Het onderzoek van de laatste kans

Het Belgische gerecht sleept de Bende van Nijvel met zich mee als een blok aan het been. Ten minste 28 personen werden in de jaren 80 door blinde agressie om het leven gebracht. Waarom en door wie? Op deze vragen kon het gerecht tot op heden geen antwoorden formuleren. Plotseling blijkt het ophelderen van het mysterie van de Bende van Nijvel de prioriteit van het Belgische gerecht te zijn geworden. Minister van Justitie Stefaan de Clerck geeft de Bende-speurders alle middelen om hun zoektocht tot een goed einde te brengen. Lukt het deze keer? De kroniek van het onderzoek van de laatste kans.

Het Bende-verhaal start in het begin van de jaren 80. Tussen 1981 en 1983 wordt vooral in Waals-Brabant een reeks overvallen en diefstallen gepleegd. Daarbij vallen twaalf doden. Enkele overvallen eindigen in een slachtpartij. Zo de overval op wapenhandelaar Dekaise op in Waver, waarbij een politieman het leven laat, en de inbraak in het Colruyt-warenhuis in Nijvel waarbij de ‘inbrekers’ in ware commandostijl twee getuigen en een rijkswachter afmaken vooraleer de toegesnelde politiediensten onder vuur te nemen. De doders trekken ook één keer naar Temse waar zij de man van de huisbewaarster van de firma Wittock-Van Landeghem genadeloos neerschieten terwijl zij kogelwerende vesten stelen.

De Bende van Nijvel krijgt door deze zware aanslagen haar naam. Het is echter pas in 1985 dat de Bende haar echte dimensie zal krijgen. Bij aanslagen op de Delhaize-warenhuizen van Eigenbrakel en Overijse (september 1985) en Aalst (november 1985) vallen 16 doden. De Bende-doders treiteren bij deze aanslagen als het ware de politiediensten. De zwakke punten van het Belgische veiligheidsbestel worden door deze laatste reeks aanslagen op schrijnende wijze blootgelegd.

Toch zal het nog maanden duren vooraleer het gerecht het onomstotelijke bewijs vindt dat beide reeksen aanslagen met mekaar in verband kunnen gebracht worden. Op verzoek van de Dendermondse onderzoeksrechter Freddy Troch, die belast is met de moordende Bende-raids in Temse en Aalst, wordt in november 1986 in de zwaaikom van Ronquières gedoken naar mogelijk bewijsmateriaal. Een jaar nadat het gerecht van Nijvel een gelijkaardige zoektocht vruchteloos afsloot, vinden de duikers van Troch verschillende zakken. In die zakken zitten wapens en hulzen die gediend hebben bij de eerste reeks overvallen alsook de babysafe van de Delhaize van Aalst. Meteen bestaat er een materieel element dat het verband legt tussen beide reeksen overvallen, die van ’81-’83 en die van ’85.

Informatie-uitwisseling

Vanaf dat ogenblik is er een wederzijdse informatie-uitwisseling tussen de speurders van Freddy Troch en de speurders van onderzoeksrechter Jean-Claude Lacroix. Lacroix leidt in Charleroi het onderzoek naar de Bende-moorden nadat het Hof van Cassatie het onderzoek na procedurefouten uit handen nam van het gerecht van Nijvel. Beide mannen zitten op dezelfde golflengte en merken dat zij onafhankelijk van mekaar dezelfde sporen bewandelen. Zij beslissen dan ook om samen te werken.

Zo trekken zij in 1989 samen op rogatoire commissie naar de Verenigde Staten waar zij ex-rijkswachter Martial Lekeu aan de tand gaan voelen. Bij hun terugkeer vernemen zij dat zijn gewezen BOB-collega’s Madani Bouhouche en Robert Beijer betrokken zijn bij de moord op een Antwerpse diamantair, Ali Suleiman Ahmad. Het gaat om twee personen die zij in het kader van hun onderzoek ook aan de tand wilden voelen. Er worden plannen gesmeed voor een cel die beide speurdersploegen in Brussel samen zou brengen.

Zij willen daarbij ook de ploeg van rechter Luc Hennart uit Nijvel betrekken. Die onderzoekt het dossier van de vermoorde FN-ingenieur Juan Mendez, waar Bouhouche en Beijer de hoofdverdachten zijn. Maar de gezamenlijke speurdersploeg, die voor de drie rechters werkt, komt er nooit. Onderzoeksrechter Lacroix wordt in januari 1990 als raadsheer benoemd bij het hof van beroep van Bergen en Freddy Troch verliest in december 1990 zijn dossier na een beslissing van de kamer voor inbeschuldigingstelling (KI) van Gent. Aangezien de KI meende dat het om één groot dossier gaat, besliste de KI om alle dossiers in Charleroi onder te brengen.

Een eersteklas begrafenis van het Bende-onderzoek, luidt het in de perscommentaren nadat de beslissing van de overheveling van het dossier-Troch naar Charleroi bekend raakt. De wijze waarop het onderzoek door rechter Pierre Hennuy, de opvolger van Lacroix, gevoerd wordt, blijkt deze stelling te bevestigen. De speurdersploeg van Hennuy wordt stelselmatig afgebouwd en in 1995 heeft Hennuy nog vier voltijdse onderzoekers die zich in het Bende-dossier vastbijten. Toch laat de procureur-generaal van Bergen Georges Demanet het dossier niet los. ‘Zolang ik procureur-generaal ben, zal ik er alles aan doen om een antwoord te vinden op de vragen waarom en door wie de Bende-slachtoffers om het leven zijn gebracht’, zegt Demanet in juni 1995, enkele maanden voor de tiende verjaardag van de Bende-raids in Overijse, Eigenbrakel en Aalst.

Garageboxen

Begin 1995 veroordeelt het Brabantse assisenhof Madani Bouhouche en Robert Beijer voor hun aandeel in een reeks misdrijven die rechter Hennart aan het dossier-Mendez gekoppeld heeft. Twee speurders van de cel-Jumet, die het onderzoek naar de Bende van Nijvel voert, volgen alle zittingen van het proces-Mendez. Voor de moord op Mendez worden de beide voormalige rijkswachters door de assisenjury vrijgesproken.

Uit het onderzoek van Hennart blijkt dat Bouhouche en Beijer in de jaren 80 talrijke garageboxen en flats gehuurd hebben. De speurders van Hennart kunnen niet achterhalen waarvoor die gediend hebben. Zij leggen het verband met de Bende die opslagplaatsen voor wapens en voertuigen nodig had, maar de speurders mogen van rechter Hennart hun werkhypotheses niet onderzoeken. Hennart wil zijn dossier naar het assisenhof brengen en door het leggen van verbanden met de Bende van Nijvel dreigt zijn dossier op de lange baan geschoven te worden. Hij weigert dan ook elke inmenging.

Tweede Bende-commissie

De tiende verjaardag van de moordende Bende-raids in Overijse, Eigenbrakel en Aalst krijgt in de media heel wat weerklank. Parlementsleden willen weten waarom het dossier na tien jaar nog tot geen oplossing heeft geleid en de tweede Bende-commissie wordt op stapel gezet. De commissie wijdt ettelijke zittingen aan het probleem. Zij besluit dat Hennart zich bij de behandeling van zijn dossier aan de wettelijke rechtsregels heeft gehouden.

Toch blijft de wrange indruk leven dat een intense samenwerking het Bende-dossier in het begin van de jaren 90 heel wat verder vooruit had kunnen helpen. Het parket-generaal van Bergen beseft dit maar al te goed en vraagt in de eerste helft van de jaren 90 meermaals om een officiële kopie van het dossier-Mendez. Een vraag die pas na de uitspraak van het assisenhof in de zaak-Mendez ingewilligd wordt. Onmiddellijk wordt in Jumet gestart met een analyse van het lijvige Mendez-dossier.

Tegelijkertijd vormt procureur-generaal Demanet een steundienst die de Bende-speurders moet helpen. In die steundienst zitten speurders die de afgelopen jaren werkzaam waren bij de Staatsveiligheid, in de onderzoeken naar de bende-Haemers, de bende-De Staercke, het Brusselse milieu en de zaak-Mendez. Jean-Claude Lacroix, die intussen voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg van Charleroi is geworden, is bereid om zich opnieuw op het onderzoek te werpen.

Hij wordt bijgestaan door een nieuwe onderzoeksrechter terwijl het parket-generaal bijna voltijds een advocaat-generaal aanwijst om het dossier op te volgen. De nieuwe ploeg wil alle sporen die nog niet volledig zijn uitgespit, doornemen. Daarbij laten zij zich voorlichten over de vorderingen die de wetenschap sinds de jaren 80 heeft gemaakt en beslissen zij een beroep te doen op DNA-analyses en verhoren onder hypnose. De resultaten van deze nieuwe speurtechnieken hebben de voorbije maanden geleid tot het verspreiden van robotfoto’s en het oproepen van mogelijke verdachten voor DNA-analyse.

Prioriteit

De nieuwe ploeg heeft eind december haar huiswerk gemaakt. Op basis van de bevindingen van de tweede Bende-commissie en op basis van hun eigen vaststellingen, maken Lacroix en zijn collega Raynal een lijst op van de sporen die zij nog moeten uitspitten. Hiervoor zijn ook extra middelen nodig. Begin januari krijgen minister van Justitie Stefaan de Clerck en het college van procureurs-generaal het lijstje van verzuchtingen van Lacroix en Raynal. In februari beslist het college samen met de minister dat het onderzoek naar de Bende van Nijvel een prioriteit wordt.

Lacroix krijgt in totaal een ploeg van meer dan 100 mensen toegewezen. In het verleden bestond de ploeg speurders uit nooit meer dan 25 tot 30 personen. Het DNA-analyseprogramma wordt opgestart. Nieuwe robotfoto’s zullen verspreid worden en talrijke onderzoeksdaden in binnen- en buitenland opgestart als het team definitief is samengesteld.

Of deze aanpak tot een doorbraak in het onderzoek zal leiden is maar de vraag. Het gerecht wil enkel alle oude sporen tot op het bot uitzoeken. Als het antwoord over de Bende van Nijvel in die sporen verborgen zit, zal het gerecht hier tegen het jaar 2000 klaarheid in kunnen scheppen. Zoniet zal het verhaal van de Bende van Nijvel het grootste trauma van het Belgische gerecht blijven.

Bron » De Tijd | Stephan Verheyden

Alle verdachten voor Bende-aanslagen opgeroepen voor DNA-analyse

Het gerecht gaat alle personen die ooit verdacht zijn geweest in het dossier van de Bende van Nijvel oproepen voor een DNA-analyse. Tot die groep behoren leden van de bende-De Staerke, de bende-Haemers, de bende van de Borinage, de verdachten in de zaak-Mendez alsook ex-leden van de groep Diane en leden van het Gladio-netwerk. Sinds enkele maanden beschikt het gerecht immers over een 20-tal DNA-profielen die mogelijk aan Bende-doders toebehoren.

Het gerecht zal de DNA-profielen van de opgeroepen personen vergelijken met de DNA-gegevens van de mogelijke Bende-leden. ‘Om deuren te sluiten’, heet het officieel.De cel-Jumet, die het onderzoek leidt naar de Bende van Nijvel die in de jaren 80 ten minste 28 doden maakte, blijft niet bij de pakken zitten. Alle mogelijke sporen worden onderzocht. Ook die sporen (bijvoorbeeld het politieke spoor) die de tweede Bende-commissie niet meteen weerhouden heeft.

Daartoe beschikt het gerecht over uitzonderlijke middelen. Een ploeg van 100 personen (speurders, magistraten, administratieve krachten en criminele analisten) zal zich de komende maanden voltijds met dit onderzoek bezighouden. Bovendien zal de cel-Jumet een beroep kunnen doen op nog eens een vijftigtal speurders die niet tot de cel behoren, maar voor specifieke onderzoeksdaden kunnen ingezet worden. ‘Wij zeggen niet dat we nu de daders gaan pakken, maar wij moeten een aantal sporen natrekken en willen dit zo snel mogelijk doen’, zegt de Bergense advocaat-generaal Claude Michaux, die zich al meer dan twee jaar voltijds over het dossier buigt. ‘Als deze sporen op anderhalf jaar kunnen nagetrokken worden, willen we dat ook doen. Dat moet geen vijf jaar duren.’

De Bende-speurders hebben nog bergen werk. De wetenschappelijke vooruitgang heeft hen het voorbije anderhalf jaar in staat gesteld een 20-tal DNA-profielen van mogelijke Bende-leden bloot te leggen, zegde de advocaat-generaal voor de tweede Bende-commissie. Nagenoeg al deze DNA-profielen haalde de Leuvense professor Jean-Claude Cassiman uit sigarettenpeukjes die in de taxi van de door de Bende vermoorde taxichauffeur Angelou (12 januari 1983) werden teruggevonden. Of de sigaretten door de Bende-doders werden gerookt, weten de speurders niet. Dat moet het onderzoek uitwijzen.

Het gerecht beschikt ook over één vingerafdruk van een lid van de Bende van Nijvel. Deze vingerafdruk werd teruggevonden op een stukje plakband dat de Bende gebruikt heeft om de achterlichten van een Saab 900 af te dekken. Dit voertuig werd gebruikt bij de diefstal van kogelwerende vesten bij Wittock-Van Landeghem in Temse (8 juni 1983) en een moordende raid na een inbraak op een Colruyt in Nijvel (17 september 1983) waarbij drie doden vielen.

De opgeroepen personen zijn niet verplicht hun speeksel of hun bloed voor een DNA-analyse af te staan. ‘De meeste personen zien er geen graten in’, zeggen speurders. Een tiental dagen geleden bood ook de voormalige Diane-rijkswachter Christian Amory zich voor zo’n test aan. Hij behoort tot de ongeveer 40 Diane-leden die zich voor de test moesten aandienen. Christian Amory getuigde meermaals over een mogelijke staatsgreep die in die periode bij de rijkswacht was gepland. De groep-Diane moest daar een vooraanstaande rol in spelen. Het bestaan van die plannen kon nooit bevestigd worden. Ook niet door de tweede Bende-commissie, maar de speurders willen niets uitsluiten en laten daarom iedereen die maar in verband gebracht werd met de Bende van Nijvel voor een DNA-analyse opdraven.

Zo ook de eerste verdachten, de leden van de bende van de Borinage, die door het Bergense assisenhof van de hen ten laste gelegde feiten werden vrijgepleit. De voorbije jaren werden ook leden van de bende-Haemers en leden van de bende-De Staerke met de Bende van Nijvel in verband gebracht. Ook de gewezen rijkswachters Robert Beijer en Madani Bouhouche, die voor hun aandeel in het zogenaamde dossier-Mendez voor het Brabantse assisenhof hebben terechtgestaan, ontsnappen niet aan de vraag van de cel-Jumet.

Om deze wetenschappelijke onderzoeken zo snel mogelijk te laten verlopen, denkt de cel-Jumet eraan buitenlandse laboratoria in te schakelen. De diensten van de Leuvense professor Cassiman kunnen de vloed DNA-analyses volgens het gerecht niet snel genoeg verwerken.

Bron » De Tijd

Parket knoopt oude moord vast aan Bende van Nijvel

Het Nijvelse parket heeft een moorddossier dat al enkele jaren geleden was afgesloten van onder het stof gehaald. Door de bevindingen van de tweede Bendecommissie is het immers niet uitgesloten dat de moord wel eens de start was van de hele reeks moorden die de Bende van Nijvel nadien op haar actief heeft staan. Die piste is vrij ver gezocht. Want het is veel meer aannemelijk dat het beruchte duo Madani Bouhouche en Robert Beijer veel meer zouden kunnen weten van de moord op geldkoerier Willy Pans (36).

We schrijven 15 augustus 1985. Willy Pans, een veiligheidsagent van Intergarde, verlaat Walibi met een valiesje met 1,3 miljoen frank. Ver loopt hij niet. Een kogel door zijn hart en lever en vier in zijn gezicht doden de man op slag. Getuigen zien een Honda met drie inzittenden wegrijden, een auto die in Woluwe wordt teruggevonden. Hij werd, anderhalf jaar eerder, gestolen en lange tijd weggeborgen.

Op de plaats van de misdaad wordt ook een R4 gevonden met een vals kenteken. Jaren na de feiten blijkt dat het valse kentenen van dezelfde makelij is als twee valse kentekens uit het dossier van de ex-rijkswachters Bouhouche-Beijer. Verder blijkt plotseling dat zogeheten rijkswachters enkele dagen voor de moord op Pans de veiligheidsagent waren komen ondervragen over het fondsenvervoer. De rijkswacht weet van niets. Wie waren die rijkswachters dan wel?

Bouhouche en Beijer werden beschuldigd van de moord op Francis Zwarts op 25 oktober 1983 in Zaventem. Daar werd ook al een R4 gebruikt, het wagentje van de BOB indertijd. En dan is er nog het wapen. Pans stierf door de kogels uit een HKP7-pistool, een wapen dat vermoedelijk in juni ’84 in Luxemburg werd gekocht. De koper van dat wapen toonde een vals Belgisch certificaat op naam van een zekere Roger Van Vliet om het te kunnen kopen. Diezelfde naam werd ook in de computer van Robert Beijer gevonden. De stempek die op het certificaat werd gebruikt, en dat is bewezen, werd gestolen uit het gemeentehuis van Chaumont-Gistoux door het duo Bouhouche-Beijer. De wapens werden nooit teruggevonden.

In de periode van de moord op Pans, zegde het moordende duo de huur voor een aantal garageboxen op om twee nieuwe garageboxen te huren in het Brusselse.

Toch werd in ’90 het dossier rond de moord op Willy Pans afgesloten. Door de bevindingen van de tweede Bendecommissie is het nu heropend. Voor diegenen die blijven geloven dat Bouhouche en Beijer bij de Bende van Nijvel waren, is het nu duidelijk. Pans was een van de eerste slachtoffers, nog voor de moordende raids op de warenhuizen begonnen.

Bron » Gazet van Antwerpen

Gerecht op zoek naar valse rijkswachters

Het gerecht van Nijvel speurt koortsachtig naar valse rijkswachters die enkele dagen voor de overval op geldkoerier Willy Pans op de parking van Walibi in 1985, de geldkoerier vragen stelden over zijn werk. Een werkwijze die het gerecht aan de ex-rijkswachters Bouhouche en Beijer doet denken. In gerechtelijke kringen wordt al tien jaar geopperd dat deze overval het eerste wapenfeit van de tweede reeks Bende-overvallen zou zijn. Na samenspraak met de cel-Jumet, die het onderzoek naar de Bende van Nijvel leidt, wordt dit spoor na acht jaar opnieuw onderzocht.

Op 15 augustus 1985 werd Intergarde-veiligheidsagent Willy Pans (36), die een deel van de dagopbrengst (1,3 miljoen frank) bij het Walibipretpark in Waver kwam ophalen, koelbloedig op de parking neergeknald. De talrijke bezoekers van het pretpark zijn die dag wellicht aan een bloedbad ontsnapt, want enkele ogenblikken eerder verwittigde een anonieme beller dat in het pretpark een bom zou ontploffen. De politiediensten kwamen net te laat om de overval te vermijden. ‘Gelukkig’, zeggen speurders nu. ‘Misschien was het de bedoeling de politiemannen onder vuur te nemen, zoals meermaals in de Bende-geschiedenis gebeurde.’

In augustus 1985 lagen de activiteiten van de Bende van Nijvel, die in totaal ten minste 28 slachtoffers maakte, stil. Sinds 1983 leek de Bende van de aardbol verdwenen. Pas vanaf september 1985 liet ze opnieuw van zich horen met aanslagen op de Delhaize-winkels van Eigenbrakel, Overijse en Aalst. Pas na die overvallen begonnen de speurders te denken dat er een verband kon zijn tussen de Walibi-overval en de Bende-aanslagen. Zowel het gerecht van Dendermonde als dat van Charleroi kreeg destijds over dit verband informatie. Er werd verwezen naar de bende-De Staerke, maar ook naar de bende rond de ex-rijkswachters Madani Bouhouche en Robert Beijer.

Het verband tussen Walibi en de Bende kwam meermaals ter sprake tijdens de coördinatievergaderingen, maar het spoor werd nooit onderzocht, omdat de Nijvelse onderzoeksrechter Luc Hennart het dossier-Mendez, waarin Bouhouche en Beijer de hoofdverdachten waren, volledig van zijn collega’s afschermde.

De elementen die begin 1989 naar Bouhouche en co verwezen, werden nooit onderzocht. In 1990 werd het dossier bij het parket van Nijvel voorlopig buiten vervolging gesteld. Er gebeurde niets meer tot enkele maanden geleden de cel-Jumet het dossier doornam, en het naast het Bende-dossier en het dossier-Mendez legde. Uit deze analyse puurden de speurders vragen en nieuwe elementen die een heropening van het dossier noodzakelijk maakte.

Zo had de vluchtwagen van de moordenaars van Willy Pans, een Honda Cuendet, valse nummerplaten, die op dezelfde wijze nagemaakt waren als diegenen die de speurders hadden ontdekt op een R25 en een Jeep Mercedes 4X4, auto’s die op het eind van de jaren 80 tijdens het Bouhouche-Beijer-onderzoek werden teruggevonden. Op de Walibi-parking troffen de speurders ook een R4 aan die een identieke uitrusting had, als auto’s die door de handen van Bouhouche en Beijer gegaan waren.

Bovendien bleek dat Willy Pans enkele dagen voor zijn dood door rijkswachters aangesproken was. Hij vond dit vreemd, zo vertelde hij aan vrienden. Uit het onderzoek bleek dat geen enkele rijkswacht ooit zo’n opdracht kreeg. Eenzelfde scenario werd gevolgd bij de roofoverval op veiligheidsagent Francis Zwarts op de luchthaven van Zaventem. Voor die roofoverval werd Bouhouche door het Brabantse assisenhof veroordeeld.

Willy Pans werd met HKP7-pistolen vermoord. De wapens werden nooit teruggevonden. Twee dergelijke wapens werden in Luxemburg door een zekere Roger van Vliet met behulp van vervalste documenten op 30 juni 1984 aangekocht. De naam Van Vliet werd door het duo Bouhouche-Beijer gebruikt voor het huren van flats en garageboxen. Nooit ontdekten de speurders waarvoor het duo in totaal 1 miljoen frank uitgaf, gespreid over acht jaar, voor de huur van boxen en flats. Het gerecht vraagt zich nu af of deze logistiek voor de Bende-doders gebruikt is.

Bron » De Tijd

Deskundigen demystificeren debat rond Bende van Nijvel

De rapporten van de deskundigen van de parlementaire onderzoekscommissie-bis over de Bende van Nijvel zwakken bepaalde grieven af, die soms al sinds een decennium over het onderzoek geuit worden. Verscheidene controversiële onderzoeksassen, zoals de betrokkenheid van extreem-rechts en de Roze Balletten mogen van de rapporten terzijde worden geschoven. De experts hopen dat ze aldus het maatschappelijk debat over de Bende van Nijvel gedemystificeerd hebben en dat ze bijdragen tot de rationalisering van het debat.

In tegenstelling tot de geruchten die sinds midden de jaren 1980 blijven circuleren, besluiten de professoren Cyriel Fijnaut en Raf Verstraeten van de Katholieke Universiteit van Leuven dat de mogelijke betrokkenheid van extreem-rechts bij de Bende van Nijvel niet genegeerd werd door de speurders. Volgens de professoren wijst echter geen enkel element erop dat extreem-rechts door middel van een gestructureerde organisatie bij de moorden betrokken was. Andere deuren die door de deskundigen gesloten worden, zijn die van de Roze Balletten, en die van de handel en wandel van bepaalde slachtoffers.

De rapporten, waarvan de pers dinsdagmiddag een samenvatting kreeg, stellen wel vast dat er een controverse blijft bestaan over de rol die voormalige rijkswachters gespeeld zouden hebben en over de mogelijke band tussen de Bende van Nijvel en de moord op FN-ingenieur Juan Mendez. In het dossier over die moord staan de namen van ex-BOB’ers Madani Bouhouche en Robert Beijer.

De Delta-cel en de onderzoekers van Charleroi hebben vanaf 1988 alle aspecten van het extreem-rechts spoor onderzocht. Maar niets concreets wijst erop dat een organisatie als het Front de la Jeunesse of Westland New Post bij de bloedbaden betrokken was. Maar de schaduw van extreem-rechts verdwijnt niet helemaal, aangezien het onderzoek vraagtekens laat over de schietclubs en de activiteiten van bepaalde rijkswachters.

De experts van de KUL besluiten ook dat de stelling die substituut Godbille van het parket van Brussel voor de onderzoekscommissie naar voren schoof, momenteel geen enkele grond heeft. Godbille voerde aan dat de misdaden van de Bende van Nijvel een bloedige uiting van een georganiseerd banditisme zijn, waarvan extreem-rechts een belangrijk onderdeel vormt.

Ballet

Er is nooit aangetoond dat er een band bestaat tussen de Bende van Nijvel en de zogenaamde Roze Balletten, aldus Cyrille Fijnaut en Raf Verstraeten. De onderzoekscommissie ging onder meer na of sommige slachtoffers van de Bende van Nijvel aan dergelijke seksfeestjes hadden deelgenomen of in het bezit waren van video-opnames die bezwarend voor hoogwaardigheidsbekleders waren.

Wel stellen de professoren anomalieën vast in de onderzoeken naar de callgirlnetwerken onder de noemer ‘Montaricourt-Israel-Eurosystem-Hospitalier’. Mogelijke bescherming kan hier niet worden uitgesloten.

Volgens de experts hebben de analyses aangetoond dat het verleden en de persoonlijkheid van de meest controversiële slachtoffers diepgaand onderzocht werden, vooral in Charleroi. ‘Niets wijst erop dat er een verdachte band tussen de slachtoffers en hun moordenaars bestaat’, besluiten ze.
De bewering dat sommige slachtoffers geliquideerd werden om een en ander te camoufleren, is volgens de KUL-experts volkomen uit de lucht gegrepen.

Bron » De Tijd