“Machteloze” speurders vragen steun van Geens om onderzoek naar Bende van Nijvel te redden

De grootste kater van het Belgische gerecht, dat dreigt het onderzoek naar het bloedbad van de Bende van Nijvel meer dan ooit te worden. Tenzij de wetgever toespringt. Met een nieuwe wet op spijtoptanten, zeggen speurders en magistraten van het dossier. Anders wordt het niets.

“Wij pluizen de laatste gegevens uit waarover wij beschikken. Zonder nieuwe aanknopingspunten is het over één tot maximaal twee jaar over and out. Dan wordt dit een cold case”, zeggen de onderzoekers. Een dossier zonder speurders dus. Maar wel met 28 slachtoffers.

Een laatste beetje hoop leggen de speurders in een verandering van de wet op spijtoptanten. “Op dit moment is een spijtoptant in onze wetgeving iemand die niet aan de feiten heeft deelgenomen. Laat ons eerlijk zijn, alleen zij die op een of andere manier wel bij de feiten betrokken zijn, kunnen ons de beste tips geven. Indien het geen eersterangs actoren van de misdrijven zijn, dan moeten wij hen misschien een gunstmaatregel kunnen aanbieden om ons onderzoek vooruit te helpen. Geen straffeloosheid, maar strafvermindering, in sommige gevallen getuigenbescherming, of meer. Maar slachtoffers of nabestaanden in de kou laten staan, dat stuit ons tegen de borst.”

Tussen 1983 en 1985 werden 28 mensen neergeschoten in een reeks overvallen, vooral gericht op warenhuizen. De Bende van Nijvel dankt haar naam aan een van haar eerste doelwitten, een Colruyt-warenhuis in Nijvel op 17 september 1983. Daarbij vielen drie doden.

Riotgun

“Weten waarom dit gebeurd is, dat is voor ons het allerbelangrijkste”, zegt David Vandesteen. Hij keek op 9 november 1985 de “reus” van de Bende van Nijvel in de ogen net voor de gangster zijn heup aan flarden schoot met zijn riotgun. Dat was in de Delhaize in Aalst, de laatste overval.

“De speurders hebben ons hun onmacht bekend. In de huidige stand van het onderzoek geraken de speurders niet veel verder”, zegt Vandesteen. “Ik denk dat de piste van de politieke inmenging de goede is. Maar de hamvraag blijft wie er baat bij had en waarom. Het blijft een raadsel waarom de beloning van 250.000 euro voor een gouden tip niets heeft opgeleverd.”

Zelfs nabestaanden die het onderzoek tot op de laatste dag van de verjaringstermijn (9 november 2025, nvdr.) willen laten doorgaan, twijfelen. Patricia Finné, wiens vader in 1985 werd doodgeschoten in de Delhaize in Overijse, is een van hen. “Ik vraag al meer dan tien jaar een wet op spijtoptanten. Wanneer komt die er? Ik heb jaren gestreden. Ik raak stilaan gedegouteerd.”

Justitieminister Koen Geens (CD&V) was aanwezig op de herdenking van de laatste aanslag van de Bende van Nijvel in Aalst op 9 november 1985, de meest bloedige uit de reeks. Wanneer een nieuwe spijtoptantenwet er komt, blijft onduidelijk. Maar het speurdersteam wordt intussen wel afgekalfd. Tot minder dan de vingers op één hand.

Bron » Het Nieuwsblad

Un projet de loi menace la recherche historique, disent les Archives de l’État

Les Archives de l’État ont fait part à la Chambre de leurs vives inquiétudes à propos d’un projet de loi destiné à moderniser les services de renseignement. En les dispensant de transférer leurs archives, le texte met en péril l’avenir de la recherche historique en Belgique, dénoncent-elles.

La loi sur les archives prévoit que les documents d’archive de plus de 30 ans (ou de 50 ans pour le SGRS, service secret de l’armée) doivent être transférés aux Archives de l’État. Les services de renseignement jugent ces délais trop courts puisqu’ils travaillent sur le long terme et que certaines pièces conservent leur pertinence pendant une longue période. Il s’agit en outre souvent de documents classifiés que seul l’auteur peut décider de déclassifier.

Le projet de réforme de la loi organique de 1998, en discussion à la Chambre, dispense les services de renseignement du transfert aux Archives de l’État, en précisant que la consultation par le public devra être assurée aux mêmes conditions qu’aux Archives de l’État. Il ajoute que les autorités judiciaires et administratives, y compris la police, doivent restituer aux services de renseignement les documents classifiés qui émanent d’eux préalablement à leur transfert. A la demande des mêmes services, le document peut être détruit.

Dans un avis demandé par la Chambre, les Archives de l’État réclament la suppression pure et simple de ces dispositions qui heurtent frontalement, à leur yeux, la loi sur les archives. Elles évoquent des raisons techniques et administratives, et mettent aussi en garde le parlement contre les effets sur la recherche historique.

“L’impact de ce projet de loi sur l’avenir de la recherche historique est catastrophique. Les historiens devront analyser le processus des décisions administratives sur la base de dossiers très incomplets. Par le passé, des historiens ont déjà été confrontés à des problèmes liés au caractère complet ou à l’accessibilité des archives dans certains dossiers symboliques comme le dynamitage de la Tour de l’Yser, l’assassinat de Julien Lahaut, les Tueurs du Brabant, etc.”, a averti le directeur général des Archives, Karel Velle.

Une “censure organisée de l’histoire”

Les écologistes Benoît Hellings et Stefaan Van Hecke ont déposé un amendement faisant droit à la demande des Archives.

“L’instauration d’une incapacité quasi-éternelle de pouvoir consulter un fond d’archive lié à un service de renseignement belge pose un problème démocratique profond”, estiment les députés qui redoutent une “censure organisée de l’histoire”.

La mention d’une consultation des archives des services de renseignement aux mêmes conditions qu’aux Archives de l’Etat semble de peu de valeur vu l’impossibilité d’accéder même à une salle de lecture de la Sûreté ou du SGRS sans habilitation de sécurité. Quant aux échéances de 30 ou 50 ans, elles visent des dossiers clos auquel le service fixe encore un délai d’utilité.

À l’appui de leur craintes, les parlementaires invoquent le cas des archives de la Sûreté coloniale, service de renseignement des autorités coloniales belges. Elles devraient être transférées aux Archives de l’État dans le cadre du grand transfert des archives africaines entreposées au Palais d’Egmont mais la Sûreté de l’État s’y oppose pour le moment, indiquait-on mercredi aux Archives de l’État.

Bron » RTBF

Rechtszaken en vonnissen in 2017 eindelijk digitaal

Alle vonnissen, arresten en conclusies van advocaten in rechtszaken gaan eind 2017 eindelijk digitaal. Dat kondigt minister van Justitie Koen Geens (CD&V) aan in zijn beleidsnota, die De Tijd kon inkijken.

Zo kunnen alle afschriften van vonnissen en arresten elektronisch aangemaakt, getekend en verzonden worden naar de partijen. Ook zullen de notarissen volgend jaar naast de oprichtingsakten van vennootschappen alle wijzigingsakten digitaal kunnen indienen bij de handelsrechtbanken, en belooft minister Geens in strafonderzoeken de papiermolen weg te werken door politie, gerecht, gevangenen en advocaten elektronisch processen-verbaal te laten uitwisselen en inkijken.

Daarnaast wil Geens de raadkamer afschaffen om zo de strafprocedure te versnellen, en zal niet meer een onderzoeksrechter een onderzoek leiden, maar een openbaar aanklager. Slachtoffers zullen dan weer geen onderzoek meer kunnen afdwingen via een “burgerlijke partijstelling”.

Regiomanagers

Ook zullen de gerechtsgebouwen niet meer worden beheerd door de magistraten, maar zullen “regiomanagers” met hun team instaan voor dat beheer. Er komen bovendien meer magistraten: Geens zet in op de aanwerving van 338 medewerkers, onder wie 62 magistraten. Geens wil daarenboven garanderen dat alle straffen worden uitgevoerd, terwijl in de gevangenissen 1.432 plaatsen worden bijgebouwd of vernieuwd.

Tot slot wil de minister de rol van Staatsveiligheid vergroten door ze ondersteuning te laten geven aan de regering en de overheidsdiensten wanneer die beslissingen nemen die de nationale veiligheid beïnvloeden.

Bron » De Morgen

Slachtoffers Bende van Nijvel herdacht in Aalst

In Aalst is de aanslag van de Bende Van Nijvel op de Delhaize aan de Parklaan herdacht. Op 9 november 1985 maakte de Bende daar acht dodelijke slachtoffers.

De herdenking vond plaats op de begraafplaats van Aalst. Er werden bloemen neergelegd aan het monument. Burgemeester Christoph D’Haese sprak de aanwezigen toe. De plechtigheid werd ook bijgewoond door ereburgemeester Anny De Maght, nabestaanden van de slachtoffers en een delegatie van Delhaize.

Bron » TV Oost

“Nee, dat was niet normaal, maar er was een draagvlak”

Stefaan De Clerck (CD&V) bevestigt de poging tot lobbying van Armand De Decker (MR) in de ‘Kazachgate’.

Is de wet op de verruimde minnelijke schikking, de zogeheten ‘afkoopwet’ onder politieke druk versneld door het parlement gejaagd? Voormalig minister van Justitie Stefaan De Clerck (CD&V) bevestigt dat hij in dat verband benaderd werd door MR-kopstuk Armand De Decker.

De Decker kwam, samen met zijn Franse confrater Degoul, op een zondag bij u thuis in Kortrijk zijn zaak bepleiten. Is dat niet héél ongebruikelijk?

“Ja, dat klopt. Hij had mij om een dringend gesprek gevraagd, dat niet tot maandag kon wachten. Ik wist op dat moment niet waarover het ging. De Decker was niet de minste: hij was Senaatsvoorzitter geweest, in die hoedanigheid kwam ik hem dikwijls tegen in het parlement. En dus heb ik hem nietsvermoedend geantwoord dat hij in dat geval naar Kortrijk mocht komen.”

“Pas toen hij bij mij thuis was, werd duidelijk waarvoor hij kwam. Ik heb meteen gezegd dat zoiets niet paste. Dat de lead niet bij Justitie lag, en dat ik mij niet kón en niet wílde moeien met de wet in kwestie. Dat was out of question.”

Vroeg hij u letterlijk om het wetgevende proces te versnellen met het oog op een minnelijke schikking voor Chodiev?

“Nee. Eerst kwam het dossier ter sprake, daarna de kwestie ‘afkoopwet’. Ik heb meteen gezegd dat hij niet bij mij moest zijn, omdat ik in deze wetgeving helemaal niet de leiding had.”

In Le Soir zegt u dat De Decker hengelde naar uw ‘eventuele inmenging’.

Le Soir citeert uit de verklaring die ik afgelegd heb op vraag van de gerechtelijke politie. Ik ben inderdaad gehoord door de speurders, maar die vraag herinner ik mij niet zo letterlijk. Ik heb tijdens dat gesprek meteen elk mogelijk verzoek afgeblokt, omdat ik dat dossier gewoonweg niet volgde.”

De Decker zou ook toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Steven Vanackere (ook CD&V) benaderd hebben. Evenwel nooit in de zaak-Chodiev, volgens Vanackere, maar hoogstens in ‘consulaire dossiers’. Hebt u het er ooit met elkaar over gehad, onder partijgenoten?

“Helemaal niet. Het enige wat ik weet is dat De Decker nog contact heeft gehad met mijn kabinetschef om te vragen in welk juridisch stadium de afkoopwet toen zat en wie zich ermee bezighield.”

Had u, of uw kabinetschef, destijds (al) het gevoel dat hij ‘hogere’ belangen diende?

“Weet u, dat was een erg complex dossier dat ik niet kende omdat ik ook niet van in het begin in de regering zat (De Clerck was Vandeurzen opgevolgd na diens ontslag, red.). Ik voelde meteen dat ik er niets mee te maken had en niets mee te maken wilde hebben. Pas op een later moment, toen de wet in de Senaat besproken werd, heb ik mij erover gebogen om een en ander legistiek op punt te snellen. Toen bleek de haast onder meer uit de onvolmaaktheden die erin zaten. Er is ook snel een reparatiewet gekomen.”

Was het normaal dat een wet pas in de Senaat legistiek op punt werd gesteld?

“Nee, dat was inderdaad niet normaal.”

U hebt zich nooit vragen gesteld bij de snelle goedkeuring van de afkoopwet, die toch al enige tijd aansleepte?

“Er was al langere tijd een ruim draagvlak voor een minnelijke schikking. Ook vanuit de gerechtelijke wereld, meer bepaald de parketten, kwam het signaal dat er verschillende dossiers in aanmerking kwamen voor zo’n deal.”

“Persoonlijk was ik ook voorstander. Het College van Procureurs-generaal heeft toen richtlijnen uitgeschreven om de schikking correct toe te passen, zodat er zeker nooit sprake kon zijn van ministeriële of politieke inmenging. De bedoeling was dat men zou wachten op de richtlijnen om de wet toe te passen.”

Is dat gebeurd in de zaak-Chodiev?

“Daar ga ik van uit.”

Hebt u nooit de link gelegd tussen uw gesprek met Armand De Decker en Catherine Degoul, en de plotse stroomversnelling waarin de afkoopwet terechtkwam?

“Tja… Moeilijk om te zeggen achteraf. Ik heb vastgesteld dat De Decker het over die wet had, en dat die wet er vervolgens is gekomen.”

Bron » De Standaard