Koen Dassen: ‘Onze staatsveiligheid moet ook in het buitenland opereren’

Na de terroristische aanslagen in Madrid wordt opnieuw duidelijk dat de Europese landen hun inlichtingendiensten op scherp moeten stellen. Het hoofd van de Belgische staatsveiligheid vreest niet direct een aanslag in ons land, maar hij wil wel dat onze staatsveiligheid buiten onze landsgrenzen actief wordt. Veiligheidsexpert Herman Matthijs is wel bang voor een aanslag en stelt dat ons land daar niet op voorbereid is.

‘De Belgische staatsveiligheid moet haar actieterrein uitbreiden en ook buiten België actief zijn.” Dat zei het hoofd van de staatsveiligheid, Koen Dassen, zaterdag in een interview op Kanaal Z naar aanleiding van de recente aanslagen in de Spaanse hoofdstad Madrid. Volgens Dassen werken de inlichtingendiensten in Europa goed samen na de aanslagen van 11 september in de Verenigde Staten.

“Maar de informatie die bij de ministerraden komt, wordt niet altijd even goed gebruikt. Daarom is de aanwijzing van Gijs de Vries als Europees veiligheidscoördinator een goede zaak”, zegt Dassen. “Toch moet de Belgische staatsveiligheid ook haar actieterrein uitbreiden buiten de landsgrenzen”, aldus Dassen. Dat hebben de aanslagen in Madrid volgens hem opnieuw benadrukt. Dassen is overigens niet van mening dat er op dit moment een verhoogd risico is op terroristische aanslagen.

In tegenstelling tot Dassen is veiligheidsexpert Herman Matthijs (VUB) er wel van overtuigd dat ook ons land getroffen zal worden door een terroristische aanslag. Dat zegt hij in Het Laatste Nieuws. Volgens Matthijs wordt na de VS en Spanje Groot-Brittannië het mikpunt van fundamentalistische terroristen, maar het staat voor hem buiten kijf dat ook ons land aan de beurt komt.

De veiligheidsexpert is niet onder de indruk van het gegeven dat daarvoor geen directe of concrete aanwijzingen zijn. “Die waren er voor de aanslagen in Madrid ook niet (…) tegen een gek met een bom doe je niets.” Anderzijds wijst Matthijs op de belangrijke rol van de staatsveiligheid en de inlichtingendiensten die, zoals onder meer in Groot-Brittannië al gebeurde, in staat zijn terroristen vroegtijdig uit te schakelen. In ons land gaan er echter veel te weinig middelen naar de staatsveiligheid om het land optimaal te beschermen, zo stelt de expert. “Het budget moet verdrievoudigen”, aldus Matthijs. Ook de investeringen in het leger en de politie zijn volgens hem veel te mager geweest om voorbereid te zijn op een terroristische aanval.

Bij de Europese samenwerking van de inlichtingendiensten plaatst Matthijs eveneens vraagtekens. Matthijs: “Europol, met zijn 500 verbindingsofficieren, werkt niet. Het is een logge instelling. Zie je een Europees centrum al vergaderen met 25 inlichtingendiensten rond de tafel? Bovendien bespioneren ze elkaar.”

Bron » De Morgen

Michel F. opgeroepen als getuige op proces-Dutroux

Michel F. wordt opgeroepen als getuige voor het assisenhof van Aarlen. Het hof gaat daarmee in op een verzoek van de verdediging van Marc Dutroux.

Het assisenhof ging ermee akkoord dat zeven van de vijftien getuigen die de verdediging van Dutroux had opgegeven, zouden gedagvaard worden als getuigen. Het openbaar ministerie vraagt hen om op 5 april voor het assisenhof te verschijnen.

Een van die zeven is Michel F., die volgens de verdediging van Dutroux iets te maken zou kunnen hebben met de ontvoering of de opsluiting van Julie en Mélissa in juni ’95. Georges Frisque, die ook op de lijst van de verdediging van Dutroux stond, wordt niet opgeroepen, zo besliste het hof. Het openbaar ministerie had zich, vandaag tijdens de debatten, fel gekant tegen de oproeping van Frisque.

Michel F. was aanwezig op een vakantiekamp waar Julie en Mélissa in de zomer van 1994 aan deelgenomen hebben. Naderhand bleek hij foto’s en kleren van de meisjes te bezitten. Na het vakantiekamp hebben de meisjes over Michel F. gesproken aan hun ouders. Ze zeiden dat ze een “heel vriendelijke man” hadden ontmoet die hen bovendien geschenkjes had gegeven.

Na hun verdwijning in juni ’95 zou Michel F. aan verschillende personen hebben verteld dat de meisjes in Italië zaten en dat één van beiden nu bij haar “echte vader” was. In april 2000 verklaarde hij zelfs dat de meisjes een tijdje bij hem hadden verbleven voor ze naar Italië vertrokken.

Het spoor van Michel F. werd onderzocht door de speurders van Neufchâteau, maar werd na een tijdje verlaten. “Omdat er geen verband gevonden werd met Dutroux”, zei Xavier Magnée, advocaat van Dutroux vandaag tijdens het debat over de oproeping van deze getuigen.

Na de voorlezing van het arrest mochten de burgerlijke partijen de speurders vragen beginnen te stellen over het onderzoek naar de verdwijning van Julie en Mélissa. Voor het eerst nam Louisa Lejeune, de moeder van Julie, het woord. Zij vroeg hoe het kwam dat het truitje dat Julie droeg bij haar verdwijning, teruggevonden werd in de woning van Martin en Dutroux in Sars-la-Buissière en niet in Marcinelle, waar de kooi zich bevindt waar de meisjes in opgesloten werden.

Bron » De Standaard

Dutroux probeert andere sporen ter sprake te brengen

Marc Dutroux en zijn advocaten hebben met diverse vragen aan de beschuldigden geprobeerd om een aantal alternatieve onderzoekssporen ter sprake te brengen. Het gaat om sporen die niet naar Dutroux leiden, maar naar Michel Lelièvre of Pierre Rochow. Dutroux stelde zelf ook vragen.

Martine Van Praet, een advocate van Dutroux, vroeg tijdens de zitting onder meer of Pierre Rochow, die door een getuige in de omgeving van de verdwijning werd gezien, wel een alibi heeft voor 24 juni 1995, de datum van de verdwijning van Julie en Melissa.

Samen met Dutroux zelf boorde ze door op het feit dat Rochow in de loop van 1995 in Grâce-Hollogne een vrachtwagen gekocht heeft. Een getuige zei destijds dat hij met verschillende andere personen naar die vrachtwagen was komen kijken, onder wie iemand die wel eens Michel Lelièvre kon geweest zijn.

Een andere getuige denkt Lelièvre in Grâce-Hollogne gezien te hebben daags na de ontvoeringen, toen buurtbewoners de omgeving afspeurden op zoek naar de meisjes. Volgens de speurders zijn die sporen nagetrokken. Procureur Bourlet merkte echter fijntjes op dat er in het hele onderzoek weinig confrontaties werden georganiseerd tussen verdachten en getuigen.

Lelièvre werd, voor zover de speurders wisten, niet met de getuigen geconfronteerd. Sommige van die getuigen verschijnen in de komende weken voor het assisenhof. Ook Dutroux zelf verwonderde er zich over dat er niet meer confrontaties georganiseerd werden en stelde zich vragen bij de geloofwaardigheid die aan sommige getuigen gehecht werd.

Vragen blijven voor ouders Julie

Na afloop van de zitting gaven de ouders Lejeune blijk van hun teleurstelling: “We weten alleen wanneer de meisjes zijn ontvoerd en wanneer ze zijn teruggevonden”, verklaarde Louisa Lejeune aan de pers. Ze zei de kracht gevonden te hebben om vandaag naar Aarlen te komen en vragen te stellen. Net als Paul Marchal vond ze de vragen die Dutroux zelf stelde, misplaatst.

Jean-Denis en Louisa Lejeune zeiden dat heel wat vragen die ze zich sinds 1995 stellen, onbeantwoord blijven. “We zullen tot het einde van onze dagen met al die onzekerheden moeten leven”, zei de vader van Julie.

“Ping-pongspel tussen speurders”

Vanmorgen klaagde Jean-Denis Lejeune aan dat er tussen de speurders een “ping-pongspel” wordt gespeeld.

Lejeune herhaalde dat de onderzoeksrechter vorige week in de assisenzaal gezegd had dat de speurders “een afgewerkt product” over het onderzoek zouden afleveren. Maar wanneer de vader van Julie de speurders vandaag die specifieke vragen stelde, kreeg hij naar zijn mening al te vaak te horen dat ze aan Langlois moesten worden gesteld. “Wanneer men de bal hier voortdurend terugkaatst tussen speurders en onderzoeksrechter zal de jury er nooit uitgeraken”, zei Lejeune.

De voorzitter beklemtoonde dat de jury het geheel van de getuigenissen in overweging moest nemen en sloot niet uit dat de onderzoeksrechter opnieuw zou verhoord worden voor het assisenhof. Hij probeerde Lejeune te kalmeren door hem erop te wijzen dat “in alle processen dingen zijn die duidelijk zijn en dingen waarover nooit klaarheid wordt gebracht”.

Verklaring

Lejeune vroeg de speurders onder meer waarom het enige uitgangspunt van hun onderzoek de verklaring van de oude vrouw was die meent de meisjes te hebben zien instappen in een wagen.

Volgens Lejeune is die getuigenis tegenstrijdig met verschillende andere elementen van het onderzoek zoals de verklaringen van Michelle Martin. Voor Lejeune was de verklaring van de oude vrouw slechts een “pseudo-zekerheid”.

Volgens Lejeune hebben de speurders ook verschillende sporen om niet nader bepaalde redenen aan de kant geschoven. Het gaat daarbij om het spoor van een vermeende poging tot ontvoering met een rode wagen in Ougrée en die van een rode wagen en een bestelwagen gesignaleerd in Awans, allebei de dag van de verdwijning.

In verband met Ougrée gaven de speurders meer uitleg, maar voor Awans moesten ze enkele opzoekingen doen. Hun antwoord volgt later.

Lejeune merkte nog op dat de nummerplaat van de bestelwagen van Awans in verband kon gebracht worden met het onderzoeksspoor van het hotel Brazil in Blankenberge en de ontvoering van An en Eefje.

Bron » De Standaard

Dutroux ondervraagt speurders

Vanmiddag werd het verhoor voortgezet van de gerechtelijke speurders Michel Demoulin, Lucien Masson en Alain Wilvers. Ze gaven uitleg over de zowat 17.000 in beslag genomen voorwerpen uit de woningen van Marc Dutroux en Michelle Martin en het onderzoek naar de exacte data dat de verschillende beschuldigden elkaar voor het eerst hebben ontmoet.

Op vraag van de advocate van Michelle Martin, Sarah Pollet, schetsten de speurders ook het portret van een humeurige Dutroux tijdens het onderzoek. Vanmorgen had Dutroux een reeks vragen gesteld aan de gerechtelijke speurder Michel Demoulin.

Die was bij de start van het onderzoek in 1996 de vaste ondervrager van Dutroux. Assisenvoorzitter Stéphane Goux onderbrak Dutroux meermaals omdat hij niet akkoord was met de teneur van zijn vragen, die vaak arrogant overkwamen.

De vragen van Dutroux hadden voornamelijk betrekking op de opgraving van de lijken van An en Eefje in de loods van Bernard Weinstein in Jumet. Hij had zijn vragenlijst afgelopen nacht voorbereid, zo zei hij. Hij vroeg, om niet nader gepreciseerde gezondheidsreden, of hij ze zittend mocht stellen.

“Is het waar dat u mij een leugenaar genoemd hebt toen de speurders na lang zoeken nog niets gevonden hadden? Bestaat er een foto van de vordering van de werkzaamheden op dat moment?” Demoulin antwoordde zo goed als mogelijk zonder zich van streek te laten brengen. Toen het antwoord op een vraag hem niet beviel, zei Dutroux “dat was de vraag niet!”

Goux riep Dutroux meermaals tot de orde: “Uw vragen zijn niet pertinent genoeg. Ik zie niet waartoe ze leiden.” Dutroux antwoordde: “Het is moeilijk om die vragen ’s nachts op te stellen. Bovendien ben ik geen intellectueel.” Uiteindelijk onderbrak de voorzitter het vragenlijstje en zei hij aan Dutroux dat hij de rest van zijn vragen later zou kunnen stellen.

Hierna hernamen verschillende speurders hun uiteenzetting, onder meer met een gedetailleerd overzicht van de voedselvoorraad die ze vlak na de bevrijding van Sabine en Laetitia hadden teruggevonden in de kooi in Marcinelle. In de kooi lagen vooral veel conserven met vis, vlees, groente en fruit. Er was ook wat keukengerei. Een voedingsexpert besloot dat de voorraad beantwoordde aan de algemene voedingsnormen, behalve dat er weinig vezels en vitaminen in zaten.

Hierna ontstond nog een discussie over de conclusies van de voedingsexpert inzake de hoeveelheid drank die Julie en Melissa nodig zouden gehad hebben om in de kooi te kunnen overleven.

Bewakers van beschuldigden willen onherkenbaar in beeld

De politieagenten die de beschuldigden op het proces Dutroux begeleiden, vragen om onherkenbaar in beeld te worden gebracht op foto’s en videomateriaal. Dat heeft persmagistraat Nico Snelders vanmiddag meegedeeld. Snelders heeft het over het fotomoment elke morgen in de rechtszaal.

Bron » De Standaard

Foto’s in beslag genomen bij huiszoekingen

In de woningen van Marc Dutroux en Michelle Martin in Sars-la-Buissière en Marcinelle werden zo’n 1.150 foto’s, 950 negatieven en talrijke videocassettes in beslag genomen. Naast vakantiekiekjes zaten er ook heel wat minder onschuldige beelden tussen. Dat bleek vandaag toen speurder Lucien Masson een overzicht gaf van al het in beslag genomen materiaal.

Zo zijn er foto’s van naakte of bijna naakte meisjes. Deze foto’s zijn met een instant-camera gemaakt. Op drie van die foto’s staat Sabine Dardenne. Zij vond de foto’s zelf in de kooi van Marcinelle terug en verstopte ze.

Op basis van het feit dat Dutroux er klaarblijkelijk geen belangstelling meer voor had, veronderstellen de speurders dat hij die foto’s niet verkocht, maar ze enkel voor zichzelf maakte. Dutroux gebruikte minstens twee films van elk tien instant-foto’s. Drie foto’s die klaarblijkelijk afgedrukt werden, konden niet teruggevonden worden.

De speurders maken dezelfde veronderstelling over het gebruik van de beelden wat betreft de rest van het foto- en videomateriaal met een seksuele, zelfs pornografische inhoud. Zo zijn op sommige foto’s en video’s Martin en Dutroux te zien terwijl ze seks hebben.

Ook is er beeldmateriaal van Dutroux die twee slapende Slovaakse meisjes verkracht en talrijke beelden van halfnaakte of naakte jonge meisjes die Dutroux vooral in naturistenkampen en op vakantie aan de kust maakte. Er werd ook een videocassette met een televisie-uitzending over pedofilie gevonden.

Op de videocamera die bij Dutroux in beslag genomen werd, stelden speurders vast dat twee lampjes met kauwgom afgedekt waren. Martin verklaarde dat Dutroux dat deed om de meisjes onopgemerkt te kunnen filmen.

Bron » De Standaard