Hoge Raad voor Justitie geeft magistraten veeg uit de pan: “Gedraag u!”

De Hoge Raad voor de Justitie, het orgaan dat toezicht houdt op de werking van de rechterlijke orde in ons land en de magistratenexamens organiseert, uit in een open brief zware kritiek op een aantal rechters. “Sommige magistraten zouden er bij kunnen winnen mochten ze de deontologische gids nog eens grondig doornemen”, zo klinkt het streng.

Christian Denoyelle, sinds vorig jaar voorzitter van de Hoge Raad, windt er in de open brief geen doekjes om. Sommige rechters moeten zich dringend bezinnen over hun deontologie en “zich gedragen”. “De scheiding der machten veronderstelt dat zowel de politieke wereld als het gerecht het vertrouwen van de burger in de instellingen niet schaden. In die zin zouden sommige politici best eens Montesquieu herlezen. Maar ook sommige magistraten zouden er bij kunnen winnen mochten ze de deontologische gids nog eens grondig doornemen.”

Denoyelle verwijst zonder expliciet namen te noemen naar drie magistraten die recent op een deontologisch betwistbare manier in het nieuws kwamen. Zo stoort hij zich aan een rechter die “een vorm van bestraffing buiten de wet uitvond”, een duidelijke vingerwijzing naar politierechter Peter Vandamme, die een dronken bestuurder onlangs voorstelde om geld te storten aan een fonds voor verkeersslachtoffers in ruil voor mildheid. Een Franstalige magistrate liet zich onlangs dan weer opmerken met een megafoon in de hand tijdens een vakbondsbetoging tegen het huidige regeringsbeleid.

PS

En dan was er nog Luc Hennart, voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg in Brussel, die op de RTBF publiekelijk verklaarde dat hij “dicht bij de PS stond en daar geen probleem mee had”. Hennart verdedigde zich later door te zeggen dat zijn critici “niet weten waarover ze spreken”. “Het is niet omdat een rechter over zijn politieke voorkeur spreekt, dat hij niet meer onafhankelijk kan zijn.”

Maar daar is de Hoge Raad het dus niet mee eens. Denoyelle verwijst naar de deontologische gids die in 2012 is gepubliceerd samen met de Adviesraad van de Magistratuur en benadrukt dat “actieve politieke propaganda de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de magistraat en de rechterlijke macht in het gedrang brengt”.

Magistraten hebben zeker recht op hun eigen mening, maar ze moeten die wel “matig en genuanceerd uiten”. “De magistraat heeft, net als elke burger, het recht een politieke opinie te hebben. Door zich terughoudend op te stellen, ziet hij erop toe dat de rechtzoekende mag vertrouwen op de onafhankelijkheid en de onpartijdigheid van justitie. De magistraat geeft blijk van eenzelfde terughoudendheid in zijn omgang met de media.”

“Niet weglopen van camera’s, maar ook niet overdrijven”

Denoyelle wijst er in een reactie nog op dat de Hoge Raad net is opgericht om justitie te depolitiseren en het vertrouwen van de burger in justitie te herstellen. Maar op deze manier dreigt het opnieuw de foute kant op te gaan. “Ik wil niet terug naar het verleden waarbij magistraten wegliepen van de camera’s en in hun ivoren toren bleven zitten, integendeel. Magistraten mogen kritiek geven en hun mening of ervaring in de media brengen, maar alles heeft zijn plaats, tijd en context.”

“Sommigen zullen zich nu geviseerd voelen, maar de kern is dat iedereen, zowel politici als magistraten, zich moet bezinnen en zich wat terughoudender mag opstellen. De vraag is of het vertrouwen van de burger ermee gediend is wanneer je met de megafoon in slogans begint te roepen en ongenuanceerd ageert tegen het beleid.”

“Het vertrouwen van de burger in justitie is niet fantastisch, daar moeten we niet onnozel over doen”, erkent Denoyelle. “Voeg daar een schijn van partijdigheid aan toe, en dat is dodelijk voor het vertrouwen in de scheiding der machten.”

Grijze zone

Volgens Stefan Rutten, hoofddocent aan de faculteit Rechten van de UA, blijft de deontologie van magistraten altijd een grijze zone. “Er is zoals in de advocatuur voor hen geen formele deontologische code. Het gerechtelijk wetboek zegt enkel dat een magistraat onafhankelijk en onpartijdig moet zijn, en geen andere publieke functie mag opnemen. Net daarom is die deontologische gids opgesteld. En hoewel er in de rechterlijke wereld wel een consensus bestaat over de interpretatie daarvan, beslist elke magistraat uiteindelijk zelf hoe hij daarmee om gaat.”

Rutten kan zich vinden in het standpunt van de Hoge Raad. “Dit is een serene oproep. We moeten er niet flauw over doen: elke magistraat heeft, net zoals elke burger, zijn persoonlijke politieke opvatting. Maar of je die ook publiek moet uiten? Dat lijkt mij enkel de polarisatie te voeden.”

Bron » De Morgen

Eén op de vijf Belgen in gegevensbank politie

De Algemene Nationale Gegevensbank (ANG) van de politie bevat de gegevens van 2.221.442 Belgen, terwijl dat zeven jaar geleden maar voor 1.506.046 mensen het geval was. Dat schrijft La Dernière Heure op basis van cijfers van de federale politie, verstrekt door minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA).

Op basis van opgestelde en opgeslagen processen-verbaal staat dus één op de vijf Belgen geregistreerd in de ANG. Tussen 2010 en 2017 is er sprake van een stijging met 47,5 procent van het aantal geregistreerde personen. Vooral tussen 2015 en 2016 was er een forse stijging met 129.490 registraties.

Dat komt deels doordat het strafwetboek is uitgebreid maar ook doordat het wettelijk arsenaal in de strijd tegen terrorisme is versterkt.

Bron » De Morgen

Kamer keurt oprichting DNA-databank vermiste personen goed

De plenaire Kamer heeft donderdag ingestemd met de oprichting van een nieuwe databank met DNA-profielen van vermiste personen. Dat moet helpen om oude verdwijningszaken alsnog op te lossen, benadrukt CD&V’er Raf Terwingen, die het wetsvoorstel heeft uitgewerkt.

De databank ‘Vermiste Personen’ werd in 2013 al theoretisch opgericht, maar intussen zijn de regels alweer ingehaald door de wetenschap, aldus Terwingen, die nu dus groen licht kreeg voor een reeks bijsturingen.

Zo verdwijnt de automatische vernietiging van ongeïdentificeerde DNA-profielen na dertig jaar. Iets wat uitdrukkelijk gevraagd werd door de Cel Vermiste Personen. De procureur des konings zou wel de bevoegdheid behouden om DNA-profielen al vroeger te laten wissen.

Daarnaast zullen ook minderjarigen binnenkort DNA kunnen laten afnemen in verdwijningszaken. Dat is belangrijk omdat een DNA-profiel van een vermiste tegenwoordig immers niet enkel opgebouwd kan worden op basis van diens ouders, maar bijvoorbeeld ook door een combinatie van de profielen van vrouw en kind. Net daarom zal voortaan trouwens ook DNA-materiaal van de partner van de vermiste kunnen worden afgenomen indien ze samen een kind hebben.

Naast deze databank staat trouwens nog een tweede DNA-databank op stapel, met genetisch materiaal van politiemensen, laboranten en al wie nog onbedoeld een ‘crime scene’ zou kunnen “vervuilen”. Dat moet helpen om de sporen die zijn achtergelaten sneller te kunnen uitsluiten. De tekst zal binnenkort in tweede lezing behandeld worden door de Kamercommissie Justitie, waarna ze eveneens naar de plenaire kan voor finaal groen licht.

Bron » Het Nieuwsblad

Geens: “Aanhoudingstermijn van 24 uur is niet meer van deze tijd”

Justitieminister Koen Geens (CD&V) wil de grondwettelijk verankerde aanhoudingstermijn van 24 uur liefst uitbreiden naar 48 uur en voor terrorismedossiers zelfs naar 72 uur. Maar “ik kan leven met 48 uur”, zegt hij. “Als er maar iets gebeurt, het is hoog tijd.”

Kort na de aanslagen van Parijs noemde premier Michel de huidige beperking tot 24 uur “een rem voor de onderzoeken inzake terrorisme”. “Wij stellen dus voor een herziening van de Grondwet door te voeren om deze termijn naar 72 uur te brengen”, aldus de eerste minister op 19 november 2015.

Een kleine anderhalf jaar later is van een grondwetswijziging echter nog steeds geen sprake. Later vandaag/vrijdag buigt de tijdelijke Kamercommissie Terreurbestrijding zich opnieuw over de zaak. Achter de schermen werd nog steeds geen compromis gevonden die de noodzakelijke tweederdemeerderheid oplevert, dus de meerderheid hoopt dat alle oppositiepartijen tijdens een publieke commissiezitting minstens standpunt zullen innemen.

Zelf hebben meerderheidspartijen N-VA, MR, CD&V en Open Vld een voorstel ingediend dat de standaardtermijn op 48 uur legt, met de mogelijkheid voor de wetgever om “bij uitzondering” via een gewone wet te regelen dat 72 uur ook kan op bevel van de rechter. Ze laten de deur dus open voor een ruime toepassing en beperken de 72 uur niet tot terrorisme.

Spel op de wagen

Oppositiepartijen sp.a en cdH zijn bereid te schuiven naar 48 uur, maar elk volgens een eigen logica. Voor sp.a moet het simpelweg altijd 48 uur zijn, zonder mogelijkheid tot uitbreiding. Het cdH behoudt de standaard op 24 uur, met uitzondering van 48 uur in terreurzaken. Beide termijnen zijn voor de Franstalige humanisten wel eenmalig met 24 uur verlengbaar.

Of het vandaag al tot een vergelijk zal komen, valt af te wachten. De meerderheidsfracties in de Kamer lijken alvast bereid om desnoods nog te bewegen.

Justitieminister Geens hoopt op een doorbraak. “In mijn justitieplan van maart 2015 heb ik gezegd: 48 à 72 uur. Toen was nog geen sprake van terrorisme. Al is het maar omdat men die termijn soms zelfs niet haalt om vanuit Halle-Vilvoorde in Brussel te geraken. En dan zit het spel meteen op de wagen”, zei hij vanochtend aan Belga.

Geens is echter bereid te landen op 48 uur. De huidige termijn van 24 uur “is niet meer van deze tijd, nergens in de wereld”, aldus nog de minister. “Dus mijn voorkeur is 48 uur en 72 uur in geval van terrorisme. Maar nogmaals: ik heb gezegd 48 à 72 uur. Ik kan leven met 48 uur, als er maar iets gebeurt. Het is hoog tijd.”

Bron » De Morgen

Kamer keurt uitbreiding bijzondere methoden inlichtingendiensten goed

De Staatsveiligheid zal binnenkort ook uitzonderlijke methodes, zoals hacking of telefoontaps, kunnen gebruiken voor het opvolgen van extremistische groeperingen of haatpredikers en voor contraspionage. De Kamer heeft vandaag het wetsontwerp goedgekeurd dat de bijzondere inlichtingenmethodes (BIM) uitbreidt. PS en cdH onthielden zich, terwijl de groenen en PVDA tegen stemden.

Het wetsontwerp van minister van Justitie Koen Geens (CD&V) en minister van Defensie Steven Vandeput (N-VA) geeft de inlichtingendiensten – de Staatsveiligheid en de ADIV, de militaire inlichtingendienst – meer slagkracht. ADIV krijgt daardoor een duidelijkere rol in de strijd tegen terreur.

Concreet zullen ze onder bepaalde voorwaarden ook bijzondere methodes kunnen gebruiken in het buitenland. Telefoontjes naar het buitenland zullen bijvoorbeeld ook afgeluisterd kunnen worden.

De inlichtingendiensten krijgen de mogelijkheid om gebruik te maken van fictieve identiteiten om hun agenten te beschermen. Er wordt een nieuwe specifieke methode ingevoerd om de inlichtingendiensten de mogelijkheid te bieden om vervoers- en reisgegevens te vorderen.

Voorts wordt het arrest van het Hof van Cassatie dat telecomproviders die in België actief zijn verplicht zijn mee te werken door het wetsontwerp wettelijk verankerd.

Kritiek

Bij de oppositie rezen vragen over de wetswijziging waardoor de inlichtingendiensten informatie pas na 50 jaar aan het Koninklijk Archief moeten overmaken. Die termijn lag al op 50 jaar voor ADIV, maar zal nu ook gelden voor de Staatsveiligheid. Momenteel geldt daar nog een periode van 30 jaar.

Stefaan Van Hecke (Groen) verwees naar het onderzoek naar de Bende van Nijvel. Door een wetswijziging verjaart dat onderzoek pas na veertig jaar. “Tel daar nog eens vijftig jaar bij en je zit aan negentig jaar. Dat is wel wat lang”, aldus Van Hecke.

Het belangrijkste probleem is voor Van Hecke dat geklassificeerde documenten al die tijd niet toegankelijk zijn voor onderzoekers. Minister van Defensie Steven Vandeput preciseerde dat dit wel het geval is, mits een veiligheidsmachtiging.

De groenen stellen daarom voor een nieuwe wet in het leven roepen die de deklassificatie regelt. Zo zou bijvoorbeeld op het moment van de opmaak van een document een termijn worden vastgelegd, afhankelijk van de graad van geheimhouding. Die zou bij het aflopen van de termijn eventueel kunnen worden verlengd.

De oppositie stelde zich ook vragen bij de mate waarin het Comité I, dat de inlichtingendiensten controleert, zijn controlefunctie met de huidige middelen zal kunnen waarmaken, eens de nieuwe methoden helemaal ingeburgerd zijn.

Bron » Het Laatste Nieuws