Topspeurder die Patrick Haemers ving is overleden

Rudy De Jonghe, de speurder die de beruchte gangster Patrick Haemers in Brazilië arresteerde na een twee jaar durende klopjacht, is op 3 april 2014 overleden. Dat liet zijn weduwe weten aan het weekblad Humo. De topspeurder gaf in november vorig jaar een afscheidsinterview in Humo, waarin hij terugblikte op zijn goedgevulde speurderscarrière, met als hoogtepunt de arrestatie van Haemers in 1989.

In de jaren 80 zaaide de blonde gangster met de staalblauwe ogen samen met zijn bende terreur in heel België met drieste en dodelijke overvallen op geldtransporten. In 1987 ontsnapte Haemers uit de gevangenis en vormde Rudy De Jonghe samen met zijn kompaan Patrick Van Brussel het onderzoeksteam dat twee jaar lang jacht maakte op de publieke vijand nummer 1. Ze spoorden hem uiteindelijk op in Brazilië. De Jonghe ving Haemers met zijn blote handen in een winkelcentrum in Rio De Janeiro (“Hij liep recht in mijn armen!”).

In zijn laatste interview kondigde De Jonghe ook aan dat er een ongeneeslijke kanker bij hem was vastgesteld. Hij werd 56 jaar.

Bron » Humo

Hassan Maâche, de nieuwe Patrick Haemers?

Frankrijk zoekt Hassan Maâche. De Brusselaar sleet de helft van zijn leven in Belgische gevangenissen wegens overvallen op geldtransporten. Maâche kwam in 2007 vrij en verdween onder de radar. Hij wordt nu genoemd in een verijdelde grote kraak in Frankrijk.

“Ik ga mijn leven beteren”, zei de legendarische Brusselse overvaller toen hij in september 2007 vrijkwam. Hassan Maâche was toen 42. Hij had net 22 jaar cel uitgezweet. Op een gegeven moment keek Maâche zelfs aan tegen een gevangenisstraf van 36 jaar. Straffen die hij bijeen sprokkelde met een indrukwekkende reeks gewelddadige overvallen op geldtransporten, banken en wisselkantoren.

Mensen die Maâche kennen, omschrijven hem als een charmante, elegante en humoristische gangster. En hoewel Maâche veel minder bekend was, wordt hij geregeld vergeleken met Patrick Haemers. “Tussen Haemers en mij zit een wereld van verschil. Ik ben geen vedette. Ik heb de media nooit opgezocht”, zei Maâche. En vanzelfsprekend kende hij de blonde God. Al was het maar uit de gevangenis. “Ik heb Haemers een keertje gekruist in de gevangenis van Vorst. Ik zag meteen dat hij niet de chef van die bende geweest kan zijn”, zei Maâche over zijn concurrent.

Dat Hassan Maâche zelf de plak zwaaide over de bende Maâche: daarover heeft nooit enige twijfel bestaan. Hij sprokkelde zijn kompanen uit de wijk rond het Flageyplein in Elsene. Al sinds de jaren tachtig deed de bende-Maâche het Brusselse, en bij uitbreiding heel België, op zijn grondvesten daveren. De omvang van hun buit was heel uiteenlopend: van 250.000 oude Belgische franken bij een overval op een BBL-kantoor in Etterbeek tot 10 miljoen bij een overval op een Securitas-geldtransport.

De modus operandi was altijd dezelfde: gewelddadig en met veel wapenvertoon. Alles samen zou Hassan Maâche 40 hold-ups hebben georganiseerd. De rechter achtte zijn deelname aan elf overvallen bewezen. Maâche ontsnapte ook twee keer uit de gevangenis. Intussen bleef hij overvallen plegen. Hij gijzelde ooit ook de familie van een bankdirecteur bijna twee dagen. “Maar ik liet mevrouw een bad nemen”, zei hij daarover op zijn proces.

Toen Hassan Maâche in de gevangenis zat, namen zijn drie jongere broers zijn winkel over. Hun zus vertelde ooit dat ze nog nooit met al haar vier broers samen aan tafel had gezeten. Omdat er altijd wel minstens een van hen in de gevangenis zat of ondergedoken leefde. Ze werden als minderjarigen ook meerdere keren geplaatst in instellingen. “Het leven heeft me geen cadeaus gedaan”, zei Maâche daarover.

Toch beweerde hij altijd dat hij zijn misdaadcarrière niet beklaagt. “Ik heb geen spijt van wat ik heb gedaan. Omdat er toch geen bloed aan mijn handen kleeft. In mijn leven deden de omstandigheden om overvallen te plegen zich gewoon ineens voor. Ik heb die weg zelf gekozen en ben daar zelf verantwoordelijk voor. Maar opnieuw overvallen plegen? Nooit.” Frankrijk wil niet officieel bevestigen dat Hassan Maâche de grote vis is die ze nog zoeken. Andere bronnen zeggen dat zijn naam meer dan eens in het Franse dossier staat.

Bron » De Morgen

Dit is chequeboekjournalistiek

Douglas De Coninck is redacteur van onze krant. “Aflevering 1 van ‘De Bende-Haemers’ was chequeboekjournalistiek, en deze serie laat ons zien wat er zo smerig aan is”, schrijft hij vandaag.

Aflevering 1 van ‘De Bende-Haemers’, gisteravond op VIER. We zien Kevin Haemers uit zijn autootje stappen in Perpignan. Hij is helemaal tot hier gereden om zijn oma te bezoeken. Oma Haemers vertelt over de groepsverkrachting, lang geleden, toen Kevins papa naar de gevangenis moest. Kevin wou nu wel eens weten: was papa echt een verkrachter?

Oma: “Toen zag ik dat meisje. Maar dat was een prostituee, en ze was niet betaald geweest.” Ah ja dus. Daarom had die prostituee een klacht ingediend. Levensles van oma: als een meisje er uitziet als een prostituee, dan mag je haar verkrachten. En om een lang verhaal kort te maken: onze Patrick is op het slechte pad beland door een gerechtelijke dwaling. Hij achtte zich onschuldig en werd rebel. We horen hoe Kevin oma’s pleidooi afrondt: “Het was voor hem toch geen probleem om meisjes te krijgen?” Oma: maar natuurlijk niet, mijn jongen.

Deel 1 van De Bende-Haemers lijkt de onvoorbereide kijker nieuwsgierig te willen te maken naar de grootse daad die het hoofdpersonage, rebel zijnde, in één van de komende afleveringen zal stellen en die deze serie zal wettigen. Helaas is de afloop gekend. Patrick Haemers vermoordde drie twintigers, hij liet twee medebendeleden liquideren, ontvoerde een politicus en was blond. Hij was groot en hij had blauwe ogen. Dankzij weduwe Denise Tyack, zelf lid van de bende-Haemers, zijn er nu oude filmpjes op tv waarin de gangster herleeft bij het heffen van een glas of het knuffelen van een hond.

Er is niks mis met interviews met criminelen. Er zijn wel regels die gelden voor elk mediatiek project dat zich waagt aan een dialoog met de crimineel: anders dan bij filmsterren en profvoetballers is het de journalist die de voorwaarden hoort te bepalen. Niet de crimineel. Je kunt niet Roger Vangheluwe interviewen en vooraf afspreken dat we het nu even niet gaan hebben over “uw relatietje”. Op dit punt gaat De Bende-Haemers volledig uit de bocht.

Het begint met de jonge Haemers die dixit oma ten onrechte zou zijn veroordeeld voor verkrachting (niet waar), en een goede werker zou zijn geweest in de winkels van zijn vader (niet waar). Patrick Haemers was vanaf 1972, hij was toen twintig, nachtclubeigenaar. Zijn club heette The First, het was de verzamelplek voor de zwaarste Brusselse criminelen uit die tijd. Het is een detail, misschien, maar aflevering 1 bulkte van de details die de werkelijkheid moeten verbloemen volgens de voorwaarden die Denise Tyack bij het uitlenen van haar filmrolletjes lijkt te hebben gesteld.

“Als je denkt aan al die mensen die door hem hebben geleden”, zegt Kevin op zeker ogenblik, overduidelijk doelend op het verdriet van zijn oma, om zichzelf daarna snel te corrigeren: “Ah ja, en de slachtoffers ook natuurlijk.”

Aflevering 1 van De Bende-Haemers was chequeboekjournalistiek, en deze serie laat ons zien wat er zo smerig is aan chequeboekjournalistiek. In een vooruitblik op een volgende aflevering zie je een halve seconde lang het lichaam van de net vermoorde Ronny Croes, 22 jaar, geldtransporteur bij GMIC. Het zou een elementaire vorm van fatsoen zijn geweest als de makers van de reeks eens waren gaan polsen bij de familie. (“Wij gaan tv maken met het bloed van uw kind, u hebt vast geen bezwaar?”)

De familie Croes is niet eens gecontacteerd, en misschien mag de vraag worden gesteld waarom niet. Er is maanden aan deze serie gewerkt. Geen enkele onder de vele tientallen nabestaanden is door de makers zelfs maar op de hoogte gebracht dat ze er zat aan te komen. Was ook dit een van de door Tyack gestelde voorwaarden? Of wordt er heimelijk op gespeculeerd dat er ergens een familielid zich zo geschoffeerd voelt dat het een rechtszaak inspant en de controverse aanwakkert?

Brusselse haute finance

Aflevering 1 ging over de “de beginjaren” van de bende-Haemers, met medebendeleden Thierry Smars en Philippe Lacroix. Zij waren in die periode geldsmokkelaars van de Brusselse haute finance, maar dat wordt verzwegen. De banden met toenmalig Franstalig extreem rechts: verzwegen. The First: verzwegen. Michèle Dewit, eind jaren zeventig het liefje van Haemers, wordt neergezet als dochter van “de toenmalige peetvader” van de Brusselse misdaad, Michel Dewit (dat was hij rond die tijd allang niet meer). Ook dit is er slechts bij gesleept om de waarheid te kneden volgens de wensen van de vrouw met de filmrolletjes.

De Bende-Haemers is er in aflevering 1 op geen enkel moment in geslaagd zijn ware doel te verhullen. Een nette vergaderzaal in Vilvoorde, enkele maanden geleden. Een tafel met tv-scherm op, en daarrond maker Peter Boeckx, net aangekomen met de filmrolletjes onder de arm. Verder ook nog Wouter Vandenhaute en een paar gewichtige heren van SBS Belgium. Ze ontdekken deze beelden, van Haemers die de hond knuffelt en zijn hoofd met een mysterieus lachje naar de lens draait. Iemand zegt: “Dit kan dan net voor het reclameblok.”

Bron » De Morgen | Douglas De Coninck

“Ik vroeg me telkens af of hij levend terug zou keren”

“Ik wist dat Patrick geldtransporten overviel en ik vroeg me elke keer opnieuw af of hij levend terug zou keren. Maar als ik de klok kon terugdraaien, dan deed ik alles opnieuw over”, zegt Denise Tyack, de weduwe Patrick Haemers, een van ’s lands meest beruchte gangsters ooit.

Denise Tyack, de weduwe van Patrick Haemers, vertelt in een interview aan weekblad Humo openhartig over haar leven aan de zijde van de gangster en zijn vrienden. Een hechte bende die wou leven als god in Frankrijk, maar daarvoor niet wou werken. Geweld schuwden ze niet: gebruik makend van machinegeweren en springstof pleegden ze meer dan 50 overvallen op vooral geldtransportwagens. Soms was dat een overval per week, want de bende verbraste soms 10.000 euro per maand. “Leven als opgejaagd wild, is duur”, zegt Denise Tyack.

“Al bij onze eerste ontmoeting had ik door dat Patrick een gevaarlijk leven leidde”, zegt Haemers’ vrouw. “Maar zijn betoverende blik, zijn grote en slanke gestalte, heel zijn houding zorgden ervoor dat de argwaan verdween. Ik was smoor op hem, hij op mij. Het gezonde verstand was zoek.”

Slachtoffers

Denise Tyack kreeg een maand na hun ontmoeting bevestigd dat het ‘werk’ van Patrick Haemers niet alledaags was. “Een postkantoor of een geldtransport overvallen beschouwde hij als zijn job. Gevaarlijk en ongewoon, dat wel. Maar niet meer dan een beroepsmilitair die op buitenlandse missie vertrekt om er de vijand te bestrijden. Ook hij komt misschien niet behouden terug naar huis.”

“Telkens Patrick naar een overval vertrok, vroeg ik mij af: komt hij levend terug? Want Thierry (Smars, nvdr.) was wel de chauffeur en Philippe (Lacroix, nvdr.) was er ook bij. Maar Patrick stapte altijd als eerste uit. Omdat hij indruk maakte met zijn grote gestalte. Je kan je afvragen of hij toen bang was. Misschien. Misschien ook niet omdat hij altijd wel een beetje zelfmoordneigingen heeft gehad. Dat hielp het angstgevoel zeker weg.”

Haemers zelf bleef er telkens weer rustig bij. Handelde hij onder invloed van drugs? Denise wil het woord cocaïne zelfs niet in de mond nemen. “Elke overval werd met zorg voorbereid. Met de chronometer in de hand. Een van die overvallen duurde nauwelijks 45 seconden. Er werd geen misstap geduld. Zoiets doe je niet onder invloed.”

“Patrick hield eraan proper werk af te leveren. Snel en doeltreffend optreden en vooral geen slachtoffers maken, dat was zijn handelsmerk. Dat bij een overval in Verviers twee doden vielen en later in Groot-Bijgaarden nog een, dat heeft hij nooit kunnen aanvaarden. Maar ook toen gold de ongeschreven code: je doet mee met de bende en klikken doe je niet. Toen een van de bendeleden nadien door het lint ging, was Patrick razend. Die kerel praatte iedereen aan de galg. Hij werd wandelen gestuurd.”

Vanden Boeynants

De ontvoering van ex-premier Paul Vanden Boeynants op 14 januari 1989 zou het sluitstuk worden van de carrière van Haemers. “Patrick wou 400 miljoen frank losgeld krijgen, maar VDB had zoveel geld niet. Het werd uiteindelijk 63 miljoen frank (meer dan 1,5 miljoen euro, nvdr.). Wij dachten dat het allemaal voorbij zou zijn en droomden van een rustig leven in Brazilië. Het is anders uitgedraaid.”

“Ja, we hebben voor de ogen van de journalisten nog geprobeerd om de Braziliaanse politie om te kopen. We hadden niets meer te verliezen. Patrick kreeg later levenslang. Ik wist dat hij dat niet zou overleven. Ik besefte dat ons leven samen een eindpunt had bereikt.”

Bron » Het Nieuwsblad |  Yves Barbieux

Patrick Haemers herleeft in documentaire ‘De bende van Haemers’

De documentaire ‘De bende van Haemers’, binnenkort op Vier, toont Patrick Haemers zoals u de gangster nooit zag dankzij unieke huis-, tuin- en keukenfilmpjes.

Het is geen geheim: Patrick Haemers, een van de beruchtste gangsters van België die in 1993 een einde aan zijn leven maakte in de cel, was een playboy. Hij snoof zijn cocaïne graag op een vrouwenbeen en pleegde de ene gewelddadige hold-up na de andere om zijn dure levensstijl te bekostigen. Maar de nooit vertoonde beelden uit de zesdelige documentaire De bende van Haemers op Vier laten voor het eerst zien welk leven Patrick Haemers tussen twee overvallen door écht leidde.

Reportagemaker Peter Boeckx, de man die in 2004 de ophefmakende reportage Vlaamse choc maakte over het toenmalige Vlaams Blok, kreeg van Haemers’ weduwe Denise Tyack video’s in handen. Die zelfgedraaide filmpjes waren goed voor zes uur beeld en tonen de gangster tijdens het koken, op dure vakanties in Mauritius, terwijl hij in alle rust een boek leest of zichzelf filmt in de spiegel. Dat Patrick Haemers met geld gooide en als eerste de duurste kleine camera in huis haalde, blijkt nu een meevaller voor Boeckx: “Die beelden tonen dat Haemers en zijn bende nog altijd een gewoon gezinsleven hadden.”

Niet alleen de filmpjes over het privéleven zijn onthutsend, ook de uitspraken van Haemers’ weduwe Denise Tyack zijn op zijn zachtst gezegd opmerkelijk. Ze was zeer goed op de hoogte van de criminele wandel van haar man en stelde er zich geen vragen bij.

Zo vertelt ze dat Haemers en zijn kompanen Philippe Lacroix en Thierry Smars er ’s morgens vroeg op uittrokken om geldtransporten te verkennen: “Als hij dan terugkwam, was het heel relaxed. Als hij effectief op overval vertrok, nam ik een slaappil. De buitgemaakte bankbriefjes die elkaar in nummer opvolgden, moesten we verbranden. Dat deden we gewoon thuis in de open haard.”

Tyack vertelt ook dat ze amper een paar uur bevallen was van haar zoon Kevin toen Patrick haar kwam opzoeken aan het kraambed: “Hij kwam binnen en had net een geldtransport van De Post overvallen. Het was gelukt. We waren tevreden.”

Ook de zoon van Haemers, intussen een jaar of 26, komt aan het woord. Kevin was amper zeven toen zijn vader zich in zijn cel aan een radiator verhing. Hij probeert te begrijpen wat hem bezielde: “Hij zat in een vicieuze cirkel. Hij kon moeilijk zeggen: ik heb twee hold-ups gepleegd, ik stop ermee.”

Waarmee de zoon de daden van zijn vader niet goedpraat. Bij een overval op een geldtransport in Verviers gebruikte de bende zóveel springstof dat twee bedienden het leven lieten. Haemers kroop tussen de uiteengereten lichamen om de zakken met geld weg te halen. Daarover zegt zijn zoon in een gesprek met zijn moeder: “Toch vreselijk dat ze na die bom en die twee doden niet gestopt zijn.”

Kevin vertelt ook dat de zoon van een van de twee slachtoffers bij die overval hem heeft gecontacteerd via Facebook: “Dat heb ik geweigerd. Ik vond het wat luguber.”

Haemers kreeg mede door zijn looks en zijn vroege dood het aura van een Robin Hood, maar de docu verheerlijkt hem allerminst. Olivier Goris van Woestijnvis: “Er zitten best schokkende beelden in van de chaos die de bende telkens achterliet. Dat bloed tonen we om te laten zien hoe driest ze te werk gingen.”

Bron » De Standaard