“Nee, dat was niet normaal, maar er was een draagvlak”

Stefaan De Clerck (CD&V) bevestigt de poging tot lobbying van Armand De Decker (MR) in de ‘Kazachgate’.

Is de wet op de verruimde minnelijke schikking, de zogeheten ‘afkoopwet’ onder politieke druk versneld door het parlement gejaagd? Voormalig minister van Justitie Stefaan De Clerck (CD&V) bevestigt dat hij in dat verband benaderd werd door MR-kopstuk Armand De Decker.

De Decker kwam, samen met zijn Franse confrater Degoul, op een zondag bij u thuis in Kortrijk zijn zaak bepleiten. Is dat niet héél ongebruikelijk?

“Ja, dat klopt. Hij had mij om een dringend gesprek gevraagd, dat niet tot maandag kon wachten. Ik wist op dat moment niet waarover het ging. De Decker was niet de minste: hij was Senaatsvoorzitter geweest, in die hoedanigheid kwam ik hem dikwijls tegen in het parlement. En dus heb ik hem nietsvermoedend geantwoord dat hij in dat geval naar Kortrijk mocht komen.”

“Pas toen hij bij mij thuis was, werd duidelijk waarvoor hij kwam. Ik heb meteen gezegd dat zoiets niet paste. Dat de lead niet bij Justitie lag, en dat ik mij niet kón en niet wílde moeien met de wet in kwestie. Dat was out of question.”

Vroeg hij u letterlijk om het wetgevende proces te versnellen met het oog op een minnelijke schikking voor Chodiev?

“Nee. Eerst kwam het dossier ter sprake, daarna de kwestie ‘afkoopwet’. Ik heb meteen gezegd dat hij niet bij mij moest zijn, omdat ik in deze wetgeving helemaal niet de leiding had.”

In Le Soir zegt u dat De Decker hengelde naar uw ‘eventuele inmenging’.

Le Soir citeert uit de verklaring die ik afgelegd heb op vraag van de gerechtelijke politie. Ik ben inderdaad gehoord door de speurders, maar die vraag herinner ik mij niet zo letterlijk. Ik heb tijdens dat gesprek meteen elk mogelijk verzoek afgeblokt, omdat ik dat dossier gewoonweg niet volgde.”

De Decker zou ook toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Steven Vanackere (ook CD&V) benaderd hebben. Evenwel nooit in de zaak-Chodiev, volgens Vanackere, maar hoogstens in ‘consulaire dossiers’. Hebt u het er ooit met elkaar over gehad, onder partijgenoten?

“Helemaal niet. Het enige wat ik weet is dat De Decker nog contact heeft gehad met mijn kabinetschef om te vragen in welk juridisch stadium de afkoopwet toen zat en wie zich ermee bezighield.”

Had u, of uw kabinetschef, destijds (al) het gevoel dat hij ‘hogere’ belangen diende?

“Weet u, dat was een erg complex dossier dat ik niet kende omdat ik ook niet van in het begin in de regering zat (De Clerck was Vandeurzen opgevolgd na diens ontslag, red.). Ik voelde meteen dat ik er niets mee te maken had en niets mee te maken wilde hebben. Pas op een later moment, toen de wet in de Senaat besproken werd, heb ik mij erover gebogen om een en ander legistiek op punt te snellen. Toen bleek de haast onder meer uit de onvolmaaktheden die erin zaten. Er is ook snel een reparatiewet gekomen.”

Was het normaal dat een wet pas in de Senaat legistiek op punt werd gesteld?

“Nee, dat was inderdaad niet normaal.”

U hebt zich nooit vragen gesteld bij de snelle goedkeuring van de afkoopwet, die toch al enige tijd aansleepte?

“Er was al langere tijd een ruim draagvlak voor een minnelijke schikking. Ook vanuit de gerechtelijke wereld, meer bepaald de parketten, kwam het signaal dat er verschillende dossiers in aanmerking kwamen voor zo’n deal.”

“Persoonlijk was ik ook voorstander. Het College van Procureurs-generaal heeft toen richtlijnen uitgeschreven om de schikking correct toe te passen, zodat er zeker nooit sprake kon zijn van ministeriële of politieke inmenging. De bedoeling was dat men zou wachten op de richtlijnen om de wet toe te passen.”

Is dat gebeurd in de zaak-Chodiev?

“Daar ga ik van uit.”

Hebt u nooit de link gelegd tussen uw gesprek met Armand De Decker en Catherine Degoul, en de plotse stroomversnelling waarin de afkoopwet terechtkwam?

“Tja… Moeilijk om te zeggen achteraf. Ik heb vastgesteld dat De Decker het over die wet had, en dat die wet er vervolgens is gekomen.”

Bron » De Standaard

Tueurs du Brabant: Armand De Decker exige “des excuses” de Christian De Valkeneer

Le sénateur MR Armand De Decker est monté au créneau ce jeudi sur le plateau de notre JT pour défendre le rapport de la profileuse Danièle Zucker sur les tueries du Brabant. Un rapport décrié en son temps par le procureur de Charleroi, Christian De Valkeneer. Armand De Decker exige que ce dernier présente des “excuses”.

Depuis la dernière rencontre publique avec les familles de victimes, on sait que la piste désormais privilégiée par les enquêteurs s’orientent vers l’extrême-droite. Une série de perquisitions ont d’ailleurs été dirigées vers ces milieux. Pour Armand Dedecker qui a visiblement eu accès au rapport de la profileuse, cette orientation n’est pas la bonne.

“Quand j’entends maintenant que, contrairement à ce qu’on dit d’autres magistrats dans le passé (…), l’on relance la piste d’extrême-droite ou des pistes politiques, alors que toute personne honnête intellectuellement qui lit le rapport de Madame Zucker, voit immédiatement que cette piste là n’a aucun sens”, a déclaré Armand De Decker sur le plateau du 13H. “Donc, il faut vérifier tout ce que Madame Zucker souligne et à ce moment-là, je pense que l’on peut dans les trois ans connaître la vérité”, a-t-il poursuivi.

Armand De Decker a même exigé de Christian De Valkeneer (qui avait critiqué vertement le travail de Danièle Zucker) que ce dernier s’excuse. “Monsieur de Valkeneer est assez lamentable. (…) Je crois qu’ile st indispensable qu’il présente ses excuses”, n’a pas hésité à lancer le bourgmestre d’Uccle. “Nous aurions été bien heureux que ces rapports nous permettent de progresser utilement.”

Pour rappel, l’ancien procureur du Roi de Charleroi trouvait que “payer 56 000€” pour un rapport dont “les conclusions sont à ce point vague” était “cher payé”. Il avait en outre qualifié publiquement le rapport de Danièle Zucker de partial et partiel. On l’aura compris le rapport est loin d’être la bible des enquêteurs. Et Danièle Zucker a peu de chance de pouvoir poursuivre son travail sur la deuxième vague de tueries, à savoir les plus sanglantes, celles de Braine l’alleud, d’Overijse et d’alost.

A moins que l’intervention annoncée du sénateur Armand Dedecker auprès de la ministre de la Justice n’en décide autrement. Face aux attaques du sénateur libéral, le procureur du Roi faisant fonction de Charleroi a tenu à réagir. Pierre Magnien a précisé dans notre JT de 19h30 ce jeudi: “Nous aurions été bien heureux que ces rapports nous permettent de progresser utilement. Les protes qu’elle avait ouvertes, nous les avons explorées, nous sommes allés derrière quand c’était possible. Ce qui n’était pas le cas à chaque fois”.

Pour rappel, dans trois ans, les faits visés par l’enquête sur les tueries du Brabant seront prescrites.

Bron » RTBF

Ook Wathelet Senior minister van staat

De koning heeft op voordracht van de premier drie nieuwe ministers van staat benoemd. Ditmaal gaat het om gewezen vicepremier Melchior Wathelet Sr. (cdH), oud-minister van Defensie André Flahaut (PS) en oud-staatssecretaris Karel Poma (Open Vld).

De benoemingen komen er amper een week nadat de vorst Frank Vandenbroucke, Jos Chabert en Armand De Decker op voordracht van premier Herman Van Rompuy tot minister van staat had benoemd.

Melchior Wathelet (60) was minister van Justitie en vicepremier in de laatste regering-Martens en de eerste regering-Dehaene. Van 1995 tot 2003 was hij rechter in het Europees Hof van Justitie in Luxemburg. Hij is de vader van de huidig staatssecretaris voor Begroting, die dezelfde naam draagt.

Wathelet werd in 1973 Kamerlid. In 1980 trad hij voor het eerst toe tot een regering als staatssecretaris voor het Waals gewest in de regering Martens IV, die het net geen jaar uithield. In de regering-Martens VIII werd hij minister van Justitie en vicepremier, wat hij bleef in de regering-Dehaene I.

Hij tekende in die hoedanigheid de vervroegde vrijlating van Marc Dutroux. In de ploeg Dehaene II verhuisde hij naar Defensie, tot hij in september 1995 de Belgische rechter bij het Europees Hof van Justitie. werd. Hij bleef in functie tot oktober 2003. Sindsdien is hij actief als advocaat, gespecialiseerd in Europese dossiers.

Bron » De Morgen