Spilfiguur in grote misdaadonderzoeken

Met het overlijden van Madani Bouhouche verdwijnt een figuur die regelmatig opdook in enkele van de grootste misdaadonderzoeken van de jaren tachtig. De 53-jarige Bouhouche werd ook meerdere keren gelinkt aan de Bende van Nijvel.

De ex-BOB’er en zijn oud-collega Robert Beijer moesten zich in 1994 en 1995 voor het hof van assisen verantwoorden voor een lange reeks van misdaden en delicten, gepleegd tussen 1981 en 1989. Na een proces van vijf maanden bleven bepaalde feiten waarvan ze werden verdacht, echter onopgehelderd.

Zo ook de moord op Juan Mendez, ingenieur bij wapenfabrikant FN, op 7 januari 1986 op de invalsweg Rosières langs de autoweg Brussel-Namen. De jury oordeelde dat Bouhouche niet schuldig was aan die moord, hoewel de beschuldigde bekend had enkele maanden eerder wapens te hebben gestolen bij de man thuis. Het hof van assisen sprak Bouhouche ook vrij van twee aanslagen op rijkswacht-majoor Herman Vernaillen en op een voertuig van de BOB, beide gepleegd in oktober 1981.

Wel werd hij schuldig bevonden aan heling van gestolen wapens in 1982 bij het Speciaal Interventie Escadron van de rijkswacht. Ook werd hij veroordeeld voor het verhuren van een reeks garageboxen en flats waarin wapens werden teruggevonden. Dat onderzoek werd parallel gevoerd met de moorden in Brabant. Bouchouche werd beschouwd als de leider van een criminele bende maar het hof slaagde er niet in de identiteit van deze bende te achterhalen, de leden te identificeren of de eventuele opdrachtgevers te ontmaskeren.

De jury vond Bouhouche voorts schuldig aan diefstal, met als verzwarende omstandigheid poging tot moord, in het ‘dossier Zwarts’, genoemd naar Francis Zwarts, de bewakingssagent van Sabena die in 1982, net als de lading goud en waardepapieren die hij vervoerde, spoorloos verdween.

Bouhouche werd ook schuldig bevonden aan doodslag op de Libanese diamantair Ali Suleiman en poging tot doodslag op diens broer, Ali Saïd, op 2 september 1989 in Antwerpen. Bouhouche ondernam die avond samen met Beijer een ‘expeditie’ in Antwerpen, maar het precieze doel van die uitstap bleef onduidelijk.
Robert Beijer werd voor het hof van assisen veroordeeld tot 14 jaar cel. De twee medebeschuldigden, Christian Amory en René Chang, werden vrijgesproken.

Madani Bouhouche werd in het arrest van 13 februari 1995 veroordeeld tot twintig jaar dwangarbeid. Het hof van assisen hield hierbij rekening met het verstrijken van de redelijke termijn waarin elke beschuldigde berecht moet worden. Bouhouche werd in september 2000 voorwaardelijk vrijgelaten. Hij leefde sindsdien een teruggetrokken bestaan in de buurt van Foix in Frankrijk.

De ex-BOB’er overleed een tiental dagen geleden na een banaal ongeval met een vallende boom tijdens het houthakken. Hij werd 53 jaar oud. Door zijn gerechtelijk verleden werd hij lange tijd in verband gebracht met het dossier rond de Bende van Nijvel, maar ondanks heel wat onderzoeken werd zijn betrokkenheid bij de bloedige overvallen van de Bende nooit aangetoond.

Het gerecht van Charleroi bevestigde maandag dat er een rogatoire commissie naar Frankrijk werd gestuurd, niet omdat er nieuwe elementen zijn opgedoken over de betrokkenheid van Bouhouche in het Bendedossier, maar om deze onderzoekspiste voorgoed af te sluiten.

Bron » De Tijd

Topgangster Madani Bouhouche overleden

Madani Bouhouche, een van de belangrijkste namen in het dossier van de Bende van Nijvel, is tijdens de laatste dagen van november in Frankrijk omgekomen. Dat werd op 2 januari aan De Morgen bevestigd door de Cel Waals Brabant van de federale politie, die zich nog altijd bekommert om het Bendedossier. Het lichaam van Bouhouche werd gevonden onder een boom, vlakbij zijn woonplaats in de Franse Pyreneeën.

Hoewel het niet om een natuurlijke dood gaat, denkt het Franse gerecht niet aan kwaad opzet. Aangenomen wordt dat Bouhouche omkwam toen hij hout aan het hakken was. Op zijn begrafenis waren slechts enkele intimi aanwezig. Het as van zijn lichaam werd uitgestrooid boven de Pyreneeën. Bouhouche is 53 jaar geworden.

Bron » De Morgen

Gestolen wapens dienden voor stay-behindnetwerk

Het grootste deel van het wapenarsenaal dat in 1981 bij de elite-eenheid van de rijkswacht gestolen werd, ligt in geheime bergplaatsen van het stay-behindnetwerk. Dat verklaarde de ex-rijkswachter Madani Bouhouche in 1998 aan de cel-Jumet. Het stay-behindnetwerk werd in de Koude Oorlog uitgebouwd. De cellen bestaande uit militairen, rijkswachters, verzetsstrijders legde wapendepots aan. Daar moesten verzetsstrijders zich bewapenen bij een inval van Oostblok-landen.

De buit van wapenroof op oudejaarsavond van 1981 was aanzienlijk: vijf riotguns, vijf FAL-machinegeweren, twee pistolen en vijftien Heckler und Koch-mitrailleurs. De dieven namen ook de bijhorende geluiddempers en 28 laders met in totaal 2.500 kogels in beslag.

Zeer snel zocht het gerecht de dieven in het rijkswachtkorps, maar bewijzen dat ex-rijkswachters achter de roof zaten, waren er niet. De namen van de ex-rijkswachters Robert Beijer en Madani Bouhouche werden aan de roof verbonden. In de jaren 80 en 90 werd druk gespeculeerd dat de wapendiefstal een van de wapenfeiten van de Bende van Nijvel was. Tijdens de jongste ontmoeting met de familieden van de Bende-slachtoffers stelden de speurders echter formeel dat de moorden zeker niet met rijkswachtwapens gepleegd werden.

Madani Bouhouche had aan de speurders de wapendiefstal bekend, meldde De Morgen. Hij stelde dat hij met de diefstal de rijkswacht wou treffen. In die periode werd Bouhouche overgeplaatst van de opsporingsbrigade naar een lokale brigade. Gisteren raakte bovendien bekend dat Bouhouche aan de Bende-speurders zei dat de rijkswachtwapens aan stay-behindnetwerken geleverd werden. De wapens werden opgeslagen om in geval van een inval van landen uit het voormalige Oostblok het verzet te bewapenen.

Bron » De Tijd

Buslik verlaat assisenzaal als vrij man

Jean-François Buslik, in 1995 nog bij verstek veroordeeld tot de doodstraf wegens roofmoord, verliet gisteren als een vrij man de zaal van het hof van assisen in Brussel. Na een bijzonder korte beraadslaging heeft de jury hem vrijgesproken. Buslik stond terecht voor de roofmoord op geldkoerier Francis Zwarts in 1982 en voor de bomaanslag op een wagen van de vroegere opsporingsbrigade van de rijkswacht, de BOB, in 1981.

De openbaar aanklager had op het assisenproces toegegeven dat het Belgische gerecht geblunderd had in deze zaak. Buslik werd in 1995 bij verstek veroordeeld, maar hij is pas in 2000 door de Verenigde Staten uitgeleverd. Aangezien zijn straf nog niet verjaard was, stond hij voor de tweede keer voor een hof van assisen terecht.

Advocaat-generaal Pierre Morlet gaf toe dat de Belgische justitie na de veroordeling bij verstek van Buslik een jaar heeft gewacht, vooraleer een vraag tot opsporing internationaal te verspreiden. Die vraag ging bovendien naar een verkeerde administratie, waardoor nog eens meer dan een jaar verloren ging. In 1999 pas werd Buslik uiteindelijk opgespoord en in 2000 werd hij door de VS uitgeleverd.

De aanklager moest ook erkennen dat hij niet meer kon bewijzen dat Buslik mee de roofmoord op de fondsenwagen van Zwarts heeft uitgevoerd. Enkel heling van de buit en mededaderschap aan de mislukte bomaanslag konden hem aangewreven worden. Maar de jury sprak de verdachte over de hele lijn vrij. De voorzitter merkte na de uitspraak van de jury enkel nog op dat Buslik “in alle sereniteit terug kan keren naar zijn echtgenote in de Verenigde Staten”.

Bron » De Standaard

Zaak Buslik: afwezigheid Bouhouche irriteert

Het hof van assisen Brussel-Hoofdstad, dat vrijdag in het assisenproces van Jean-François Buslik, Madani Bouhouche en Robert Beijer zou verhoren, was ontstemd over de afwezigheid van Bouhouche. Die zou om professionele redenen naar Frankrijk zijn vertrokken “met de goedkeuring van zijn probatie-assistente”. Het hof werd hiervan op de hoogte gebracht in een brief van zijn raadsman. De probatie-assistente zal in de loop van de namiddag worden gecontacteerd.

Robert Beijer, die momenteel in Thailand werkt, kwam wel naar Brussel om te getuigen. Hij werd eerder door het Brusselse assisenhof schuldig bevonden aan heling in de zaak Zwarts. “Ik werd veroordeeld voor die feiten en ik weet nog altijd niet waarom. Ik blijf erbij dat het om namaakhorloges ging”, verklaarde de ex-BOB’er aan het hof. De getuige zei voorts geen vriend te zijn van Buslik. “Het is veeleer Bouhouche die zijn vriend was”, stelde hij.

Over het tweede luik van het proces, de aanslag in 1981 op een wagen van de BOB, verklaarde Beijer nog minder te kunnen vertellen: “Ik zat toen bij de sectie politieke informatie. Bouhouche had er meer over kunnen vertellen, maar hij had niet de gewoonte mensen in vertrouwen te nemen”. Wellicht had de zaak te maken met de sfeer die er toen heerste bij de BOB door de zaak François en de rivaliteit tussen de BOB en de oud-gedienden van de drugssectie. Op vraag van de voorzitter ging Beijer in op de laatste verklaringen van Bouhouche in 1998 aan de speurders van de onderzoekscel-bende van Nijvel.

Deze verklaringen zijn eerder belastend zijn voor Buslik. Beijer zei ook daarover weinig te kunnen zeggen. Hij vermoedde dat Bouhouche toen onder druk stond want hij zat gevangen onder een speciaal regime en hij kwam niet in aanmerking voor voorlopige invrijheidstelling. “Ik denk dat er hem dingen beloofd zijn”, zo verklaarde de getuige. Voor het overige verwees hij naar Bouhouche, de enige die naar zijn zeggen kan verklaren waarom hij Buslik bij de zaak Zwarts betrokken heeft.

Bron » Gazet van Antwerpen