Proces-Habran: kandidaat-jurylid stort in

Bij de samenstelling van de jury in het proces tegen Marcel Habran en zijn bende is een kandidaat-jurylid ingestort. De man werd met een ziekenwagen afgevoerd. De man stortte in op het ogenblik dat bepaalde potentiële juryleden een vraag indienden om vrijgesteld te worden van de taak.

Het slachtoffer kreeg de eerste hulp toegediend door een kandidaat-jurylid die hulpverlener is. Na het voorval werd de samenstelling van de jury voortgezet. Om alle kandidaat-juryleden te horen, is het hof verplicht om de opgeroepen mensen in verschillende groepen op te splitsen. Die procedure kan wegens de vele vragen om niet in de jury te zetelen, nog even duren. De samenstelling zal niet voor het begin van de namiddag rond zijn.

Bron » De Morgen

Proces tegen bende van Habran van start

Voor het hof van assisen van Luik is vandaag het proces tegen Marcel Habran en zijn bende van start gegaan. De start ging gepaard met grote veiligheidsmaatregelen. Zo worden onder meer de ingangen van het justitiepaleis gecontroleerd en is er een veiligheidszone ingesteld. De beschuldigden werden in verschillende wagens naar het justitiepaleis van Luik gebracht.

De laatste wagen kwam om 9.20 uur aan. Bij de start van het proces klaagde de advocaat van Habran, Marc Uyttendaele, over de omstandigheden waarin zijn cliënt zich bevindt in de beschuldigdenbox. De man had het over problemen met het zicht en gehoor vanuit de box en het gebrek aan plaats.

Tijdens de aankomst van de beschuldigden surveilleerde een helikopter boven het justitiepaleis. Voor de start van het proces rond Habran werden een honderdtal politieagenten van de stad Luik en een groot aantal agenten van de federale politie opgetrommeld om de veiligheid te garanderen. De agenten stelden zich zowel in het justitiepaleis als voor de ingang op.

Het proces tegen Habran vindt op de eerste verdieping van het justitiepaleis plaats. De gang voor de zittingszaal is bereikbaar via twee kanten. Eén ingang is gereserveerd voor de mogelijke juryleden, die door een veiligheidsportaal moeten om naar hun beraadslagingslokaal te gaan. Enkel juryleden mogen via die ingang binnen. Een journalist die naar een vlakbijgelegen toilet wilde gaan, werd begeleid door een politieagent.

Het publiek en de journalisten moeten gebruik maken van de andere ingang om naar de rechtszaal te gaan. Ook zij moeten een hele veiligheidsprocedure doorlopen. Zo moeten ze door een portiek met metaaldetector.

Voorts zijn er nog andere veiligheidsmaatregelen van kracht. Zo zijn er geen fototoestellen toegelaten binnen de veiligheidszone die rond het hof van assisen is ingesteld. Ook gsm-toestellen met een ingebouwd fototoestel mogen die ruimte niet in en worden in bewaring genomen. Omdat het hof van assisen te klein is, is de rechtszaak ook via televisieschermen te volgen in de grote hal en in een kleine perszaal.

De twaalf beklaagden zijn:

  • Thierry Dalem (50): Hij wordt beschuldigd van een reeks overvallen, waaronder die op een Brinks-geldtransport in Borgworm op 12 januari 1998. Bij die overval kwamen twee geldkoeriers om het leven. Dalem zou ook betrokken zijn geweest bij de spectaculaire overval op een Brinks-geldtransport op de luchthaven van Findel, Luxemburg, op 9 oktober 2000. Buit: 74 miljoen oude Belgische frank. Hij wordt ook beschuldigd van de moorden op Robert Bovenisty en Leopold Maréchal.
  • Joel Schraenen (50): Hij wordt net als zijn boezemvriend Dalem beschuldigd van een reeks overvallen, onder meer Borgworm en Findel. Hij zou betrokken zijn bij de moorden op Serge Pierrin en Robert Bovenisty.
  • Giuseppe Rosato (42): Hij wordt beschuldigd van de moorden op Mario Tomasi, Onofrio Cacciatore en Georges Hardy.
  • Anouar Bennane (28): Hij wordt beschuldigd van de moorden op Tomasi en Pierrin.
  • Stefan Lewus (31): Hij wordt beschuldigd van de moord op Robert Bovenisty.
  • Claude Kremer (55): Hij wordt beschuldigd van een reeks overvallen, waaronder Borgworm en Findel.
  • Eric Weyns (40): Hij wordt beschuldigd van de moord op Philippe Maréchal en Serge Pierrin.
  • Marcel Habran (75): Hij wordt beschuldigd van deelname aan de overvallen van Borgworm en Findel. Hij zou de spin zijn in het web van de bende.
  • Jean-Marie Geerts (60): Hij wordt beschuldigd van de overval in Findel.
  • Tony Samardzic (38): Hij wordt beschuldigd van de moorden op Mario Tomasi en Onofrio Cacciatore.
  • Jean Renson (69): Hij wordt beschuldigd van medeplichtigheid aan de overval in Borgworm. Hij is zwaar ziek en niet aanwezig op het proces.
  • Vincent Buret (37): Hij wordt beschuldigd van de moord op Leopold Maréchal en van de overval in Findel. Hij is voortvluchtig.

Bron » De Morgen

Palermo aan de Maas, de bende Habran

Op 3 september 2008 start voor het Luikse Hof van Assisen het proces tegen de bende rond Marcel Habran. Naast de hoofdrolspeler en de vroegere peetvader van de Luikse onderwereld, staan er nog elf andere personen terecht voor een twintigtal feiten, waaronder 8 moorden en verschillende gewapende overvallen. Het proces gaat gepaard met strenge veiligheidsmaatregelen en zal zeker 4 maanden duren.

De nu 75-jarige Habran zat al meer dan 20 jaar van zijn leven in de gevangenis. In deze zaak is hij de meest bekende beschuldigde, maar de zwaarste beschuldigingen rusten op zijn bendeleden. Habran wordt geviseerd voor het belangrijkste wapenfeit van de bende, namelijk de overval op een geldtransport van Brinks, in Borgworm, op 12 januari 1998. Op de E40 richting Luik werd het transport toen klemgereden en beschoten. De chauffeur en één begeleider kwamen om, de derde geldtransporteur overleefde het. De overvallers vluchtten, zonder buit.

Volgens getuigen ontstonden er na die mislukte overval grote conflicten binnen de bende-Habran. Enkele zware jongens uit het Luikse misdaadmilieu praatten de bende aan de galg, één daarvan werd later vermoord. En tussen februari 2001 en september 2004 vond er een grote schoonmaak plaats in het gangstermilieu: 8 ijskoude afrekeningen, zoals we die alleen maar kennen uit Amerikaanse maffiafilms.

Er is maar een van de 12 beschuldigden die bekent dat hij bij de feiten betrokken is. Op dit proces is er geen enkel materieel bewijs tegen de beschuldigden, de bewijzen komen alleen van getuigen die uit de biecht klapten. Zij worden beschermd door het gerecht, maar ze vrezen wel voor hun leven. Om die reden zullen er tijdens het hele proces scherpe veiligheidsmaatregelen gelden in het Luikse gerechtsgebouw.

Hieronder de lijst met acht afrekeningen waarvan de bende rond Marcel Habran beschuldigd wordt:

  • 1 Februari 2001: Philippe Maréchal wordt neergeschoten op de parking van het Luikse ziekenhuis Sart-Tilman.
  • 8 November 2001: Francesco Vella wordt door valse agenten doodgeschoten achter het stuur van zijn wagen.
  • 16 Mei 2002: Onofrio Cacciatore wordt door de politie dood aangetroffen in zijn pick-up, met 5 schotwonden in het hoofd. De motor van zijn auto draait nog.
  • 20 Oktober 2002: Robert Bovenisty wordt neergeschoten voor zijn woning in Fléron.
  • 20 Februari 2003: De bokser Georges Hardy wordt doodgeschoten in een café in Fléron.
  • 18 September 2003: Mario Tomasi wordt ’s morgens doodgeschoten bij een bevriende garagist.
  • 9 Augustus 2004: Huurmoordenaar Serge Pierrin wordt doodgeschoten terwijl hij met zijn vriendin een ritje maakt op zijn motor.
  • 15 September 2004: Léopold Maréchal wordt doodgeschoten terwijl hij zijn Porsche in zijn garage wil zetten.

Yves Liégeois wil parketten hervormen

Liégeois, die het voorbije jaar voorzitter was van het college van procureurs-generaal, bracht een overzicht van de tientallen hervormingsvoorstellen die leven binnen de werkgroepen die het Openbaar Ministerie oprichtte om zichzelf te hervormen. Hij herhaalde dat de expertisenetwerken van de parketten ter beschikking staan van de minister van justitie en het parlement om zo de kwaliteit van de wetgeving te verbeteren. Hij herhaalde eveneens dat een overlegstructuur met de Gemeenschappen en Gewesten wordt opgestart om het vervolgingsbeleid van de parketten voor de domeinen waarvoor gemeenschappen en gewesten bevoegd zijn te bespreken.

De Antwerpse procureur-generaal kondigde aan dat de interne website van het Openbaar Ministerie Omptranet binnenkort ook thuis zal kunnen worden geconsulteerd. Deze site werd nog maar pas ontwikkeld om informatie te verspreiden – richtlijnen over het strafrechtelijk beleid, adressenlijsten, wachtdiensten, administratieve mededelingen – maar ook om belangrijke rechtspraak voor iedereen ter beschikking te stellen. Via Omptranet kunnen de magistraten ook met elkaar discussiëren.

De procureur-generaal beklemtoonde dat het wegwerken van de gerechtelijke achterstand in strafzaken prioritair is. Toch neemt die achterstand in strafzaken de jongste jaren af. In 2003 duurde het nog 311 dagen voor een zaak voor de correctionele rechtbank kwam, als het parket de dader zelf dagvaardde, in 2007 was dat 253 dagen, 18% sneller. De dreiging dat de achterstand weer zal groeien is groot en daar zijn allerhande oorzaken voor.

De wetten worden almaar ingewikkelder en slechter van kwaliteit; de bevoegdheden zijn versnipperd over meerdere staatsinstellingen waardoor een strafdossier veel moeilijker wordt; er is een chronisch tekort aan personeel omdat werken bij het parket geen interessant carrièreperspectief biedt; de procedure om aan te werven duurt veel te lang, wat bij personeelsverschuivingen en promoties grote problemen geeft; justitie krijgt te weinig geld zodat zelfs deskundigen niet meer betaald kunnen worden. Om deze gerechtelijke achterstand terug te dringen moeten ieder parket en auditoraat nu een plan maken en worden specialisatie en samenwerking bevorderd.

Welke voorstellen leven bij de werkgroepen:

  • Een werkgroep wil de parketten organiseren per provincie in plaats van per arrondissement. Zo kunnen de substituten zich makkelijker specialiseren en de financiële strafzaken daardoor op tijd af geraken. Met een “regio” bedoelt de werkgroep niet noodzakelijk een “gewest”. Ze denkt eerder aan de situatie van de Antwerpse haven, die nu in twee provincies en twee gerechtelijke arrondissementen ligt, maar die in de toekomst best in één regio zou liggen.
  • De parketten zouden in dit voorstel opgesplitst worden in afdelingen en de arbeidsauditoraten zouden in die eenheidsstructuur worden opgenomen. Ieder nieuw parket zou ook zijn eigen financiële middelen moeten krijgen.
  • Een andere werkgroep wil alle partners in de “veiligheidsketen” beter op elkaar afstemmen. De bedoeling is dat niemand overbodig werk verricht. De politie moet dus niet speuren naar misdrijven die het parket toch niet kan afhandelen, het parket moet niet meer vervolgen dan de rechtbanken kunnen afhandelen. Dat is de basisidee. Terzake is “case management” nodig. Daarbij worden per groot dossier afspraken gemaakt tussen het parket, de politie en de onderzoeksrechter over hoelang dit dossier moet duren en ook hoeveel mensen hiervoor worden ingezet.
  • De procureur moet voorzitter worden van een arbitragecommissie. Die moet geschillen afhandelen over het aantal speurders dat een substituut of een onderzoeksrechter op één bepaald dossier willen inzetten. De politiediensten moeten immers niet op alle verzoeken om speurders ter beschikking te stellen ingaan en dat is al vele jaren een doorn in het oog van het gerecht.
  • Het openbaar ministerie zelf mag aan de onderzoeksrechter geen vage opdrachten meer geven, het moet zijn taak heel strikt omschrijven en later niet zomaar kriskras uitbreiden. Bovendien moet het parket de dossiers van de onderzoeksrechter voortdurend opvolgen, zodat het mogelijk is om de zaak onmiddellijk naar de raadkamer te sturen als het onderzoek klaar is. Nu gaan in financiële dossiers soms meerdere jaren verloren omdat de procureur nadat hij een dossier van de onderzoeksrechter kreeg doorgespeeld, eerst nog tienduizenden pagina’s moet lezen om te weten welk crimineel etiket nu precies op de feiten uit het dossier geplakt moet worden.
  • Het parket moet voorts op ieder moment een strafdossier kunnen stopzetten door een minnelijke schikking. Nu kan dit alleen tot beslist wordt over vervolging of seponering. Minnelijke schikking moet in de toekomst mogelijk zijn tot een zaak voor de strafrechter komt. Liégeois zelf acht dit bijzonder aangewezen bij financiële misdrijven. In feite stelt de werkgroep hiermee een lichte vorm van “plea bargaining” voor, waarbij parket en verdachte “onderhandelen” over wat gaat gebeuren.
  • Er moet ook één nationale databank voor ballistiek komen. En de manier waarop de politie vingerafdrukken en foto’s neemt of mensen beschrijft, verschilt overal en laat te wensen over, zo meent het openbaar ministerie. Ze moet dringend verbeteren. Sporen op de plaats van het misdrijf moeten ook overal op één en dezelfde manier komen worden opgenomen. De werkgroep werkt aan een draaiboek waarin alle stappen van een strafonderzoek staan.
  • Om al deze voorstellen te realiseren heeft het openbaar ministerie een stappenplan klaar. In een eerste fase krijgt ieder rechtsgebied een overlegstructuur om de hervormingen te begeleiden. Daarna komen er afspraken om samen te werken op bepaalde deelgebieden (informatica, uitvoering van bepaalde opdrachten, financiële onderzoeken e.d.). Ieder jaar wordt een verslag van de stand van zaken gemaakt, om zo te komen tot verdere integratie. Ten slotte moeten wetswijzigingen bepaalde hervormingen mogelijk maken. In Brussel pleitte advocaat-generaal Pierre Erauw voor een nieuwe wet die moet bepalen wanneer een expertise of een wedersamenstelling in strafzaken volledig tegensprekelijk moet zijn.
  • Nu heerst daarover de grootste onduidelijkheid: de diverse rechtsorganen (Grondwettelijk Hof, Hof van Cassatie, Hoven van Beroep, Europees Hof voor de Mensenrechten in Straatsburg) spreken elkaar tegen. De enen vinden dat alle partijen altijd bij alle expertises en onderzoeksdaden aanwezig moeten zijn, de anderen alleen als dit technisch nuttig is, nog anderen als de onderzoeksrechter het nodig en haalbaar vindt. Hier moet duidelijkheid worden geschapen door het parlement. Erauw meende eveneens dat een dossier dat door de onderzoeksrechter is afgehandeld rechtstreeks door het parket voor de strafrechter moet kunnen worden gebracht. De schakel van de raadkamer hoeft voor hem dus niet meer.

Bron » Gazet van Antwerpen

Marcel Habran vraagt om vrijlating

Marcel Habran heeft zich om 14.15 uur spontaan aan de gevangenis van Hoei aangemeld, zoals hij afgesproken had met het federaal parket, voor zijn proces dat overmorgen voor het Luikse assisenhof start. De 75-jarige Brusselaar diende een verzoek om vrijlating in dat binnen de vijf dagen onderzocht moet worden, en hoopt nog steeds vrij op het proces te verschijnen.

“Na mijn intrede in de gevangenis zal meteen een verzoek tot vrijlating ingediend worden”, preciseerde Habran. De kamer van inbeschuldigingstelling moet binnen de vijf dagen uitspraak doen over zijn verzoek. “Tot nu toe heeft die kamer me al drie keer vrijgelaten en me steeds vertrouwd. Ik heb haar convocaties steeds beantwoord”, aldus Habran.

“De afloop van het proces kan logischerwijs enkel tot mijn vrijspraak en die van vele anderen leiden. In tegenstelling tot wat de openbare aanklager stelt, is er totaal geen spanning tussen de verschillende beschuldigden. Ik ben niet in gevaar en ik moet niet beschermd worden. Bij het lezen van de akte van beschuldiging zal men beseffen dat ik slechts een kleine vis ben”, zei de beschuldigde. Habran ontkrachtte tijdens zijn laatste publieke verklaring de beschuldigingen die geuit zijn door de getuigen die door het gerecht beschermd worden.

“Ik ben het slachtoffer van boosaardige mensen die alles hebben uitgevonden”, aldus Habran. “De openbare aanklager maakte een amalgaam van elementen die geen steek houden. Ik ben tegelijk onschuldig en slachtoffer in het dossier”, luidt het. Het is de vierde keer dat Habran naar de gevangenis terugkeert in het kader van het dossier. Voor het assisenproces dat overmorgen begint, zijn 250 kandidaat-juryleden opgeroepen. Tijdens het proces zullen 400 getuigen aan het woord komen.

Bron » De Morgen