Claude Silverans, de ‘luitenant’ van Haemers

Claude Silverans is geen kleine garnaal: hij zegt van zichzelf dat hij ooit deel heeft uitgemaakt van de bende-Haemers. De man belandde al op zijn zestiende voor het eerst in de cel. Hij zit er nu opnieuw, voor de zoveelste keer in zijn lange criminele carrière.

Silverans, een professioneel overvaller, werd half juni opgepakt door het Fugitive Active Search Team (FAST) van de federale politie toen hij op bezoek wilde gaan bij zijn ouders in Anderlecht. Op het moment van zijn arrestatie was de man al zes maanden voortvluchtig. Het was de Brusselse krant La Dernière Heure die het nieuws gisteren uitbracht.

Claude Silverans hoorde samen zijn broer Pascal en met de broers Hilger tot de grote namen van het Belgische banditisme in de jaren 90. Silverans en Hilger werden gezien als opvolgers van de bende-Haemers uit de jaren 80. Maar dan (nog) gewelddadiger en met een pak minder uitstraling. En er waren nog verschillen.

Silverans kwam uit het arme Anderlecht, Haemers hoorde bij de ‘jeunesse dorée’ uit het rijke Woluwe. Glenn Audenaert, de vroegere baas van de Brusselse federale politie, zei over Silverans steevast dat hij de gevaarlijkste gangster was die hij in zijn carrière ooit tegen het lijf was gelopen.

Eind december vorig jaar werd Silverans veroordeeld tot drie jaar cel wegens afpersing en poging tot brandstichting in een café aan het De Lindeplein in Anderlecht, waar de harde supporterskern van RSC Anderlecht bijeenkomt. Maar Silverans bleef spoorloos. Tot hij een paar weken geleden werd gepakt. Silverans zal nu zijn straf moeten uitzitten én wat hem nog rest van een eerdere veroordeling tot tien jaar cel uit 2005.

Het criminele curriculum vitae van Silverans is eindeloos. Van diefstallen over bankovervallen tot het kraken van geldtransporten. Zijn laatste zware overvallen pleegde hij in 2003 op de Delhaize Basilix in Koekelberg en op de Delhaize in Ukkel. Voor die feiten werd hij in 2005 tot tien jaar cel veroordeeld.

Claude Silverans vertelde ook graag over Patrick Haemers, de man die hij zijn voorbeeld en mentor noemde. In een interview dat de voormalige VRT-journalist Guy Bouten in zijn boek over de bende van Nijvel deed met Silverans, vertelde die laatste hoe hij in 1986 betrokken was bij de ontsnapping van Haemers tijdens een gevangenentransport vanuit Leuven-Centraal.

Maar volgens politiemensen en ex-criminelen die de bende-Haemers wel goed kennen, heeft Silverans nooit met de bende-Haemers gewerkt en is zijn verhaal over zijn betrokkenheid bij de ontsnapping van Haemers niks meer dan grootspraak. “Silverans en Haemers zullen elkaar ooit wel ooit gekruist hebben in de gevangenis”, luidt het. “Maar samengewerkt hebben ze nooit. Het klinkt nu eenmaal cool onder gangsters om te kunnen zeggen dat je met Haemers hebt gewerkt.”

Toen Silverans in 2010 vrijkwam, zwoer hij in La Dernière Heure een dure eed. “Mijn carrière als overvaller is voorbij. Ik heb een zoon en die wil ik zien opgroeien.”

Bron » De Standaard

Gangster Claude Silverans – luitenant van Haemers – opgepakt in Anderlecht

Claude Silverans, voormalig bankovervaller en in de gloriejaren van Patrick Haemers diens luitenant, is medio juni opgepakt door de federale politie toen hij een bezoek bracht aan zijn ouders in Anderlecht. Sinds eind 2014 liep er een aanhoudingsbevel tegen hem, zo schrijft La Dernière Heure.

Er was een aanhoudingsbevel tegen de 46-jarige Silverans na een veroordeling tot drie jaar cel, en zijn voorwaardelijke invrijheidstelling na een veroordeling tot tien jaar gevangenis in 2005 was ingetrokken, legt het Brussels parket uit. Silverans werd op 17 juni opgepakt door het Fast-team van de federale politie.

Bron » De Morgen

Expo: Jan Rosseel en de Bende van Nijvel

Fotograaf Jan Rosseel graaft in het geheugen van België om een geconfabuleerde geschiedenis te vertellen over de Bende van Nijvel.

In de jaren 1982-85 werd België opgeschrikt door een reeks gewelddadige en zinloze gewelddaden in en rond supermarkten uitgevoerd door wat men de Bende van Nijvel is gaan noemen. Resultaat, 23 overvallen en andere misdrijven met als tragische balans 28 doden. Tot op vandaag weet het gerecht nog vrijwel niets over de daders en hun motieven. Erger nog, het dossier, nu al een miljoen pagina’s dik met gevonden bewijsmateriaal en getuigenverklaringen, is op onverklaarbare manier en logica door het justitieel apparaat tot op vandaag niet uitgeklaard. Het is niet de mooiste bladzijde uit haar geschiedenis.

Daarbij aansluitend is de geschiedenis van fotograaf Jan Rosseel (1979). Zijn vader ging op een vrijdagavond nog snel voor sluitingstijd een pakje sigaretten halen in de supermarkt tegenover zijn woning. Hij kwam nooit meer terug want lag vermoord, met vele anderen, op de vloer voor de kassa. Rosseel was toen nog te jong om volop te beseffen dat zijn vader, een van de 28 doden, slachtoffer was geworden van een bende killers wier motieven nog steeds hypothetisch blijven. Hij was zijn vader kwijt en dat zou hem zijn verdere leven tekenen. Jan Rosseel ging fotografie studeren in Den Haag en Aarhus en bouwde een carrière op in de marge van meer bekende Belgische fotografen.

Dat het familiale drama nooit uit z’n hoofd is weggewist bewijst hij met een uitzonderlijke tentoonstelling en boek in het FoMu in Antwerpen. Het is uiteraard een fototentoonstelling want er zijn foto’s te zien. Een amalgaam van formaten, een mix van kleur- en zwart/wit beelden, documentaire fragmenten en heel mooie opnamen van onderwerpen allerhande. Maar er is meer aan de hand. Deze eerst onbegrijpelijke mishmash van beelden krijgt pas zijn betekenis wanneer men langer kijkt en verbanden tracht te leggen.

In het boek/catalogus staan de verklaringen in teksten die refereren naar zowel het drama als de onwaarschijnlijke en pijnlijke flaters die het gerechtelijk onderzoek in de voorbije dertig jaar op haar conto mag schrijven. Is deze expositie dan een aanklacht, ja en neen. Een subtiele aanklacht zeker maar er is de vorm, het kader waarop ze is voorgesteld. Er worden kopieën van documenten getoond, van beeldmateriaal, van objecten en er zijn, zoals gezegd, echt mooie nieuwe foto’s van landschappen, voorwerpen die gerelateerd zijn aan het verhaal en interieurs van een gerechtsgebouw. Disparaat materiaal dat zonder betekenis zou zijn moest het niet gekaderd zijn in de essentie van het project. Elk onderdeel werd een corpus delicti.

Heeft de fotograaf een beelddocumentaire voor ogen gehad ? Is het derhalve een reportage post factum van de gebeurtenissen. Het is meer en anders. Alle elementen die op foto werden vastgelegd behoren tot de werkelijkheid, ze zijn niet verzonnen maar bijeengebracht tot een totaal aparte benadering van wat eens realiteit was en nu geschiedenis.

Wie die niet kent staat voor een beeldraadsel en het is geraden om eerst de verklarende muurtekst te lezen om zo te beseffen dat het hier wel degelijk om een fototentoonstelling gaat maar in een totaal andere vorm dan men gewend is. Een geconfabuleerde geschiedenis noemt Rosseel dit project wat betekent dat het een samenweefsel van valse mededelingen kan zijn maar ook, zoals bij patiënten die hersenschade hebben opgelopen, en zogenaamde “zwarte gaten” in hun geheugen worden vervangen door nieuwe informatie die ze voor waar houden.

Rosseel introduceert een nieuwe vorm van documentairefotografie waarin hij de realiteit met fictie mengt. Het is meer een fotografisch essay, een onderzoek over een onderzoek dat weliswaar geen antwoorden zoekt maar feiten aanbrengt die om verduidelijking vragen en dat soms op een poëtische manier doen. Intrigerend.

  • Tentoonstelling “Jan Rosseel: Belgian Autumn. A Confabulated History”. Antwerpen, FoMu, nog tot 4 oktober.
  • Boek: Belgian Autumn, uitg. Hannibal (ISBN 978 94 9208 142 1)

Bron » Knack