De Bende van Nijvel, het litteken van de loden jaren

Met de Bende van Nijvel zijn de sombere jaren 80 plots weer springlevend, een tijdperk waarin rechtse en linkse terreur gepaard ging met een zware economische malaise. 30 jaar later zijn onze economie en veiligheidscultuur in betere doen. Maar de onzekerheid over de toekomst is zeker niet kleiner.

Terwijl in de Verenigde Staten bijna alle geheime documenten over de moord op John F. Kennedy in 1963 zijn vrijgegeven, hebben de onthullingen van de ‘Reus’ op zijn sterfbed in ons land het litteken dat de Bende van Nijvel heeft nagelaten weer opengereten. Dat de bloedigste misdaadgolf van de 20ste eeuw onopgelost is gebleven, heeft een trauma veroorzaakt dat nooit helemaal is verwerkt. Door het oprakelen ervan, zoals afgelopen week is gebeurd, is dat verdriet van België opnieuw in het collectieve geheugen geprent, ook bij een jongere generatie.

De Bende van Nijvel is altijd in een waas van mysterie gehuld gebleven. Wat dreef de daders? Wie waren de opdrachtgevers? Zelfs na 35 jaar onderzoek is daarover geen opheldering gekomen. Het is een schandvlek, die nu ook minister van Justitie Koen Geens (CD&V) achtervolgt. Vrouwe justitia blijkt anno 2017 nog altijd niet in blakende gezondheid te verkeren.

Omdat er nooit duidelijkheid is gekomen, zijn de complottheorieën welig blijven tieren. De meest plausibele uitleg is dat een groep extreemrechtse rijkswachters uit de speciale Diane-eenheid achter de aanslagen zat. Het was een tijd waarin de rijkswacht nog een militaire eenheid was, een staat binnen de staat.

En het was de tijd van de destabilisatie, waarbij sprake was van de ‘strategie van de spanning’. Op het hoogtepunt van de Koude Oorlog wilden de VS volgens sommige waarnemers een sfeer van angst creëren, zodat in het Westen de roep om sterke leiders luid zou klinken. Het was het tijdsgewricht van de ‘Iron Lady’ Margaret Thatcher en Ronald Reagan. In eigen land waren het de woelige jaren van de rakettenkwestie.
Klimaat van angst

De aanslagen van de Bende van Nijvel creëerden een klimaat van angst, met het oog op een staatsgreep van extreemrechts, zoals een van de pistes was en is in het onderzoek.

Er hing een grimmig sfeertje. Mensen hadden schrik om naar de Delhaize te gaan. Er lagen scherpschutters op de daken van de grootwarenhuizen. In het straatbeeld verschenen zwaarbewapende rijkswachters. En in tegenstelling tot de militairen die anno 2017 ook in de straten te zien zijn, boezemden de gewapende rijkswachters geen vertrouwen in.

Het waren turbulente tijden, want in 1985 eindigden de aanslagen van de Bende van Nijvel wel, maar in datzelfde jaar vond het Heizeldrama plaats. Daarop volgden de aanslagen van de extreemlinkse CCC. België was een ‘failed state’ die de controle kwijt leek te zijn.

Na de recente terroristische aanslagen in Parijs en Brussel werd vanuit het buitenland België ook weer afgedaan als een ‘failed state’, of zoals Donald Trump het formuleerde: ‘een hellegat’. Maar die kritiek was overtrokken, en ebde ook weer weg.

Als de Bende van Nijvel en nadien zeker de affaire-Dutroux tot iets hebben geleid, dan is het wel dat sindsdien de rijkswacht als staat binnen de staat is ontmanteld en de politiediensten veel meer zijn gaan samenwerken.

De grote verdienste van de regering-Michel en van minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) is dat centrumrechts echt werk gemaakt heeft van een veiligheidscultuur, die er voordien niet was. De parlementaire onderzoekscommissie naar de aanslagen van 22 maart legde afgelopen week, bij de bespreking van het eindverslag, ook geen pijnpunten meer bloot over disfuncties bij de veiligheidsdiensten, zoals bij voorgaande parlementaire onderzoekscommissies wel vaak nog het geval bleek te zijn.

Uitzichtloosheid

De ‘loden jaren’ sloegen niet alleen op de terreur en een dreigende politiestaat. Sociaal-economisch oogde de wereld al even somber. Door de economische crisis, in de nasleep van de tweede olieschok van 1979 die volgde op de Iraanse revolutie van ayatollah Khomeini, heerste er begin jaren tachtig een uitzichtloosheid die als een loden mantel om de samenleving hing.

Het waren de jaren dat de regeringen in België vielen als bladeren, dat er hoogoplopende communautaire spanningen waren rond José Happart, en dat er weinig of niets werd gedaan aan de ‘double digit’-overheidstekorten en de snel stijgende Belgische schuld. Nadat Wilfried Martens de socialisten eruit had gegooid en met de liberalen aan een herstelbeleid was begonnen – met volmachten, indexsprongen en devaluaties – deed dat de man in de straat nog meer pijn.

Maar de ommekeer werd ingezet, zo beschrijft Martens het ook in zijn memoires. ‘Van mijn twaalf jaar durende premierschap ligt mijn eerste regering met de liberalen, van eind 1981 tot 1985, mij het meest aan het hart. Weliswaar had deze regering met heel wat crisismomenten af te rekenen: van de devaluatie naar de staalcrisis, en van Happart naar de heisa rond de stationering van de kruisraketten. De waarheid is echter dat we ondanks die stormen nooit uit koers raakten. Al die jaren timmerden we vlijtig voort aan het herstelbeleid.’

In de tweede helft van de jaren tachtig, met de omgekeerde olieschok als de olieprijzen plots gaan dalen, is er wereldwijd sprake van een economische relance en worden de loden jaren afgesloten.

Herstelregering

Toen Charles Michel (MR) eind 2014 zijn regering boven het doopvont hield, noemde hij die ook een ‘herstelregering’. Na de linkse jaren van Di Rupo, wilde Michel samen met N-VA-voorzitter Bart De Wever het Belgische huis weer op orde krijgen. De verstikkende belastingen moesten omlaag, de jobcreatie zou worden aangezwengeld, en de overheidstekorten zouden worden weggewerkt.

In tegenstelling tot begin de jaren tachtig is er nu geen sprake van een zware economische crisis. De bankencrisis van 2008 is grotendeels verwerkt en de terroristische golf van Islamitische Staat heeft economisch nauwelijks impact. Al bij al hebben de mensen het goed, maar ze maken zich wel zorgen over de toekomst, want die is onzeker.

Alles verandert razendsnel in digitale en disruptieve tijden en niet iedereen kan volgen. Die onzekerheid weegt, zeker omdat ze gekoppeld is aan een identiteitscrisis, als gevolg van de migratie- en vluchtelingenstromen waarop de politieke wereld geen pasklare antwoorden heeft.

Die onzekerheid veroorzaakt opnieuw schokgolven, zoals is gebleken bij de onverwachte keuze van de Britten voor een brexit en de ondenkbare verkiezing van de Amerikaanse president Donald Trump. Populisme en protectionisme zijn de demonen van de onzekere tijden van de 21ste eeuw.

Bron » De Tijd

Het Paleis der Natie: Manipulatie

Met zijn verklaring over manipulatie in het onderzoek naar de Bende van Nijvel heeft minister van Justitie Koen Geens de deur wagenwijd opengezet voor nieuwe samenzweringstheorieën.

Het duurde niet lang of ze waren er opnieuw: de verhalen over de Roze Balletten, over Gladio, over Paul Vanden Boeynants en ‘Zwarte Baron’ Benoît de Bonvoisin, over pogingen tot destabilisering en staatsgreep bekokstoofd door de rijkswacht en wormstekige politici.

Verhalen die pasten in de vaak zelf aangeprate angsten van de jaren 1980. Alleen een band met de zaak-Dutroux ontbreekt nog, maar in de huidige opgewonden sfeer is ook hier snel een link gelegd met de Bende van Nijvel.

Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) sprak in het parlement over de mogelijkheid dat de overvallen van de Bende tussen 1982 en 1985, waarbij 28 doden vielen, de staat viseerden en over een poging om het onderzoek te manipuleren. Boude beweringen, waarmee de minister opnieuw de deuren openzette voor allerhande samenzweringstheorieën.

De minister had ook drie dagen nodig om vast te stellen dat het dossier van Christiaan B., die twee jaar geleden op zijn sterfbed zou hebben opgebiecht tot de Bende van Nijvel te hebben behoord, lang geleden al werd uitgespit. Al die dagen kreeg de collectieve fantasie opnieuw de vrije loop.

Nochtans werd in het Bende-onderzoek op middelen noch kostprijs gekeken. Duitse topspecialisten uit Wiesbaden voerden ballistische onderzoeken uit. De Leuvense professor Jean-Jacques Cassiman, een wereldautoriteit in de menselijke genetica, verrichtte DNA-onderzoeken op mogelijke verdachten, zelfs op rijkswachters die tot de Groep Diane behoorden.

Leugendetectors en ondervragingen onder hypnose werden aangewend. Canadese specialisten in de geomatica speurden mee naar mogelijke schuilplaatsen van de Bende. FBI-profilers bogen zich over de overvallen en kwamen net als enkele Belgische speurders tot de bevinding dat wellicht sprake is van twee bendes. Het is zelfs niet uitgesloten dat een Franse bende in het spel is.

Sterfbedbericht

Maar niets is doeltreffender om een onderzoek te torpederen dan een stem uit het graf. De sterfbedbiecht van Christiaan B. is overigens niet de eerste poging om in het Bendedossier de doden te laten spreken.

Het begon al met getuigen die allerhande verklaringen toeschreven aan Léon Finné, een kaderlid van de Banque Copine, intussen opgegaan in Beobank. Finné had relaties in kringen van Franstalige christendemocraten. Hij werd neergeschoten – afgemaakt, volgens sommigen – tijdens de overval op de Delhaize in Overijse op vrijdag 27 september 1985. In de verklaringen die Finné in de mond werden gelegd, ging het over wapenhandel en een staatsgreep.

Het Bende-onderzoek is een onoverzichtelijke berg van processen-verbaal, inventarissen, documentatie en rapporten. Want al die verhalen, theorieën en soms fantasterij werden vaak meerdere keren onderzocht. In de kelders van het Brusselse justitiepaleis werden zelfs de naoorlogse archieven van de Brusselse politie uit het stof en de vochtigheid gered om toch maar sporen te vinden naar de Stay Behind-netwerken die in volle Koude Oorlog waren opgericht om eventueel weerstand te bieden bij een Sovjetinval.

Aan theorieën ontbreekt het niet in het dossier van de Bende van Nijvel. Een haast hilarisch geval, mocht het niet zo dramatisch zijn, is dat van baron Benoît de Bonvoisin. Hij is een oud-medewerker van Paul Vanden Boeynants en de kleinzoon van Alexandre Galopin, de topman van de Generale Maatschappij van België, die tijdens de Tweede Wereldoorlog werd vermoord door nazi-collaborateurs onder leiding van de beruchte Vlaamse SS’er Robert Verbelen.

De Bonvoisin, een extravagant figuur, werd in 1981 nog voor de eerste Bende-overval in een rapport van de Staatsveiligheid afgeschilderd als de spin in een extreemrechts web. Wat hem prompt het etiket ‘Zwarte Baron’ opleverde.

Comité-I

Na het uitlekken van dat rapport werd een drietal journalisten aangestuurd door agenten van de Staatsveiligheid om de verdenkingen tegen de Bonvoisin aan te dikken. De journalisten gebruikten elkaars ‘onthullingen’ om hun gelijk te staven. In de kranten werd de Bonvoisin eerst gelinkt aan fascistoïde groeperingen, en daarna ook in verband gebracht met de Bende van Nijvel.

Pas in zijn jaarverslag van 2009 zou het Vast Comité van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten, kortweg Comité-I, toegeven dat de Bonvoisin het slachtoffer was van ‘een parallel en niet-officieel circuit binnen de Staatsveiligheid’ en dat het rapport over hem ‘beweringen, vermoedens en zelfs deducties bevat die niet werden geverifieerd op hun geloofwaardigheid en betrouwbaarheid en zonder enige nuance werden geformuleerd’.

Niets is doeltreffender om een onderzoek te torpederen dan een stem uit het graf. De sterfbedbiecht van Christiaan B. is overigens niet de eerste poging om in het Bendedossier de doden te laten spreken.

Het verslag van het Comité-I was een blamage voor Albert Raes, de voormalige chef van de Staatsveiligheid. Die had de Bonvoisin jarenlang met tal van aantijgingen achtervolgd, uit rancune tegen Vanden Boeynants. Al die jaren hebben Bende-onderzoekers kostbare tijd verloren met nutteloze ondervragingen van de Bonvoisin en mensen uit diens omgeving om de stroom van beweringen die via de media werden gelanceerd te verifiëren.

De Bonvoisin heeft nooit kennis kunnen nemen van de bevindingen van het Comité-I, want een jaar eerder werd hij getroffen door een zware hersenbloeding. Zijn broer zette in zijn naam zijn proces tegen de Belgische staat voort. In 2013 werd de Belgische staat veroordeeld tot het betalen van 100.000 euro schadevergoeding.

De Bonvoisin was ook het mikpunt van de parlementaire commissies die zich met het onderzoek van het onderzoek inlieten. Behalve een nog grotere verwarring, was het resultaat van het commissiewerk heel beperkt. Na de verklaringen van Justitieminister Geens was er opnieuw sprake van een parlementair onderzoek.

Een van de advocaten van de slachtoffers hengelt zelfs naar een beurs om zich over het dossier van miljoenen bladzijden te buigen. Die plotse speurdrift van politici en advocaten is opmerkelijk. Na de verlenging van de verjaringstermijn verliep het onderzoek in volstrekte politieke onverschilligheid en kwam het in handen van figuren die men elders kwijt wilde.

Als minister Geens het heeft over een poging tot manipulatie, dan heeft hij het over de groteske beschuldiging van de nieuwe onderzoeksrechter Martine Michel aan het adres van speurders van de Delta-groep, die met de Dendermondse onderzoeksrechter Freddy Troch meewerkten aan het onderzoek naar de Bende van Baasrode.

Kanaal Brussel-Charleroi

Het waren nochtans die speurders die in november 1986 op aangeven van getuigen uit het kanaal Brussel-Charleroi wapens en voorwerpen opvisten die verband hielden met de overval in Aalst. Maar volgens de huidige onderzoekscel lagen de in de buurt van Ronquières bovengehaalde stukken nooit langer dan een paar maanden in het water.

Met als eerste conclusie: de onderzoekers hebben de spullen zelf in het water gegooid. Een van hen werd tot veler consternatie prompt opgepakt en beschuldigd. Terwijl sommigen eraan twijfelen of men in Charleroi wel de juiste voorwerpen heeft onderzocht.

Het Bende-onderzoek werd in de cruciale aanvangsfase al verknoeid door de interventies van de volslagen incompetente procureur des Konings van Nijvel Jean Deprêtre. Om het alsnog te redden blijft vandaag maar één geloofwaardig middel over: een grondig onderzoek van de enquête door een versterkt Comité-I, dat zijn bevindingen in openbare zitting voorlegt aan het parlement, hoe pijnlijk en gênant de resultaten ook mogen blijken.

Niet alleen hebben de nabestaanden van de 28 slachtoffers daar recht op, het zou het land ook verlossen van een van zijn engste nachtmerries.

Bron » De Tijd | Rik Van Cauwelaert

“Wie Bende van Nijvel onderzoekt, riskeert nog altijd zijn leven”

De Bende van Nijvel domineert opnieuw de actualiteit, en dat brengt ook herinneringen naar boven bij Ben Zuidema (80). De privé-detective buigt zich al twee jaar over de verdwijning van Elke Wevers uit Maaseik, maar in de jaren 80 werkte hij ook nauw samen met de Groep Diane. Dat was de elite-eenheid van de Rijkswacht, waarvan minstens één lid ook actief was bij de bende. “Wie deze zaak onderzoekt, riskeert nog steeds zijn leven.”

Ben Zuidema, die aan het hoofd staat van recherchebureau Zuidema & Vullers, kennen we vandaag vooral als de man die het dossier van de vermiste Elke Wevers nieuw leven inblies. Maar in de jaren 70 en 80 werkte hij nauw samen met de Belgische speurders bij het toenmalige Bureau D’Information Criminelle, een soort van geheime politie die criminele netwerken moest oprollen. Zuidema was actief als undercover agent, met als doel zware gangsters te lokken en te klissen.

Kende je de leden van Groep Diane persoonlijk?

“Nee, dat was puur professioneel. Mijn taak bestond erin criminelen te lokken. Ik infiltreerde in netwerken, maakte afspraken met hen en regelde nepdeals. Op voorhand namen we met de geheime politie én Groep Diane door wanneer en hoe laat alles zou plaatsvinden. Hun taak was om de criminelen in de boeien te slaan, ik moest ze enkel tot bij hen lokken. Groep Diane bestond uit toprijkswachters, uitgerust met de beste wapens en voertuigen.”

Mogelijk werkte je dus onbewust samen met rijkswachters die bij de Bende van Nijvel actief waren?

“Dat zou kunnen, maar ik kan me geen specifieke personen voor de geest halen. Wanneer we in actie schoten, waren die mannen trouwens altijd gemaskerd. Maar ik heb de zaak rond de Bende van Nijvel doorheen de jaren wel nauwgezet opgevolgd.”

Was je effectief betrokken bij het onderzoek naar de bende?

“Laten we zeggen dat ik in die periode informatie had via zeer kostbare tipgevers – een informant uit Grimbergen. Die informatie heb ik ook overgemaakt aan de bevoegde diensten, maar binnen de kortste keren was er al gelekt dat die informatie van mij kwam. Het systeem was toen al rot. We ontdekten in die periode een lading van veertig wapens, afkomstig uit de wapenfabriek FN Herstal, maar met vervalste serienummers. Niet veel later werd de directeur van dat bedrijf, Juan Mendez, vermoord teruggevonden. Hij bleek later zélf gelinkt te zijn aan criminele oud-rijkswachters.”

Krijg je geen zin om heel dat mysterie mee op te lossen?

“Ik blijf er zo ver mogelijk vandaan. Eerlijk: ik vertrouw na al die jaren niemand meer. Alle speurders en onderzoeksrechters die momenteel met dat dossier bezig zijn, spelen met vuur. Hetzelfde geldt voor advocaat Jef Vermassen, die toch mee de bal aan het rollen bracht in de pers. Die man riskeert momenteel zijn leven, hoor. Er zijn te veel politieke belangen mee gemoeid, en dat tot op het hoogste niveau – volgens mij zelfs vanuit de diamantsector. De moordenaars van de Bende van Nijvel waren niet meer dan een stelletje psychopaten die er op kickten om mensen dood te schieten. Maar daar zat wel een politieke beweegreden achter. In de jaren tachtig kreeg ik al te horen dat ‘ze’ – de Rijkswacht – nu hadden wat ze wilden. Ze waren eindelijk oppermachtig.”

Moeten speurders sneller van dossiers gehaald worden als alles jarenlang potdicht zit?

“Niet per se. Maar er wordt in België nog altijd te weinig samengewerkt. Er is ook te weinig controle op elkaar. Je hebt hier één gerechtelijke politie, maar eigenlijk zou er wel een onderscheid moeten zijn binnen zo’n korps. Als je concurrentie hebt, sta je scherper. Maar dan wel concurrenten die toch samenwerken. Voor de zaak van de Bende van Nijvel moet er vooral extra mankracht ingezet worden.”

Is de gerechtelijke politie in België vandaag te zwak?

“Neem nu het dossier van Elke Wevers. Als ze daar van meet af aan veel scherper in geweest waren, zouden er nooit zoveel fouten gemaakt zijn. Er is zelfs nooit geopperd om een profiler (een professional die een profiel van een dader kan opstellen, red.) op de zaak te zetten. Na mijn bezoek aan onderzoeksrechter Raskin in Tongeren, waar ik hem héél wat nieuwe informatie gaf na eigen onderzoek, werd er nooit meer contact met mij gezocht. Niet door de lokale, noch door de gerechtelijke politie. In de jaren tachtig werkte ik in onnoemelijk veel dossiers samen met Belgische speurders. Dat gaat blijkbaar niet meer. Terwijl we toch één doel delen: het klissen van daders.”

Bron » Het Laatste Nieuws

Zoon van Bende van Nijvel-slachtoffer: “Mijn vader wilde een held zijn en dat kostte hem het leven”

In 1985 werd de vader van fotograaf Jan Rosseel (38) vermoord door de Bende van Nijvel. In 2015 bracht de zoon het fotoboek Belgische herfst uit, waarin hij het meer dan dertig jaar voortwoekerende verdriet van België toont. ‘Mijn fotoboek was er ook gekomen als mijn vader geen slachtoffer was geweest.’

Op 27 september 1985 om tien over acht ’s avonds stappen op de parking van de Delhaize van Eigenbrakel drie mannen uit een donkere auto. Ze dragen carnavalsmaskers en één steekt met kop en schouders boven de anderen uit. Ze trekken een jongetje van zijn fiets en slepen hem mee naar de ingang van de supermarkt. Net op dat moment wil de 39-jarige Ghislain Platane de winkel verlaten. Hij wordt afgemaakt met één schot uit een riotgun. Ghislain Platane was het dertiende slachtoffer van de Bende van Nijvel en de vader van fotograaf Jan Rosseel.

“Een paar jaar geleden ging ik naar de Delhaize in Eigenbrakel waar mijn vader vermoord is. In een café vlakbij ontmoette ik toevallig de brandweerman die op die bewuste avond in september 1985 de dekens over de slachtoffers had gelegd. Hij bleek een goede vriend van mijn vader te zijn geweest. Hij zei dat hij hem toen niet herkend had omdat ze zijn hoofd er hadden afgeschoten. Hij vertelde me wat voor een man mijn vader was. Toen ik aan mijn fotoboek Belgische herfst werkte, hoorde ik verschillende verhalen over de vader die ik nooit gekend heb. Maar dat was niet het doel van mijn onderzoek. Ik denk dat hij die bewuste avond zijn lot niet kon ontlopen. Ze kwamen binnen met een kind als menselijk schild. Mijn vader reageerde meteen dat hij dat laf vond. Dat hebben ze hem niet in dank afgenomen. Hij wilde een held zijn en dat kostte hem het leven.

“Het was raar om rond te lopen in de supermarkt waar mijn vader vermoord is. Het Bos van La Houssière in ’s-Gravenbrakel was een uitvalsbasis voor de leden van de Bende van Nijvel. Op het eerste gezicht lijkt het een normaal bos, maar door hun passage heeft het voor mij zijn onschuld verloren. De Nederlandse dichter Armando had het over ‘schuldige landschappen’. Natuurlijk is het Bos van La Houssière niet schuldig aan de misdaden van de Bende, maar het is er wel door besmet. Ik ging er ’s nachts fotograferen, op die momenten dat zij er zouden hebben gezeten.

Twee jaar stof vergaren

“Ik heb nauwelijks jeugdherinneringen. Een van mijn vroegste herinneringen is de executie van de Roemeense communistische leider Nicolae Ceaușescu en zijn vrouw Elena op 25 december 1989. Ik was toen al tien. Er bestaan videobeelden van gebeurtenissen uit mijn jeugd die ik me met de beste wil van de wereld niet meer voor de geest kan halen. Ik ken ze omdat ik er foto’s of filmpjes van heb gezien, maar heb geen idee hoe het in werkelijkheid was. Ik geloof niet dat het gebrek aan herinneringen te maken heeft met de dood van mijn vader. Ik beschouw mezelf ook niet als een slachtoffer; ik ben een nabestaande en dat is toch anders. Er werd bij ons thuis nooit over gesproken en ik stelde me er ook lang niet veel vragen over. Toen mijn moeder In 2010 overleed, kwamen die vragen wel naar boven. Daar situeert zich het begin van Belgische herfst.

“Na mijn moeders dood zocht ik de zus van mijn vader op. Ik had haar 25 jaar niet meer gezien en kon me haar ook niet meer herinneren. Zij mij wel. Ze toonde me veel foto’s, maar ik moest me verontschuldigen: ‘Sorry, maar al die beelden roepen niets bij me op.’ Ik denk niet dat het verdringing is. Misschien heb ik gewoon een slecht geheugen.

“Ik onderzoek al lang de rol van beeld in ons geheugen. Ik begon aan Belgische herfst toen ik nog aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten van Den Haag studeerde. Daar wist niemand dat mijn vader een van de slachtoffers was. Ik heb lang getwijfeld of ik ermee in de openbaarheid zou treden. De beelden in Belgische herfst zijn analyse en interpretatie en natuurlijk zit er ook iets heel persoonlijks in. Maar toch wilde ik niet dat het therapeutisch werd. Het gaat niet over mij als ‘zoon van’, maar over wat de Bende van Nijvel voor België betekent. Belgische herfst was er ook gekomen als mijn vader geen slachtoffer was geweest.

“Ik draag een andere familienaam en ben nooit door de speurders benaderd. Voor Belgische herfst zocht ik zelf met hen contact. Ik wilde ook weten waarom het onderzoek indertijd van Dendermonde naar Charleroi moest verhuizen. Ik begreep niet waarom ze het niet naar Brussel gestuurd hadden, want daar werken ervaren tweetalige magistraten.

“Na de overheveling naar Charleroi lagen sommige stukken twee jaar op een bureau stof te vergaren, wachtend op vertaling. De Bende van Nijvel is een weerspiegeling van het politieke landschap in België. Het lijkt een goed filmscenario, maar gaat zwaar over the top. Het excessieve geweld met al die dodelijke slachtoffers is afschuwelijk, en die horror wordt versterkt door de immer schamele buit. Op 17 september 1983 vermoordden ze in de Colruyt van Nijvel drie mensen en namen ze pakjes koffie, blikken frituurolie en pralines mee. Dat is zo cru, dat ik maar moeilijk kan geloven dat het puur banditisme is. ‘Ce sont des prédateurs’, zei wijlen Jean Deprêtre, de procureur des konings van Nijvel. Roofdieren waren het zeker niet, want die zijn altijd uit op een prooi.

Kater na de roes

“Het land staat nu op zijn kop, maar waarom is er zolang gewacht? Christiaan Bonkoffsky’s naam zat al twintig jaar in het dossier. Zijn ex-vrouw zei deze week: ‘Die robotfoto is zijn portret.’ Pas nu ziet ze de gelijkenis. Hoezo? Ze heeft zoveel jaren met die man samengewoond. In de lente van 2015 vertrouwde Bonkoffsky zijn broer toe dat hij lid van de Bende was. Ik begrijp dat je zoiets moet verwerken, maar twee jaar? Het zou goed zijn als er nu opheldering komt over de motieven. De daders vind ikzelf op dit moment minder relevant. Natuurlijk leiden zij naar de motieven, maar of ze ooit veroordeeld zullen worden, is een ander paar mouwen. Dit dossier is intussen zo monsterlijk en complex, dat het bulkt van de mogelijke procedurefouten. En jagen op procedurefouten is bij ons een nationale sport.

“Ik kreeg toestemming van de procureur des konings om een deel van het bewijsmateriaal te fotograferen. Ik reed naar de onderzoekscel in Jumet en bouwde daar een geïmproviseerde studio. Belgische herfst draagt als ondertitel: Een geconfabuleerde geschiedenis. Confabuleren is het opvullen van gaten in het geheugen. Dat komt vaak voor bij mensen met het syndroom van Korsakov. Ze vullen dan onopzettelijk de hiaten in hun geheugen op met nieuwe informatie en geloven dat die klopt. Ook Belgische herfst zit vol interpretaties. Het hele Bende-dossier lijkt op een collectieve confabulatie. Misschien was het al die jaren ook een collectieve roes waaruit we nu met een serieuze kater ontwaken.”

Bron » De Morgen

‘Twee keer onder hypnose om de Reus te laten tekenen’

De befaamde robotfoto 19 waarop familie en oud-collega’s rijkswachter Christiaan B. herkennen als de Reus, kwam tot stand door de beschrijving van Theo K. (64) uit Overijse.

Theo K. was op 27 september 1985 met zijn vrienden Marc, Luc en Rudy verkiezingsaffiches aan het plakken, aan de parking van de Delhaize in Overijse (zie hierboven) toen de Bende van Nijvel er toesloeg. Terwijl Luc Bennekens als levend schild werd meegenomen in de winkel, vluchtten Theo, Rudy en Marc weg achter de carwash die aan de parking grenst. ‘Ik ben van daaruit naar de overkant gelopen, naar slagerij Dits om de hulpdiensten te verwittigen. Toen ik terugkwam, heb ik die lange goed gezien, die ze nu de Reus noemen.’

Datzelfde jaar, de precieze datum weet hij niet meer, werd in de rijkswachtkazernes van Etterbeek robotfoto 19 gemaakt, op basis van zijn input. ‘We zaten met z’n vieren in een klein lokaal: een tekenaar, de man die door het gerecht was aangesteld om me onder hypnose te brengen, en een derde persoon die alles gefilmd heeft’, zegt K. Het was anders dan hij zich had voorgesteld. ‘Ik zat in een zetel en naast mij zat die hypnotiseur, die telkens dezelfde woorden herhaalde: ‘‘Je neemt een lift en je gaat naar beneden.’’ Blijkbaar was dat toen de modernste techniek om iemand onder hypnose te brengen.’

Toen hij uit hypnose kwam, hield de tekenaar een tekening voor zijn gezicht. ‘Ik was heel suf, maar herinner me dat ik een paar opmerkingen had, waarna ze mij opnieuw onder hypnose brachten.’ Volgens Theo K., die destijds als chauffeur bij Volkswagen Vorst werkte, lijkt de uiteindelijke robotfoto sprekend op de man die hij gezien heeft. ‘En als ik nu de foto’s van Chris B. zie, denk ik: ja, dat zou de Reus kunnen zijn. Helemaal zeker ben ik niet. Maar voor negentig procent zeg ik: ja, dat is hem.’

Overigens kon Theo K. nog een belangrijk spoor aanbrengen. Door zijn werk in de Volkswagenfabriek wist hij de speurders de precieze kleur te vertellen van de Golf GTI waarin de gangsters zich verplaatsten.

Bron » De Standaard