Robert Becker recherché

Et voilà que le parquet de Mons fait signaler à rechercher Robert Becker, 53 ans, un ancien de la filière boraine, pour être entendu dans un dossier d’infraction à la législation sur les armes et les munitions.

Un dossier dont il est clair en tout cas qu’il n’aura jamais la gravité de celui qui avait valu à Robert dit Baloo Becker d’être soupçonné d’être un tueur du Brabant. En bref, les tueries du Brabant, qui débutent en août 1982, s’interrompent fin 83 pour reprendre en septembre 1985.

La filière boraine est impliquée dans le premier volet. Becker, qui est arrêté début décembre 1983, est soupçonné, lui, d’avoir trempé dans la dernière des premières tueries, le double meurtre du couple Szymusik-Slomka, un couple de bijoutiers à Anderlues.

A l’époque, seuls quelques Borains – Michel Cocu, Michel Baudet, Adriano Vittorio et quelques autres – sont détenus à Nivelles. L’hypothèse de travail veut que la tuerie d’Anderlues, le 1er décembre 1983, n’ait eu d’autre but que de fournir un alibi à ceux qui se trouvaient en prison, de permettre à Michel Cocu et Adriano Vittorio de prétendre: Nous sommes en prison et ça continue, c’est la preuve que nous n’y sommes pour rien.

Décembre 1983. Le parquet de Nivelles fait arrêter un garagiste, un gardien de prison et Baloo Becker pour l’affaire d’Anderlues. Par la suite, Vincent Louvaert, petit truand (aujourd’hui décédé), accuse encore Robert Becker d’avoir trempé dans la tuerie du restaurant des Trois Canards, à Ohain, en octobre 1983 déjà. Mais rien de tout ça n’allait résister au procès de la filière boraine, en 1988, aux assises du Hainaut.

Le temps a passé. Baudet est mort. Idem pour Josiane Debruyne qui avait livré les Borains à la justice. Dix-sept ans après, Adriano Vittorio refuse de se soumettre au fameux détecteur de mensonges. Et Baloo Becker, qui devrait s’expliquer dans un dossier banal, semble introuvable.

Bron » La Dernière Heure

Huiszoekingen bij ex-verdachte Bende van Nijvel

De cel-Jumet, die het onderzoek naar de Bende van Nijvel leidt, voerde maandag in Quaregnon huiszoekingen uit bij een lid van de Bende van de Borinage. Michel Cocu, een ex-politieagent die als hoofd van deze bende werd afgeschilderd, dreigt de verantwoordelijken van de cel-Jumet te dagvaarden wegens lasterlijke aantijgingen. Dat zei Cocu’s advocaat Jean-Paul Moerman gisteren, na uitlatingen van Bende-onderzoeksrechter Jean-Claude Lacroix.

Onderzoeksrechter Jean-Claude Lacroix bracht de Bende van de Borinage op het einde van de jaren 80 voor het Bergense assisenhof. Zijn collega’s van Nijvel stopten de Bende van de Borinage als de daders van de eerste reeks Bende-aanslagen (tot 1983) in de gevangenis. Tijdens het assisenproces werden alle leden van de Bende van de Borinage vrijgesproken.

In gerechtelijke kringen bleef men er van overtuigd dat de Bende van de Borinage mogelijk als toeleverancier van wagens en wapens voor de Bende-doders werkte. Dit geldt ook voor Michel Cocu. Rechter Lacroix zei maandag dat hij niet uitsluit dat Cocu en consorten opnieuw door het gerecht aan de tand gevoeld worden. Dat zou wel voor andere feiten zijn, als diegene waarvoor zij al terechtstonden.

In dit onderzoek moeten de huiszoekingen in de clan-Becker in Quaregnon gezien worden. ‘Balou’ Becker maakt deel uit van een grote familie van schroothandelaars. Hij werd in de jaren 80 opgesloten, op verdenking van medeplichtigheid aan misdrijven, die aan de Bende van Nijvel worden toegeschreven. In het begin van de jaren 90 werd hij bij gebrek aan bewijzen door de raadkamer voor deze feiten buitenvervolging gesteld.

De huiszoekingen in drie villa’s van zijn familie kwamen er, nadat de cel-Jumet onder meer op basis van robotfoto’s van potentiële Bende-verdachten nieuwe getuigenissen opgetekend had. Een duizendtal tips zijn nagetrokken, ook op het terrein, onder meer door huiszoekingen. Vooralsnog leverde geen enkele onderzoeksdaad positieve resultaten op, ook de indrukwekkende reeks DNA-analyses niet.

Bron » De Tijd

Bende-speurders hebben geen nieuwe vragen

Michel Cocu, die elf jaar geleden vrijgesproken werd van betrokkenheid bij overvallen op warenhuizen die aan de Bende van Nijvel werden toegeschreven, is niet op de vlucht voor het gerecht. Hij zei woensdag samen met zijn advocaat tijdens een persconferentie, dat hij ondanks zijn vrijspraak voortdurend lastiggevallen wordt door de cel-Jumet, die het onderzoek naar de Bende voert.

Sinds Cocu door het hof van assisen van Henegouwen werd vrijgesproken in verband met overvallen op twee Colruyt-warenhuizen in Halle en Nijvel en twee Delhaize-warenhuizen in Genval en Ukkel, ontmoette hij de speurders van de cel-Jumet wel een honderdtal keer. Cocu: ‘Telkens worden me vragen gesteld, waarop ik enkel kan antwoorden wat ik op mijn assisenproces gezegd heb.’ Uiteindelijk werd Cocu het zo beu dat hij niet meer inging op een zoveelste oproep van het gerecht. Daarop vaardigde het gerecht een bevel uit tot voorgeleiding van Cocu als getuige.

Advocaat Moerman wees erop dat Cocu altijd met de speurders had meegewerkt en had ingestemd met DNA-analyses. De advocaat vroeg zich af of de cel-Jumet geen overbodig werk verricht. ‘Het enige interessante werk dat tot dusver in dit dossier gedaan werd, werd op verzoek van de voorzitter van het assisenhof gedaan, die eenvoudige en duidelijke onderzoeksopdrachten gaf. Dan zag men in dat de speurders geen pertinente antwoorden gaven’, aldus Moerman.

Michel Cocu gaat naar eigen zeggen nog steeds gebukt onder het imago van leider van de Bende van de Borinage, ook al heeft hij geen enkel contact meer met zijn toenmalige medebeschuldigden. ‘Ik kan geen werk vinden. Ik zit nog altijd met die reputatie opgescheept.’

Ook Madani Bouhouche en Robert Beijer, die jarenlang als potentiële Bende-verdachten afgeschilderd werden, beklaagden zich er de voorbije maanden over dat de Bende-speurders voor hen enkel tien jaar oude vragen in petto hadden. ‘Vragen die we al herhaaldelijk beantwoord hebben, onder meer tijdens het proces voor het Brabantse assisenhof.’

Bron » De Tijd

Alle verdachten voor Bende-aanslagen opgeroepen voor DNA-analyse

Het gerecht gaat alle personen die ooit verdacht zijn geweest in het dossier van de Bende van Nijvel oproepen voor een DNA-analyse. Tot die groep behoren leden van de bende-De Staerke, de bende-Haemers, de bende van de Borinage, de verdachten in de zaak-Mendez alsook ex-leden van de groep Diane en leden van het Gladio-netwerk. Sinds enkele maanden beschikt het gerecht immers over een 20-tal DNA-profielen die mogelijk aan Bende-doders toebehoren.

Het gerecht zal de DNA-profielen van de opgeroepen personen vergelijken met de DNA-gegevens van de mogelijke Bende-leden. ‘Om deuren te sluiten’, heet het officieel.De cel-Jumet, die het onderzoek leidt naar de Bende van Nijvel die in de jaren 80 ten minste 28 doden maakte, blijft niet bij de pakken zitten. Alle mogelijke sporen worden onderzocht. Ook die sporen (bijvoorbeeld het politieke spoor) die de tweede Bende-commissie niet meteen weerhouden heeft.

Daartoe beschikt het gerecht over uitzonderlijke middelen. Een ploeg van 100 personen (speurders, magistraten, administratieve krachten en criminele analisten) zal zich de komende maanden voltijds met dit onderzoek bezighouden. Bovendien zal de cel-Jumet een beroep kunnen doen op nog eens een vijftigtal speurders die niet tot de cel behoren, maar voor specifieke onderzoeksdaden kunnen ingezet worden. ‘Wij zeggen niet dat we nu de daders gaan pakken, maar wij moeten een aantal sporen natrekken en willen dit zo snel mogelijk doen’, zegt de Bergense advocaat-generaal Claude Michaux, die zich al meer dan twee jaar voltijds over het dossier buigt. ‘Als deze sporen op anderhalf jaar kunnen nagetrokken worden, willen we dat ook doen. Dat moet geen vijf jaar duren.’

De Bende-speurders hebben nog bergen werk. De wetenschappelijke vooruitgang heeft hen het voorbije anderhalf jaar in staat gesteld een 20-tal DNA-profielen van mogelijke Bende-leden bloot te leggen, zegde de advocaat-generaal voor de tweede Bende-commissie. Nagenoeg al deze DNA-profielen haalde de Leuvense professor Jean-Claude Cassiman uit sigarettenpeukjes die in de taxi van de door de Bende vermoorde taxichauffeur Angelou (12 januari 1983) werden teruggevonden. Of de sigaretten door de Bende-doders werden gerookt, weten de speurders niet. Dat moet het onderzoek uitwijzen.

Het gerecht beschikt ook over één vingerafdruk van een lid van de Bende van Nijvel. Deze vingerafdruk werd teruggevonden op een stukje plakband dat de Bende gebruikt heeft om de achterlichten van een Saab 900 af te dekken. Dit voertuig werd gebruikt bij de diefstal van kogelwerende vesten bij Wittock-Van Landeghem in Temse (8 juni 1983) en een moordende raid na een inbraak op een Colruyt in Nijvel (17 september 1983) waarbij drie doden vielen.

De opgeroepen personen zijn niet verplicht hun speeksel of hun bloed voor een DNA-analyse af te staan. ‘De meeste personen zien er geen graten in’, zeggen speurders. Een tiental dagen geleden bood ook de voormalige Diane-rijkswachter Christian Amory zich voor zo’n test aan. Hij behoort tot de ongeveer 40 Diane-leden die zich voor de test moesten aandienen. Christian Amory getuigde meermaals over een mogelijke staatsgreep die in die periode bij de rijkswacht was gepland. De groep-Diane moest daar een vooraanstaande rol in spelen. Het bestaan van die plannen kon nooit bevestigd worden. Ook niet door de tweede Bende-commissie, maar de speurders willen niets uitsluiten en laten daarom iedereen die maar in verband gebracht werd met de Bende van Nijvel voor een DNA-analyse opdraven.

Zo ook de eerste verdachten, de leden van de bende van de Borinage, die door het Bergense assisenhof van de hen ten laste gelegde feiten werden vrijgepleit. De voorbije jaren werden ook leden van de bende-Haemers en leden van de bende-De Staerke met de Bende van Nijvel in verband gebracht. Ook de gewezen rijkswachters Robert Beijer en Madani Bouhouche, die voor hun aandeel in het zogenaamde dossier-Mendez voor het Brabantse assisenhof hebben terechtgestaan, ontsnappen niet aan de vraag van de cel-Jumet.

Om deze wetenschappelijke onderzoeken zo snel mogelijk te laten verlopen, denkt de cel-Jumet eraan buitenlandse laboratoria in te schakelen. De diensten van de Leuvense professor Cassiman kunnen de vloed DNA-analyses volgens het gerecht niet snel genoeg verwerken.

Bron » De Tijd

Nabestaanden slachtoffers vrezen dat het Bende-dossier onder het stof zal verdwijnen

De raadkamer van Charleroi wil morgen negen verdachten van deelname aan de Bende van Nijvel buiten vervolging stellen. Zo ver mag het volgens de nabestaanden van de 28 Bende-slachtoffers niet komen. Het onderzoek naar de Bende mag de voorbije tien jaar dan al grondig verknoeid zijn, nog erger zou het zijn als het dossier met de buiten vervolgingstelling van de negen ook definitief dicht wordt geslagen.

De negen beklaagden die morgen voor de raadkamer moeten verschijnen, vormen een bont allegaartje van gangsters. De meesten van hen hebben vermoedelijk niets met de Bende van Nijvel te maken of zijn er geen sleutelfiguren van. Met uitzondering dan van Philippe de Staerke. Hij werd in beschuldiging gesteld door de Dendermondse onderzoeksrechter Freddy Troch voor zijn aandeel in de Bende-overval op de Delhaize in Aalst.

Philippe de Staerke, alias Johnny, werd in juni ’87 door het hof van beroep te Gent veroordeeld tot 20 jaar gevangenisstraf wegens lidmaatschap van de zogenaamde Bende van Baasrode, een gangsterbende die gewapende overvallen pleegde en actief was in diefstal en heling van waardepapier. De Staerke was van zijn veroordeling in Gent nog niet bekomen of onderzoeksrechter Troch stelde hem dezelfde dag in staat van beschuldiging voor deelname aan het Aalsterse bloedbad.

Enkele maanden later verspreidde De Staerke zelf een explosief document met daarin pagina’s lange bekentenissen over zijn rol in de Aalsterse overval. Het document werd door procureur-generaal Demanet van Charleroi weggelachen. Men kan Demanet enigszins begrijpen. De Staerke is niet de eerste die zich in het Bende-dossier bezondigde aan je reinste desinformatie.

‘Inderdaad. Maar men had minstens de zaak mogen onderzoeken. Met de ‘bekentenissen’ kwamen bijvoorbeeld de alibi’s van De Staerke op de helling te staan. De mensen die deze alibi’s hadden verstrekt, had men minstens op de rooster moeten leggen. Maar niets van dat,’ aldus advocaat Peter Callebaut.

Hij treedt samen met zijn Aalsterse collega’s Dirk de Meerleer en Patrick Jacobs op als raadsman van een aantal burgerlijke partijen, namelijk de nabestaanden van de acht doden die op 9 november ’85 vielen bij de bloedige overval op het Delhaize-warenhuis in Aalst.

Callebaut heeft nog vele voorbeelden meer van nalatigheden. Er zijn nog zoveel onbeantwoorde vragen en nog zoveel onderzoeksdaden te stellen dat – naar de grond van de zaak toe – het dossier niet in ‘staat van wijzen’ is. In mensentaal: de raadkamer is gewoon niet in de mogelijkheid om te oordelen. Dat is een van de punten uit de besluiten die de drie advocaten Callebaut-Jacobs-De Meerleer morgen indienen.

De raadkamer van Charleroi, die morgen de negen verdachten buiten vervolging wil stellen. heeft al in februari ’95 de burgerlijke partijen ‘met spijt’ laten weten dat er geen bewijzen waren gevonden tegen de negen vermeende Bende-leden. Door verzet aan te tekenen tegen de buiten vervolgingstelling van de negen willen de nabestaanden van de slachtoffers echter voorkomen dat het onderzoek naar de Bende, bij gebrek aan betichten en valabele sporen, wordt afgesloten. Ze vrezen niet zonder grond dat het 300.000 pagina’s dikke gerechtelijke dossier voor eeuwig onder het stof zal verdwijnen.

Callebaut en zijn confraters pleiten dat de rechtbank van Charleroi onbevoegd is om de overval op de Delhaize in Aalst te behandelen. Nooit werd in het Bende-dossier immers een regeling van rechtsgebied getroffen, een procedure die moet lopen via het Hof van Cassatie.

Dat gebeurde bijvoorbeeld wel toen onderzoeksrechters Ancia en Connerotte elkaars bevoegdheid in het onderzoek naar de moord op André Cools, betwistten. In het Bende-dossier was de overheveling van Dendermonde naar Charleroi een maatregel van inwendige orde, uitgaande van het parket. ‘Op wettelijke basis kon dat niet. Rationi loci zijn noch de onderzoeksrechter, noch de raadkamer bevoegd voor de feiten uit Aalst,’ stelt Callebaut.

De advocaten eisen ook de nietigverklaring van het vonnis van de Gentse kamer van inbeschuldigingstelling die besliste over de overheveling van het dossier van de Delta-cel in Dendermonde naar de cel-Jumet in Charleroi. Zowel de rechten van de verdachten als van de burgerlijke partijen zijn toen geschaad. Onder meer werd toen beslist om de zaak van een Nederlandstalige naar een Franstalige procedure over te hevelen. ‘Dat is een manifeste schending van de rechten van de verdediging’, zegt Callebaut.

Politieke kringen

Het dossier heeft een communautair tintje,’ zo is Callebaut van mening. ‘Het gaat niet om een communautaire zaak in termen van Vlaams-Waalse verhoudingen. Maar hoe meer wij ons in het dossier verdiepen en hoe meer wij nadenken over de manier waarop toenmalig minister van Justitie Wathelet het dossier uit Dendermonde aten wegtrekken, hoe meer wij de indruk krijgen dat men in het zuiden van het land niet wil dat men in het noorden van het land het dossier oplost. De oplossing zou wel eens kunnen liggen in Franstalige kringen en leiden naar de wapenlobby en naar extreem-rechtse kringen’, zegt meester Callebaut.

De uitspraak is hallucinant. Maar is het niet één van de vele wilde insinuaties die in het Bende-dossier vielen? Allicht niet. Callebaut en zijn confraters zijn lang niet de enigen die de overtuiging delen dat de ontmaskering van de Bende kan leiden tot de ontdekking van onfrisse zaken uit de jaren 70 en 80 waarbij notoire personen uit politieke en financieel-economische kringen betrokken zouden zijn. In deze theorie hebben verscheidene Bende-feiten te maken met een aaneenschakeling van pogingen tot afpersing en het uitschakelen van lastige figuren.

Ook televisiejournalist Dirk Barrez bewandelt deze weg in de reeks Bende-reportages, deze week op het BRT-programma Ter Zake. Barrez verwijst in het bijzonder naar de overval op het Delhaize-filiaal van Overijse waarbij op 27 september ’85 vijf doden vielen. Onder hen de extreem-rechtse Brusselse bankier Leon Finné. Veel wijst erop dat Finné niet werd afgeslacht op de parking van de Delhaize, maar elders. De overval was dan allicht een montage, opgezet om het lijk van Finné te ‘dumpen’ en een moordonderzoek op een dwaalspoor te brengen.

Verschillende commando’s

Als dat klopt, dan is de Bende-overval die een halfuur eerder plaatsvond in de Delhaize te Eigenbrakel meer dan waarschijnlijk gepleegd door een andere Bende-commando. Het is niet de eerste keer dat in het Bende-dossier wordt gesproken over verschillende commando’s. Ook het gewezen hoofd van de staatsveiligheid Albert Raes poneerde deze stelling.

Dirk Barrez gaat in zijn reeks een stap verder. Voor het eerst brengt hij de hypothese, die sinds kort in beperkte kring circuleert, dat er in Aalst niet alleen ’toevallige’ slachtoffers waren. Maar zoals steeds: bewijzen zijn er niet. Bewijzen zijn in het Bende-onderzoek nooit gevonden, al was de Dendermondse onderzoeksrechter Freddy Troch naar verluidt heel ver gevorderd.

Toen Troch in verband met de overval in Aalst en met de nachtelijke inbraak in het textielbedrijf Wittock-Van Landeghem (10 september ’83, 1 dode) inzage wilde in een aantal dossiers zoals de moord op FN-vertegenwoordiger Juan Mendez, het proces-De Bonvoisin en de zaak-Reyniers waren zijn dagen als onderzoeksrechter geteld. Zijn dossier werd in ’92 overgeheveld naar Charleroi. Troch werd inmiddels benoemd tot voorzitter van het Comité P. dat toezicht moet houden op de Belgische politiediensten.

Het Bende-onderzoek staat, zoals zovele grote Belgische gerechtelijke dossiers, bol van procedurefouten, die door de advocaten van beklaagden gebruikt kunnen worden om nooit tot de grond van de zaak te moeten komen.

Recent leverde de hoge magistratuur in het Bende-onderzoek nog een puik staaltje af. Onder druk van de politieke opinie werd beslist om de cel-Jumet die bij het parket van Charleroi onder leiding staat van onderzoeksrechter Pierre Hennuy te versterken met een steungroep bestaande uit leden van onder meer de staatsveiligheid, de Delta-cel (uit Dendermonde) en van het Comité P. Procureur-generaal Demanet van Charleroi zette zich op 24 januari ’96 aan het schrijven omdat hij het Comité P. wil betrekken bij de steungroep.

De brief – nochtans een vertrouwelijk document – vertrok vorige week. Per fax. De brief was gedateerd op 24 januari ’95 (!) en werd verstuurd naar een verkeerde bestemming. Niet het Comité P. zag het document uit het toestel rollen, wel het verbaasde personeel van het Hoog Comité van Toezicht. De brief passeerde vele handen alvorens zijn weg te vinden naar de rechtmatige geadresseerde.

Bovendien tast Demanet met zijn brief fout. Volgens de wet heeft niet het parket wel de onderzoeksrechter het recht een persoon, in casu een lid van het Comité P., bij het onderzoek te betrekken of aan zich te laten rapporteren. Dat is de rol van de onderzoeksrechter.

Callebaut verwacht niet dat de raadkamer morgen een beslissing zal nemen. Overigens hebben ook de raadsheren Michel Graindorge en Xavier Magnée van Patricia Finné (de dochter van de in Overijse vermoorde bankier) laten weten morgen uitstel te zullen vragen. Ze zijn niet klaar met de lectuur van het ruim 300.000 bladzijden tellend Bende-dossier.

‘Weet u wat een volume 300.000 bladzijden vertegenwoordigt?’ is de retorische vraag van een Brussels advocaat. ‘Zelfs al zou de wil bestaan om een serieus onderzoek te voeren, dan wordt het materieel bijna een onbegonnen zaak om zich terug te vinden in het dossier. Dat is het drama. Een kat vindt er haar jongen niet meer in terug. Men heeft de zaak verzopen. En dan zwijg ik nog van een combinatie van het Bende-dossier met andere zaken. Ook het dossier-Juan Mendez bijvoorbeeld is 300.000 bladzijden dik.’

Naast Philippe de Staerke is Robert ‘Balou’ Becker de bekendste naam gen voor de raadkamer moet verschijnen. Hij wordt verdacht van deelname aan de inbraak te Temse, de overval op de wapenhandel Dekaize in Waver (30 september ’82; 1 dode) en de overval op een juwelierszaak in Anderlues (1 december ’83; 2 doden). Becker zou in verband met Temse mogelijk getipt zijn geweest door een andere Bende-verdachte Harry Moelants; een zware jongen uit het Waasland.

Verder is er Jean-Claude François, een gevangenisbewaker uit Dour die betrokken zou zijn bij de overval op de Colruyt in Nijvel (17 september ’83; 3 doden). Ook Jean-Louis Dramaix, een monteur uit Vorst, zou er in Nijvel (en in Anderlues) zijn bijgeweest. Volgende verdachte is Francesco Nardella, Italiaans garagehouder uit Boussu, die betrokken zou zijn bij de overval in Nijvel en de moord op de uitbater van het restaurant Les Trois Canards in Ohain (2 oktober ’83). Ook El Barajraji werd verdacht van deelname in Ohain.

Tot slot zijn er de verdachten Hendrik Rauwens en Marinko Radujkov, twee namen die nergens in de Bende-literatuur zijn terug te vinden. Met uitzondering van De Staerke werden de verdachten allen in opspraak gebracht in het onderzoek naar de zogenaamde ‘filière boraine’ rond de bende-Cocu. Het trio Michel Cocu-Michel Baudet-Adriano Vittori werd met veel poeha voor de rechter gedaagd maar bleek al snel niet de Bende van Nijvel te zijn.

Officieel worden door de Belgische justitie aan de Bende van Nijvel 23 feiten toegeschreven, gepleegd tussen 13 maart ’92 en 9 november ’85. Daarbij vielen 28 doden. Velen zijn overtuigd dat heel wat meer moorden moeten worden toegeschreven aan de Bende.

Bron » De Tijd | René De Witte & Dirk Selleslagh