Moordenaar van Francis Zwarts aangehouden

Het Amerikaanse gerecht hield op vraag van het Brusselse parket-generaal Jean-François Buslik (45) aan. Buslik, die de Amerikaanse nationaliteit heeft, werd door het Brabantse assisenhof in februari 1995 bij verstek tot de doodstraf veroordeeld voor zijn aandeel in de verdwijning van Sabena-veiligheidsagent Francis Zwarts. Buslik, die in Nort Palm Beach verbleef, werd daar opgesloten. In de komende dagen moet duidelijk worden of de autoriteiten in Florida gevolg geven aan een vraag tot uitlevering.

Ook de cel-Jumet wil Buslik als getuige aan de tand voelen in het Bende-dossier. Buslik was in de periode van de Bende-aanslagen in België en was toen een goede vriend van gewezen rijkswachter Madani Bouhouche. Bouhouche is samen met zijn ex-collega Robert Beijer jarenlang afgeschilderd als één van de potentiële verdachten in het Bende-dossier. Hij heeft altijd ontkend iets met de Bende-moorden te maken te hebben. Eind vorig jaar werd Bouhouche verscheidene keren door de speurders van de cel-Jumet als getuige op de rooster gelegd. Een doorbraak leverden deze ondervragingen niet op.

Bron » De Tijd

Bende van De Schepper weg met vijftien maanden celstraf

De zogenaamde “bende van De Schepper” met kopstuk Willy De Schepper uit Asse, kwam er gisteren voor de correctionele rechtbank in Brussel relatief goed van af met vijftien maanden cel voor zware diefstallen, oplichting, heling en autozwendel. Het kopstuk blijft aangehouden omdat hij zijn vier jaar celstraf, die hij gepresenteerd kreeg voor vroegere misstappen, nu effectief moet uitzitten.

De waslijst van feiten dateert uit de periode 1993 tot 1996. Er stonden veertien betichten terecht van wie er een niet opdaagde. Voor twee achtte de rechtbank zich onbevoegd omdat zij op het ogenblik van de feiten minderjarig waren. Een beklaagde kreeg de vrijspraak, voor een andere werd de zaak sine die uitgesteld en al de overigen kregen straffen van vier maanden met uitstel tot 15 maanden effectieve gevangenisstraf.

Kopstuk De Schepper was gespecialiseerd in het ontmantelen van gestolen luxewagens. Van vier auto’s werd in zijn garage één nieuwe gemaakt die in een ander kleurtje werd gespoten. De zwendelaars deinsden er niet voor terug een gestolen auto, die werd ontmanteld en voorzien van een nieuw chassisnummer, voor de tweede maal op de stalplaats van de politie van Etterbeek te gaan stelen. De rechtbank achtte het bewezen dat De Schepper het middelpunt was van de autozwendel en dat hij van de herkomst van de wagens op de hoogte was.

Luxepaardjes zoals Mercedes, Porsche, BMW, VW Golf, Peugeot Cabriolet waren topfavorieten om “gestolen” te worden en zo van de verzekeringsmaatschappijen een fikse schadevergoeding te innen. De “gestolen” wagens werden soms ook voor een vriendenprijsje van de hand gedaan aan kompanen. De rechtbank verwees in het vonnis naar meerdere getuigen die bekenden de diefstal mee georganiseerd te hebben om de verzekeringsmaatschappij op te lichten.

Uitbetaling

Ook geënsceneerde ongevallen behoorden tot hun specialiteit. De omnium-verzekeraar werd meermaals geconfronteerd met de uitbetaling van zware schadevergoedingen voor frontale botsingen tussen twee voertuigen die totaal-verlies werden bevonden. De rechter verwees in zijn vonnis naar een getuige die bekende dat “hij zijn auto nogal vlug moe was.” De veroordeelden moeten de verzekeringsmaatschappijen en de eigenaars van de voertuigen vergoeden.

De Schepper en zijn vriendin hoorden zich samen met een kompaan ook veroordelen voor heling omdat zij in 1995 een woning bouwden met gestolen bouwmaterialen. Negen velux-ramen verdwenen op een nacht bij een firma en werden geplaatst teruggevonden bij het echtpaar. Ook de roofing, isolatiewol, centrale verwarmingstoestellen, binnendeuren, stenen, gyproc-platen, een trap en een garagepoort waren “ontleend”.

Het paar kon de herkomst van deze goederen niet verantwoorden. De kompaan die de goederen ontvreemdde bij zijn werkgever, beweerde dat het om “afbraakmaterialen” ging.

Bron » Het Nieuwsblad

Bende-speurders hebben geen nieuwe vragen

Michel Cocu, die elf jaar geleden vrijgesproken werd van betrokkenheid bij overvallen op warenhuizen die aan de Bende van Nijvel werden toegeschreven, is niet op de vlucht voor het gerecht. Hij zei woensdag samen met zijn advocaat tijdens een persconferentie, dat hij ondanks zijn vrijspraak voortdurend lastiggevallen wordt door de cel-Jumet, die het onderzoek naar de Bende voert.

Sinds Cocu door het hof van assisen van Henegouwen werd vrijgesproken in verband met overvallen op twee Colruyt-warenhuizen in Halle en Nijvel en twee Delhaize-warenhuizen in Genval en Ukkel, ontmoette hij de speurders van de cel-Jumet wel een honderdtal keer. Cocu: ‘Telkens worden me vragen gesteld, waarop ik enkel kan antwoorden wat ik op mijn assisenproces gezegd heb.’ Uiteindelijk werd Cocu het zo beu dat hij niet meer inging op een zoveelste oproep van het gerecht. Daarop vaardigde het gerecht een bevel uit tot voorgeleiding van Cocu als getuige.

Advocaat Moerman wees erop dat Cocu altijd met de speurders had meegewerkt en had ingestemd met DNA-analyses. De advocaat vroeg zich af of de cel-Jumet geen overbodig werk verricht. ‘Het enige interessante werk dat tot dusver in dit dossier gedaan werd, werd op verzoek van de voorzitter van het assisenhof gedaan, die eenvoudige en duidelijke onderzoeksopdrachten gaf. Dan zag men in dat de speurders geen pertinente antwoorden gaven’, aldus Moerman.

Michel Cocu gaat naar eigen zeggen nog steeds gebukt onder het imago van leider van de Bende van de Borinage, ook al heeft hij geen enkel contact meer met zijn toenmalige medebeschuldigden. ‘Ik kan geen werk vinden. Ik zit nog altijd met die reputatie opgescheept.’

Ook Madani Bouhouche en Robert Beijer, die jarenlang als potentiële Bende-verdachten afgeschilderd werden, beklaagden zich er de voorbije maanden over dat de Bende-speurders voor hen enkel tien jaar oude vragen in petto hadden. ‘Vragen die we al herhaaldelijk beantwoord hebben, onder meer tijdens het proces voor het Brabantse assisenhof.’

Bron » De Tijd

DNA-analyses leveren nog geen doorbraak in Bende-onderzoek

De cel-Jumet, die het onderzoek naar de Bende van Nijvel leidt, kon via DNA-analyses nog geen definitieve doorbraak in het Bende-onderzoek forceren. Het gerecht liet het DNA-profiel natrekken van 200 tot 300 potentiële verdachten voor de Bende-aanslagen. Geen enkele analyse gaf een positief resultaat. Toch betekent dit niet dat alle analyses helemaal negatief waren. Over deze resultaten krijgen de familieleden en nabestaanden van de slachtoffers van de Bende van Nijvel in mei meer uitleg.

Het onderzoek naar de Bende, die in de jaren 80 bij een reeks bloedige aanslagen 28 doden maakte, kreeg de voorbije drie jaar een nieuwe impuls. De onderzoekscel van Jumet kreeg van Justitie meer speurders en middelen, dan ooit in het Bende-onderzoek werden ingezet. Er werd ook gestart met een ambitieus DNA-programma. Eerst werd aan de hand van een 50-tal vanonder het stof gehaalde overtuigingsstukken het DNA-profiel van mogelijke daders vastgelegd. De DNA-profielen die uit de overtuigingsstukken zijn gehaald, worden getoetst aan de DNA-profielen van potentiële daders.

Onderzoeksrechter Jean-Claude Lacroix, die het Bende-dossier leidt, zei gisteren dat het onderzoek voortgaat en dat sommige deuren dichtgaan. De leugendetector leerde bijvoorbeeld dat ex-rijkswachter Robert Beijer niet bij de zaak betrokken was. Beijer, die jarenlang met zijn ex-collega Madani Bouhouche als mogelijke dader werd vooropgesteld, wil met dit resultaat opnieuw penitentiair verlof afdwingen, alsook zijn vervroegde invrijheidsstelling.

Beijer leidde een kort geding in bij de rechtbank van Verviers. Hij wil zo het penitentiair verlof afdwingen dat minister van Justitie Tony van Parys hem weigerde. Robert Beijer zit een straf uit van 14 jaar cel, na zijn veroordeling door het assisenhof van Brabant wegens deelname aan een ‘expeditie’ naar Antwerpen met Madani Bouhouche op 2 september 1989. Tijdens die expeditie werd de Libanees Ali Suleiman gedood.

Voortvluchtig

Gisteren liet Jean-Paul Moerman, de advocaat van Michel Cocu, weten dat zijn cliënt helemaal niet voortvluchtig is, zoals La Dernière Heure vorige zaterdag meldde. Michel Cocu was één van de verdachten voor de eerste reeks Bende-misdrijven, die in 1983 gepleegd werden. In 1988 werd hij voor onder meer de overval op de Delhaize van Genval en de Colruyt van Nijvel door het Bergense assisenhof vrijgesproken.

De voorbije maanden onderwierp Cocu zich volgens Moerman aan een DNA-analyse. Omdat Cocu echter geen gevolg gaf aan de recente oproepen van de cel-Jumet lieten de speurders hem seinen in het Centraal Signalementenblad. ‘Wij gaan hem desnoods ophalen’, zei onderzoeksrechter Raynal die samen met Lacroix en advocaat-generaal Claude Michaux de cel-Jumet leidt. Donderdag geeft Cocu aan de pers zijn versie over de strubbelingen die hij met het gerecht kende, sinds zijn vrijlating.

Bron » De Tijd

Georganiseerde misdaad luistert familie Bende-slachtoffers af

De telefoon van een nabestaande van de overleden Bende-speurder Willy Acke uit Dendermonde is begin dit jaar afgeluisterd. De vrouw kreeg flarden te horen van een gesprek dat ze voerde met een familielid van een van de slachtoffers van de Bende van Nijvel. Volgens haar zit de georganiseerde misdaad erachter en zijn er linken naar zowel de Bende zelf als naar het milieu van collaborateurs uit de Tweede Wereldoorlog.

De persoon die werd afgeluisterd is Lieve Acke uit Lommel. Ze is de nicht van wijlen substituut Willy Acke. Hij leidde in de jaren tachtig met onderzoeksrechter Freddy Troch vanuit Dendermonde het onderzoek naar de Bende van Nijvel. Acke pleegde om onbekende redenen zelfmoord. Zijn nicht is bevriend met Marie-Jeanne Callebaut uit Aalst. Deze laatste was getrouwd met Jan Palsterman. Hij werd in november 1985 doodgeschoten tijdens de raid die de Bende uitvoerde op de Delhaize-supermarkt in Aalst.

Marie-Jeanne Callebaut bracht in april vorig jaar met andere nabestaanden een bezoek aan Jumet. Daar zitten de speurders die zich bezighouden met het Bende-onderzoek. Omdat veel vragen onbeantwoord bleven, trok de vrouw begin januari opnieuw naar de onderzoekscel. Daarna bracht ze telefonisch verslag uit aan haar vriendin Lieve Acke. Beide vrouwen spraken af elkaar de week nadien te ontmoeten in Lommel.

De nacht die voorafging aan de ontmoeting kreeg Lieve Acke telefoon. “Ik hoorde flarden van het gesprek met Marie-Jeanne over haar bezoek aan Jumet. Daarna zei een onbekende man dat ze me volgden.” Toen begreep de vrouw hoe het kwam dat informatie uit eerdere gesprekken met Marie-Jeanne Callebaut telkens was uitgelekt en verschenen in kranten. Acke meldde het voorval aan de gerechtelijke politie in Brussel. Die onderzocht de zaak en bevestigde dat haar telefoon werd afgeluisterd.

De afluisteraars zijn volgens Lieve Acke nazaten van collaborateurs. Die kregen na de Tweede Wereldoorlog nieuwe identiteiten. Hiervoor werden vaak persoonsgegevens gebruikt van familieleden die clean waren gebleven, zoals Lieve Acke, haar man en zijn ouders. Achter hun namen staan in het Rijksregister telkens twee nummers. Lieve Acke heeft ook een handelsregisternummer terwijl ze altijd huisvrouw is geweest. De dubbele identiteiten zijn volgens haar de link naar de Bende van Nijvel.

“Het misbruik van identiteiten is nooit rechtgezet. België heeft collaborateurs, in tegenstelling tot de buurlanden, geen amnestie verleend. De georganiseerde misdaad ontdekte de dubbele identiteiten en zag er een ideaal chantagemiddel in. Zo geraakten gangsters uit het extreem-rechtse milieu binnen bij solide bedrijven. Onder die dekmantel konden ze ongestoord handelen in wapens, drugs etcetera. Hieruit ontstond de Bende van Nijvel.”

Bron » De Morgen | Caspar Naber