat wilden creëren zodat vele miljoenen geïnvesteerd zouden worden in modern rijkswachtmateriaal.

En dan was er ook de overval op wapenhandelaar Dekaise in Waver op 30 september 1982. Bij die hold-up doodden de Bende-leden een toegesnelde agent en werden een vijftiental wapens buitgemaakt, waaronder machinepistolen. Op 10 september 1983 was er de inbraak bij textielbedrijf Wittock-Van Landeghem in Temse, waarbij zeven prototypes van kogelvrije vesten werden buitgemaakt en een dode viel. Deze inbraken bevestigden de theorie dat de Bende uit wapenfreaks bestond die een professionele training hadden gevolgd: hetzij bij de rijkswacht, hetzij bij een schietclub.

Foltermoord

Ten slotte pleegde de Bende nog een vijftal geïsoleerde en bizarre inbraken en/of moorden die tot een eindeloze geruchtenstroom zouden leiden en die het aantal hypotheses nog zou doen toenemen. Op 23 december 1982 was er een foltermoord in een restaurant nabij het kasteel van Beersel, op 2 oktober 1983 was er een roofmoord op een restauranthouder in Ohain. En dan is er nog de moord op FN-wapenhandelaar Juan Mendez, die regelmatig in het kader van de Bende genoemd wordt.

Ook het feit dat bij een supermarktaanslag bankier Leon Finné gericht werd vermoord, was volgens een aantal onderzoekers en journalisten betekenisvol. Volgens sommigen zat Finné in de wapenhandel, anderen legden een verband met extreemrechtse kringen. Zijn dood was geen toeval, luidde het, waarna de theorieën over illegale wapenhandel, drugstrafieken en roze balletten een hoge vlucht namen.

Bron » De Morgen

Tobback over de Bende: “Ik geloof niet in de cowboyverhalen over een grote samenzwering”

Louis Tobback (sp.a), gewezen minister van Binnenlandse Zaken, zegt aan de VRT niet verwonderd te zijn dat ‘de reus’ van de Bende van Nijvel bij de voormalige rijkswacht was. “Er hing toen een sfeer van complotten met extreemrechtse avonturiers”, zei hij vanmiddag in De wereld vandaag. Maar een grote politieke samenzwering, daar gelooft hij niet in.

Als minister van Binnenlandse Zaken heeft Tobback einde jaren 80 “dikwijls gehamerd op de noodzakelijkheid om de rijkswacht te democratiseren”. Die viel toen nog onder het gezag van defensie en profileerde zich als het elitekorps van de politie. Onder Tobback – in 1992 – veranderde dat.

De gewezen minister zegt niet te geloven in “de cowboyverhalen over een grote samenzwering waarin een sinistere figuur met een Siamese kat op zijn schoot een staatsgreep zit voor te bereiden”. Maar dat er binnen de sfeer van de rijkswacht een dergelijke beweging kon ontstaan, verbaast hem niet.

“Het was een moment dat de regeringen zwak waren”, aldus Tobback aan de VRT. “Tussen ’77 en ’81 was er bijna ieder jaar een nieuwe regering. Daar kwam vanaf ’79 de rakettenkwestie bovenop. Dat heeft allemaal bijgedragen tot een sfeertje waarin een paar rechtse idioten op ideeën konden komen.”

Politiek

Tobback benadrukt dat de bevelhebbers in die periode hard geprobeerd hebben “om een andere cultuur in het korps te krijgen en het tijdperk van (de extreemrechtse ex-rijkswachters, red.) Bouhouche en Beyer achter zich te laten”.

“Maar dat ‘de reus’ bij de rijkswacht zat, daarover ben ik eerder verontwaardigd dan verwonderd”, zegt hij. “De twee foto’s op de voorpagina’s van de kranten doen een grote vraag rijzen die opgelost moet worden. Men moest onder die robotfoto alleen maar zijn naam schrijven, dan wist men wie het was. Voor de hele waarheid zal het wel te laat zijn, maar hierover verwacht ik toch dat men duidelijkheid gaat scheppen.”

Dat de politiek erbij betrokken was, wil Tobback niet geloven. “De speurders werken onder het gezag van onderzoeksrechters, die de speurders moeten aansturen en de plicht hebben na te gaan wat zij doen. Hoe het kan dat opeenvolgende onderzoeksrechters fouten gemaakt hebben en al die informatie niet onder ogen kregen, is wat mij betreft een absoluut vraagteken dat opgelost moet worden. Maar daarmee zit je nog niet op het niveau van de politiek.”

Bron » De Morgen

Dit zijn de 5 meest geloofwaardige pistes over de Bende van Nijvel

Over de motieven van de Bende van Nijvel doen ontelbare theorieën de ronde. Vijf pistes zijn in het verleden de meest geloofwaardige gebleken, maar geen enkele heeft het mysterie rond de Bende kunnen oplossen. Welke blijft overeind met de nieuwe informatie?

1. Banditisme

De eerste verklaring die in de jaren 80 opduikt, is die van ordinaire bandieten die op geld uit zijn. De procureur des Konings in Nijvel, die het onderzoek op dat moment voert, noemt de daders “roofdieren”.

Hij richt zijn pijlen op de Borains, de bende van gewezen politieman Michel Cocu uit de Borinage, maar het Hof van Assisen spreekt hen in 1988 vrij. Tot aan zijn dood in december vorig jaar blijft Cocu gelinkt aan de Bende van Nijvel, maar een huiszoeking na zijn overlijden levert geen enkel bewijs op.

Een andere bende is die van Philippe De Staercke, ook wel de Bende van Baasrode genoemd. De Staercke is in juni 1987 door de toenmalige Dendermondse onderzoeksrechter in verdenking gesteld als medeplichtige bij de Delhaize-overval in Aalst. Hij was de dag van de overval in die Delhaize. Was hij er op verkenning?

Een ander lid van die bende, Léopold Van Esbroeck, was dan weer lang ervan verdacht “de reus” te zijn van de Bende van Nijvel. Ondanks bekentenissen van De Staerke, die hij later weer introk, zijn de leden van de Bende van Baasrode buiten verdenking gesteld voor de feiten van de Bende van Nijvel.

Nogal tegenstrijdig met deze theorie is het hoge aantal risico’s en doden bij meer dan twintig overvallen, voor een relatief kleine opbrengst. In Aalst bijvoorbeeld vallen acht doden, voor geen 20.000 euro.

2. Geld afpersen van de warenhuizen

In een boek na zijn vrijlaten kwam Léopold Van Esbroeck wel met een eigen hypothese. Volgens hem lag de verdienste van de Bende niet in de buit van de kassa’s van supermarkten, maar was het hen via een omweg toch om het geld te doen.

Van Esbroeck, die zelf elke betrokkenheid bij de Bende ontkende, stelde dat ex-gevangenisdirecteur Jean Bultot de Bende-leden rekruteerde voor een onbekende opdrachtgever. De Bende was volgens hem bedoeld om geld af te persen van de grootwarenhuisdirecties. En dat zouden die directies uiteindelijk ook betaald hebben.

Van Esbroeck weet dat, omdat ook hij benaderd is door de toenmalige directeur van de gevangenis van Sint-Gillis, Jean Bultot. Bultot heeft bovendien daags voor de overval in Aalst naar een informant van Staatsveiligheid gebeld met de vraag of die hem ‘dringend’ een machinegeweer kon bezorgen. De informant nam het gesprek op en alarmeerde de Staatsveiligheid. Die verbood de infiltrant hiermee door te gaan en maakte zijn bandje zoek.

3. Extreemrechtse terreur

Ook als bovenstaande hypothese klopt, is een terroristisch motief niet uitgesloten. Ex-gevangenisdirecteur Bultot militeerde namelijk voor het extreemrechtse partijtje Forces Nouvelles. De terroristische piste gaat ervan uit dat de Bende uit was op de destabilisering van de samenleving, zodat een sterker regime mogelijk werd.

Zo werd de Bende van Nijvel ook genoemd als de Belgische tak van Gladio, een van oorsprong Italiaans netwerk dat een eventuele aanval van de Sovjet-Unie moest afweren. Een Senaatscommissie kon begin jaren 90 zekerheid verwerven over het bestaan van een Belgische Gladio-afdeling, maar niet wie er deel van uitmaakte en of er een verband was met de Bende van Nijvel.

Een andere groep die de extreemrechtse hypothese kan ondersteunen is de Westland New Post, afgekort WNP. De groep van maximaal vijftien leden is opgericht door Paul Latinus en leden van het als privémilitie verboden Front de la Jeunesse (FJ).

In 2014 lijkt er een grote doorbraak in het Bende-dossier. De nummer twee van WNP, Michel Libert, wordt opgepakt. Hij meet 1m91, is hij de reus?

De arrestatie komt er na een RTBF-interview met Eric Lammers, een ander voormalig WNP-kopstuk. “We hebben met WNP in warenhuizen verkenningen gedaan, (…) in warenhuizen waar later de Bende heeft toegeslagen, maar ook in andere. Daarom ben ik er zeker van dat ik de leden van de Bende van Nijvel moet kennen.”

Libert wordt uiteindelijk zonder inbeschuldigingstelling vrijgelaten.

4. Roze Balletten

Op 24 april 1984 is, bengelend aan een touw in de kelder van zijn woning, het lijk teruggevonden van Paul Latinus, leider van WNP. Weinigen geloven in zelfmoord. De gerechtelijke politie van Brussel kwam als eerste ter plaatse en stelde vast dat Latinus vermoord zou zijn met een telefoondraad, dat het gewicht van een volwassen man niet zou kunnen dragen. Een half jaar voor zijn dood stapte Latinus naar de rijkswacht met een klacht over “doodsbedreigingen in verband met het dossier-Pinon”.

Het dossier-Pinon is beter bekend als de Roze Balletten: drugs- en seksfeestjes die aan het licht kwamen door de Brusselse psychiater Pinon. Hij zat in een vechtscheiding en maakte geluidsopnames waarop zijn echtgenote beweerde naar seksfeestjes te gaan. Daar zouden hooggeplaatste personen aanwezig zijn geweest.

Er zijn weinig verbanden opgedoken tussen de Bende van Nijvel en de Roze Balletten, maar als Latinus informatie had over seksfeestjes met hoogwaardigheidsbekleders, dan gaf het hem een middel tot afpersing. De Roze Balletten zouden dan een hefboom voor de doofpotoperatie zijn.

5. De rijkswacht

Eind 1983 stapt oud-rijkswachter Martial Lekeu naar de BOB, de toenmalige gerechtelijke politie, van Waver. Hij vertelt er dat rijkswachters en militairen betrokken zijn bij de Bende-moorden. Veertien dagen later vlucht hij naar de Verenigde Staten, na doodsbedreigingen.

Vanuit de VS zal hij enkele jaren later een interview geven aan La Dernière Heure waarin hij het bestaan onthult van de groep G binnen de rijkswacht. Die groep zou bestaan uit rijkswachters die lid zijn van het Front de la Jeunesse. Lekeu stond bekend om zijn extreemrechtse sympathieën en was in de jaren 70 lid van het Front.

Daar duiken ook de namen van ex-rijkswachters Madani Bouhouche en Robert Beijer op. Ze zijn verdacht geweest van de wapendiefstal bij de Groep Diane in de rijkswachtkazerne van Etterbeek. De meeste van die wapens zijn in 1987 teruggevonden in een Brusselse garagebox gehuurd door Bouhouche. Bij de voorstelling van zijn boek in 2010 eiste Robert Beijer die wapenroof van 1981 op.

De laatste theorie, de inside job door rijkswachters, is nieuw leven ingeblazen door de bekentenissen van de familie van C.B. Die hoeft de overige theorieën niet volledig overbodig te maken. Een groep rijkswachters die meer macht en middelen willen voor het speciale interventieteam kan ook extreemrechtse motieven hebben. Of de ene keer een roofmoord plegen en de volgende keer een terroristische aanslag.

Geruzie onder magistraten

De geschiedenis van de Bende van Nijvel kent evenveel pistes als onderzoeksteams. Drie decennia lang was het een bron van geruzie onder magistraten. Eerst was er de rivaliteit tussen de parketten van Nijvel en Dendermonde. In Nijvel zocht procureur Jean Deprêtre bij de Borains, maar als die na vier jaar vrijgesproken worden voor de feiten van de Bende, ziet hij zijn onderzoek overgeheveld naar Charleroi.

In Dendermonde loopt op dat moment een parallel onderzoek. De Dendermondse cel Delta, onder leiding van onderzoeksrechter Freddy Troch, boekt in 1986 een van de weinige successen in het dossier door wapens van de Bende op te vissen nabij het hellend vlak van Ronquières.

Door een tussenkomst van toenmalig minister van Justitie Melchior Wathelet (cdH) is ook hij in 1991 verplicht om zijn dossier af te staan aan speurders in Charleroi, die vijf jaar verliezen met herschikken en vertalen.

Bron » De Morgen

Dit weten we nu over C.B., ‘de Reus’ van de Bende van Nijvel

Het gerecht zou weten wie ‘De Reus’ van de Bende van Nijvel is. Dat werd door het hoofd van het onderzoek bevestigd aan onze redactie. Nu raken alsmaar meer details bekend over wie C.B. was.

Het was op zijn sterfbed, in mei 2015, dat C.B. opbiechtte aan zijn broer dat hij bij de Bende van Nijvel hoorde. Hij was geen kleine garnaal of figurant, maar wel hoofdrolspeler ‘de Reus’, de man die onder meer de negenjarige David Van de Steen van dichtbij neerschoot. Kort na zijn overlijden zocht het familielid contact met het gerecht dat dit nieuwe spoor onder handen nam. Het onderzoek verliep in alle discretie, tot vandaag.

Nu raken alsmaar meer details bekend over ex-rijkswachter en Aalstenaar C.B.. Wij lijsten ze op:

Hij was lid van de groep Diane, een speciale eenheid van de rijkswacht. Die werd opgericht in 1973 na de gijzeling van Israëlische atleten op de Olympische Spelen van München. De groep diende om zulke tragedies te voorkomen of om in te grijpen als ze zich voordoen.

In 1982 werd C.B. uit de groep gezet en is hij teruggekeerd naar een gewone rijkswachtbrigade. Waarom hij de groep verliet is voorlopig niet duidelijk. Wel frequenteerde C.B. extreemrechtse milieus. Eén van de mogelijke motieven van de Bende zou te vinden zijn in die extreemrechtse kringen. De Bende zou in het leven zijn geroepen om terreur en angst te zaaien om de bevolking rijp te maken voor een ideologische ruk naar rechts.

Toen C.B terugkeerde naar de ‘gewone’ rijkswacht had hij de speciale opleiding van de groep Diane genoten. Zware wapens en militaire tactische inzichten waren parate kennis geworden en ook het politieapparaat kende hij als zijn broekzak. Die kennis zou hij gebruikt hebben hij om uit de handen van dat politieapparaat te blijven.

In mei 2015 overleed hij.

Vlak voor zijn dood biechtte C.B. zijn familie op dat hij ‘de Reus’ was. Een familielid stapte begin dit jaar met die info naar de politie. De speurders nemen de tip van het familielid heel serieus. Zo is er niet enkel een fysieke gelijkenis tussen C.B. en de robotfoto’s van de reus, maar ook andere elementen en details, aangebracht door de familie, zijn door de speurders als waar bevonden. Voorts hebben diezelfde speurders tot heden geen elementen gevonden die het spoor onderuit halen.

Bron » Het Nieuwsblad