Een vergeeld proces-verbaal laat zien hoe de rijkswacht van Aalst die avond, 9 november 1985, in een perfecte chronometrie rondom de Delhaize de baan ruimde voor de komst van de Bende van Nijvel, drie minuten later.
‘Heden negen november negentienhonderd vijfentachtig te 19.47 uur. Wij ondergetekenden Cornelis René, opperwachtmeester, Arys August en De Vlieger Geert, beiden wachtmeester bij de Rijkswacht, verblijvende te 9300 Aalst, in uniform gekleed, met toezichtsdienst warenhuizen bevolen binnen de omschrijving van het district Aalst, worden radiofonisch door het Hoofd Mobiele Permanentie verwittigd van een overval op de Delhaize te Aalst, Parklaan.’
Naar de vorm klopt alles aan het proces-verbaal 3989/85, inmiddels mee verzonken in een berg papier van 3 miljoen pagina’s: de handtekeningen van de drie verbalisanten, de paraaf van de districtscommandant.
Het allerbelangrijkste wordt níét vermeld. Je kunt het deduceren uit een passage onderaan. Rijkswachters benoemden zichzelf in die tijd in hun papierwerk als ‘opstellers’. Derde persoon. Er staat: ‘Opstellers hadden enkele minuten voor de overval de parking achteraan gecontroleerd alsook de bewaking van de voorzijde verzekerd. In de weinige minuten van onze patrouille met het dienstvoertuig in de nabij gelegen straten van de Delhaize heeft de overval zich voorgedaan.’
Waarom reed de rijkswacht weg van de Delhaize? En wie gaf hen dat bevel – enkele minuten voor de Bende toesloeg? Op het moment van de Bende-raid, zo vermeldt het pv nog, bevond de patrouille zich al in de Villalaan, ongeveer een kilometer verderop. Maar over wat de rijkswachters daar moesten doen, rept het pv met geen woord.
Deze week raakte bekend dat een ex-rijkswachter zijn vroegere oversten ervan beschuldigt dat ze – op 9 november 1985 – in samenspel met de Bende een wagen met twee gewapende rijkswachters wegriepen. De tip dateert nog van voor de media-onthullingen over Christiaan Bonkoffsky als mogelijke ‘Reus’. Advocaat Jef Vermassen spreekt in dat verband over “de gouden tip”.
Renault 4
Mensen die zich de Bende-psychose nog herinneren, hebben vooral dat beeld van scherpschutters op daken van supermarkten. Witte R4’tjes met een oranje streep op elke Delhaize-parking.
De rijkswacht was dat weekend in Aalst belast met de bewaking van alle warenhuizen. Met de nadruk op de Delhaize en “tot het sluitingsuur”. Bij een vorige dubbele raid had de Bende op vrijdagavond 27 september in de Delhaize in Eigenbrakel toegeslagen om 20.07 uur en in Overijse om 20.27 uur. Delhaizes waren op vrijdag open tot 21 uur, de andere dagen tot 20 uur.
Er was een reden om specifiek de Delhaize in Aalst als een mogelijk volgend doelwit te zien. Op 31 oktober vonden spelende kinderen in het Osbroek-park, vlak bij de supermarkt, een zak met daarin twee revolvers, een riotgun, munitie en een bivakmuts.
Er waren in die tijd rivaliserende politiediensten, maar ze maakten onderling wel afspraken. De rijkswacht zou de Delhaize bewaken. De Aalsterse gemeentepolitie zou dat doen aan het gebouw van de Nationale Bank aan het Keizersplein. Dat werd beschouwd als een potentieel volgend doelwit voor de extreemlinkse terreurgroep CCC.
Om 19.30 uur krijgen de rijkswachters in hun R4’tje op de parking van de Delhaize over de radio het bevel om elders in Aalst rondjes te gaan draaien. Om 19.33 uur verschijnt de Golf GTI van de Bende van Nijvel ten tonele. Drie minuten.
Vandaag zou worden geroepen: “Fuck man, hoe kan dat?!”
Ex-rijkswachter Aalst: “Dat déden wij ook. Op café, achteraf. Onder elkaar. Binnen de militaristische structuur die de rijkswacht toen was, kon zoiets niet hardop worden gezegd. Je zweerde trouw aan de vlag, je ging in de houding staan voor de officier.”
Bij de gemeentepolitie in Aalst loopt om 19.37 uur een eerste alarmoproep binnen. De aan de Nationale Bank opgestelde agenten Eddy Nevens en Rudy De Vos razen met hun Ford meteen naar de Delhaize. Zij komen als eerste politiemensen ter plaatse, zullen worden beschoten met een riotgun, dekking zoeken en uiteindelijk naar de uitgang van de parking aan de Ninovesteenweg rennen, in de hoop daar de drie mannen in hun Golf GTI onder vuur te kunnen nemen.
Eddy Nevens, enkele jaren geleden: “De rijkswacht zou op die parking staan, maar toen wij daar aankwamen, was er geen rijkswachter te bespeuren. In het heetst van de strijd kwam er een rijkswachter achter mij staan. Even plots was die weer weg. Terwijl ik wel wat dekking kon gebruiken. De rijkswachters weigerden pertinent om te schieten. Volgens hen was dat te gevaarlijk voor de mensen rondom ons.”
Nevens denkt daar anders over. Hij grijpt zijn FN 7.65-dienstpistool, en schiet, vier keer. Zijn “schuttersgevoel”, zegt hij achteraf, brengt hem tot de overtuiging dat hij minstens één keer goed heeft geschoten. Dat hij de man achteraan in de GTI vol heeft geraakt in zijn gezicht.
Rijkswacht in z’n blootje
In de dagen na het drama in de Delhaize looft de korpsleiding in Aalst de moed van twee rijkswachters die “in de vuurlinie zijn gesprongen”. Het is een heldenverhaal dat makkelijk zijn weg vindt naar alle Vlaamse huiskamers.
De rijkswachters hebben helemaal niet geschoten. Ze zijn onbegrijpelijk verdwenen, drie minuten voor de hel losbarstte. De tweede parlementaire Bende-commissie stelt in 1997 in haar eindverslag: ‘Leden van de gemeentepolitie van Aalst voelden zich achteraf erg gegriefd over de manier waarop rijkswachters twee van hun collega’s zogezegd de vuurlinie in hadden gestuurd. Nadere analyse van de gebeurtenissen toonde echter aan dat de betrokken rijkswachters wellicht slechts hadden gedaan wat hen werd opgedragen.’
Er was niet enkel het bevel aan dat R4’tje om de Bende vrij spel te geven, maar ook nog eens om niet te schieten.
De aanslag in Aalst, acht doden, was de bloedigste en meteen ook de laatste van de Bende van Nijvel. Daar stopte het. Gevraagd naar hoe dat te verklaren valt, denken veel speurders de laatste jaren meer en meer in de richting van één man. Eddy Nevens.
De aftocht van de Bende was altijd identiek. De schutter nam plaats achteraan in de GTI en vuurde vanuit de open achterklep op alles wat bewoog. Waarna van binnenuit de klep werd gesloten en de auto, met een zwaar opgefokte motor, wegraasde. Zo was het gegaan in Beersel, Eigenbrakel en Overijse, maar niet in Aalst. Daar merkte een ooggetuige achteraf de aan een rotvaart rijdende Golf GTI nog op op 1,8 kilometer van de Delhaize. Met, heel duidelijk, een open achterklep.
Eddy Nevens, denken veel misdaadanalisten, schoot raak.
Aan het eind van dat weekend, 11 november iets na middernacht, hoorde Olivier F. vanuit zijn woonboot in de zwaaikom in Ronquières twee wagens de steiger op rijden. Hij keek, zag silhouetten en een Golf GTI, trok een deken over zijn hoofd en hield zich stil. Hij hoorde voetstappen, iets dat in het water werd gegooid. Op grond van zijn getuigenis viste het team van de Dendermondse onderzoeksrechter Freddy Troch en substituut Willy Acke een jaar later daar vlakbij twee zakken op uit het kanaal, met daarin een deel van het wapenarsenaal van de Bende en een deel van de buit in Aalst.
De Bende, denken velen, heeft zich die nacht ontbonden. Wapens weg, alles weg. Omdat er intern een dode was gevallen.
Mankende ‘Reus’
‘RIP Heb Chris goed gekend in de Bde Aalst. Het ga je goed ginder boven Chris. 19-05-2015, 12:18 Geschreven door Gust Arys’
Een rouwbetuiging op seniorennet.be, kort nadat het overlijden van Christiaan Bonkoffsky bekend raakte. Het blijft niet te vatten, zeker voor oud-collega’s in Aalst, dat zij na de zwartste dag uit hun geschiedenis nog 27 jaar lang zij aan zij de orde zouden hebben gehandhaafd met ‘de Reus’. Arys was die avond, donderdag 32 jaar geleden, een van de drie mannen in het R4’tje.
Een document in de stijl van ‘liefste dagboek, ik was de Reus’ is tussen de achtergebleven spullen van Bonkoffsky niet aangetroffen. Het gros van de rotzooi die hij na zijn dood als eenzame alcoholicus achterliet in zijn woonst aan de Moorselbaan in Aalst is weggevoerd naar het containerpark. Zijn pc, teruggevonden bij een occasioneel bij hem inwonende dertiger, bevatte geen enkele nuttige indicatie.
Optimisten en sceptici kunnen ook na twee weken nog elk hun kant op. Bonkoffsky had nooit dienst op de data van de Bende-overvallen. Volgens zijn medisch dossier werd hij op donderdag 26 september 1985 vrijgesteld van dienst wegens “blessure aan de voet”. Het is juist daar, bij de dubbele raid in Eigenbrakel-Overijse, de dag erna, dat ooggetuigen opmerkten dat de Reus “leek te manken”. Het dossier maakt verder melding van een voetfractuur op 11 oktober 1985, een maand voor de aanslag in Aalst. Dan kun je zeggen dat hem dat uitsluit van betrokkenheid. Of aanvoeren dat een zwarte gordel karate na een maand vast wel terug op de been zal zijn geweest.
Forensische hypnose
Bonkoffsky is door vier mensen geïdentificeerd als de Reus: jeugdvriend Marc Van Damme, zijn broer, zijn ex N. en Theo K., de man die in Overijse oog in oog met hem stond en in 1997 onder hypnose robotfoto 19 tot stand bracht. En als je die piratenfoto naast robotfoto 19 monteert, zoals bijna dagelijks in alle nieuwsuitzendingen, ja dan zíé je het toch gewoon?
Daar kun je tegenoverstellen dat de forensische wetenschap al een jaar of tien steeds meer afstand neem van hypnose. Er is wereldwijd nog nooit een enkel misdrijf mee opgehelderd, merken de Nederlandse hoogleraren Hans Crombag en Harald Merckelbach in een hele reeks publicaties sinds 2003 op. Vergelijkende testen met een proefpubliek leveren altijd hetzelfde resultaat op: “Wie een betrouwbare verklaring wil krijgen, moet een getuige juist níét onder hypnose verhoren. De herinnering wordt er niet beter van, de kans op pseudoherinneringen door al dan niet bewuste suggestie van de ondervrager is aanmerkelijk.”
Theo K. werd in 1997 gehypnotiseerd door Vincent Martin, in die jaren een BV in wording dankzij zijn optredens in de tv-show Hoe?Zo! met Bart Peeters op TV1. Martin werd in oktober 2005 veroordeeld tot vier maanden cel voor verkrachting van meerdere patiëntes en nam daarna de vlucht naar Zanzibar.
De optimist brengt daar tegenin dat niemand 24 uur per dag kwakzalver is. Dat Theo K. misschien gewoon een scherp beeld van de Reus in zijn geheugen had zitten, onder hypnose of niet.
Marc Van Damme loopt al sinds midden jaren 80, lang voor robotfoto 19, rond met de stille overtuiging dat zijn jeugdvriend de Reus was, tipte in 1999 de Cel Waals-Brabant (CWB) en liep daarna 18 jaar lang te sakkeren dat niemand hem wilde geloven. Tot hij in de zomer in het restaurant van zijn broer toevallig N. ontmoette. Ze maakten een praatje. Over Bonkoffsky, haar ex voor wie ze ooit naar een opvangtehuis was gevlucht.
Marc Van Damme: “Zij zei toen letterlijk: ‘Ah ja, den Chris, van de Bende van Nijvel?’ Ik weet nog dat ik toen dank u heb gezegd. Dank u. Ein-de-lijk, na al die jaren, iemand die hem had gekend en hetzelfde dacht.”
Eind vorig jaar ontmoette Van Damme de broer van Bonkoffsky. Ze gingen een pint drinken in café Den Tinnen Pot op de Grote Markt in Dendermonde. Marc Van Damme: “Toen pas, daar, heeft hij voor het eerst gesproken over de bekentenis van zijn broer, kort voor die stierf. Zo is de bal dan aan het rollen gegaan.”
De optimist merkt op dat mensen elkaar in digitale tijden nu eenmaal makkelijker vinden dan vroeger. De scepticus voert aan dat drie van de vier herkenners hierover al met elkaar hadden gesproken voor ze begin dit jaar werden ondervraagd door de politie.
Toen Bonkoffsky, na de tip van Van Damme, in 2000 werd opgeroepen voor een speekseltest bij de CWB, begon hij te flippen, nog harder te drinken en zich verder af te zonderen. Op Facebook had hij drie vrienden. Enige like: Jupiler. Sinds die speekseltest sliep hij elke nacht met een enorm samoeraizwaard in zijn bed. De optimist ziet een aanvullende indicatie van schuld. De scepticus kan zich iets voorstellen bij een politieman die zich van zoiets waanzinnigs beschuldigd ziet, daarvoor al een drankprobleem had en nu – Aalstenaar zijnde – wartaal begon uit te kramen over de Bende van Nijvel.
Zijn broer blijft benadrukken dat Bonkoffsky de avond van dat laatste gesprek nuchter was. Hij woog 47 kilo, voor een man van ongeveer 1,90 meter. Die kort daarvoor was gevallen, niet eens meer zelfstandig een bad kon nemen. Die zijn einde voelde naderen.
Je vraagt je af wat de speurders eigenlijk nog na te trekken kunnen hebben, buiten die ene uitspraak van de broer: “Hij kende Madani Bouhouche en Robert Beijer, die kwam bij ons aan huis.”
Het spook
Over Bouhouche en Beijer weten we dat ze in 1983 uit de rijkswacht zijn gezet. Dat ze daarvoor, eind 1981, hun overste majoor Herman Vernaillen probeerden te vermoorden. Dat ze op oudejaarsavond 1981 inbraken in het in theorie hyper-streng bewaakte wapenarsenaal van de Groep Diane, waar Bonkoffsky van 1977 tot 1979 aan verbonden was, en er met de modernste en geheime Heckler & Koch-machinegeweren aan de haal gingen. Dat ze in 1989 een Libanese diamanthandelaar hebben vermoord.
Deze week raakte bekend dat de CWB mensen is gaan ondervragen in de Aalsterse schietclub Lion d’Or. Bonkoffsky was daar een habitué. Hij ging er vaak schieten, maar hoefde anders dan anderen nooit te tekenen in het register. Ook Bouhouche en Beijer kwamen er in de jaren 80 schieten. Daarmee is allerminst bewezen dat ze dat ooit met zijn drietjes deden, maar het plaatst op zijn minst een vraagteken bij de reactie van de naar Thailand gevluchte Beijer, vorige week: “Ik ken Chris B. niet en ik heb hem nooit ontmoet.”
Wikipedia benoemt Beijer als een barbouze. Een spook, een geheimagent die er lol in schept allerlei rottigheid uit te halen zonder dat iemand ooit weet waarom en voor wie. In zijn boek De laatste leugen vermeldde hij terloops de gps-coördinaten van de plek waar het lijk van de in 1982 verdwenen Sabena-veiligheidsagent Francis Zwarts zou zijn gedumpt in een kanaal.
Ex-CWB-speurder: “Beijer is een narcist. Die geniet van dit soort dingen.”
Toen Lion d’Or in 2010 werd genoemd in het onderzoek naar het neonazistische Blood & Honour, vluchtte ook zaakvoerder Stefan Van den Borre. Naar Zuid-Afrika, waar hij nu nog steeds zit. Net voor zijn vertrek bracht hij zijn boekhouding samen met een Porsche 911, een Porsche Cayenne en een vintage Opel Calibra over naar een oude loods in de Mijlbekelaan in Aalst. En daarna nog zeven gasflessen. Het was de bedoeling dat alles de lucht in zou gaan, maar de gasflessen overleefden de vuurzee en de omwonenden kwamen er met de schrik van af.
De loods lag op 750 meter stappen van het laatste adres van Christiaan Bonkoffsky. Het lijkt te spoken in Aalst.
Groep G
Was het dé rijkswacht? Uiteraard niet.
Onderzoeksrechter Troch en substituut Acke werden eind 1990 tot onbegrip van iedereen van het Bende-onderzoek gehaald. Het college van procureurs-generaal liet het hele onderzoek onder impuls van advocaat-generaal Georges Demanet overhevelen naar Charleroi.
Demanet geloofde sterk in het spoor naar de Borains, een boevenbende rond ene Michel Cocu. Een stel marginalen dat uiteindelijk zou worden vrijgesproken door het assisenhof in Bergen omdat de Nijvelse procureur Jean Deprêtre een Cocu over de hele lijn vrijpleitend ballistisch rapport had achtergehouden.
Troch en Acke, die enkele jaren later uit het leven zou stappen, bleven altijd geloven dat ze aan de kant zijn gezet vanwege een move die Acke in het voorjaar van 1989 in alle stilte had gemaakt. Hij was geïntrigeerd geraakt door Martial Lekeu, een oud-rijkswachter die net als Bonkoffsky in 1972 was begonnen als rijkswachter, snel was doorgegroeid naar de Groep Diane, om in 1974 net als Bouhouche en Beijer bij de drugssectie van de Brusselse BOB aan te belanden.
Lekeu en Bonkoffsky hebben nog iets met elkaar gemeen. Bij elke Bende-aanslag in 1983 had hij verlof. Eind 1984 vluchtte hij met zijn gezin naar Florida, waar hij een valse identiteit aannam. En daar had Acke hem opgespoord. In alle stilte en discretie probeerde hij een rogatoire commissie op poten te krijgen om Lekeu daar te gaan ondervragen.
Wat ook lukte.
Ex-speurder team-Troch: “Daar zijn onze problemen begonnen. Zodra men hier binnen de rijkswachttop lucht van kreeg, moest het onderzoek naar Charleroi. Wij voelden dat heel goed. Kwam je aan de Groep G, dan kreeg je problemen.”
Acke had ontdekt dat in 1976 binnen de rijkswacht het bestaan van een Groep G was gedetecteerd, een extreemrechtse private militie met onder anderen Martial Lekeu en Didier Miévis, een rijkswachter die inmiddels binnen de onderzoekscel naar de Bende in Nijvel was opgeklommen tot rechterhand van onderzoeksleider Jean-Luc Duterme. De speurderscel die tegen beter weten in de groep rond Cocu veroordeeld trachtte te krijgen. En blind bleef voor andere sporen.
Het rapport-Acke
Martial Lekeu is dood, Madani Bouhouche is dood, Christiaan Bonkoffsky is dood. En Willy Acke ook. Simpel wordt het niet.
Rapport van Willy Acke, april 1989: ‘Lekeu situeert de aanvangsfase in de periode 1975-1976. Hij verwijst naar het feit dat de Groep Diane op dat ogenblik fascistische en racistische trekken vertoonde. Hijzelf noemt zich fascist, verwijst o.a. naar het gebruik om met de hielen te klakken, de Hitlergroet te brengen, het systematisch in elkaar slaan van vreemdelingen waarover men zich bijzonder vrolijk maakte. In de Groep G zaten nog verschillende andere rijkswachters waarvan de identiteit door Lekeu niet gekend was.’
De Groep G was er volgens eigen teksten van overtuigd dat de Rus zou gaan komen. Dat leger en rijkswacht absoluut niet opgewassen waren tegen het dreigende rode gevaar. Dat wij, Belgjes, machteloos en kwetsbaar waren. Dat er iets moest gaan gebeuren om ons dat te doen beseffen. Dat 28 doden, het officiële bilan van de Bende van Nijvel, misschien maar een klein offer was, afgewogen tegen het grotere plaatje.
De rijkswacht kreeg na 1985 meer middelen. Snelle Golf GTI’s, net als de Bende, meer personeel. P90-machinegeweren die door elk kogelvrij vest schieten. Wat toen Groep Diane heette, is vandaag de op en top performante speciale eenheid die Salah Abdeslam wist te neutraliseren.
Het rapport-Acke, 1989: ‘Lekeu citeert nog andere ‘tests’ die daadwerkelijk ten uitvoer zouden zijn gebracht. Het stelen van drie voertuigen van het SIE (latere benaming Groep Diane, DDC), om er een plezierritje mee te maken. Het ontvoeren van twee schildwachten van het Mobiel Legioen om deze nadien in hun blootje en na hun dienstwapens te hebben gestolen bij de kazerne terug af te zetten.’
Dat was het natuurlijk ook, Aalst 9 november 1985. De rijkswacht met dat ene R4’tje, en bij uitbreiding ons hele politiesysteem, in zijn blootje.
Bron » De Morgen | Douglas De Coninck