Labs vol bewijsmateriaal, maar geen enkele bewaker

Er is zo goed als zeker belangrijk bewijsmateriaal verloren gegaan bij een zware brand in de laboratoria van het Nationaal Instituut voor Criminologie en Criminalistiek in Neder-Over-Heembeek. De daders konden ongestoord hun gang gaan: van bewakers was geen sprake.

De daders gingen bijzonder brutaal tekeer. Bewakingsbeelden laten weinig aan de verbeelding over: met een lichte bestelwagen die eind vorige maand werd gestolen in Limburg, rijden ze door drie toegangspoorten. Vervolgens parkeren ze de grijze Peugeot Partner aan een vleugel met laboratoria.

Twee mannen in een donkere overall en bivakmuts stappen uit aan de passagierskant. Terwijl een van hen drie grote bidons gevuld met gas of benzine uitlaadt, klimt de tweede op het dak van het busje. Met een voorhamer slaat hij een raam stuk en duwt de bidons naar binnen. Uiteindelijk gooit hij ook een zwarte emmer met een wit goedje naar binnen.

Op dat moment stapt een derde dader uit, opnieuw aan de passagierskant. Hij rolt een lont tot binnen in het gebouw. De drie stappen weer in het busje en rijden weg met het kofferdeksel open. Intussen ontrolt de lont zich. Honderd meter verder steken de daders het vuur aan. Vrijwel gelijktijdig vliegt de camionette in brand. Vervolgens verdwijnen ze.

Microsporen

De daders zijn dus minstens met drie, mogelijk met vier, gezien de chauffeur nergens op de bewakingsbeelden is te zien. Vlak na de explosies pakte de politie in de buurt vijf mannen op – een van hen stond bekend voor radicalisme. Maar na een ondervraging mochten ze in de namiddag allemaal al terug naar huis.

Wie belang heeft bij de zware verwoestingen in het NICC is onduidelijk. Zolang de daders niet zijn opgepakt, blijft het ook gissen naar welke sporen van welke misdaad ze hebben willen uitwissen. Die zoektocht wordt niet eenvoudig: de 150 medewerkers van het NICC helpen politie en gerecht met het vinden van bewijzen in pakweg 7.000 dossiers per jaar. “Het spreekt voor zich dat velen baat hebben bij de verdwijning van elementen in hun gerechtelijk dossier”, zegt Ine Van Wymersch van het Brusselse parket.

De brand woedde in de vleugel met zes van de tien laboratoria van het NICC. Het gaat onder meer om de laboratoria voor kruitsporen, brandversnellers en kledingvezels. Het zwaarst beschadigd is het lab voor microsporen, zoals haren, en forensische entomologie. In dat laatste lab gebruiken wetenschappers onder meer insecten om het tijdstip van overlijden van een slachtoffer vast te stellen.

De experten gebruiken er ook wieren om een verdrinkingsdood vast te stellen. In dat lab behandelt het NICC ongeveer honderd dossiers per jaar. Momenteel zouden er een tiental onderzoeken bezig geweest zijn. Welke wil niemand kwijt. Andere laboratoria liepen ook schade op door rook en bluswater.

“Het zal weken duren voor het NICC weer volledig operationeel is”, zegt Fabrice Gason, adviseur-generaal van het NICC. Volgens hem is de kans ‘reëel’ dat er door de brand belangrijke sporen in gerechtelijke dossiers zijn vernietigd. “De sporen en monsters waarop de laboranten werken, blijven nu eenmaal in de laboratoria achter”, zegt hij. Toch denkt hij dat er veel zal kunnen worden gerecupereerd. “Er is ook heel veel gedigitaliseerd.”

Het NICC heeft een goede reputatie en speelt al jaren een belangrijke rol in bekende dossiers, zoals de ontvoering van Nathalie Mahy en Stacy Lemmens in Luik, en de zaak-Dutroux. De duizenden haren die in de woning van Dutroux werden gevonden, werden in het lab onderzocht. Het NICC huisvest ook de nationale DNA-databank. Die zou niet zijn getroffen door de brand.

Opvallend: ondanks de vele onderzoeken en hun zwaarwichtigheid heeft het NICC enkel een passief bewakingssysteem. Zo staan er camera’s, maar zijn er ’s nachts geen bewakers op de terreinen of in de gebouwen aanwezig. “Of een bewaker dit had kunnen vermijden? Laat het me erop houden dat er nu gelukkig geen slachtoffers zijn gevallen”, zegt directeur-generaal Jan De Kinder.

De FOD Justitie benadrukt dat er naar aanleiding van de aanslagen op 22 maart een evaluatie werd gevraagd aan het OCAD. “Er waren geen bijkomende maatregelen nodig, wegens het ontbreken van een nakende dreiging. Door de gebeurtenissen komt er nu een nieuwe evaluatie.”

Gedumpte auto bij Fluxys

Terwijl de politie aan het nablussen was aan het NICC, was er even verderop paniek bij gasinfrastructuurbeheerder Fluxys in Anderlecht. Omdat een onbekende er een auto dumpte vlak voor de ingang, werd gedacht aan een gelijkaardig scenario als bij het NICC.

Fluxys-woordvoerder Frédéric Tourneur: “Om 4 uur sloeg onze bewaker alarm omdat hij zag hoe een chauffeur zijn auto vlak voor onze ingang op het fietspad parkeerde. De man liet de lichten branden en vluchtte weg. DOVO kwam ter plaatse, maar er werd niets verdachts gevonden. Het bleek om een auto te gaan die gestolen was in de Marollen.”

Bron » De Morgen

Wat doet het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie?

Het NICC haalt veel uit weinig. Het is de nogal raadselachtige slagzin op de site van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie, waar vannacht een “criminele brand” werd gesticht. Maar wat doet het onafhankelijke wetenschappelijke instituut precies?

Op 5 november 1971 werd met een Koninklijk Besluit het Nationaal Instituut voor Criminalistiek opgericht. Het doel? Naar het voorbeeld van Scotland Yard en andere politiediensten een onafhankelijke, wetenschappelijke ondersteuning bieden aan het gerechtelijk onderzoek. De dienst bleek eerst een lege doos, maar daar brachten de Bende van Nijvel en het CCC verandering in. In 1994 werd de dienst verruimd tot het vakgebied van de criminologie en kwam er in de naam een tweede C bij.

Criminalistiek, criminologie, what’s in a name? Er is wel degelijk een groot verschil tussen de twee. De criminalistiek spitst zich toe op de fysieke bewijslast en probeert via wetenschappelijk onderzoek de daders van misdrijven op te sporen. Denk CSI zonder drama en met een vleugje realisme. De vaak miniscule sporen die ze onderzoeken omvatten onder andere DNA, haren en kruitsporen. Veel uit weinig halen dus.

De criminologie bekijkt de fenomenen dan weer vanuit een sociaal-psychologisch standpunt en voert wetenschappelijke studies over zowel daders, slachtoffers, beleid en andere omgevingsfactoren. En dat omdat “een democratische staat over betrouwbare wetenschappelijke studies moet beschikken, om criminaliteit efficiënt te kunnen bestrijden”, volgens het NICC.

In essentie ondersteunt het NICC gerechtelijk onderzoek dus op alle mogelijke, wetenschappelijke manieren, en dat op vraag van de verschillende justitiële partners. De federale instelling is een deel van de overheidsdienst Justitie, maar vaart wel een onafhankelijke koers.

Naast de hoofdtaken, forensische expertises en wetenschappelijke studies, voorziet het NICC ook in opleidingen voor de gerechtelijke actoren en beheert ze de criminalistische databanken. In de Vilvoordsesteenweg in Neder-Over-Heembeek bevindt zich dus een schat aan informatie.

Bron » De Morgen

Explosion à l’INCC: quel est le rôle de cette institution?

Une explosion s’est produite sur le site de l’institut national de criminalistique et de criminologique (INCC) à Neder-Over-Heembeek dans la nuit de dimanche à lundi. Mais à quoi sert cet institut?

L’INCC est une institution scientifique fédérale qui relève directement du ministère de la Justice. Son rôle est de réaliser des expertises et recherches scientifiques à la demande des instances judiciaires afin d’identifier les auteurs d’infractions. L’INCC crée et entretient également les banques de données criminalistiques nationales. Sa devise : “obtient beaucoup à partir de peu.”

Les premiers membres de l’INCC ont été engagés en 1991 et l’institut est entré en service en 1993. Mais le souhait de bénéficier d’une police scientifique et technique remonte aux années 80, marquées par les eeries du Brabant et les attentats des Cellules communistes combattantes (CCC). Une commission d’enquête avait alors recommandé la création d’une police scientifique digne de ce nom.

Sur base des fleurons de certains services de police européens, tels que Scotland Yard, […] il convient de développer une police scientifique dont les membres doivent en premier lieu être des scientifiques et non des policiers.

La direction opérationnelle Criminalistique, dont le bâtiment est situé Chaussée de Vilvorde à Neder-Over-Heembeek, s’occupe d’analyser en laboratoire les traces récoltées notamment par la police sur les lieux d’un crime (ADN, balles, textiles, drogues etc.) pour identifier les auteurs et leur mode de fonctionnement. Ce département réalise les expertises, entretient la banque de données et effectue des recherches scientifiques criminalistiques.

Comme “Les Experts”… ou presque

Si le personnel de l’INCC analyse des scènes de crimes comme le font les héros de la série américaine “Les Experts”, la comparaison s’arrête là. Comme on peut le lire sur le site officiel de l’institut, les séries américaines “proposent une version romancée de ce qui se passe réellement à l’INCC. [Ce dernier] n’est pas un laboratoire de la police mais effectue des recherches indépendantes et objectives. Ce qui signifie que l’institut ne prend aucune position en fait de culpabilité ou d’innocence.”

La direction Criminologie, installée au 7e étage du centre administratif Botanique réalise de son côté des recherches et études sur des phénomènes criminels, afin de lutter le plus efficacement possible contre la criminalité.

Depuis 2013, l’INCC bénéficie d’une banque centralisée de données informatiques. Appelé Be.care (pour “Belgian case repository”), ce système permet de suivre le trajet parcouru, du lieu du crime à la salle d’audience, par les pièces à convictions et les documents liés à une affaire judiciaire.

Bron » RTBF

Brandstichting in Nationaal Instituut voor Criminalistiek in Brussel

Vannacht is er aan het Nationaal Instituut voor Criminologie en Criminalistiek in Neder-Over-Heembeek een “criminele brand gesticht”. Een auto drong iets na 2 uur de site binnen. “Het gaat duidelijk om kwaad opzet”, zegt de Brusselse brandweer. Volgens het parket wijst niets in de richting van terrorisme, maar wordt de piste wel onderzocht.

Vannacht is er om 2.15 uur een explosie gebeurd aan het instituut. Op het moment van de feiten was er niemand aanwezig en er vielen geen gewonden. Een of meerdere mensen drongen het domein van het instituut binnen met een auto. Er ontstond een felle brand in het instituut.

Het parket bevestigt dat er een explosie heeft plaatsgevonden. “De oorzaak wordt nog onderzocht. Er zou sprake zijn van een wagen die het terrein is binnengedrongen en daar tot ontploffing is gebracht, maar dat moet nog allemaal bevestigd worden”, zegt parketwoordvoerder Denis Goeman.

De Vilvoordsesteenweg is afgesloten voor het verkeer en er werd een veiligheidszone ingesteld. De brandweer is nog ter plaatse, samen met de technische en wetenschappelijke politie. Een uitgebrande auto is te zien binnen de perimeter.

Kwaad opzet

Woordvoerder Pierre Meys van de Brusselse brandweer meldt dat twee brandweerploegen ter plaatse werden gestuurd om het vuur te bestrijden. De schade aan het gebouw zou aanzienlijk zijn.

“Het gaat duidelijk om kwaad opzet”, aldus de brandweerwoordvoerder. Op dit moment is de brandweer aan het nablussen. Door de schade kan het gebouw voorlopig niet betreden worden.

Het Brusselse parket wil voorlopig enkel bevestigingen dat er een ontploffing heeft plaatsgevonden, en dat het onderzoek aan de gang is. “Het NICC heeft heel wat belangrijke informatie, maar voorlopig hebben we geen enkele aanwijzing die wijst in de richting van terrorisme”, zegt Ine Van Wymersch aan VRT. “Het is voorbarig om die piste naar voor te schuiven, maar ze wordt wel onderzocht.”

Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) bevestigt op Twitter dat er een criminele brand plaatsvond. “Het parket van Brussel onderzoekt dit, verder zijn er nog geen conclusies te trekken”, zegt hij.

Federale instelling

Het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie of kortweg het NICC is een federale wetenschappelijke instelling binnen de FOD Justitie. Op vraag van de gerechtelijke overheden verricht het instituut onafhankelijk onderzoek. Het identificeert en analyseert sporen van verdachten en helpt zo daders van misdrijven op te sporen en bewijslast op te bouwen.

Daarnaast onderzoekt het hoe het strafrechtelijk systeem functioneert en verbeterd kan worden.

Bron » De Morgen

Koppig tot op het einde

Dag op dag 20 jaar na het losbarsten van de zaak-Dutroux koos privédetective André Rogge (76) voor euthanasie. De gewezen inbreker werd in de jaren 90, als luis in de pels van justitie, een cultfiguur. De moord op PS-kopstuk André Cools helderde hij tien jaar voor het gerecht op.

André Rogge ging door het leven met de gewoonten van een onderwereldfiguur. Stoppelbaard, priemende ogen. Een oude Alfa Romeo met een in Monaco geregistreerd kenteken. Afspreken deed hij bij voorkeur in een paalsdansclub nabij het Brusselse Zuidstation. “Hier ruiken ze politiemensen direct”, verklaarde hij.

Als gewezen beroepsdief kende hij het politiewereldje erg goed. Hij was jarenlang informant van de Brusselse gerechtelijke politie. Rogge liet zich inhuren voor klusjes waarbij moordenaars en zwendelaars met valse cheques moesten worden opgespoord. Moest er buiten lijntjes worden gekleurd, dan was hij de man. Tot hij ontdekte dat hoofdcommissaris Frans Reyniers een notoire Duitse juwelendief tegen betaling zijn gang liet gaan. Hij trok met zijn gegevens naar onderzoeksjournalist Walter De Bock van De Morgen.

Exit commissaris Reyniers

De privédetective en de in 2007 overleden onderzoeksjournalist bleven jarenlang een onafscheidelijk duo. Het waren zij tweeën die in de zomer van 1992 voor een doorbraak zorgden in de meest enigmatische moordzaak van die tijd: die op PS-kopstuk André Cools op 18 juli 1991.

Justitie in Luik zat helemaal op een dood spoor, maar het was Rogge die als eerste een van de direct betrokkenen aan de praat kreeg. Carlo Todarello, een figuur uit de directe entourage van oud-PS-minister Alain Van der Biest. Het was hij, de zwaar aan de drank zittende Van der Biest, die twee Tunesische huurmoordenaars op Cools had afgestuurd.

Van meet af aan juist

Geen mens die in 1992 geloof hechtte aan de onthullingen van Rogge en De Bock, maar ze bleven volharden. Pas in 1996 volgde een hele reeks arrestaties, onder meer van Van der Biest zelf. Het zou nog tot in 2002 duren voor de moordenaars van Cools zouden worden veroordeeld, maar aan het eind kon weinig anders worden besloten dan dat de kleine bonkige privédetective het van meet af aan bij het rechte eind had gehad.

Je kreeg nooit helemaal hoogte van Rogge, die teruggetrokken leefde in een huisje in het Waals-Brabantse Ellezelles. Hij leek het niet te doen voor het geld en ook al niet voor de erkenning. “Het geeft ergens een goed gevoel”, zei hij ooit. “Ik kies om de een of andere reden altijd de kant van de zwakken.”

Rogge publiceerde in 1996 al zijn memoires, ‘Het riool van België’. Het werd een van de bestverkopende boeken van dat zwarte jaar. Over corrupte politiemensen, zijn zoektocht door half Europa naar de verdwenen tiener Elisabeth Brichet, zijn persoonlijke oorlog met handelaars in kinderporno.

Niemand tot last

Zijn laatste grote zaak was die van het zogenaamde duivelse koppel, Peter-Uwe Schmitt en Aurore Martin in 1997. Ze hadden elk afzonderlijk een partner gekozen, een contract voor een levensverzekering doen ondertekenen en kort daarna vermoord. Opnieuw was het Rogge die als allereerste een familielid van Martin aan de praat kreeg. Zijn getuigenis op het assisenproces was zowat zijn laatste grote moment.

André Rogge werd een jaar geleden ernstig ziek. Hij meed alle contact, wou volgens een kennis “in deze staat niemand tot last zijn”. Hij koos er zelf voor om uit het leven te stappen. Op zondag 15 augustus, exact 20 jaar na het losbarsten van de zaak-Dutroux.

Bron » De Morgen